Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019020607 |
Gegevens van de aanvrager: |
mevrouw Isabelle Van Hees met als adres Rubenslei 5 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Rubenslei 5 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 8sectie H nr. 1207N6 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
uitbreiden van een appartement met een extra dakverdieping |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 17/7/1970: vergunning (19700940) verbouwing;
- 10/4/1959: vergunning (18#39237) veranderingswerken.
Laatst vergunde toestand
- appartementsgebouw van 8 bouwlagen onder plat dak in gesloten bebouwing.
Bestaande toestand
- appartementsgebouw van 8 bouwlagen onder plat dak in gesloten bebouwing.
Inhoud van de aanvraag
- uitbreiden van een appartement met een extra dakverdieping;
- het appartement op de 7de verdieping wordt voorzien van een nieuwe, interne trap naar het dak;
- op het dak wordt een nieuw volume onder plat dak geplaatst dat zowel vooraan als achteraan is teruggetrokken;
- langs beide kanten wordt deels een groendak en deels een terras met balustrade aangelegd.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
13 maart 2019 |
15 april 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Het dak van het nieuwe dakvolume wordt niet voorzien van een groendak en is dus strijdig met artikel 38 van de bouwcode. Er wordt geen reden gemotiveerd om af te wijken van het artikel. In voorwaarde bij de vergunning wordt opgelegd om hier een groendak te voorzien.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De Rubenslei wordt ter plaatse van dit gebouw gekenmerkt door meergezinswoningen in gesloten bebouwing met 8 en 9 bouwlagen en een teruggetrokken daklaag. De beoogde uitbreiding met teruggetrokken daklaag boven de achtste verdieping is dus ruimtelijk inpasbaar in het straatbeeld.
Het aantal woningen in het gebouw blijft ongewijzigd, zodat de impact op de omgeving beperkt is.
Hoewel de voorgevel van het nieuwe dakvolume wordt uitgelijnd op deze van het aanpalende gebouw, wordt er een bijkomende dakoversteek aangevraagd van ongeveer 1 meter. Dit leidt tot een verhoging van de scheidingsmuur met de rechterbuur over 1 meter. Deze verhoging van de scheidingsmuur zorgt voor verlies van zicht en licht bij de buur en kan stedenbouwkundig niet aanvaard worden. De wijziging van de scheidingsmuur en de dakoversteek ter hoogte van deze scheidingsmuur worden daarom uitgesloten van de vergunning, zoals in rood aangeduid op de plannen.
Vanuit een goede ruimtelijke ordening is het bovendien wenselijk om zoveel mogelijk rechtstreekse inkijk te vermijden in de aanpalende woning. In voorwaarden wordt daarom opgelegd om zowel aan de voorzijde als aan de achterzijde de terrassen op een grotere afstand in te richten van de perceelsgrenzen, zoals aangeduid in rood op de plannen. De aangeduide ruimte moet ingericht worden als groendak. Deze wijzigingen doen geen grote afbreuk aan de kwaliteit van de buitenruimte maar leiden tot een sterk verminderde schending van de privacy.
Visueel-vormelijke elementen
De voorgestelde materialisatie in pleisterwerk met aluminium buitenschrijnwerk is aanvaardbaar gezien de stedelijke context van het gebouw. De visuele impact op de architectuur van het bestaande gebouw is beperkt.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De uitbreiding van het onderliggende appartement leidt tot een vergroting van de woonkwaliteit, voornamelijk door de toevoeging van een kwaliteitsvolle buitenruimte.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden, voldoet het project aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot. De geplande verbouwingswerken zijn niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.
