Terug
Gepubliceerd op 23/04/2019

2019_CBS_03364 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2019000144. Hansadok-Westkaai. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 19/04/2019 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Tom Meeuws, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Johan Hegge, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_03364 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2019000144. Hansadok-Westkaai. District Antwerpen - Goedkeuring 2019_CBS_03364 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2019000144. Hansadok-Westkaai. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

1.      de aanvraag ingediend is door het betrokken college;

2.      de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Aanleiding en context

Er werd bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De gewestelijke omgevingsvergunningscommissie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2019000144

Gegevens van de aanvrager:

Havenbedrijf Antwerpen met als contactadres Zaha Hadidplein 1 te 2000 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

Havenbedrijf Antwerpen met als contactadres Zaha Hadidplein 1 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Hansadok-Westkaai, 2030 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 14 sectie A nrs. 305G2, 305K2, 305L2, 305V2 en 305Y2

Inrichtingsnummer:

20181121-0052 (Kaai 403B)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen. Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Voorwerp van de aanvraag:

het vernieuwen van een kaaimuur, dempen van een droogdok en aanpassen van een droogdok

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

-        Op 10 augustus 2017 verleende de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar stedenbouwkundige vergunning voor het slopen van constructies en verhardingen alsook het bouwen van gebouwen en uitvoeren van omgevingsaanleg in functie van een scheepswerf, gelegen Industrieweg 11, Antwerpen.

 

Werken aan de droge en natte dokken maakten geen deel uit van voornoemde vergunning.


Inhoud van de aanvraag

-          Renoveren van een bestaande kaaimuur;

-          Dempen van droogdok 1;

-          Aanpassing van droogdok 2.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorgeschiedenis

Het betreft een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit.

 

Inhoud van de aanvraag

Het voorwerp van de aanvraag betreft enerzijds een bemaling en lozing van bemalingswater in functie van werken aan de kaaimuur en anderzijds het dempen van een droogdok.

 

Aangevraagde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.6.3.3°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 50 m³/uur;

98 m³/uur

53.2.2°b)2°

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld;

410.918 m³/jaar

60.2°

geheel of gedeeltelijk opvullen van groeven, graverijen, uitgravingen en andere putten, met inbegrip van waterplassen en vijvers met een capaciteit van meer dan 10.000 m³.

23.000 m³

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden



1.

Bij te stellen voorwaarden:

Er wordt een afwijking voor de volgende artikelen van Vlarem II aangevraagd:

- artikel 4.2.3.1.3° voor de algemene lozingsnormen

- artikel 5.60.3 §3 in die zin dat de aanvoer van uitgegraven bodem ook voor 07.00 uur en na

  19.00 uur mag plaatsvinden wanneer de omstandigheden van het infrastructuurwerk dit
  zouden vereisen

- artikel 5.60.3 §4 in die zin dat de exploitant geen register van de aangevoerde gronden
  dient bij te houden 

Voorgestelde aanvullingen/alternatieven:

Er wordt gevraagd om de bestaande bijzondere voorwaarden aan te vullen met de volgende bepaling:

- Volgende lozingsparameters:

parameter

eenheid

gevraagde lozingsnorm

benzeen

µg/l

10

tolueen

µg/l

10

ethylbenzeen

µg/l

10

xylenen

µg/l

10

BTEX som

µg/l

10

tetrachlooretheen

µg/l

10

tetrachloormethaan

µg/l

2

dichloormethaan

µg/l

20

trichlooretheen

µg/l

10

cis-1,2 3 dichlooretheen

µg/l

10

trans-1,2-dichlooretheen

µg/l

10

vinylchloride

µg/l

5

1,1-dichloorethaan

µg/l

10

andere VOCl individueel

µg/l

10

som VOCl

µg/l

100

som mono- en dichloorbenzenen

µg/l

60

individuele chloorbenzenen

µg/l

6

tributyltin

µg/l

0,1

arseen (As)

µg/l

20

cadmium (Cd)

µg/l

5

koper (Cu)

µg/l

50

kwik (Hg)

µg/l

100

lood (Pb)

µg/l

1

nikkel (Ni)

µg/l

40

zink (Zn)

µg/l

500

minerale olie

µg/l

500

- artikel 5.60.3 §3 in die zin dat de aanvoer van uitgegraven bodem ook voor 07.00 uur en na
  19.00 uur mag plaatsvinden wanneer de omstandigheden van het infrastructuurwerk dit
  zouden vereisen;

- artikel 5.60.3 §4 in die zin dat de exploitant geen register van de aangevoerde gronden
  dient bij te houden.

