Terug
Gepubliceerd op 23/12/2019

2019_CBS_10545 - Omgevingsvergunning - OMV_2018112846. Sint-Bavostraat 66. District Wilrijk - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 20/12/2019 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_10545 - Omgevingsvergunning - OMV_2018112846. Sint-Bavostraat 66. District Wilrijk - Goedkeuring 2019_CBS_10545 - Omgevingsvergunning - OMV_2018112846. Sint-Bavostraat 66. District Wilrijk - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2018112846

Gegevens van de aanvrager:

zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

NV Etablissements L. Lacroix Fils met als adres Sint-Bavostraat 66 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Ligging van het project:

Sint-Bavostraat 66 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 42 sectie C nr. 157P2

Inrichtingsnummer:

20180918-0053 (Rizla+ (Ets. L. Lacroix Fils nv))

Vergunningsplichten:

Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Voorwerp van de aanvraag:

het veranderen van een bedrijf dat sigarettenpapier produceert

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Op 12 april 2013 verleende het college een vergunning voor een periode van 20 jaar (AN2012/721). Op 17 mei 2013 werd er een rechtzetting van de verleende vergunning doorgevoerd. De vergunning is geldig tot 24 augustus 2033.

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag betreft de regularisatie van de huidige vergunning voor een bedrijf dat sigarettenpapier produceert.

 

Aangevraagde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

6.4.1° (voorheen 17.3.6.2.a)

opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

-32.960,00 l

16.3.2°b) (voorheen 16.3.1.2)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

-82,67 kW

17.3.6.1°a)

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied;

0,21 ton

17.3.7.1 (oude rubriek)

opslagplaatsen voor vloeistoffen met een ontvlammingspunt hoger dan 100 °C, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 48, met een totaal inhoudsvermogen van 200 l tot en met 50.000 l;

te schrappen

17.3.7.1°a)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied;

0,21 ton

26.1.1°a)

inrichtingen voor het bereiden van lijmen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied;

+2,05 kW

31.1.1.a (oude rubriek)

vast opgestelde motoren met een totaal nominaal vermogen van 10 kW tot en met 300 kW, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied;

te schrappen

33.3.2°a)

inrichtingen voor het behandelen van papier en karton voor het vervaardigen van waren uit papier of karton, met een geïnstalleerde totale drijfkracht van: meer dan 200 kW tot en met 1 000 kW, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied;

+77,71 kW

43.1.1°a) (voorheen 43.1.2.a)

stookinstallaties van 300 kW tot en met 2.000 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied en gestookt wordt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas.

-879,00 kW

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen

22 november 2019

9 december 2019

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor ambachtelijke bedrijven of gebieden voor kleine en middelgrote ondernemingen. Deze gebieden zijn mede bestemd voor kleine opslagplaatsen van goederen, gebruikte voertuigen en schroot, met uitzondering van afvalproducten van schadelijke aard. (Artikel 8 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA Bloemenveld, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 7 april 2006. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: bufferzone, achteruitbouwzone, gemengde bedrijvenzone en zone voor openbare wegenis.

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) en bijzondere plannen van aanleg (BPA) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

De aanvraag is gesitueerd binnen een vergunde bedrijfssite en wordt begrensd door de Sint-Bavostraat, Hulststraat en Klaproosstraat.

 

De aanvraag is conform de afgeleverde stedenbouwkundige vergunningen of omgevingsvergunningen voor stedenbouwkundige handelingen.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA Bloemenveld, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 7 april 2006. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: gemengde bedrijvenzone.

