Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019003026 |
Gegevens van de aanvrager: |
AUTOGEMB Autonoom Gemeentebedrijf Stedelijk Onderwijs Antwerpen met als adres Lange Gasthuisstraat 15 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Schotensesteenweg 261 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 30sectie A nr. 475W5 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
rechtzetten van de omgevingsvergunning (ref. OMV_2018049241 slopen en uitbreiden van bestaande school) |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 07/09/2018: vergunning (20181129) voor het slopen en uitbreiden van bestaande school;
- huisnummer 261 (voorliggend perceel):
- huisnummer 252 (overzijde van de straat):
Laatst vergunde toestand
- huisnummer 261 (voorliggend perceel):
- huisnummer 252 (overzijde van de straat):
Bestaande toestand
- huisnummer 261 (voorliggend perceel):
- huisnummer 252 (overzijde van de straat):
Inhoud van de aanvraag
- de werken op dit huisnummer 261 kaderen in uitbreiden en renovatie van de bestaande school te huisnummer 252 (overzijde van de straat);
- huisnummer 261: na het ontvangen van de vergunning 2018/1129 (OMV_2018 049 241, datum aanvang der werken 29/11/2018) voor 6 tijdelijke containerklassen, hebben zich een aantal wijzigingen voorgedaan aangaande de huurunits/containerklassen;
- naar aanleiding van de opgelegde voorwaarden in de vergunning OMV_2018049241 (intern nr.2018/1129) in combinatie met de maatvoering en restricties van de beschikbare prefab huurunits worden de volgende wijzigingen doorgevoerd:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
14 maart 2019 |
5 april 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen |
14 maart 2019 |
14 maart 2019 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
14 maart 2019 |
15 maart 2019 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Bouwcode
De aanvraag wijkt af van de bouwcode artikel 6 “harmonie en draagkracht”. Klascontainers zijn niet in harmonie met de woningen in de omgeving. Maar het principe van deze containers is reeds vergund. Bijkomend kaderen de containers in een capaciteitstekort voor de school aan de overzijde van de straat. Omdat containerklassen (tijdelijk) aan extra gemeenschapsvoorzieningen kunnen bijdragen, zijn ze aanvaardbaar.
De aanvraag wijkt af van de bouwcode artikel 21 “minimale hoogte van ruimten”. De binnenhoogte is 2cm lager dan de minimaal vereiste 2.60m. Omdat een container over standaardmaten beschikt, en omdat de afwijking niet groot is, is een afwijking aanvaardbaar.
De aanvraag wijkt af van de bouwcode artikel 29 “fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen”. Er worden geen fietsstalplaatsen voorzien. Maar in de vorige vergunning 2018/1129 werd reeds als voorwaarde opgelegd dat 3 bijkomende fietsstalplaatsen moesten voorzien worden in de bestaande fietsstalling onder het gebouw te nr.252, inpandig, en volgens de inrichtingsprincipes uit de bouwcode artikel 29. Deze voorwaarde wordt herhaald.
Verordening Toegankelijkheid
De aanvraag wijkt af van de Verordening Toegankelijkheid artikel 3 “publiek toegankelijke gebouwen” en artikel 18 “niveauverschillen”.
Er wordt geen lift voorzien aan de buitentrap. Daardoor zijn de klaslokalen op de verdieping enkel via een trap bereikbaar. De aanvrager motiveert echter een afwijking die aanvaardbaar is:
De lift moet dus niet voorzien worden. Daarmee vervalt de voorwaarde die in OMV_2018049241 werd opgelegd.
Ten opzichte van OMV_2018049241 werd de trap aangepast conform brandveiligheid en toegankelijkheid.
Functionele inpasbaarheid
Deze 6 tijdelijke klascontainers te Schotensesteenweg 261 kaderen in de capaciteitsuitbreiding van de school aan de overzijde te Schotensesteenweg 252. De onderwijsfunctie in de containers werd reeds vergund in OMV_2018049241, en wijzigt dus niet.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid – visueel-vormelijke elementen
Het volume blijft ongewijzigd. De volgende wijzigingen zijn aanvaardbaar:
Met betrekking tot beplanting op het perceel geeft de stedelijke dienst Groen en Begraafplaatsen voorwaardelijk advies. Deze worden bij de vergunning opgelegd:
Voorwaarden:
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing op deze aanvraag, aangezien de inhoud van de aanvraag de parkeerbehoefte niet wijzigt.