 

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Waterlink

7 maart 2019

5 april 2019

Gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie

7 maart 2019

23 maart 2019

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

7 maart 2019

29 maart 2019

 

Toetsing voorschriften

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.


Het Hansadok waaraan het goed grenst is bestemd als Gebied voor waterweginfrastructuur.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Grotendeels gelden hier de bestemmingsvoorschriften Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor de dokken – Gebied voor waterweginfrastructuur.

Langs de noord- en westzijde van het goed bevinden zich overdrukken met als aanduiding Leidingstraat en Hoogspanningsleiding.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De hemelwaterverordening is van toepassing op de aanvraag. De aanvrager verzoekt gemotiveerd tot afwijking van de verplichting tot infiltratie van het hemelwater.

Omdat het grondwaterpeil reeds voldoende ondersteund wordt door de infiltratiecapaciteit van de dokken en infiltratie op het terrein wegens diverse gekende bodemverontreinigingen op het terrein verontreiniging van het grondwater met zich mee zal brengen, is infiltratie van het hemelwater zoals voorzien door de hemelwaterverordening niet aangewezen. De gevraagde afwijking kan gunstig worden geadviseerd.

 

Toegankelijkheid: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Andere regelgeving

Vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed

De site ‘Zes droogdokken aan Hansadok met pomphuis’ is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed (vastgesteld bij besluit van de administrateur-generaal van 5 oktober 2009; ID R10759).

 

Archeologienota: Overeenkomstig artikel 5.4.1 wordt bij bepaalde aanvragen van een stedenbouwkundige vergunning met ingreep in de bodem een bekrachtigde archeologienota gevoegd.

In voorliggende aanvraag, die door een publiekrechtelijke instantie is ingediend, bedraagt de ingreep in de bodem meer dan 1.000 m², is het project gelegen in industriegebied, buiten beschermde archeologische sites en buiten geïnventariseerde archeologische zones, waardoor de aanvrager verplicht is een bekrachtigde archeologienota toe te voegen aan de aanvraag. Deze nota maakt deel uit van het aanvraagdossier. Het bijhorende programma van maatregelen geeft het terrein vrij.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

Aan de westzijde van het Hansadok worden op een terrein, waar de hoofdactiviteit het herstellen van schepen betreft, volgende werken uitgevoerd:

-         het uitbreiden en renoveren van een kaaimuur: de kaaimuur ter hoogte van kaai 403B aan het Hansadok dient gerenoveerd en verdiept te worden zodat schepen, die ontgast moeten worden, voortaan kunnen aanmeren. De dokbodem dient hiervoor ook plaatselijk verdiept te worden.

-        het dempen van een droogdok: om grotere schepen (tot 230 meter) te kunnen ontvangen, dient die bestaande kaaimuur tevens verlengd te worden. Door het afsluiten van droogdok 1 kan dit gerealiseerd worden. Het dok zal tevens gedempt worden zodat het terrein kan worden ontwikkeld;

-        het inrichten van een nat dok: het bestaande droogdok 2 is sterk verouderd en dient eigenlijk grondig gerenoveerd te worden om te kunnen gebruiken binnen de activiteiten van scheepsherstelling. Echter, om de bestaande ontgassingsinstallatie aan dit droogdok optimaal te kunnen gebruiken, zal het droogdok omgevormd worden tot een nat dok waardoor schepen er kunnen af- en aanmeren. Hiervoor zal de dokwand aangepast moeten worden met betonblokken;

-        het plaatsen van een balanceerarm in het midden van de kaaimuur voor het ontgassen van schepen, alsook het voorzien van een leidingentunnel voor de verbinding tussen de balanceerarm en de ontgassingsinstallatie bij droogdok 2.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

De bouwheer dient de nodige (organisatorische) acties te ondernemen opdat het werfverkeer geen hinder op de openbare weg veroorzaakt.

 

Cultuurhistorische aspecten

De aanvraag is gelegen op de gronden van de voormalige scheepswerf van Mercantile Marine Engineering & Graving Docks, waarvan de oudste kern na verscheidene uitbreidingsfases nog steeds het hart van de site uitmaakt. Het gaat om een complex van dokken, werkhuizen en infrastructurele voorzieningen, aanvankelijk voor scheepsbouw. Dit gebied is opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed.

