Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019101831 |
Gegevens van de aanvrager: |
NV PROLAND met als contactadres Van Putlei 18 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Kattenstraat 23 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 2sectie B nr. 1993A |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
het wijzigen van de dakvorm, de gevelopeningen en de gevelafwerking |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 24/01/1958: vergunning (18#37573) voor het afbreken van een krotwoning en het oprichten van een appartementsgebouw;
- 08/05/2018: proces-verbaal (11002_2018_6500_VPV) voor het vermeerderen van het aantal wooneenheden, uitgevoerd zonder voorafgaandelijke schriftelijke vergunning van het college van burgemeester en schepenen.
Vergunde/vergund geachte toestand
- meergezinsgebouw met 3 woonentiteiten;
- gesloten bebouwing van 3 bouwlagen onder een zadeldak met tussenvloer en vooraan een dakkapel;
- gevel afgewerkt in witte gevelsteen.
Bestaande toestand
- meergezinsgebouw;
- pseudozadeldak: aan de voorzijde ter hoogte van 4de bouwlaag overgaand in plat dak;
- dakkapellen aan voorzijde van puntdak;
- uitbouw op het gelijkvloers aan linkerzijde;
- uitpandige terrassen achteraan;
- gewijzigde voorgevel op de 1ste en 2de verdieping:
- deels wit geschilderde gevelsteen en witte gevelsteen;
- de voorgevel is niet afgewerkt.
Gewenste toestand
- meergezinsgebouw met 3 woonentiteiten;
- voorgevel verhoogd, conform bestaande toestand;
- kroonlijst vooraan op de 4de bouwlaag;
- verwijderde dakkapellen ter hoogte van de 4de verdieping;
- verwijderde uitpandige terrassen achteraan, conform de vergunde toestand;
- verwijderd gelijkvloerse volume achteraan, conform de vergunde toestand;
- ramen in voorgevel conform bestaande toestand;
- borstweringen aan de rechter ramen van de 1ste en 2de verdieping en aan de ramen van de 3de verdieping;
- witte gevelpleister met blauwgrijs buitenschrijnwerk.
Inhoud van de aanvraag
- verhogen van de voorgevel ter hoogte van de 4de bouwlaag;
- wijzigen van gevelopeningen in de voorgevel;
- wijzigen van de gevelafwerking;
- doorvoeren van interne constructieve werken.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
21 september 2019 |
22 oktober 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
20 september 2019 |
7 november 2019 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: algemene voorschriften, culturele, historische en/of esthetische waarde en artikel 1: zone voor wonen - (wo1).
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is niet in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan. Het wijkt af op volgend punt:
- Art.2.1.6. – gevelopbouw en gevelgeleding. De gevelopbouw en gevelgeleding is niet in harmonie met deze van de omgeving.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Er is geen aanleiding om het college te adviseren af te wijken van de geldende voorschriften.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Hoewel de verhoging van de kroonlijsthoogte vooraan een grote impact heeft op de atypische dakvorm kan deze ingreep toch gunstig beoordeeld worden. De kroonlijst sluit zich door de verhoging meer aan bij de kenmerkende kroonlijsthoogte in de straat. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan bijgevolg ingestemd worden met het volume zoals voorgesteld.
Cultuurhistorische aspecten
Het pand is gelegen in CHE-gebied. Dit betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten. Daarom wordt de wijziging van de bestaande toestand ervan onderworpen aan de wenselijkheid van behoud. Het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur. Bovendien schrijft artikel 5 van de bouwcode voor dat de beschrijvende nota van de aanvraag voldoende informatie moet bevatten over het cultuurhistorisch profiel van de aanwezige elementen zodat de stedelijke dienst monumentenzorg deze kan afwegen. Er werd bijkomend fotomateriaal bezorgd.
De stedelijke dienst Monumentenzorg bracht volgend advies uit:
“Voor het pand werd in 1957 een vergunning afgeleverd voor het slopen van de bestaande bebouwing en het bouwen van een nieuwbouw. Op basis van de plannen uit 1957, de huidige voorgevel en het aangeleverde fotomateriaal kan gesteld worden dat de kelders (tongewelven) behouden bleven en de nieuwbouw enkel bovengronds werd voorzien.
De erfgoedwaarde van het pand is gering. Aanpassingen zijn dan ook aanvaardbaar.
De afwerking van de gevel in een witte bepleistering vormt voor een betere inpassing in dit historisch straatbeeld. Vanuit erfgoed lijkt het een gemiste kans om ook de gevelgeleding aan te passen zodat deze zich beter in het straatbeeld inpast.”
Dit advies wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt gevolgd.
Visueel-vormelijke elementen
Aansluitend op het advies van monumentenzorg wordt gesteld dat de gevel niet in harmonie is met de omgeving. Hoewel de laatst vergunde gevel zich niet inpaste in het straatbeeld, was deze wel logisch opgebouwd met een plint, een lijf en een kroon.
De gewijzigde gevel past eveneens niet in het straatbeeld en mist daarenboven een logische geleding. De positionering en verhouding van de ramen ten opzichte van elkaar kunnen bezwaarlijk gunstig worden beoordeeld. Bovendien is er, hoewel dit volumetrisch aanvaardbaar zou zijn, geen aanleiding om de gevel op te trekken, aangezien de functie van de 3de verdieping louter zolderruimte is.
De aangevraagde wijzigingen leveren geen enkele verbetering op, maar eerder een degradatie van de beeldkwaliteit, waardoor geadviseerd wordt om de aanvraag te weigeren.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing gezien de aanvraag geen vermeerdering van het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande en vergunde of vergund geachte situatie inhoudt.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
28 augustus 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
20 september 2019 |
Start openbaar onderzoek |
30 september 2019 |
Einde openbaar onderzoek |
29 oktober 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
3 januari 2020 |
Verslag GOA |
11 december 2019 |
naam GOA |
Katrijn Apostel |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
30 september 2019 |
29 oktober 2019 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.