 

Er kan een gunstig advies verleend worden op voorwaarde dat er voldaan wordt aan artikel 6.1.7. van het geldend BPA Bloemenveld:

  • artikel 6.1.7. vergunningen:

Uitbreidingen en/of aanpassingen van de milieuvergunningen kunnen niet worden toegestaan indien er geen overeenstemming is met de schikkingen en voorschriften van huidig BPA.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Ets. L. Lacroix Fils is een bedrijf dat sigarettenpapier produceert. Het betreft gommeren, wikkelen en verpakken van het sigarettenpapier. Het sigarettenpapier wordt geleverd op rollen. Op deze rollen worden een aantal smalle strookjes gomlaag aangebracht via de gommeermachines. Vervolgens worden deze papierrollen versneden in smallere papierrollen tot de breedte van een sigarettenblaadje. Daarna worden de papierstroken geplooid, in elkaar geschoven, op de juiste lengte gesneden en verpakt.

 

Zowel bij de productie als bij de opslag van de sigarettenblaadjes is een specifieke constante temperatuur en vochtigheidsgraad belangrijk voor de kwaliteit van zowel het papier als voor de aangebrachte gomlaag. De grondstoffen bestaan uit sigarettenpapier op rollen, gom en lijm.

 

Bedrijfsafvalwater ontstaat door het spui van de stoomketel en een heel beperkte hoeveelheid water afkomstig van de koeling. Voor het productieproces wordt geen gebruik gemaakt van water.

 

Voorliggende aanvraag betreft een regularisatie van de huidige vergunning. Gezien de beperkte impact op de omgeving, kan de vereenvoudigde procedure gevolgd worden.

 

De veranderingen worden hieronder kort beschreven:

 

Rubriek 6.4.1: opslag van 2.040 liter brandbare vloeistoffen met een vlampunt >60°C. Deze producten werden voorheen vergund onder rubriek 17.3.6.2.a en rubriek 17.3.7.1, meer bepaald opslag van 35.000 liter P3-producten en 1.240 liter P4-producten is vergund. Er wordt dus een vermindering aangevraagd van de hoeveelheid opgeslagen P3- en P4-producten. De overige hoeveelheid, ingedeeld in deze rubriek, bestaat uit machineoliën en afvaloliën in kleine verpakkingen of vaten van 200 liter en is ongewijzigd ten opzichte van de vergunde situatie.

 

Rubriek 16.3.1: vermindering met 82,67 kW tot een totaal vermogen van 613,99 kW. Door wijziging in de indelingslijst verandert de rubrieknummer van 16.3.1 naar 16.3.2.b.

 

Rubriek 17.3.6.1.a en 17.3.7.1.a: opslag van 208 kg schadelijke vloeistoffen (ontvetter). Het betreft hier geen wijziging van de vergunde situatie, maar een nieuwe indelingsrubriek naar aanleiding van de CLP-vertaalslag.

 

Rubriek 19.6.1.a: opslag van 60 m³ wordt aangevraagd. De opslag van hout was reeds vergund. Door wijziging van de indelingslijst wordt de totale hoeveelheid opslag van hout nu aangevraagd in de eenheid ‘m³’ in plaats van ‘ton’.

 

Rubriek 26.1.1.a: uitbreiding met 2,05 kW tot een totaal vermogen van  48,60 kW.

 

Rubriek 31.1.1.a: niet langer ingedeeld.

 

Rubriek 33.3.2.a: uitbreiding van de productielijn papier met 77,71 kW tot een totaal vermogen van 614,52 kW.

 

Rubriek 33.4.1.c: opslag van 460 ton papierdeeg, papier, karton en waren uit papierdeeg in een lokaal. Er is geen wijziging in de hoeveelheid opslag, het betreft louter een aanpassing van de rubrieknummer.

 

Rubriek 43.1.2.a: De stookinstallaties op mazout werden vervangen door stookinstallaties op aardgas. Er wordt een vermindering met 879 kW aangevraagd tot een totaal vermogen van 1.253 kW. Aangezien het totaal nominaal thermisch ingangsvermogen nu lager dan 2.000 kW is, is er een wijziging in rubrieknummer van 43.1.2.a naar 43.1.1.a.