Opname in deze inventaris betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten. Voor gebouwen en constructies opgenomen in de inventaris wordt de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw en/of constructie onderworpen aan de wenselijkheid van behoud. De aanvraag werd dan ook ter advies voorgelegd aan de dienst monumentenzorg van de stad Antwerpen. Dit advies is voorwaardelijk gunstig.

 

De dienst archeologie van de stad Antwerpen werd tevens om advies gevraagd vanwege de bekrachtigde archeologienota die deel uitmaakt van het aanvraagdossier. Zij brachten een voorwaardelijk gunstig advies uit.

 

Bodemreliëf

Het project voorziet in het verdiepen van de waterbodem tot ongeveer -5 meter TAW en het aanvullen met grond tot +5 meter TAW en +4,82 meter TAW.



Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

Het Havenbedrijf Antwerpen wenst aan het Hansadok, ter hoogte van kaai 403B, de kaaimuur uit te breiden en te renoveren, een droogdok te dempen en een nat dok in te richten. Het project bevindt zich gedeeltelijk op grond die in concessie is gegeven aan de scheepshersteller Engine Deck Repair nv (EDR).

Onderhavig tijdelijk project staat los van de feitelijke activiteiten van EDR. Het betreft dan ook twee aparte ingedeelde inrichtingen of activiteiten. Voor werken aan de natte infrastructuur met openbaar karakter is de Vlaamse regering de bevoegde vergunningverlenende overheid. Voor de activiteiten van EDR is de provincie de bevoegde vergunningverlenende overheid. De vergunningen staan momenteel nog op naam van Antwerp Dry Docks nv (ADD). Een overdracht van de vergunningen op naam van ADD naar EDR is in behandeling bij de provincie.

Door de verouderde toestand van de droogdokken 1 en 2 is een grondige renovatie nodig om deze te kunnen gebruiken binnen de huidige vergunde activiteiten van EDR / ADD. Om de aanwezige (vergunde) ontgassinginstallatie aan droogdok 2 zo optimaal mogelijk te kunnen gebruiken, dient hiervoor de kademuur heraangelegd te worden en dient de dokbodem verdiept te worden. Zo kan dit droogdok omgevormd worden naar een nat dok en kunnen schepen er aan- en afmeren. Om de kademuur te verlengen dient ook droogdok 1 afgesloten en gedempt te worden. Het terrein dat door het dempen ontstaat, zal door EDR gebruikt worden voor de exploitatie van een ontgassingsinstallatie (reeds vergund).

De uitvoering van de werken zal ongeveer 18 maanden bedragen waarvan ongeveer 12 maanden voor de werken aan de voorkade en vervolgens nog 6 maanden voor het dempen van het droogdok.

Voor de aanleg en het verdiepen van de kademuur, alsook voor de vernieuwing van de kaaimuurkop is het plaatsen van een bronbemaling noodzakelijk. Deze bronbemaling zal in augustus 2019 opgestart worden en zal een jaar actief blijven. Voor de aanleg van de grondankers aan droogdok 2 is een tweede bronbemaling nodig die maar drie maanden in 2020 actief zal zijn. Er wordt geen retourbemaling toegepast, het bemalingswater wordt geloosd in het Hansadok. Er wordt een totaal maximaal bemalingsdebiet van 410.918 m³/jaar aangevraagd (98 m³/uur en 2.362 m³/dag).

Ter hoogte van het project is een diffuse bodemverontreiniging aanwezig die voorkomt over het hele terrein door de scheepswerfactiviteiten. Uit verschillende eerdere bodemonderzoeken blijkt dat het grondwater mogelijk verontreinigd kan zijn met minerale oliën, benzeen, TBT (tributyltin), VOCl’s en plaatselijk zware metalen. Het bemalingswater zal dan ook gezuiverd worden alvorens het te lozen in het Hansadok. Het project zal in meerdere fasen worden uitgevoerd, waarbij de bemaling, de zuivering en de lozing mee zullen opschuiven met de bouwwerf.

De invloedsfeer van de bemalingen blijft volgens het aanvraagdossier beperkt tot 120 meter en blijft binnen de site van EDR. Aangezien het dichtstbijzijnde natuurgebied op meer dan 600 meter ligt, wordt besloten dat er geen effecten op de natuurwaarden zullen optreden. Het aanvraagdossier bevat ook een voortoets waaruit blijkt dat er geen risico is op een betekenisvolle aantasting van de actuele en mogelijke toekomstige habitats in habitatrichtlijngebied. De uitwerking van een passende beoordeling is dan ook niet nodig.

