In het Decreet lokaal bestuur worden, in vergelijking tot het OCMW-decreet, een aantal bevoegdheden niet meer expliciet voorbehouden aan de raad voor maatschappelijk welzijn. Dat betekent dat deze bevoegdheden nu kunnen gedelegeerd worden aan het vast burea, en eventueel verder aan de algemeen directeur.
Artikel 77 §1 van het Decreet lokaal bestuur bepaalt dat de raad voor maatschappelijk welzijn beschikt over de volheid van bevoegdheid voor alle aangelegenheden die aan het OCMW door of krachtens de wet of het decreet zijn toevertrouwd.
Artikel 78, 2e lid van het Decreet lokaal bestuur legt de bevoegdheden vast die de raad voor maatschappelijk welzijng niet kan delegeren aan het vast bureau.
Artikel 85 van het Decreet lokaal bestuur bepaalt welke bevoegdheden die door de raad voor maatschappelijk welzijn bij reglement aan het vast bureau werden gedelegeerd mogen of niet mogen worden verder gedelegeerd aan de algemeen directeur.
Artikel 78, 1e lid van het Decreet lokaal bestuur bepaalt dat de raad voor maatschappelijk welzijn bij reglement bepaalde bevoegdheden kan toevertrouwen aan het vast bureau.
1. Financieel
1.1. Aangaan van leningen voor een periode langer dan 1 jaar
Oude regeling
In artikel 52, 2e lid, 17° van het OCMW-decreet lag de bevoegdheid om leningen aan te gaan voor langer dan 1 jaar bij de raad voor maatschappelijk welzijn.
Nieuwe regeling
De bevoegdheid over het aangaan van leningen wordt niet geregeld in het Decreet lokaal bestuur. Voor onderwerpen waarvoor de bevoegdheid decretaal niet is vastgelegd geldt dat de raad voor maatschappelijk welzijn bevoegd is. De raad voor maatschappelijk welzijn kan deze bevoegdheid delegeren aan het vast bureau op grond van artikel 78, 1e lid van het Decreet lokaal bestuur.
De raad voor maatschappelijk welzijn wenst deze bevoegdheid te delegeren.
In de beleidsrapporten, goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn, wordt voorzien voor welke bedragen er leningen kunnen worden aangegaan. De beslissingen die het vast bureau neemt over het aangaan van leningen moeten steeds kaderen in de uitvoering van de beleidsrapporten.
1.2. Vaste beleggingen van kapitalen voor een periode langer dan 1 jaar
Oude regeling
In artikel 52, 2e lid, 15° van het OCMW-decreet lag de bevoegdheid om kapitaal te beleggen voor langer dan 1 jaar bij de raad voor maatschappelijk welzijn.
Nieuwe regeling
De bevoegdheid over het beleggen van kapitalen voor langer dan 1 jaar wordt niet geregeld in het Decreet lokaal bestuur. Voor onderwerpen waarvoor de bevoegdheid decretaal niet is vastgelegd geldt dat de raad voor maatschappelijk welzijn bevoegd is. De raad voor maatschappelijk welzijn kan deze bevoegdheid delegeren aan het vast bureau op grond van artikel 78, 1e lid van het Decreet lokaal bestuur.
De raad voor maatschappelijk welzijn wenst deze bevoegdheid te delegeren.
2. Personeel
2.1. Rechtspositieregeling
Oude regeling
Op grond van artikel 52, 2e lid, 6° van het OCMW-decreet lag de bevoegdheid om de rechtspositieregeling vast te stellen bij de raad voor maatschappelijk welzijn.
Nieuwe regeling
In het Decreet lokaal bestuur is het vaststellen van de rechtspositieregeling geen exclusieve bevoegdheid van de raad voor maatschappelijk welzijn.
Op basis van artikel 78,1e lid van het Decreet lokaal bestuur kan de raad voor maatschappelijk welzijn bij reglement deze bevoegdheid delegeren aan het vast bureau.
De raad voor maatschappelijk welzijn wenst deze bevoegdheid te delegeren.
Bijkomend wordt ook de beslissingsbevoegdheid over reglementen voor personeelsaangelegenheden, opgemaakt in uitvoering van de rechtspositieregeling, overgdragen aan het vast bureau.
2.2. Het begrip dagelijks personeelsbeheer
Oude regeling
Het vaststellen van het begrip dagelijks personeelsbeheer werd in artikel 52 van het OCMW-decreet niet opgenomen als een exclusieve bevoegdheid van de raad voor maatschappelijk welzijn. Op grond van artikel 52, 3e lid van het OCMW-decreet kon de raad voor maatschappelijk welzijn deze bevoegdheid delegeren aan het vast bureau. Het vastleggen van het begrip dagelijks personeelsbeheer werd tot nu niet gedelegeerd aan het vast bureau.
Het begrip dagelijks personeelsbeheer werd door de raad voor maatschappelijk welzijn op 24 maart 2016 (jaarnummer 329) vastgelegd.
