Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019077308 |
Gegevens van de aanvrager: |
Katholiek Onderwijs Deurne(Antwerpen) met als contactadres Palinckstraat 57 te 2100 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Tirinusstraat 26 te 2100 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 30sectie A nrs. 527K26, 527V38, 527P30, 527K41, 527L41, 527H41 en 527N19 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen van een basisschool
|
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 19/11/2010: vergunning (20105188) voor het bouwen van een polyvalente ruimte met lessenaarsdak in de oude kloostertuin bij een schoolgebouw;
- 11/6/1998: vergunning (629#2634) voor aanbouw sanitair en omvorming polyvalente ruimte tot turnzaal en refter;
- 2/12/1993: vergunning (629#1678) voor een overdekte fietsenstalling.
Vergunde/vergund geachte toestand
- basisschool met 20 klassen, bestaande uit 2 gebouwen aan de straatkant en 1 gebouw in binnengebied.
Huidige toestand
- schoolgebouwen met 20 klassen, bestaande uit 2 gebouwen aan de straatkant en 1 gebouw in binnengebied.
Gewenste toestand
- schoolgebouwen met in totaal 26 klassen
- de site zal 3 gebouwen bevatten: 1 nieuw volume met 3 bouwlagen aan de Paulus Beyestraat (na afbraak van het voormalige kloostergebouw), 1 nieuw volume met 3 bouwlagen aan de Tirinusstraat (na afbraak van de voormalige noodkerk en een tijdelijk schoolgebouw) en 1 te behouden gebouw in het binnengebied;
- de open ruimte (speelplaats) blijft behouden;
- de gevel wordt opgetrokken met licht gekleurde beige baksteen. Het schrijnwerk wordt voorzien in brons/beige.
Inhoud van de aanvraag
- slopen van de gebouwen in de Paulus Beyestraat en de Tirinusstraat;
- verbouwen van basisschool Sint-Rumoldus;
- de toegang tot het grote scoutslokaal blijft behouden en daarnaast worden 5 parkeerplaatsen ingericht.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
17 juli 2019 |
14 augustus 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
FOD Binnenlandse Zaken - ASTRID veiligheidscommissie |
17 juli 2019 |
6 augustus 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie |
17 juli 2019 |
2 augustus 2019 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie |
6 september 2019 |
23 september 2019 |
stadsontwikkeling/ team stadsbouwmeester - welstandscommissie |
17 juli 2019 |
17 juli 2019 |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ milieuvergunningen) |
17 juli 2019 |
23 juli 2019 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat het slopen van gebouw P en T en het opnieuw opbouwen van deze gebouwen met een uitbreiding in de hoogte. Het terrein heeft zowel toegang via de Tirinusstraat en de Paulus Beyestraat. In gebouw P wordt een ondergrondse fietsenstalling voorzien. Het scoutslokaal in het noorden van het terrein blijft behouden en de toegang wordt gegarandeerd. De functie van het gehele schoolgebouw wijzigt niet waardoor de aanvraag vanuit stedenbouwkundig oogpunt functioneel inpasbaar blijft.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen het beoordelingskader voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een bijkomende werkelijke parkeerbehoefte van 5 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van 6 klassen. Voor basisonderwijs wordt de norm gebruikt van 0,75 ppl/ leslokaal. Dat komt voor 6 klassen neer op 5 parkeerplaatsen (6 x 0,75 = 4,5 = 5).
|
De plannen voorzien in 5nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
Ten noorden van gebouw T worden 5 parkeerplaatsen voorzien die bereikbaar zijn vanuit de Tirinusstraat. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is het niet wenselijk om parkeerplaatsen in open lucht te voorzien, tenzij het ruimtelijk niet anders kan. Gebouw T is te smal om een toegankelijke ondergrondse parking te voorzien. Gebouw P heeft reeds een ondergrondse fietsenstalling voorzien. Daardoor heeft het terrein geen mogelijkheid om de parkeerplaatsen ondergronds te voorzien. Het voorzien van 5 parkeerplaatsen bovengronds is toelaatbaar mits er kan worden vastgelegd dat er sprake kan zijn van onbeschikbaarheid door bv. erfpacht. Een notariële akte betreffende de Vestiging van Erfpacht werd toegevoegd aan het dossier.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 5.