Bij het starten van de bronbemaling zal het grondwater geanalyseerd worden en op basis van de aan te treffen verontreiniging zal dan een mobiele waterzuivering geplaatst worden.

Deze waterzuiveringsinstallatie wordt niet nader beschreven in het aanvraagdossier. Men vraagt bijzondere lozingsnormen aan.

 

Men vraagt om de lozingsnormen van saneringsprojecten in het kader van het Bodemdecreet als bijzondere voorwaarden op te nemen. De gevraagde lozingsnormen zijn weergegeven in onderstaande tabel.

parameter

eenheid

indelingscriterium

gevraagde lozingsnorm

benzeen

µg/l

10

10

tolueen

µg/l

90

10

ethylbenzeen

µg/l

5

10

xylenen

µg/l

4

10

BTEX som

µg/l

 

10

tetrachlooretheen

µg/l

10

10

tetrachloormethaan

µg/l

 

2

dichloormethaan

µg/l

20

20

trichlooretheen

µg/l

 

10

cis-1,2 3 dichlooretheen

µg/l

 

10

trans-1,2-dichlooretheen

µg/l

 

10

vinylchloride

µg/l

100

5

1,1-dichloorethaan

µg/l

100

10

andere VOCl individueel

µg/l

 

10

som VOCl

µg/l

 

100

som mono- en dichloorbenzenen

µg/l

 

60

individuele chloorbenzenen

µg/l

6

6

tributyltin

µg/l

0,0002

0,1

arseen (As)

µg/l

5

20

cadmium (Cd)

µg/l

0,8

5

koper (Cu)

µg/l

50

50

kwik (Hg)

µg/l

rapportagegrens

100

lood (Pb)

µg/l

50

1

nikkel (Ni)

µg/l

30

40

zink (Zn)

µg/l

200

500

minerale olie

µg/l

 

500

 

Er wordt opgemerkt dat het dossier geen analyseresultaten bevat van het bemalingswater. Voor enkele van de gevraagde parameters is geen indelingscriterium opgenomen in bijlage 2.3.1 van titel II van het VLAREM. Voor enkele parameters ligt de gevraagde lozingsnorm onder het respectievelijk indelingscriterium waardoor een bijzondere lozingsnorm voor deze parameters niet nodig lijkt. De meeste gevraagde lozingsnormen die wel hoger ligger dan hun respectievelijk indelingscriterium, zijn wel van dezelfde grootteorde als hun indelingscriterium. Voor tributyltin wordt een lozingsnorm van 0,1 µg/l aangevraagd, ruim hoger dan het indelingscriterium van 0,0002 µg/l. Gelet op de scheepsherstellingsactiviteiten die op het terrein werden uitgevoerd is de aanwezigheid van tributyltin in het bemalingswater niet vreemd. Het is aan de Vlaamse Milieumaatschappij om te oordelen of de gevraagde lozingsnormen verleend kunnen worden.

 

Droogdok 1 heeft een oppervlakte van 3.680 m² en een inhoud van 23.000 m³. Voor het dempen en het verhogen van het dok tot het maaiveld is ongeveer 43.000 ton zand nodig. Er zal hiervoor zandgrond worden aangewend, afkomstig van de bestaande zandstock aan de A12 waar zand van het Delwaide- en het Churchilldok wordt opgeslagen. Deze grond bevat verhoogde concentraties aan chroom die toegeschreven kunnen worden aan een natuurlijk hoger gehalte eigen aan de plaatselijke geologische kenmerken en niet veroorzaakt door verontreiniging. Het aanvraagdossier bevat een studie ontvangende grond, als deel van een conform verklaard technisch verslag, waaruit blijkt dat deze grond in aanmerking komt om vrij hergebruikt te worden als bodem binnen het havengebied.

Eventueel zal het dempen van droogdok 1 gebeuren met baggerspecie die vrijkomt bij het uitdiepen van de kade (maximaal 10.000 ton). Het aanvraagdossier bevat een technisch verslag waaruit blijkt dat een deel van deze specie alleszins zou kunnen aangewend worden als bodem binnen de kadastrale werkzone.

De bepalingen van grondverzet uit het VLAREBO zijn onverminderd van toepassing.

