Terug
Gepubliceerd op 23/04/2019

2019_CBS_03371 - Omgevingsvergunning - OMV_2018139572. Droogdokkenweg zn. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 19/04/2019 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Tom Meeuws, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Johan Hegge, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_03371 - Omgevingsvergunning - OMV_2018139572. Droogdokkenweg zn. District Antwerpen - Goedkeuring 2019_CBS_03371 - Omgevingsvergunning - OMV_2018139572. Droogdokkenweg zn. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2018139572

Gegevens van de aanvrager:

Onroerend Erfgoed met als contactadres Lange Kievitstraat 111-113 bus 53 te 2018 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

Onroerend Erfgoed met als contactadres Lange Kievitstraat 111-113 bus 53 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Droogdokkenweg zn te 2030 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 7 sectie G nr. 1467/11 A

Inrichtingsnummer:

20181116-0015 (De Kogge)

Vergunningsplichten:

Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Voorwerp van de aanvraag:

de conservatiebehandeling van de kogge Doel 1

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Op 31 juli 2014 werd door de deputatie van de provincie Antwerpen aan het Agentschap Onroerend Erfgoed een milieuvergunning (MLAV1/2014-0101) verleend voor de  exploitatie van een inrichting voor de conservering van archeologisch hout. Deze vergunning was geldig tot 31 juli 2034 maar werd nooit geëxploiteerd aangezien de concessie van de Suezloods (waar het project zou doorgaan) stopgezet werd.

 

Aangevraagde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

16.3.1.1°

inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen) - koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

15,64 kW

19.4.2°

andere inrichtingen voor het chemisch behandelen van hout en soortgelijke producten dan de inrichtingen, vermeld in rubriek 19.8, andere installaties voor houtverduurzaming. 

21 containers

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

22 januari 2019

15 februari 2019

Voorwaardelijk gunstig

Departement Omgeving - milieu

22 januari 2019

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag 

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen

21 januari 2019

11 februari 2019

 

Toetsing voorschriften

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Droogdokkeneiland, goedgekeurd op 28 november 2013. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: zone voor gemengde functies-art. 1-groen & centrumfuncties.

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Het agentschap Onroerend Erfgoed (OE) is belast met het onderzoek en de conservatie van de koggen van Doel. Deze twee middeleeuwse schepen werden aangetroffen bij graafwerkzaamheden aan het Deurganckdok in 2000 en 2001. De twee schepen werden omwille van hun archeologische waarde opgegraven, ontmanteld, voorzichtig verpakt en bewaard in speciaal daartoe ontworpen containers gevuld met water in afwachting van verder onderzoek. Het onderzoek werd opgestart in 2010 en liep over een periode van drie jaar. Het Waterbouwkundig Laboratorium in Antwerpen is tijdens deze periode de thuishaven geweest van Doel 1 en Doel 2. Na deze onderzoeksfase van beide schepen werd beslist dat Doel 1, het meest complete schip, geconserveerd zou worden met het oog op reconstructie en museale ontsluiting. Doel 2 wordt voorlopig bewaard in drie containers gevuld met water maar er zijn op dit ogenblik geen concrete plannen wat betreft de conservatie van dit schip.

De conservatiebehandeling die voorzien is voor Doel 1 bestaat uit twee grote luiken en zal plaatsvinden in een loods aan de Droogdokkenweg in de Antwerpse stadshaven. Het eerste luik is de ontijzeringsbehandeling. Onderzoek toonde aan dat een hoeveelheid anorganisch materiaal in het hout vervat zit. Het betreft voornamelijk ijzer (Fe), zwavel (S) en calcium (Ca). Door de reactie van voornamelijk ijzerionen met vocht uit de atmosfeer worden allerlei neveneffecten en reacties in gang gezet. Zo zal de opeenstapeling van anorganisch materiaal zich manifesteren rond het houtoppervlak wat mechanische schade aan het hout met zich mee kan brengen. Ook zal de oxidatie van ijzer resulteren in de aanmaak van organische zuren. Mierenzuur, oxaalzuur en hydroxyethaanzuur zijn in staat hout af te breken. Daarnaast hebben ijzerdeeltjes ook de neiging om als katalysator te fungeren in allerlei chemische reacties waarbij niet enkel het hout maar ook het impregnatieproduct polyethyleenglycol wordt afgebroken.