Dit aantal is toereikend.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
|
Fietsvoorziening:
In de kelder van het gebouw P aan de Paulus Beyestraat wordt een fietsenberging voor 186 fietsen voorzien. Bij een voorgaande bespreking werd opgemerkt dat de fietsenberging oncomfortabel was omwille van treden op het kopse stuk van de trap. Daardoor was het bijzonder moeilijk om met een fiets aan de hand een scherpe bocht te maken in een fietsgoot. In de voorliggende aanvraag werden de treden verwijderd in het kopse stuk, waardoor het kopse stuk vlak is en de hoek daardoor vlot te nemen is met een fiets in de hand.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
De bouwhoogte in de Paulus Beyestraat sluit stedenbouwkundig aan op de linker woning, die bestaat uit twee bouwlagen. Het overgrote deel van de voorgevel in de Paulus Beyestraat bestaat echter uit drie bouwlagen met een hoogte van 11,80 m. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt zijn drie bouwlagen in deze straat wel aanvaardbaar, aangezien het hoekgebouw met de Tirinusstraat uit drie bouwlagen bestaat en aan de overzijde nrs. 152, 156 en 158 ook drie bouwlagen omvatten met ongeveer dezelfde bouwhoogte.
Het nieuwe bouwvolume van gebouw T in de Tirinusstraat heeft ook drie bouwlagen en wordt tegen de rechter woning (nr. 32) geplaatst. In de omgeving van dit bouwvolume zijn wel meerdere bouwvolumes voorzien van een dergelijke hoogte. Nrs. 3, 17, 56 en 39 hebben drie bouwlagen, waardoor drie bouwlagen niet storend zijn in het gevelbeeld van de Tirinusstraat. Bovendien worden de drie bouwlagen niet over de volledige bouwdiepte van het bouwvolume doorgetrokken, waardoor het bouwvolume visueel wordt onderbroken, en sluit de bouwhoogte naadloos aan op het bestaande schoolgebouw (gebouw B).
De bouwdiepte van gebouw P blijft vergelijkbaar met het bestaande huidige en te slopen gebouw. De bouwdiepte van gebouw T wordt ingeperkt tegenover de achterste perceelsgrens, met een afstand van minimaal 3,85m tegenover de perceelsgrens. Het verminderen van de bouwdiepte heeft ruimtelijk een positief effect, waardoor de speelplaats vergroot en de beleving van de private tuinen achteraan verbetert.
Visueel-vormelijke elementen
Op datum van 30/11/2018 werd het project voorgelegd aan de leden van de welstandscommissie. Die brachten een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het Mariabeeld in de Paulus Beyestraat kon niet voor de raamopening geplaatst worden en diende in een verdiepte nis te worden geplaatst op een console. Daarnaast diende de aanvrager de geveluitwerking van de Paulus Beyestraat te onderzoeken inzake het voorzien van rollagen. De aanvrager heeft smalle rollagen voorzien boven de ramen en het Mariabeeld werd volgens afspraken toegevoegd. Er kan geconcludeerd worden dat de voorliggende aanvraag voldoet aan de voorwaarden opgelegd door de welstandscommissie en vormelijk aanvaardbaar is.
Cultuurhistorische aspecten
Het projectgebied bevindt zich buiten een archeologisch vastgestelde zone. Het projectgebied is gelegen buiten woon- en recreatiegebied met projectgebied boven 3.000 m² (gelijk aan 4.581 m²) en een ingreep in de bodem boven 1.000 m² (ca. 1.745 m²). Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor een archeologienota verplicht.
De archeologienota werd ingediend door Fodio en door het agentschap Onroerend Erfgoed bekrachtigd op 08/05/2017. Het bijhorende programma van maatregelen beval een vervolgonderzoek in de vorm van een prospectie met ingreep in de bodem. Deze proefsleuven dienen verplicht uitgevoerd te worden (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/archeologienotas/12253).