Nieuwe regeling
Het vaststellen van het begrip dagelijks personeelsbeheer is geen exclusieve bevoegdheid van de raad voor maatschappelijk welzijn; het is niet opgenomen in artikel 78, 2e lid van het Decreet lokaal bestuur. Op grond van artikel 78, 1e lid van het Decreet lokaal bestuur kan de raad voor maatschappelijk welzijn de bevoegdheid om dit begrip vast te leggen delegeren aan het vast bureau.
Omdat het vaststellen van het begrip dagelijks personeelsbeheer van belang is om de bevoegdheid van de algemeen directeur over personeelsbeheer vast te kunnen leggen en om aanpassingen sneller te kunnen uitvoeren is het aangewezen dat de raad voor maatschappelijk welzijn deze bevoegdheid overdraagt aan het vast bureau.
Het door de raad voor maatschappelijk welzijn vastgestelde begrip dagelijks personeelsbeheer blijft van kracht tot het vast bureau daarover een nieuwe beslissing neemt.
2.3. Dadingen van personeelsleden over het einde van het dienstverband
Oude regeling
Het aangaan van dadingen is een exclusieve bevoegdheid van de raad voor maatschappelijk welzijn. Daarop is 1 uitzondering van toepassing.
Artikel 52, 3e lid van het OCMW-decreet bepaalde dat het aangaan van dadingen met personeelsleden naar aanleiding van het beëindigen van het dienstverband door de raad voor maatschappelijk welzijn kon worden overgedragen aan het vast bureau. Deze bevoegdheid werd niet overgedragen aan het vast bureau.
Nieuwe regeling
Het aangaan van dadingen met personeelsleden naar aanleiding van een beëindiging van het dienstverband, die de gevolgen van de beëindiging van het dienstverband als voorwerp hebben is op grond van artikel 78, 2e lid, 15° van het Decreet lokaal bestuur geen uitdrukkelijk aan de raad voor maatschappelijk welzijn toegewezen bevoegdheid. Het artikel 78, 2e lid, 15° van het Decreet lokaal bestuur laat de raad voor maatschappelijk welzijn toe om deze bevoegdheid te delegeren aan het vast bureau. Het vast bureau mag deze bevoegdheid niet overdragen aan de algemeen directeur op grond van artikel 85, 2e lid Decreet lokaal bestuur.
Het afsluiten van dergelijke dadingen is gekoppeld aan het behandelen van individuele personeelsdossiers, waarvoor de bevoegdheid grotendeels ligt bij de algemeen directeur. Geschillen over het einde van een dienstverband zijn overwegend gebonden door hogere regelgeving.
Om de besluitvorming sneller te laten verlopen is het aangewezen dat de raad voor maatschappelijk welzijn het afsluiten van dadingen met personeelsleden over het einde van het dienstverband overdraagt aan het vast bureau.
Deze delegatie is niet van toepassing op het sluiten van dadingen over het beëindigen van de loopbaan met de ombudsman.
3. Organisatie - het organogram
Oude regeling
Het vastleggen van het organogram van het OCMW was op basis van artikel 52 van het OCMW-decreet geen exclusieve bevoegdheid van de raad voor maatschappelijk welzijn. Artikel 52, 3e lid van het OCMW-decreet bepaalde dat het vastleggen van het organogram door de raad voor maatschappelijk welzijn kon worden overgedragen aan het vast bureau. Deze bevoegdheid werd tot nu niet gedelegeerd aan het vast bureau.
Nieuwe regeling
De bevoegdheid om het organogram vast te stellen is geen exclusieve bevoegdheid van de raad voor maatschappelijk welzijn.
Op grond van artikel 78, 1e lid van het Decreet lokaal bestuur kan de raad voor maatschappelijk welzijn deze bevoegdheid overdragen aan het vast bureau.
Het organogram van de groep stad Antwerpen bepaalt conform artikel 161 van het Decreet lokaal bestuur 'de organisatiestructuur van de diensten van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, de gezagsverhoudingen en de functies waaraan het lidmaatschap van het managementteam is verbonden.'
Het organogram van het OCMW bepaalt de interne werking en verdeling van diensten bij de bedrijfseenheden. Rekening houdend met de noden van de organisatie en de dienstverlening komen interne verschuivingen binnen de bedrijfseenheden en tussen de bedrijfseenheden vaker voor. Om dat sneller en soepeler te kunnen veranderen is het aangewezen om het vaststellen van het organogram te delegeren.
De vaststelling van het organogram wordt door de raad voor maatschappelijk welzijn overgedragen aan het vast bureau. Het vast bureau kan het vaststellen van het organogram niet delegeren aan de algemeen directeur.
Deze delegatie heeft geen invloed op de bevoegdheid van de raad voor maatschappelijk welzijn om OCMW-verenigingen op te richten en er samenwerkings- of beheersovereenkomsten mee af te sluiten.
4. Projectoproepen
4.1. Intekenen op projectoproepen van hogere overheden
Oude regeling
Deze bevoegdheid was niet uitdrukkelijk opgenomen in het OCMW-decreet. Omwille van de volheid van bevoegdheid werd de raad voor maatschappelijk welzijn geacht bevoegd te zijn, met mogelijke delegatie aan het vast bureau.