 

In de aanvraag wordt gesteld dat de vergunning wordt aangevraagd voor een onbepaalde termijn. Dit kan echter pas aangevraagd worden tussen de achtenveertig en zesendertig maanden voor het verstrijken van de vergunningstermijn van de milieuvergunning. Op die moment deelt de vergunninghouder of exploitant bij middel van een aparte procedure opgenomen in het omgevingsloket, zijn verzoek mee aan de vergunningverlenende overheid.

 

Advies aan het college

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen.

 

Geadviseerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

6.4.1°

opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

-32.960,00 l

16.3.2°b)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

-82,67 kW

17.3.6.1°a)

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied;

0,21 ton

17.3.7.1°a)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied;

0,21 ton

26.1.1°a)

inrichtingen voor het bereiden van lijmen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied;

+2,05 kW

33.3.2°a)

inrichtingen voor het behandelen van papier en karton voor het vervaardigen van waren uit papier of karton, met een geïnstalleerde totale drijfkracht van: meer dan 200 kW tot en met 1 000 kW, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied;

+77,71 kW

43.1.1°a)

stookinstallaties van 300 kW tot en met 2.000 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied en gestookt wordt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas.

-879,00 kW

 

Gecoördineerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³ per jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

6.450,00 m³/jaar

3.4.1°b)

het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater met één of meer gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II;

1,50 m³/uur

6.4.1°

opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

2.040,00 l

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

1x 400,00 kVA en 3x 500,00 kVA

12.3.2°

accumulatoren (gebruik van): vaste inrichtingen voor het laden van accumulatoren door middel van toestellen met een geïnstalleerd totaal vermogen van meer dan 10 kW;

21,66 kW

15.1.1°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

13 voertuigen

16.3.2°b)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

613,99 kW

17.3.6.1°a)

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied;

0,21 ton

17.3.7.1°a)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied;

0,21 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

2.000,00 l

19.6.1°a)

opslagplaatsen van hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten), gelegen in industriegebied, met een capaciteit van meer dan 40 m³ tot en met 400 m³ in een lokaal;

60,00 m³ in een lokaal

23.3.1°a)

opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 41 en 48, met een capaciteit van meer dan 10 ton tot en met 200 ton in een lokaal, wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied;

14,00 ton in een lokaal

24.4.

laboratoria waar geen afvalwater eigen aan de laboratoriumtechnieken gegenereerd wordt;

1 labo

26.1.1°a)

inrichtingen voor het bereiden van lijmen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied;

48,60 kW

26.2.

opslagplaatsen voor lijmen en niet voor consumptie bestemde gelatine, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 48, van meer dan 10 ton;

20,00 ton

29.5.2.1°a)

smederijen en inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer volledig gelegen in een industriegebied;

60,40 kW

29.5.7.2°a)1)

ontvetten van metalen of voorwerpen van metaal door middel van gehalogeneerde oplosmiddelen of oplosmiddelen met een vlampunt tot en met 55° C met een totaal inhoudsvermogen van de baden en de spoelbaden of van de opvangrecipiënten voor de opvang van de gebruikte chemicaliën als niet gebruikgemaakt wordt van behandelingsbaden en spoelbaden, van 10 liter tot en met 1.000 liter, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied;

50,00 l

33.3.2°a)

inrichtingen voor het behandelen van papier en karton voor het vervaardigen van waren uit papier of karton, met een geïnstalleerde totale drijfkracht van: meer dan 200 kW tot en met 1 000 kW, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied;

614,52 kW

33.4.1°c)

opslag van papierdeeg, papier, karton en van waren uit papier en karton, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, met een capaciteit van meer dan 200 ton in een lokaal, als de inrichting volledig in een industriegebied ligt;

460,00 ton in een lokaal

39.1.2°

stoomgeneratoren, andere dan lagedruk stoomgeneratoren, met een individuele inhoud van meer dan 500 liter tot en met 5.000 liter;

975,00 l

43.1.1°a)

stookinstallaties van 300 kW tot en met 2.000 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied en gestookt wordt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas.