In deze fase wordt dan ook getracht de ijzerionen zo goed mogelijk te verwijderen. Hierbij wordt het hout in een mengsel van di-ethyleen triamine penta-azijnzuur (DTPA), zoutzuur (HCl) en gedemineraliseerd water gelegd. Via het principe van chelatie worden de ijzerionen langzaam uit het hout verwijderd. Wanneer de oplossing verzadigd is, wordt deze ververst zodat opnieuw ijzerionen kunnen worden gecomplexeerd met DTPA. Deze behandeling loopt over een periode van één jaar. Er wordt geschat dat het water in dit jaar vijf maal ververst zal worden. De producten die voor dit eerste luik van de behandeling nodig zijn, worden geraamd op 7.350 liter DTPA, 630 liter HCl en 735.000 liter gedemineraliseerd water.

Het tweede luik in de behandeling is het impregnatieproces. Tijdens de periode in de bodem is het hout van De Kogge danig aangetast door bacteriën en andere micro-organismen. Bestanddelen van het hout, zoals bijvoorbeeld cellulose, worden door deze organismen opgenomen. Door het verlies van dit celmateriaal is het hout verzwakt waardoor vervormingen en breuken zullen optreden wanneer het hout gedroogd wordt. Om dit te voorkomen wordt het hout geïmpregneerd met het petroleumderivaat polyethyleenglycol (PEG 2000). De behandeling start met een lage concentratie PEG 2000 (10%) opgelost in gedemineraliseerd water. Gradueel wordt deze concentratie verhoogd met telkens 10%. Wanneer het mengsel in de containers een concentratie van 50% bereikt heeft, is de vloeistof verzadigd en zal er geen extra PEG 2000 meer toegevoegd worden. Het duurt ongeveer vijf jaren om tot dit punt te komen. De totale hoeveelheid PEG 2000 die tijdens de impregnatiefase zal gebruikt worden, komt neer op 73.500 kg. Het water-PEG mengsel wordt in de container rond gestuurd door middel van een circulatiesysteem dat aangedreven wordt door pompen. Om te voorkomen dat het water verdampt, wordt elke container afgedekt met een epdm-folie en een dik zeil. Er werden zeven conserveringsunits gebouwd die een geconditioneerde ruimte creëren waarin telkens drie impregnatiecontainers geplaatst worden. De units houden niet enkel de temperatuur op peil, ook het lawaai van de pompen en van de airconditioningsinstallatie wordt hierdoor gedempt.

Er worden twee rubrieken aangevraagd:

  • Rubriek 16.3.1.1 voor de airconditioningsinstallaties met een gezamenlijk vermogen van 15,64 kW (klasse 3)
  • Rubriek 19.4.2 voor installaties voor houtverduurzaming (klasse 2)

De mogelijke milieurisico’s van deze inrichting hebben voornamelijk betrekking op bodemverontreiniging en afvalwater. Zowel DTPA als HCl zijn gevaarlijke producten. Deze producten worden echter op afroep geleverd en onmiddellijk verwerkt in het conservatieproces. Het oppervlak van de loods is volgens het aanvraagdossier te klein voor de opslag van chemische producten.

Tijdens de behandeling van het hout van De Kogge wordt er enkel gewerkt met gedemineraliseerd water. Dit water wordt geleverd met een tankvrachtwagen. Het DTPA houdend afvalwater van fase I wordt na afloop niet geloosd. Ook het fysisch-chemisch behandelen van dit afvalwater blijkt zowel economisch als technisch niet haalbaar te zijn. Dit afvalwater zal daarom worden opgehaald door een extern afvalverwerkingsbedrijf dat aan de hand van een openbare aanbesteding geselecteerd wordt. Tijdens de tweede fase gebeurt er geen aan- of afvoer van water. Op het einde van de impregnatiefase met PEG 2000 zou het misschien mogelijk kunnen zijn om het product PEG 2000 te scheiden van water. Deze mogelijkheid zal echter nog onderzocht worden. Indien dit niet mogelijk blijkt, dient ook dit water opgehaald en verwerkt te worden door een erkend afvalverwerkend bedrijf.

Het interieur van de 21 containers is voorzien van een dubbele beschermlaag. De eerste bescherming is een coating die ijzercorrosie voorkomt. De tweede laag is een naadloze epdm folie op maat van elke container. Epdm is chemisch inert voor de chemische stoffen die gebruikt worden tijdens het proces. Tussen deze twee beschermlagen is een buffer van isolatiemateriaal aangebracht die 5 cm dik is.