Bodemreliëf
De grond wordt weggegraven ter hoogte van gebouw P om in een ondergrondse fietsenstalling te voorzien. Verder wijzigt het bodemreliëf niet in die mate dat het als schadelijk wordt bevonden.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De nieuwe gebouwen worden niet voorzien van een groendak, waardoor de aanvraag strijdig is met artikel 38 van de bouwcode. In het dossier werd een motiveringsnota toegevoegd voor het nuttig hergebruik van het hemelwater. Rekening houdend met de bezettingsgraad van het schoolgebouw zal het regenwater volgens de motiveringsnota gebruikt worden voor de spoeling van in totaal 27 toiletten. Volgens de motiveringsnota is een hemelwaterput van 10.000 liter onvoldoende. Er wordt dan ook een afwijking gevraagd om hemelwaterputten te voorzien met een totale capaciteit van 65.000 liter. Dit werd aangetoond met een berekening in de motiveringsnota. Omwille van de argumenten aangehaald in de motiveringsnota kan een afwijking worden bekomen op artikel 38 van de bouwcode, aangaande het aanleggen van een groendak, en de verordening hemelwater, aangaande de maximale inhoud van een hemelwaterput. Het hergebruik van regenwater is in voorliggend project een belangrijke troef voor het schoolgebouw dat een hoge bezettingsgraad kent.
De aanvraag voorziet niet in een afvalberging om afval (tijdelijk) te stockeren. Als voorwaarde wordt opgelegd om een afvalberging te voorzien die afgescheiden is en voorzien wordt van verluchting met een minimale oppervlakte van 4 m², conform artikel 26 van de bouwcode. Deze afvalberging dient geplaatst te worden in de kelderruimte van gebouw P in de Paulus Beyestraat.
Aan de straatzijdes en op het perceel zijn er een aantal hoogstammige bomen aanwezig in de huidige toestand. Aangezien de voorliggende aanvraag het slopen van bestaande gebouwen en het bouwen van nieuwe gebouwen omvat en de bomen in of rond de werfzone staan, wordt er in voorwaarde opgelegd om alle mogelijke voorzorgen te nemen om de bestaande bomen op het terrein te beschermen, in goede gezondheid te houden en om schade te voorkomen. Op de werf dient bijgevolg een ruimte tot 2 meter van de stam vrij te blijven van bouwwerfverkeer, stapeling of storting van bouwmaterialen, bouwafval, … Deze ruimte moet omheind of omkast worden.
Een opstaande dakrand van minimaal 0,30 m is niet overal voorzien bij de nieuwe gebouwen. Deze opstand is echter niet vereist indien aan de volgende voorwaarden voldaan is: de dakbekleding valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of komt voor op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).
Advies werd gevraagd aan de dienst ASTRID veiligheidscommissie. Het advies ASTRID veiligheidscommissie luidt als volgt:
“Dit dossier werd reeds behandeld onder ref. 2019050044. De beslissing blijft behouden: Gezien het aantal leerlingen het criterium van 150 personen ruim overschrijdt, heeft de commissie besloten dat er indoordekking dient aanwezig te zijn in beide gebouwen.”
Het voorzien in een indoordekking word opgenomen als voorwaarde in deze vergunning.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de nieuwe daken die niet voldoen aan een opstand van minimaal 0,30 m en conform artikel 34 zijn, dienen te voldoen aan de volgende voorwaarde: de dakbekleding valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of komt voor op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);
3. de bestaande bomen op het terrein en in de aanliggende straten zijn te beschermen, in goede gezondheid te houden en schade aan deze bomen te voorkomen door een ruimte tot 2 m van de stam te behouden die vrij blijft van bouwwerfverkeer, stapeling of storting van bouwmaterialen, bouwafval,… conform artikel 18 van de bouwcode;
4. een afvalberging van 4m² voorzien in de kelder van gebouw P aan de Paulus Beyestraat, conform artikel 26 van de bouwcode;
5. de exploitant dient na te gaan of de exploitatie geen ingedeelde inrichtingen of activiteiten betreft (stookinstallaties, warmtepompen, lozen huishoudelijk afvalwater) en hiervoor als nodig een melding of vergunning te vragen (dienst milieuvergunningen);
6. gezien het aantal leerlingen het criterium van 150 personen ruim overschrijdt, heeft ASTRID veiligheidscommissie besloten dat er indoordekking dient aanwezig te zijn in beide gebouwen;
7. het advies van de dienst stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie is strikt na te leven:
- de bouwheer voert, zoals voorgeschreven in het programma van maatregelen, een archeologisch vervolgonderzoek in de vorm van proefsleuven verplicht uit (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/archeologienotas/12253);
- de bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@stad.antwerpen.be);
- de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
17 juni 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
17 juli 2019 |
Start 1e openbaar onderzoek |
25 juli 2019 |
Einde 1e openbaar onderzoek |
23 augustus 2019 |
Beslissing toepassing administratieve lus |
5 september 2019 |
Start 2e openbaar onderzoek |
13 september 2019 |
Einde 2e openbaar onderzoek |
12 oktober 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
28 december 2019 |
Verslag GOA |
9 december 2019 |
naam GOA |
Katrine Leemans |
Administratieve lus
Op de aanvraag wordt een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):
Affiches bij vorige openbaar onderzoek te laat uitgehangen. Nieuw openbaar onderzoek nodig.
De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn, werden opnieuw uitgevoerd, om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).
De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
25 juli 2019 |
23 augustus 2019 |
2 |
0 |
1 |
0 |
13 september 2019 |
12 oktober 2019 |
1 |
0 |
0 |
1 |
Bespreking van de bezwaren
Bezwaren uit vorige openbare onderzoeken over de aanvraag, die nog relevant zijn, worden hier ook besproken.
Er werden 5 bezwaarschriften ingediend, waarvan 1 petitielijst met 14 ondertekenaars en 2 gelijkaardige bezwaarschriften.
De bezwaarschriften laten zich als volgt samenvatten:
1. Geluidsoverlast: de bezwaarindiener vraagt een verhoogd akoestisch comfort tussen beide gebouwen in de Paulus Beyestraat (tussen de turnzaal en het aanliggende gebouw):
Beoordeling:
Het bezwaar omtrent geluidsoverlast betreft niet aantoonbare, subjectieve elementen die niet van stedenbouwkundige aard zijn en die bijgevolg niet mee in afweging kunnen genomen worden bij de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggend project.
Het bezwaar is ongegrond.
2. Boom: het is de bezwaarindiener niet duidelijk of de bestaande boom op de speelplaats gekapt zal worden. De boom heeft een grote natuurwaarde en werkt geluiddempend. Indien de boom gekapt zou worden dan dient er gekeken te worden naar alternatieven:
Beoordeling:
De aanvrager heeft op geen enkele manier een melding gemaakt voor het kappen van een boom. Afgaande op de plannen worden de bestaande bomen behouden en worden deze niet geraakt door de nieuw te bouwen bouwvolumes. De bestaande bomen worden dus behouden. Om zeker te zijn van het behoud werd in voorwaarde opgenomen om de bomen te beschermen, in goede gezondheid te houden en schade aan deze bomen te voorkomen, conform artikel 18 van de bouwcode.
Het bezwaar is ongegrond.
3. Bouwhoogte gebouw P: het nieuwe gebouw P heeft een bouwhoogte van 11,80 m, wat volgens de bezwaarindiener 6 m hoger is dan de huidige toestand. Een dergelijke bouwhoogte zou volgens de bezwaarindiener de zon beletten om in de omgeving te schijnen:
Beoordeling:
Het klopt dat het nieuwe gebouw P een bouwhoogte heeft van 11,80 m. Het klopt echter niet dat dit 6 m hoger is dan de huidig toestand. Het gaat in voorliggende aanvraag om een verhoging van 5 m. De voorziene bouwhoogte van drie bouwlagen is niet uitzonderlijk in de Paulus Beyestraat. De huisnummers 149, 152 en 156 in de onmiddellijke omgeving van het gebouw zijn ook voorzien van drie bouwlagen, waardoor de aanvraag niet vreemd is in de omgeving. Bovendien sluit de linkerzijde van de voorgevel wel naadloos aan de linkerwoning. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt de bouwhoogte aanvaard. Deze bouwhoogte heeft vanwege de oriëntatie op geen enkele manier een invloed op de bezonning op het private perceel van de nabijgelegen buur, zowel niet in de tuin als in de verblijfruimten van de woning.
Het bezwaar is ongegrond.
4. Bouwhoogte gebouw T: volgens de bezwaarindiener is de aanvraag strijdig met artikel 10 van de bouwcode. Een bouwhoogte van 12,35m is te imposant en te hoog voor het zicht en de bezonning in de private tuinen:
Beoordeling:
De achtergevel waar het bezwaar over handelt heeft een hoogte van 12,35 meter en staat op minstens 3,85 m van de achterste perceelsgrens. In de bestaande toestand bedraagt de bouwhoogte 7,15 m en staat deze bouwhoogte nagenoeg op de perceelsgrens. Het bestaande uitzicht vanuit de private tuinen wordt dus niet weggenomen en wordt juist verbeterd door de bouwdiepte terug te trekken. Ook de bezonning tegenover de private tuinen wordt niet verder weggenomen. Het gaat hier om een westelijke bezonning die door toepassing van een teruggetrokken bouwdiepte niet wordt verminderd. De afstand tegenover de eerste private achtergevel wordt net groter en bedraagt meer dan 22,35 m, waardoor ook de leefruimtes van de private woningen niet worden aangetast. Vanuit ruimtelijk oogpunt betreft de voorliggende aanvraag net een verbetering tegenover de bestaande toestand inzake zicht en bezonning.
Het bezwaar is ongegrond.
5. Blinde gevel: de blinde eenkleurige achtergevel (van het gebouw T) zou volgend de bezwaarindiener verfraaid moeten worden door een creatie van een kunstzinnige tekening in harmonie met de natuur of een beplanting om het zicht op de achtergevel af te schermen en te beperken:
Beoordeling:
Afgaande op de luchtfoto’s en bijgeleverde foto’s kan worden vastgesteld dat er voldoende groen aanwezig is op zowel het terrein als de private tuinen. Dit bestaand groen breekt de blinde achtergevel, die bovendien op minstens 3,85 m afstand van de achterste perceelsgrens staat. In de bestaande toestand staat de blinde gevel nagenoeg op de perceelsgrens. Daar bijkomend werd de blinde gevel afgewerkt met een volwaardig gevelmetselwerk, zoals de overige gevels. Dit gevelmetselwerk werd in een lichtgekleurde beige tint voorzien dat omwille van de stedelijke opwarming, de beeldkwaliteit en de historische waarde als gunstig wordt geadviseerd. Het verfraaien of vergroenen van de achtergevel van gebouw T is bijgevolg niet noodzakelijk en de blinde gevel wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt niet als hinderlijk beschouwd.
Het bezwaar is ongegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de nieuwe daken die niet voldoen aan een opstand van minimaal 0,30 m en conform artikel 34 zijn, dienen te voldoen aan de volgende voorwaarde: de dakbekleding valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of komt voor op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);
3. de bestaande bomen op het terrein en in de aanliggende straten zijn te beschermen, in goede gezondheid te houden en schade aan deze bomen te voorkomen door een ruimte tot 2 m van de stam te behouden die vrij blijft van bouwwerfverkeer, stapeling of storting van bouwmaterialen, bouwafval,… conform artikel 18 van de bouwcode;
4. een afvalberging van 4m² voorzien in de kelder van gebouw P aan de Paulus Beyestraat, conform artikel 26 van de bouwcode;
5. de exploitant dient na te gaan of de exploitatie geen ingedeelde inrichtingen of activiteiten betreft (stookinstallaties, warmtepompen, lozen huishoudelijk afvalwater) en hiervoor als nodig een melding of vergunning te vragen (dienst milieuvergunningen);
6. gezien het aantal leerlingen het criterium van 150 personen ruim overschrijdt, heeft ASTRID veiligheidscommissie besloten dat er indoordekking dient aanwezig te zijn in beide gebouwen;
7. het advies van de dienst stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie is strikt na te leven:
- de bouwheer voert, zoals voorgeschreven in het programma van maatregelen, een archeologisch vervolgonderzoek in de vorm van proefsleuven verplicht uit (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/archeologienotas/12253);
- de bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@stad.antwerpen.be);
- de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.