Concreet werd hiervoor geen delegatie goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn.
Nieuwe regeling
Hogere overheden voorzien vaak en in allerlei domeinen in een systeem van open oproepen waarop andere of lagere besturen kunnen intekenen.
De raad voor maatschappelijk welzijn wenst de bevoegdheid om in te tekenen op open oproepen van andere en hogere overheden te delegeren aan het vast bureau, voor zover dit gebeurt binnen de aan het OCMW door of krachtens de wet of het decreet toegewezen bevoegdheden.
Voor de uitvoering van projecten van hogere overheden waarop het OCMW intekent wordt soms een overeenkomst gesloten. Zeker voor Europese subsidieprojecten is dat het geval. De raad voor maatschappelijk welzijn wenst dan ook de bevoegdheid om overeenkomsten in het kader van deze projecten te sluiten aan het vast bureau over te dragen, onder voorbehoud en voor zover ze geen elementen bevatten die tot de exclusieve bevoegdheid van de raad voor maatschappelijk welzijn behoren op grond van artikel 78, 2e lid van het Decreet lokaal bestuur.
4.2. Organiseren van projectoproepen door het OCMW- Antwerpen
Oude regeling
Deze bevoegdheid was niet uitdrukkelijk opgenomen in het OCMW-decreet. Omwille van de volheid van bevoegdheid werd de raad voor maatschappelijk welzijn geacht bevoegd te zijn, met mogelijke delegatie aan het vast bureau.
Concreet werd hiervoor geen delegatie goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn aan het vast bureau.
Nieuwe regeling
Voorgesteld wordt om in overeenstemming met de delegatie door de gemeenteraad aan het college, het voeren van de procedure via projectoproepen toe te wijzen aan het vast bureau, wat het volgende inhoudt:
Dit doet geen afbreuk aan de bevoegdheid van de raad voor maatschappelijk welzijn tot het vaststellen van subsidiereglementen en het toekennen van nominatieve subsidies.
Deze delegatie is van toepassing op alle beleidsdomeinen.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt bij monde van de fractievoorzitters volgend besluit goed.
Stemden ja: N-VA, sp.a en Open VLD.
Stemden nee: Groen en PVDA.
Hebben zich onthouden: Vlaams Belang en CD&V.
De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om de volgende bevoegdheden rond leningen voor een periode langer dan 1 jaar over te dragen aan het vast bureau:
De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om de bevoegdheid om vaste beleggingen van kapitaal voor een periode langer dan 1 jaar uit te voeren, over te dragen aan het vast bureau.
De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om de bevoegdheid om de rechtspositieregeling en reglementen omtrent personeelsaangelegenheden in uitvoering van de rechtspositieregeling vast te stellen, over te dragen aan het vast bureau.
De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om de bevoegdheid om het begrip dagelijks personeelsbeheer vast te leggen, over te dragen aan het vast bureau. De huidige beslissing van 24 maart 2016 (jaarnummer 329) blijft van kracht tot het vast bureau een nieuwe beslissing neemt.
De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om de bevoegdheid over het afsluiten van een dading met personeelsleden naar aanleiding van het beëindigen van het dienstverband en waarin de gevolgen van het einde van het dienstverband worden vastgelegd, over te dragen aan het vast bureau. Deze delegatie is niet van toepassing op het sluiten van dadingen over het beëindigen van de loopbaan met de ombudsman.
De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om de bevoegdheid over het vaststellen van het organogram over te dragen aan het vast bureau. Het vast bureau mag het vaststellen van het organogram niet overdragen aan de algemeen directeur.
De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om de beslissingsbevoegdheid om in te tekenen namens het OCMW-Antwerpen op projectoproepen georganiseerd door een hogere overheid en om daarover overeenkomsten te sluiten met diezelfde overheid, over te dragen aan het vast bureau.
De raad voor maatschappelijk welzijn delegeert aan het vast bureau de beslissingsbevoegdheid om voor toelagen die worden toegekend aan een externe partner via een vorm van marktraadpleging:
Het vast bureau kan deze bevoegdheid niet verder delegeren
De raad voor maatschappelijk welzijn beslist dat het vast bureau bij het uitoefenen van de beslissingsbevoegdheid vastgelegd in artikel 9 van dit besluit de volgende voorwaarden moet naleven:
4. publiceren van de oproep om de markt te informeren;
5. door belangstellenden ingediende voorstellen moeten beantwoorden aan de voorwaarden van de oproep;
6. toekenning van de betoelaging kan alleen aan de kandidaat die de in de oproep beschreven procedure volledig doorloopt en die op basis van de in de oproep vermelde criteria de beste beoordeling krijgt;
7. indien nodig wordt tussen het OCMW en de gekozen kandidaat een betoelagingsovereenkomst afgesloten of afsprakennota vastgelegd door het vast bureau, waarin gedetailleerde aanwendingsvoorwaarden voor de uitvoering van het project en de besteding van de toelage worden vastgelegd