1.253,00 kW

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

28 oktober 2019

Volledig- en ontvankelijk

22 november 2019

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

21 januari 2020

Verslag GOA

13 december 2019

naam GOA

Bieke Geypens

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Bijzondere voorwaarden

  1. voor de lozing van het bedrijfsafvalwater met gevaarlijke stoffen in de openbare riolering dienen de algemene lozingsvoorwaarden en volgende bijzondere voorwaarden gerespecteerd te worden:
    - chroom: 0,3 mg/liter;
    - koper: 0,1 mg/liter;
    - nikkel: 0,1 mg/liter.
Brandweervoorwaarden
de voorwaarden opgelegd in de milieuvergunning klasse 2 met referentie AN2012/721.

Artikel 3

De vergunning omvat thans volgende rubrieken:

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³ per jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

6.450,00 m³/jaar

3.4.1°b)

het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater met één of meer gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II;

1,50 m³/uur

6.4.1°

opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

2.040,00 l

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

1x 400,00 kVA en 3x 500,00 kVA

12.3.2°

accumulatoren (gebruik van): vaste inrichtingen voor het laden van accumulatoren door middel van toestellen met een geïnstalleerd totaal vermogen van meer dan 10 kW;

21,66 kW

15.1.1°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

13 voertuigen

16.3.2°b)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

613,99 kW

17.3.6.1°a)

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied;

0,21 ton

17.3.7.1°a)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied;

0,21 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

2.000,00 l

19.6.1°a)

opslagplaatsen van hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten), gelegen in industriegebied, met een capaciteit van meer dan 40 m³ tot en met 400 m³ in een lokaal;

60,00 m³ in een lokaal

23.3.1°a)

opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 41 en 48, met een capaciteit van meer dan 10 ton tot en met 200 ton in een lokaal, wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied;

14,00 ton in een lokaal

24.4.

laboratoria waar geen afvalwater eigen aan de laboratoriumtechnieken gegenereerd wordt;

1 labo

26.1.1°a)

inrichtingen voor het bereiden van lijmen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied;

48,60 kW

26.2.

opslagplaatsen voor lijmen en niet voor consumptie bestemde gelatine, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 48, van meer dan 10 ton;

20,00 ton

29.5.2.1°a)

smederijen en inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer volledig gelegen in een industriegebied;

60,40 kW

29.5.7.2°a)1)

ontvetten van metalen of voorwerpen van metaal door middel van gehalogeneerde oplosmiddelen of oplosmiddelen met een vlampunt tot en met 55° C met een totaal inhoudsvermogen van de baden en de spoelbaden of van de opvangrecipiënten voor de opvang van de gebruikte chemicaliën als niet gebruikgemaakt wordt van behandelingsbaden en spoelbaden, van 10 liter tot en met 1.000 liter, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied;

50,00 l

33.3.2°a)

inrichtingen voor het behandelen van papier en karton voor het vervaardigen van waren uit papier of karton, met een geïnstalleerde totale drijfkracht van: meer dan 200 kW tot en met 1 000 kW, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied;

614,52 kW

33.4.1°c)

opslag van papierdeeg, papier, karton en van waren uit papier en karton, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, met een capaciteit van meer dan 200 ton in een lokaal, als de inrichting volledig in een industriegebied ligt;

460,00 ton in een lokaal

39.1.2°

stoomgeneratoren, andere dan lagedruk stoomgeneratoren, met een individuele inhoud van meer dan 500 liter tot en met 5.000 liter;

975,00 l

43.1.1°a)

stookinstallaties van 300 kW tot en met 2.000 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied en gestookt wordt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas.

1.253,00 kW

  

Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning eindigt op 24 augustus 2033, de einddatum van de lopende vergunning.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.