Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2018157598 |
Gegevens van de aanvrager: |
BVBA BOBRIK met als adres Everhoek 1 bus A te 2520 Ranst |
Ligging van het project: |
Godefriduskaai 54 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 2sectie B nrs. 275F en 276K |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen en uitbreiden van een meergezinswoning met magazijn naar een meergezinswoning met vier wooneenheden en een handelsruimte |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- geen relevante voorgeschiedenis.
Laatst vergunde toestand
- geen laatst vergunde toestand.
Bestaande toestand
- pand in gesloten bebouwing met vier bouwlagen onder plat dak;
- handelsgelijkvloers met op bovenliggende verdiepingen 2 vergund geachte woningen;
- de gevel is afgewerkt in simili bepleistering. Op het gelijkvloers is het schrijnwerk uitgevoerd in wit geschilderd hout en op de verdiepingen in grijs aluminium;
- kroonlijsthoogte van respectievelijk 15,60 m;
- de bouwdiepte op het gelijkvloers en 1ste verdieping bedraagt 20,23 m langs de linkerzijde en 20,68 langs de rechterzijde. Op de bovenliggende verdiepen beperkt deze zich tot ongeveer 7 m.
Inhoud van de aanvraag
- het pand wordt volledig verbouwd en uitgebreid;
- het magazijn achteraan wordt gesloopt, er zal een nieuw dak voorzien worden met een bouwhoogte van 3,89 meter;
- op het hoofdgebouw wordt een extra bouwlaag toegevoegd, de nieuwe bouwhoogte bedraagt 17,66 meter;
- op de benedenverdieping wordt een handelsruimte voorzien over het volledige perceel;
- de bouwdiepte bedraagt 20,68 meter;
- in de handelsruimte is een trap met toegang tot de kelder;
- de kelder wordt ingericht als handelsruimte en een fietsenstalling voor de appartementen;
- op de eerste verdieping wordt een appartement ingericht met twee slaapkamers en een oppervlakte van 96,00m²;
- op de tweede en derde verdieping wordt telkens een appartement voorzien met een slaapkamer en een oppervlakte van 76,00m²;
- op de vierde verdieping wordt een appartement voorzien van 69,00m² met een slaapkamer;
- alle wooneenheden beschikken over een eigen buitenruimte;
- op verdieping 2 en 3 worden er uitpandige terrassen van 4m2 aan de voorgevel voorzien;
- de voorgevel wordt wit geschilderd, het buitenschrijnwerk wordt voorzien in zwart aluminium.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
AQUAFIN NV |
17 januari 2019 |
15 februari 2019 |
Ongunstig |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
17 januari 2019 |
20 februari 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator |
17 januari 2019 |
30 januari 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam |
17 januari 2019 |
18 januari 2019 |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
17 januari 2019 |
6 februari 2019 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
17 januari 2019 |
7 februari 2019 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
17 januari 2019 |
19 februari 2019 |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen/ geacht vergund |
17 januari 2019 |
21 januari 2019 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Eilandje, goedgekeurd op 1 september 2011. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: overdruk cultureel, historisch en/of esthetische waarde van de bestaande bebouwing, zone voor overdruk reca en detailhandel en zone voor wonen-art. 1-bestaand weefsel.