In de loods werd een betonvloer gegoten met opstaande rand. Deze fungeert als opvangbassin en is waterdicht wat voorkomt dat bij eventueel verlies door spatwater of lekkage, het mengsel in de bodem zou sijpelen. Absorptiemiddel zal ook aanwezig zijn om spatwater gemakkelijk op te ruimen. Daarnaast is er ook een alarmsysteem ontwikkeld met sensoren op de vloer. Zodra een vloeistof contact maakt met twee sensoren wordt een alarmsignaal verzonden naar een alarmcentrale. Deze centrale verwittigt de verantwoordelijken. Deze kunnen via camera bekijken wat er precies aan de hand is. Er zijn lege calamiteitencontainers aanwezig voor het geval de inhoud van een lekkende container zou moeten overgepompt worden.

Op een plan aanwezig in het dossier is een zandstraalinstallatie, een zandstraalcabine en een timmerwerkplaats ingetekend. Navraag bij de exploitant leert dat de zandstraalinstallatie met cabine en timmerwerkplaats in gebruik waren door de vorige eigenaar van de loods (Havenbedrijf AWN). Gedurende een korte periode was er overlapping in het gebruik van de loods waarbij AWN ter plaatse nog actief was en de verhuis van De Kogge in voorbereiding. De plannen van de betonvloer dateren uit deze periode. Ondertussen is de zandstraalinstallatie met cabine en timmerwerkplaats volledig afgebroken. Deze worden alleszins uitgesloten van de vergunning.

Na conservatiebehandeling (ontijzering en impregnatie) die dus een zestal jaren zal duren, volgt de reconstructiefase. In deze fase wordt met het geconserveerde hout opnieuw een schip gereconstrueerd. Deze reconstructie zal zeker niet plaats vinden in de conservatieloods. Er is echter op dit ogenblik nog onduidelijkheid waar en wanneer de reconstructie van De Kogge dan wel zal gebeuren. Vanwege de huidige onduidelijkheid hierover werd met onderhavig dossier een vergunning aangevraagd voor onbepaalde duur.

Aangezien de omgevingsvergunningsaanvraag geen betrekking heeft op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III bij het besluit van de Vlaamse Regering d.d. 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening, werd geoordeeld dat het project niet MER-plichtig is. Een project-m.e.r.-screeningsnota is evenmin vereist.

 

De vergunningsaanvraag heeft geen betrekking  op ingedeelde inrichtingen of activiteiten in of aan een beschermde archeologische site, een beschermd monument, een beschermd cultuurhistorisch landschap of een beschermd stads- of dorpsgezicht in de zin van het decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed.

Uit de toepassing van de beoordelingsschema’s van de watertoets blijkt dat de gevraagde activiteiten niet van dien aard zijn dat ze een invloed hebben op het watersysteem. Een bijkomend wateradvies is niet vereist en de vergunningsaanvraag voldoet aan de doelstellingen opgenomen in artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

Advies aan het college

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de wetgeving betreffende de omgevingsvergunning. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen.

 

Geadviseerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

16.3.1.1°

inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen) - koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

15,64 kW

19.4.2°

andere inrichtingen voor het chemisch behandelen van hout en soortgelijke producten dan de inrichtingen, vermeld in rubriek 19.8, andere installaties voor houtverduurzaming. 

21 containers

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

3 januari 2019

Volledig- en ontvankelijk

21 januari 2019

Start openbaar onderzoek

30 januari 2019

Einde openbaar onderzoek

28 februari 2019

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

6 mei 2019

Verslag GOA

8 april 2019

naam GOA

Bieke Geypens

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

30 januari 2019

28 februari 2019

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.


Brandweervoorwaarden 

de brandweervoorwaarden uit het verslag met referentie BW/SVE/2019/H.00280.A3.0003.

Artikel 3

De vergunning omvat thans volgende rubrieken:

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

16.3.1.1°

inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen) - koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

15,64 kW

19.4.2°

andere inrichtingen voor het chemisch behandelen van hout en soortgelijke producten dan de inrichtingen, vermeld in rubriek 19.8, andere installaties voor houtverduurzaming. 

21 containers

 

Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning ingaat op 19 april 2019 voor onbepaalde duur.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.