Functionele inpasbaarheid
De bestaande vergunde meergezinswoning blijft behouden en is functioneel inpasbaar in de hoofdzakelijke woonomgeving.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing gezien de aanvraag geen vermeerdering van het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande en vergunde of vergund geachte situatie inhoudt.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. het dak van het nieuwe dakvolume uit te voeren als groendak;
3. in rood aangeduide delen van de aangevraagde terrassen uit te voeren als onbetreedbaar groendak om de privacy van de buur te garanderen;
4. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
Uitsluitingen
5. Geen vergunning wordt verleend voor de verhoging van de scheidingsmuur met de rechterbuur (Rubenslei nr.3-4) en de dakoversteek ter hoogte van de voorgevel van deze rechterbuur, zoals aangeduid in rood op de plannen;
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
20 februari 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
13 maart 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
12 mei 2019 |
Verslag GOA |
29 april 2019 |
naam GOA |
Brenda Dierckx |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
2 |
0 |
0 |
0 |
Bespreking van de bezwaren
De bezwaren kunnen als volgt worden samengevat en beoordeeld:
1. Schenden van de privacy: Vanuit het dakterras wordt de privacy geschonden van het dakappartement van het aangrenzend gebouw. De inrichting van een dakterras aan de achterzijde maakt rechtstreekse inkijk mogelijk door de (slaapkamer)ramen van het aanpalend gebouw.
Beoordeling: Het Burgerlijk Wetboek schrijft een minimumafstand voor het creëren van rechtstreekse en schuine zichten op een aanpalend erf voor. De aanvraag voldoet aan de achterzijde aan deze afstanden door de toegankelijke terrassen op minstens 1m90 van de perceelsgrenzen in te richten. Deze afstand is echter minimaal en zal nog steeds leiden tot ernstige conflictsituaties inzake privacy. Door het aangevraagde dakterras op grotere afstand uit te voeren van de zijgevel van de buur (en eventueel zelfs iets dieper) zou de impact op de privacy beperkt kunnen worden. Dit doet weinig afbreuk aan de kwaliteit van het terras. Dit zal als voorwaarde opgenomen worden bij de vergunning. Het bezwaar is gegrond;
2. Waardevermindering eigendom: De realisatie van het project doet de waarde van het aanliggende eigendom verminderen.
Beoordeling: Het bezwaar is niet van stedenbouwkundige aard. Het bezwaar is ongegrond.
3. Verlies van uitzicht:Het bezwaar tegen het verlies van licht en uitzicht aan de voorgevel door de verhoging van de scheidingsmuur;
Beoordeling: Ten opzichte van de rechterbuur steekt het aangevraagde dakvolume ongeveer 1 meter uit aan de voorzijde van het gebouw. Hierbij wordt het bestaande uitzicht vanuit het aangrenzende dakappartement deels weggenomen door een verhoging van de scheidingsmuur. Gelet op de uitstekende oriëntatie en zicht op het stadspark, kan stedenbouwkundig niet toegestaan worden dat zichten en lichten hier worden weggenomen. Het gebouwvolume moet aansluiten op de bestaande aanliggende gebouwen. De verhoging van de scheidingsmuur wordt uitgesloten uit de vergunning. Het bezwaar is gegrond;
4. Onduidelijkheid uitvoering scheidingsmuren:De bezwaarindiener kan uit de plannen niet afleiden in hoeverre de scheidingsmuren worden voorzien van noodzakelijke warmte- en geluidsisolatie;
Beoordeling: De bouwfysische afwerking van een gemene muur vormt strikt gezien geen stedenbouwkundige aangelegenheid. Het bezwaar is ongegrond;
5. Correcte afspraken bij de uitvoering van de werken: De bezwaarindiener uit de wens voor goede afspraken bij de uitvoering, zoals: geen gebruik maken van het aanpalende dak tijdens de werken en overleg over aanpassingen aan de scheidingsmuren;
Beoordeling: De bezorgdheden van de bezwaarindiener zijn uitvoeringstechnische aangelegenheden die los staat van de stedenbouwkundige beoordeling van de voorliggende aanvraag. Uiteraard betekent het verkrijgen van een vergunning geen vrijgeleide voor de bouwheer/aannemer zich te ontzien van burgerrechtelijke plichten. Het bezwaar is ongegrond;
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. het dak van het nieuwe dakvolume uit te voeren als groendak;
3. in rood aangeduide delen van de aangevraagde terrassen uit te voeren als onbetreedbaar groendak om de privacy van de buur te garanderen;
4. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
Uitsluitingen
5. Geen vergunning wordt verleend voor de verhoging van de scheidingsmuur met de rechterbuur (Rubenslei nr.3-4) en de dakoversteek ter hoogte van de voorgevel van deze rechterbuur, zoals aangeduid in rood op de plannen;
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.