2019_CBS_03700 - Omgevingsvergunning - OMV_2019021383. Desguinlei 86, Karel Oomsstraat 96, Karel Oomsstraat 100. District Antwerpen - Goedkeuring

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Externe adviezen

Interne adviezen

Toetsing voorschriften

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

De aanvraag betreft een milieuvergunning voor het lozen van bemalingswater in de openbare riolering aan de Desguinlei of Karel Oomsstraat.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemmings- en inrichtingsvoorschriften van het geldende en meest gedetailleerde bestemmingsplan, zijnde het gewestplan. De aanvraag is gelegen in woongebied.

De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften van de bouwcode.

De aanvraag is voor zover geoordeeld kan worden op basis van de aangeleverde informatie, conform de afgeleverde stedenbouwkundige vergunning van 17 september 2015 (2015496). Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan een gunstig advies gegeven worden voor de aangevraagde lozing van bemalingswater.

De aanvraag is in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening. De functie is overeenkomstig de plannen, en is inpasbaar in de omgeving.

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

Voor het project Louise Marie, gelegen op de hoek van de Desguinlei en de Karel Oomstraat te Antwerpen, zijn 3 ondergrondse verdiepingen gepland. Voor de aanleg ervan is een grondwaterverlaging noodzakelijk. De ondergrondse verdiepingen zullen uitgegraven en aangelegd worden binnen waterkerende wanden (hydraulisch gesloten bouwput).

De bodemopbouw bestaat uit een laag geroerde grond met een dikte van circa 3 m. Lokaal zijn er op de site, in het kader van de bodemsaneringswerken, reeds uitgravingen uitgevoerd tot 8 m-mv. Hieronder komt het Zand van Berchem voor. Dit is fijn, matig siltig, sterk glauconiethoudend zand en is goed watervoerend. De onderste meters van deze zandlaag kunnen meer kleihoudend, en dus minder goed watervoerend, zijn. Onder het Zand van Berchem komt de Klei van Boom voor. In DOV sonderingen in de buurt van de projectsite varieert de top van de Klei van Boom van een peil van -10,30 mTAW tot -14,10 mTAW. Er wordt in dit verslag uitgegaan van het scenario dat de top van de Klei van Boom zich bevindt op een peil van -14,00 mTAW.

Het grote verhang van het grondwaterpeil wordt vermoedelijk veroorzaakt door de nabijheid van de Ring van Antwerpen (R1), waar het grondwater gedraineerd wordt (tot circa 0 mTAW en dit ten zuidwesten van de site).

De omtrek van de uitgraving bedraagt circa 230 m, de oppervlakte van de bouwput komt overeen met 3.050 m². De bouwput wordt uitgegraven binnen waterkerende wanden die zullen aangezet worden in de Formatie van Boom (klei). Hierdoor wordt de bouwput hydraulisch afgesloten van haar omgeving.

Er worden 3 ondergrondse verdiepingen gepland. De top van de vloerplaat van niveau -3 bevindt zich op +0,68 mTAW. De dikte van de vloerplaat bedraagt 0,45 m, lokaal en verspreid over de bouwput zijn funderingsmassieven voorzien met een dikte van 2,00 m. Daarnaast zijn verschillende liftputten voorzien, eveneens verspreid over de bouwput, waarvan de basis van de fundering zich bevindt op 2,05 m onder de top van de vloerplaat, op peil -1,37 mTAW. Om de uitgraving droog uit te voeren dient het grondwater verlaagd te worden tot 0,50 m onder het uitgravingspeil. Het grondwater wordt verlaagd tot -1,87 mTAW. Hiervoor is een grondwaterverlaging nodig van circa 6,2 m (uitgaande van het hoogst opgemeten grondwaterpeil). De bemaling binnen de waterkerende wanden kan uitgevoerd worden met behulp van dieptebronnen die aangezet zijn op circa 20 m-mv of, afhankelijk van de diepte van voorkomen, op de top van de Klei van Boom. De bemaling wordt eventueel uitgevoerd in combinatie met een open bemaling om zo eventueel hangwater rechtstreeks af te voeren.

De waterkerende wanden moeten aangezet worden op circa -15,10 mTAW (uitgaande van de sondering in de buurt waar de top van de Klei van Boom het diepst aangetroffen werd). Deze aanzetdiepte kan geverifieerd en eventueel bijgesteld worden door bijkomende diepe elektrische sonderingen uit te voeren op de projectsite.

Het totale bemalingsdebiet is de som van het geborgen water, het lekdebiet doorheen de wanden en de neerslag die in de bouwput valt. Bij een waterkerende wand met een dikte van 0,5 m en een doorlatendheid van 10-8 m/s zal het debiet de eerste drie weken circa 13,11 m³/uur bedragen. Na drie weken is het geborgen water bemaald en zal het debiet terugvallen tot 1,86 m³/uur. Indien de bemaling een jaar actief is, zal het totaal volume bemalingswater circa 22.000 m³ bedragen.

Om rekening te houden met eventuele plaatselijke grotere lekdebieten doorheen de waterkerende wanden wordt er een marge genomen van 30% op deze debieten. Dat brengt het totaal aangevraagde debiet op 28.550 m³/jaar. Het maximale dagdebiet bedraagt (13,11 * 30% * 24) circa 410 m³.

Gezien de beperkte te verpompen debieten in het hydraulisch afgesloten systeem, worden er een viertal dieptebronnen voorzien.

Bij de bemaling zal het initiële debiet gelimiteerd worden tot 5 m³/uur. Het zal dan maximaal 50 dagen duren voordat het geborgen water is weggepompt uit de bouwput en het debiet zal terugvallen tot het berekend lekdebiet van 1,86 m³/uur.

Aangezien de bemaling nog niet opgestart is en VMM rubriek 3.6.3.2 adviseert, wordt er van uit gegaan dat het uurdebiet hoger ligt dan 5 m³/uur.

De exploitatie ligt binnen het centraal gebied. Het bemalingswater wordt geloosd op de gemengde riolering van Desguinlei en /of de Karel Oomstraat te Antwerpen (RWZI Antwerpen Zuid). De exploitant heeft een toelating van de NV Aquafin waaruit blijkt dat de lozing van het maximum debiet van 5 m³/uur geen impact heeft op de zuiveringsinstallatie van Antwerpen-Zuid.

Analyseresultaten tonen echter aan dat het grondwater verontreinigd is, voornamelijk met zware metalen. De exploitant vraagt hiervoor rubriek 3.4.2 aan voor het, zonder behandelen in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van een of meer gevaarlijke stoffen met concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van meer dan 2 m³/uur. Voor de lozing van parameters boven het indelingscriterium dient er een norm aangevraagd te worden.

Aangezien de exploitant geen specifieke lozingsnormen heeft aangevraagd, legt VMM volgende parameters op die uitgaan van de “worst-case situatie”:

Om overschrijdingen van de opgelegde lozingsparameters te vermijden, zal er een waterzuivering moeten geplaatst worden. Rubriek 3.6.3.2 dient toegevoegd te worden.

Na het bekomen van de vergunning dient de exploitant de vorige meldingen stop te zetten.

MER-screening:

Aangezien de omgevingsvergunningsaanvraag betrekking heeft op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening (rubriek 10 j) werd het aanvraagdossier tijdens het ontvankelijk- en volledigheidsonderzoek getoetst aan de criteria van bijlage II van het Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid. Hierbij werd geoordeeld werd dat het project niet MER-plichtig is.

Advies aan het college

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt voorwaardelijk positief advies gegeven de vergunning te verlenen voor een periode van 1 jaar.

Geadviseerde rubrieken

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden