Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019127588 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Barry Germijns met als adres Paul Vekemanslaan 70 te 2660 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Jozef Cardijnstraat 24 te 2660 Hoboken (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 38sectie B nr. 564N10 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 05/05/1994: vergunning (1006#18685) afbraak hokken en oprichten magazijn.
Vergunde/vergund geachte toestand
- eengezinswoning bestaande uit 2 bouwlagen opgetrokken in baksteen onder een hellend dak met rode dakpannen.
Huidige toestand
- eengezinswoning bestaande uit 2 bouwlagen opgetrokken in baksteen onder een hellend dak met rode dakpannen.
Gewenste toestand
- eengezinswoning bestaande uit 2 bouwlagen onder een hellend dak met een gelijkvloerse aanbouw van 20 m²;
- geïsoleerde voor- en zijgevel afgewerkt met witte crepi;
- geïsoleerde achtergevel met zwarte leien;
- geïsoleerd hellend dak met zwarte dakpannen.
Inhoud van de aanvraag
- verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning;
- voorzien van interne verbouwingswerken.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag beoogt louter de verbouwing en uitbreiding van een bestaande en vergunde eengezinswoning en gelet op de ligging in een voldoende ontwikkeld woongebied is er sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De woning heeft een atypische vorm en inplanting. In tegenstelling tot de andere woningen in de straat werd deze woning niet op de rooilijn ingeplant waardoor er een kleine voortuin is ontstaan. Daarentegen is de woning wel ingeplant op dezelfde bouwlijn als de garageboxen die rondom de publieke parking staan opgesteld. Om deze reden moet deze gevel ook als een voorgevel worden beschouwd.
De nieuwe uitbouw is een aanvaardbare uitbreiding van de bestaande woning waardoor een compacte gezinswoning ontstaat die voldoet aan het modern wooncomfort. Het is echter te betreuren dat de aanbouw niet in de andere richting werd geplaatst, met de rug tegen de gemetste scheidingsmuur, waarbij de volledige zuidwestelijke hoek van het perceel wordt ingevuld en een rechthoekige tuin ontstaat. De raamopening in de nieuwe uitbouw geeft nu uit op een tuinzone met een breedte van 3 meter terwijl er amper relatie wordt gelegd met het brede deel van de tuin.
Visueel-vormelijke elementen
De atypische vorm zou aanleiding kunnen geven tot een ontwerp waar wordt ingespeeld op deze vorm. Het ontwerp is echter puur functioneel opgebouwd. Een ludieke opening in één van de gesloten gevels zou het atypisch karakter van de woning benadrukken en de relatie tussen de publieke ruimte en de woning versterken.
De kracht van de woning zit in de atypische vorm en inplanting maar ook in de blinde gevels opgetrokken uit baksteen. Na het isoleren van de woning worden twee verschillende afwerkingsmaterialen gekozen, leien en crepi, waardoor de visuele uitstraling van de woning aan kracht verliest. Door een onderscheid te maken tussen de materialisatie van de gevel gericht op de parking en de andere gevels, wordt de gevel gericht op de parking als wachtgevel geconcipieerd terwijl de parking een onderdeel vormt van de publieke ruimte. Indien de aanvrager openingen wenst te maken in deze gevel, om de relatie tussen de publieke ruimte en de woning te versterken, dan kunnen, mits een nieuwe omgevingsvergunningsaanvraag, openingen hier overwogen worden. Bij deze omgevingsvergunningsaanvraag wordt alvast opgelegd dat de afwering van de gevels na isolatie met één gevelmateriaal dient te gebeuren aangezien de gevel gericht op de parking niet als wachtgevel wordt beschouwd.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De geplande werken optimaliseren het wooncomfort van de woning. Door de inplanting van de nieuwe uitbouw in de andere richting te draaien zouden er in zuidgevel van de oorspronkelijke woning meer raamopeningen kunnen gemaakt worden in de gevel waardoor er meer licht de woning kan binnenvallen en de relatie tussen de woning en het brede deel van de tuin groter wordt.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. alle gevels met hetzelfde gevelmateriaal af te werken;
2. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
10 oktober 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
28 oktober 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
27 december 2019 |
Verslag GOA |
15 december 2019 |
naam GOA |
Christel Bogaerts |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
1 |
0 |
0 |
0 |
Bespreking van de bezwaren
1. Nutsvoorzieningen: Over het perceel lopen nutsvoorzieningen tot in het aanpalende en achterliggende magazijn. Volgens de bezwaarindiener is hiervan melding gemaakt in de akte.
Beoordeling: de nutsvoorzieningen die over het perceel lopen tot in het aanpalende en achterliggende magazijn moeten beschouwd worden als een erfdienstbaarheid, wat een burgerrechtelijk aspect betreft. De vergunningverlenende overheid kan geen rekening houden met burgerrechtelijke aspecten bij het beoordelen van een omgevingsvergunningsaanvraag. Anderzijds doet een omgevingsvergunning deze rechten niet teniet. Indien zou blijken dat een vergunning strijdig is met een contractuele verbintenis, dan is de vergunning niet uitvoerbaar. Het bezwaar is niet van stedenbouwkundige aard en is ongegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. alle gevels met hetzelfde gevelmateriaal af te werken;
2. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.