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgende punten:
- 1.2.2 Harmonieregel
uitpandige terrassen aan de voorgevel zijn niet kenmerkend;
- artikel 1.2.3 Bouwdiepte:
de bouwdiepte voor de gebouwen bedraagt maximaal 24,00 meter op het gelijkvloers en 14,00 meter op de verdiepingen. De plannen voorzien een bouwdiepte van 17,52 meter op de eerste verdieping;
- artikel 1.2.4 Open ruimte:
Ieder gebouw moet voorzien zijn van ten minste één niet-overbouwde open ruimte op het straatniveau waarvan de oppervlakte minimaal 15% van de oppervlakte van het perceel/de percelen bedraagt;
- artikel 8 Overdruk reca en detailhandel:
handel is toegelaten op het gelijkvloers en de eerste verdieping. De plannen voorzien een handelsruimte op het gelijkvloers en de kelderverdieping.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
uitpandige terrassen aan de voorgevel zijn niet kenmerkend;
functies anders dan wonen, dienen een afgescheiden ruimte voor afvalberging te hebben die voorzien wordt van verluchting en minimaal 4 vierkante meter groot is;
het is onduidelijk of er een opstand van 0,30 m wordt voorzien;
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Er is geen aanleiding om het college te adviseren (beargumenteerd) af te wijken van de geldende voorschriften.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag is niet in overeenstemming met de geldende bestemmingsvoorschriften. Zo is het niet toegestaan om de kelderruimte te gebruiken als handelsruimte, zoals aangegeven in de beschrijvende nota. Er kunnen geen afwijkingen worden toegestaan op bestemmingsvoorschriften, de aanvraag dient hierom ongunstig te worden beoordeeld.
De aanvraag om de op het gelijkvloers gelegen woning om te vormen naar een commerciële ruimten (handel) wordt door de dienst OS/BI gunstig beoordeeld worden. Het pand is gelegen in/nabij de afgebakende strategische horecakern Eilandje. Clustering van commerciële functies in de afgebakende kernen wordt gunstig beoordeeld.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en/of functiewijziging. Het pand met 2 wooneenheden wordt verbouwd tot een meergezinswoning met 4 wooneenheden en een handelsgelijkvloers. Er is een uitbreiding met 2 bijkomende wooneenheden.
Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1 2 bijkomende wooneenheden ? 2 x 1 = 2
Voor het handelsgelijkvloers moeten geen bijkomende parkeerplaatsen voorzien worden.
De werkelijke parkeerbehoefte is 2.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden: Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens art. 12, §3, 1° (Levendige plint) is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten. ’ |
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 2 plaatsen. |
Fietsvoorzieningen:
Voor de bijkomende appartementen moeten voldoende fietsenstallingen voorzien worden.
1 bijkomend appartement met 2 slaapkamers ? 1 x 3 = 3
1 bijkomend appartement met 1 slaapkamer ? 1 x 2 = 2
Er moeten minimum 5 fietsenstallingen voorzien worden.
Er wordt een fietsenberging voor 9 fietsen ingericht in de kelder.
De trap naar de kelder moet voorzien worden van een fietsgoot en dient bij een eventuele vergunning in voorwaarde te worden opgelegd.
Laden en lossen:
Laden en lossen moet gebeuren op bestaande laad- en loszones in de omgeving en dient eveneens bij een eventuele vergunning in voorwaarde te worden opgelegd.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag voorziet in een verhoging van het bestaande volume, afwijkend aan de kenmerkende kroonlijsthoogte van de straatwand. Het voorgestelde is hiermee in strijd met het geldende RUP en de bouwcode. Hier kan geen afwijking op worden toegestaan , ook om deze reden dient de aanvraag ongunstig te worden beoordeeld.
In toepassing van artikel artikel 1.2.4 van het RUP dient er ten minste één niet-overbouwde open ruimte op het straatniveau te zijn van minimaal 15%. Het RUP voorziet in een afwijkingsmogelijkheid indien het perceel slechts een diepte zou hebben van 17 meter. Het betreffende perceel is dieper dan 20 meter en er is bovendien geen argumentatie aangeleverd waarom er een afwijking dient te worden toegestaan. Deze afwijking kan dus niet in overweging genomen worden bij de beoordeling. Er is bijgevolg geen aanleiding om het college te adviseren (beargumenteerd) af te wijken van dit voorschrift. De aanvraag dient om deze reden dan ook ongunstig te worden beoordeeld.
Aansluitend aan bovenstaande opmerking is voorliggende aanvraag ook strijdig met artikel 27 van de Bouwcode die een minimum van 20% open ruimte op het maaiveldniveau oplegt om de leefbaarheid binnen bouwblokken te vergroten. Ook hiervoor werd geen argumentatie aangeleverd waarom er een afwijking dient te worden toegestaan.
Strijdig met het RUP voorziet de aanvraag in een bouwdiepte van 17,52 meter op de eerste verdieping. Ook hier is geen argumentatie aangeleverd waarom er een afwijking dient te worden toegestaan. Deze kan bijgevolg niet in overweging genomen worden bij de beoordeling. De aanvraag dient om deze reden dan ook ongunstig te worden beoordeeld.
Visueel-vormelijke elementen
Strijdig met het RUP en de bouwcode is de voorgestelde gevel niet in harmonie met de onmiddellijke omgeving. De aanvraag voorziet aan de voorgevel op de tweede en derde verdieping een uitpandig terras. Dit is niet kenmerkend en kan bijgevolg vanuit het aspect van goede ruimtelijke ordening niet aanvaard worden.
Cultuurhistorische aspecten
De aanvraag handelt over een versoberd 19de-eeuws gecementeerd winkelwoonhuis van vier bouwlagen en 3 traveeën. De winkelpui refereert nog aan de oorspronkelijke neoklassieke stijl. Door de vele verbouwingen is de erfgoedwaarde zeer sterk uitgehold en heeft het pand vandaag een neutrale stadslandschappelijke waarde. Het past zich door de sobere gevelopbouw, ritmiek en volume/schaal onopvallend in het straatbeeld in. Het nieuwe ontwerp doet hier geen extra afbreuk aan maar dient op welstandscriteria en harmonie te worden geëvalueerd.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Strijdig met de bouwcode werd opgemerkt dat het terras op de bovenste verdieping kleiner is dan de vereiste minimale oppervlakte. Bij een eventuele vergunning kan worden opgelegd het buitenschrijnwerk een weinig achteruit te plaatsen.
Strijdig met de bouwcode voorziet de handelsruimte niet in een afgescheiden afvalberging. Hier kan geen afwijking op worden toegestaan. Bij een eventuele vergunning dient in voorwaarde te worden opgelegd deze te voorzien, conform de bepalingen van de bouwcode.
Het is onduidelijk of de opstand van de scheidsmuren een voldoende grote opstand hebben. Dit kan bij een eventuele vergunning in voorwaarde worden opgelegd.
Het nieuwe dak wordt, strijdig met de bouwcode, niet voorzien van een groendak. Dit dient bij een eventuele vergunning in voorwaarde te worden opgelegd.
Door Aquafin werd een ongunstig advies afgeleverd. Dit advies maakt gewag van een groot aantal tekortkomingen in de voorliggende aanvraag. Zo geven de plannen geen informatie over de aansluiting op het rioolsysteem en is er geen informatie over de aanwezigheid en de dimensionering van de septische put. Ook ingevolge het ongunstige advies van Aquafin dient de voorliggende aanvraag ongunstig te worden beoordeeld.
Bijkomend dient opgemerkt dat het niveauverschil van meer dan 18 cm, strijdig met de verordening toegankelijkheid, enkel wordt overbrugd door een trap. Ook hier is geen argumentatie aangeleverd waarom er een afwijking dient te worden toegestaan. Bijgevolg kan dit niet in overweging genomen worden bij de beoordeling. De aanvraag dient om deze reden dan ook ongunstig te worden beoordeeld.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, hoofdzakelijk omwille van volgende punten:
- Strijdigheid met bestemmingsvoorschriften;
- Ontbreken van open ruimte;
- Overschrijden toelaatbare bouwdiepte;
- Niet in harmonie met betrekking tot gevel en bouwhoogte;
- Strijdig met verordening toegankelijkheid.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
21 december 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
17 januari 2019 |
Start openbaar onderzoek |
24 januari 2019 |
Einde openbaar onderzoek |
22 februari 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
2 mei 2019 |
Verslag GOA |
8 april 2019 |
naam GOA |
Brenda Dierckx |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
24 januari 2019 |
22 februari 2019 |
1 |
0 |
0 |
0 |
Bespreking van de bezwaren
Misleidend:
Niet correcte omschrijving aanvraag: Het bezwaar tegen de misleidende omschrijving in de beschrijvende nota van de aanvraag. Hier wordt het voorwerp van de aanvraag voorgesteld als het verbouwen en uitbreiden van een meergezinswoning en een handelsruimte. Evenwel betreft het werkelijke voorwerp van de aanvraag het omvormen van een eengezinswoning naar een
meergezinswoning met vier wooneenheden en de functiewijziging van magazijn naar detailhandel. Het voorwerp van de aanvraag wordt in de beschrijvende niet correct weergegeven en is misleidend
Beoordeling: De aanvraag werd ter advies voorgelegd aan onze dienst Geacht vergund. Deze oordeelde op basis van oude woonkaarten dat er in het bestaande gebouw geacht wordt dat er effectief twee wooneenheden gevestigd zijn. Het bezwaar is ongegrond.
Mobiliteit
parkeerdruk:De bezwaarindiener stelt dat de aanvraag eveneens strijdig is met artikel 30 van de Bouwcode inzake parkeerplaatsen.
Volgens dit artikel dient elke aanvraag tot nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging,
volumeuitbreiding of wijziging van het aantal wooneenheden te voldoen aan eigen parkeerbehoefte (het principe van parkeren op eigen terrein).Dit zal een negatieve impact hebben op de omgeving en zal de reeds bestaande parkeerdruk verhogen. De straat is namelijk al zeer druk bezet en kampt heden reeds met parkeerproblemen. Dit project zal die parkeerdruk in de straat alleen maar doen toenemen, wat in geen geval kan worden aanvaard.
Beoordeling: De stedelijke dienst Mobiliteit geeft een gunstig advies voor deze aanvraag. Indien de aanvraag vergund wordt zal er een parkeerretributie toegepast worden voor de 2 ontbrekende plaatsen, waarmee op termijn buurtparking zal worden gerealiseerd. Het bezwaar is ongegrond.
Tegenstrijdigheden met geldende wetgeving
Artikel 27:De bezwaarindiener stelt dat de aanvraag in casu betrekking heeft op het omvormen van een magazijn naar een handelszaak en het uitbreiden van 1 woongelegenheid naar 4 woongelegenheden. Het omvormen van een magazijn naar detailhandel houdt een functiewijziging in zodat de voorliggende aanvraag dient te voldoen aan artikel 27 van de Bouwcode.
Beoordeling: Het is de taak van de omgevingsambtenaar om de aanvraag af te toetsen aan de geldende wetgeving. Het is echter wel correct dat er niet voldaan werd aan de bouwcode, er geen afwijking op kan worden toegestaan. Om deze reden werd geadviseerd de aanvraag te weigeren. Het bezwaar is gegrond.
Harmonie: het bezwaar dat het gebouw, strijdig met het RUP, niet in harmonie is met de omgeving.Het project voorziet op twee verdiepingen in uitpandige terrassen aan de straatkant.
In de onmiddellijke omgeving van het betrokken perceel zijn geen gebouwen aanwezig met uitpandige terrassen. Bovendien voorziet de aanvraag in een bijkomende bouwlaag (vijf bouwlagen), terwijl in de straat voornamelijk gebouwen met drie of vier bouwlagen aanwezig zijn. De aanvraag is aldus niet verenigbaar met de straatbeeld en de onmiddellijke omgeving.
Beoordeling: Het is de taak van de omgevingsambtenaar om de aanvraag af te toetsen aan de geldende wetgeving. Het is correct dat noch de kroonlijsthoogte, noch de aanwezigheid van terrassen kenmerkend zijn. De aanvraag werd om deze reden dan ook geadviseerd te weigeren. Het bezwaar is gegrond.
Gebruiksgenot
Artikel 28:De bezwaarindiener stelt dat de aanvraaggeen afdoende gebruiksgenot voor de toekomstige inwoners van de betrokken appartementen voorziet. Zo is het inpandige terras op de vierde verdieping (wegens de beperkte diepte, zijnde 1 meter) niet bruikbaar. Bijgevolg beschikt het appartement op de vierde verdieping niet over een kwalitatieve buitenruimte. Aangezien deze buitenruimte niet bruikbaar is er eveneens sprake van een schending van artikel 28 van de Bouwcode inzake minimale oppervlaktes van buitenruimtes.
Beoordeling: Het is de taak van de omgevingsambtenaar om de aanvraag af te toetsen aan de geldende wetgeving. De bouwcode legt op dat er een voldoende groot terras aanwezig moet zijn om effectief als bruikbare kwalitatieve buitenruimte beschouwd te kunnen worden. De term “bruikbare” is niet verder omschreven en impliceert niet per definitie dat er een tafel en vier stoelen moet kunnen staan. De stedenbouwkundig ambtenaar is van mening dat het voorziene terras, gelegen aan en als uitbreinding van de woonruimte voldoende kwaliteitsvol is. Het bezwaar is ongegrond.
Niet gebruiksvriendelijke fietsenberging: De bezwaarindiener stelt dat de aanvraag voorziet in een gezamenlijke fietsenberging en eveneens in individuele bergingen.
Deze fietsenberging en de individuele bergingen worden ondergronds (kelderverdieping) voorzien.
Evenwel betreft de toegang hiertoe een sterk hellend vlak met een hellingsgraad van 30%! Dit betreft aldus een zeer steile toegang hetgeen de toegankelijkheid van de individuele bergingen en
fietsenbergingen uitermate bemoeilijkt. Fietsen op deze helling, naar boven duwen of tegenhouden bij het naar beneden gaan, is niet eenvoudig en allerminst gebruiksvriendelijk! Deze doorgang is bovendien uitermate smal, hetgeen het gebruik voor fietsen nog meer bemoeilijkt.
Beoordeling: De stedelijke dienst Mobiliteit geeft een voorwaardelijk gunstig advies voor deze aanvraag. Indien de aanvraag vergund wordt zal in voorwaarde worden opgelegd een trap met fietsgoot te voorzien. Het bezwaar is gegrond.
Veiligheid
Niet-reglementaire brandtrap:De bezwaarindiener stelt dat de brandtrap in de aanvraag slechts loopt tot de eerste
verdieping. Vanaf de eerste verdieping is er aldus geen brandtrap voorzien. Uiteraard brengt dit de veiligheid van de toekomstige inwoners van het gebouw in het gedrang
Beoordeling: De brandweer geeft een voorwaardelijk gunstig advies. Het bezwaar is ongegrond.
Onstabiliteit scheidingsmuren:De bezwaarindiener stelt dat het aangevraagde project voorziet in het verlagen van de bestaande dakhoogte van het achterbouw waarbij de bestaande bouwvallige scheidingsmuur blijft staan. Deze muren staan hierdoor over 3,3 meter vrij zonder dwarsstabiliteit. Bij hevige winden zullen deze muren wellicht hun stabiliteit verliezen hetgeen opnieuw een onveilige situatie creëert.
Beoordeling: Het bezwaar omtrent een onveiligheidsgevoel betreft niet aantoonbare, subjectieve elementen die niet van stedenbouwkundige aard zijn en die bijgevolg niet mee in afweging kunnen genomen worden bij de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggend project. Het bezwaar is ongegrond;
Het bezwaar tegen mogelijke schade door het omvallen van de vrijgekomen scheidsmuur betreft een uitvoeringstechnische aangelegenheid die eveneens losstaat van de stedenbouwkundige beoordeling van de aanvraag door de vergunningverlenende overheid. Uiteraard betekent het verkrijgen van een vergunning geen vrijgeleide voor de aanvrager/bouwheer zich te ontzien van burgerrechtelijke afspraken vóór en tijdens de uitvoer der werken.Het bezwaar is ook hierom ongegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.