Wel blijft de parkeerbehoefte van 2 autostalplaatsen op nr. 252 gelden, die als voorwaarde werd opgelegd in OMV_2018049241:
De 2 autostalplaatsen kunnen echter niet uitgevoerd worden, omwille van onderstaande redenen:
1. De aanvrager vraagt een afwijking om de autostalplaatsen niet te moeten voorzien. Hij geeft als reden dat het schooldomein over voldoende autostalplaatsen beschikt. Indien geen afwijking mogelijk zou zijn, dan stelt hij voor om de autostalplaatsen in een ander deel van de voortuin te voorzien. Echter voegde de aanvrager geen grondplannen van nr.252 bij zijn voorstel. Daarom kan zijn voorstel niet beoordeeld worden of in voorwaarden opgelegd worden. Daarom blijft de voorwaarde voor de 2 autostalplaatsen te nr.252 gelden, zoals in rood aangeduid op de plannen bij OMV_2018049241.
2. De zone voor de autostalplaatsen, zoals vergund in OMV_2018049241, werd overschreven door een tuinzone die vergund werd in de vergunning OMV_2019001925:
a. In het dossier OMV_2018049241 (vergunning september 2018) werd opgelegd om 2 autostalplaatsen links vooraan in de voortuin van de school te voorzien. Deze behoren bij de 6 containers te nr.261. Omdat op nr.261 te weinig plaats was, moesten ze op nr.252 voorzien worden.
b. In het dossier OMV_2019001925 (vergunning maart 2019) werd echter een tuinzone bij een andere tijdelijke klascontainer vergund, op de plaats van de 2 autostalplaatsen.
Om de overlappende zones op te lossen, werd gezocht naar een oplossing. Daarom worden bijkomende voorwaarden opgelegd:
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Mits voldaan aan de voorwaarden voldoet de aanvraag voor deze tijdelijke containers aan de goede ruimtelijke ordening.
Tot slot wordt de opmerking uit OMV_2019001925 herhaald. De samenhang op dit schooldomein wordt stilaan ver zoek. Er worden steeds meer tijdelijke containervolumes opgericht. De footprint van de tijdelijke containers overstijgt bijna de footprint van het oorspronkelijke schoolgebouw. De extra verhardingen bij de tijdelijke containers zijn aanzienlijk, en het aandeel groen en open ruimte wordt steeds kleiner.
Daarbij wordt ook in vraag gesteld of het grote aantal tijdelijke faciliteiten verblijfskwaliteit voor leerlingen kan garanderen.
Bovendien wordt de relatie met de erfgoedwaarde ernstig in vraag gesteld. Het oorspronkelijke schoolgebouw is een quasi uniek voorbeeld van brutalistische architectuur. Omdat brutalisme nog weinig voorkomt, is het opgenomen in de Inventaris Bouwkundig Erfgoed. Bovendien grenst het schooldomein aan één van de grootste beschermde landschappen van Stad Antwerpen, Domein Ertbrugge – Zwarte Arend. Dit domein beschikt over waardevolle natuur, kasteeldomeinen, en historische hoeves.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. conform de vorige vergunning OMV_2018049241 (september 2018) dienen de voorwaarden uit de adviezen van Aquafin en Eandis strikt na te leven;
3. conform de vorige vergunning OMV_2018049241 (september 2018) blijft gelden dat de 3 bijkomende fietsstalplaatsen moeten voorzien worden in de bestaande fietsstalling onder het gebouw op nummer 252, deze moeten inpandig en volgens de inrichtingsprincipes uit de bouwcode artikel 29 voorzien worden;
4. conform de vorige vergunning OMV_2018049241 (september 2018) blijft gelden dat twee autostalplaatsen moeten voorzien worden aan de voorzijde van de klascontainer te Schotensesteenweg 252, conform artikel 30 van de bouwcode met één in- en uitrit aan de Schotensesteenweg, en met behoud van de bestaande bomen zoals in rood aangeduid op het inplantingsplan bij OMV_2018049241.
- Om deze voorwaarde te kunnen realiseren, moet de tuinzone bij de klascontainer te Schotensesteenweg 252, zoals vergund in OMV_2019001925 (maart 2019), verplaatst worden naar de achterzijde van de klascontainer. Een omheinde, prikkelarme tuin is namelijk noodzakelijk voor de doelgroep. De tuinzone moet aansluiten tegen de achtergevel van de klascontainer. De inrichting, de omheining, en de oppervlakte moeten hetzelfde blijven zoals vergund in OMV_2019001925.
- Twee toegangsdeuren bevinden zich in de voorgevel van de vergunde klascontainer. Deze gaven toegang tot de vergunde voortuin. Maar om de tuin aan de achterzijde toegankelijk te maken voor rolstoelgebruikers, mag een pad voorzien worden van maximaal 2m breed, vanaf de voorgevel tot de achtergevel van de klascontainer. Het pad moet aansluiten tegen de gevels van de klascontainer. Rondom het pad mag een omheining voorzien worden zoals rondom de tuinzone, zodat de prikkelarme omgeving gegarandeerd blijft.
5. conform de vorige vergunning OMV_2018049241 (september 2018) blijft gelden dat geen bomen gerooid mogen worden op het terrein, met uitzondering van de conifeer, vogelkers en beuk links vooraan op het perceel;
6. Volgende voorwaarden uit het advies van Groen zijn strikt na te leven:
- De bomen die behouden blijven, dienen beschermd te worden tijdens de werken.
- Naast de wortelzone moeten ook de stam en de kroon beschermd worden. Als de wortelzone volledig kan afgeschermd worden, zijn de stam en het onderste deel van de kroon uiteraard ook ineens afgeschermd. Kan de wortelzone niet volledig afgeschermd worden, dan moeten voor het beschermen van de stam en onderste deel van de kroon ook beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden.
- Het is aangewezen om voor de nodige onderzoeken en voor het opstellen van beschermingsmaatregelen op maat, een gecertificeerd boomverzorger te raadplegen.
- Bij het aanplanten van een nieuwe boom moeten volgende zaken in acht genomen worden:
Geldigheidsduur
7. de handelingen waarvoor vergunning is verleend, mogen niet langer dan 5 jaar na de datum waarop de huidige vergunning een definitief en niet langer voor administratief beroep vatbaar karakter verkrijgt, in stand blijven. Na het verstrijken van de geldigheidsduur van de vergunning moet de begunstigde het terrein herstellen in de staat waarin het zich bevond vóór de tenuitvoerlegging van de vergunning van bepaalde duur.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
21 februari 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
14 maart 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
13 mei 2019 |
Verslag GOA |
26 april 2019 |
naam GOA |
Helia Dezhpoor |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. conform de vorige vergunning OMV_2018049241 (september 2018) dienen de voorwaarden uit de adviezen van Aquafin en Eandis strikt na te leven;
3. conform de vorige vergunning OMV_2018049241 (september 2018) blijft gelden dat de 3 bijkomende fietsstalplaatsen moeten voorzien worden in de bestaande fietsstalling onder het gebouw op nummer 252, deze moeten inpandig en volgens de inrichtingsprincipes uit de bouwcode artikel 29 voorzien worden;
4. conform de vorige vergunning OMV_2018049241 (september 2018) blijft gelden dat twee autostalplaatsen moeten voorzien worden aan de voorzijde van de klascontainer te Schotensesteenweg 252, conform artikel 30 van de bouwcode met één in- en uitrit aan de Schotensesteenweg, en met behoud van de bestaande bomen zoals in rood aangeduid op het inplantingsplan bij OMV_2018049241.
- Om deze voorwaarde te kunnen realiseren, moet de tuinzone bij de klascontainer te Schotensesteenweg 252, zoals vergund in OMV_2019001925 (maart 2019), verplaatst worden naar de achterzijde van de klascontainer. Een omheinde, prikkelarme tuin is namelijk noodzakelijk voor de doelgroep. De tuinzone moet aansluiten tegen de achtergevel van de klascontainer. De inrichting, de omheining, en de oppervlakte moeten hetzelfde blijven zoals vergund in OMV_2019001925.
- Twee toegangsdeuren bevinden zich in de voorgevel van de vergunde klascontainer. Deze gaven toegang tot de vergunde voortuin. Maar om de tuin aan de achterzijde toegankelijk te maken voor rolstoelgebruikers, mag een pad voorzien worden van maximaal 2m breed, vanaf de voorgevel tot de achtergevel van de klascontainer. Het pad moet aansluiten tegen de gevels van de klascontainer. Rondom het pad mag een omheining voorzien worden zoals rondom de tuinzone, zodat de prikkelarme omgeving gegarandeerd blijft.
5. conform de vorige vergunning OMV_2018049241 (september 2018) blijft gelden dat geen bomen gerooid mogen worden op het terrein, met uitzondering van de conifeer, vogelkers en beuk links vooraan op het perceel;
6. Volgende voorwaarden uit het advies van Groen zijn strikt na te leven:
- De bomen die behouden blijven, dienen beschermd te worden tijdens de werken.
- Naast de wortelzone moeten ook de stam en de kroon beschermd worden. Als de wortelzone volledig kan afgeschermd worden, zijn de stam en het onderste deel van de kroon uiteraard ook ineens afgeschermd. Kan de wortelzone niet volledig afgeschermd worden, dan moeten voor het beschermen van de stam en onderste deel van de kroon ook beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden.
- Het is aangewezen om voor de nodige onderzoeken en voor het opstellen van beschermingsmaatregelen op maat, een gecertificeerd boomverzorger te raadplegen.
- Bij het aanplanten van een nieuwe boom moeten volgende zaken in acht genomen worden:
Geldigheidsduur
7. de handelingen waarvoor vergunning is verleend, mogen niet langer dan 5 jaar na de datum waarop de huidige vergunning een definitief en niet langer voor administratief beroep vatbaar karakter verkrijgt, in stand blijven. Na het verstrijken van de geldigheidsduur van de vergunning moet de begunstigde het terrein herstellen in de staat waarin het zich bevond vóór de tenuitvoerlegging van de vergunning van bepaalde duur.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.