Het aantal transporten nodig voor het bouwen van de nieuwe kaaimuur en het dempen van droogdok 1 wordt ingeschat op maximaal 2.720 vrachtwagens. Dit maximaal aantal is berekend op de afvoer van alle baggerspecie en uit te graven gronden afkomstig van de aanleg van de kademuur, de aanvoer van de gronden voor de aanleg van de kademuur en het dempen van het droogdok. In het dossier wordt gesteld dat deze transporten verminderd kunnen worden aangezien een deel van de uitgegraven grond hergebruikt kan worden en dat de baggerspecie mogelijk via de waterweg kan worden afgevoerd.

Het is aangewezen om als bijzondere voorwaarde op te leggen dat er moet getracht worden om de grond en baggerspecie maximaal via de waterweg af te voeren.

Het Havenbedrijf Antwerpen wenst een bijstelling te vragen van artikel 5.60.3,§3 van titel II van het VLAREM dat stelt dat de aanvoer van grond niet mag gebeuren voor 07.00 uur en na 19.00 uur.

Gelet op de locatie in het Antwerpse Havengebied, midden in industriegebied, waar dag en nacht een zekere verkeersintensiteit aanwezig is, kan deze bijstelling verleend worden.

Ten slotte vraagt men een bijstelling van artikel 5.60.3,§4 van titel II van het VLAREM dat stelt dat de exploitant een register moet bijhouden over de aangevoerde gronden. De exploitant vraagt om geen register te moeten bijhouden van de aangevoerde gronden aangezien de herkomst en de samenstelling van de gronden gekend zijn en via technische verslagen worden opgevolgd.

De oorsprong van de gronden en hun kwaliteit is bekend. Er zijn technische verslagen voorhanden. De gevraagde bijstelling kan verleend worden.

 

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

- de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen;

- de bouwheer is verplicht om eventuele vondsten en restanten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat ze archeologische waarde hebben, te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.1.4);

- de houten dokdeuren van Droogdok 2 dienen bewaard te worden in geopende toestand in de hiervoor voorziene deurnissen.


Geadviseerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.6.3.3°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 50 m³/uur;

98 m³/uur

53.2.2°b)2°

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld;

410.918 m³/jaar

60.2°

geheel of gedeeltelijk opvullen van groeven, graverijen, uitgravingen en andere putten, met inbegrip van waterplassen en vijvers met een capaciteit van meer dan 10.000 m³.

23.000 m³



Geadviseerde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

 

 

De bestaande bijzondere voorwaarden worden aangevuld met volgende bepalingen:

-  lozingsparameters:

parameter

eenheid

gevraagde lozingsnorm

benzeen

µg/l

10

tolueen

µg/l

10

ethylbenzeen

µg/l

10

xylenen

µg/l

10

BTEX som

µg/l

10

tetrachlooretheen

µg/l

10

tetrachloormethaan

µg/l

2

dichloormethaan

µg/l

20

trichlooretheen

µg/l

10

cis-1,2 3 dichlooretheen

µg/l

10

trans-1,2-dichlooretheen

µg/l

10

vinylchloride

µg/l

5

1,1-dichloorethaan

µg/l

10

andere VOCl individueel

µg/l

10

som VOCl

µg/l

100

som mono- en dichloorbenzenen

µg/l

60

individuele chloorbenzenen

µg/l

6

tributyltin

µg/l

0,1

arseen (As)

µg/l

20

cadmium (Cd)

µg/l

5

koper (Cu)

µg/l

50

kwik (Hg)

µg/l

100

lood (Pb)

µg/l

1

nikkel (Ni)

µg/l

40

zink (Zn)

µg/l

500

minerale olie

µg/l

500

- artikel 5.60.3 §3 in die zin dat de aanvoer van uitgegraven bodem ook voor 07.00 uur en na
  19.00 uur mag plaatsvinden wanneer de omstandigheden van het infrastructuurwerk dit
  zouden vereisen;

- artikel 5.60.3 §4 in die zin dat de exploitant geen register van de aangevoerde gronden
  dient bij te houden.

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarde

- er moet getracht worden om de grond en baggerspecie maximaal via de waterweg af te voeren.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

1 maart 2019

Start openbaar onderzoek

6 maart 2019

Einde openbaar onderzoek

4 april 2019

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

20 april 2019

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

6 maart 2019

4 april 2019

0

0

0

0

 

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een voorwaardelijk gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarden:

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

- de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen;

- de bouwheer is verplicht om eventuele vondsten en restanten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat ze archeologische waarde hebben, te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.1.4);

- de houten dokdeuren van Droogdok 2 dienen bewaard te worden in geopende toestand in de hiervoor voorziene deurnissen.


Geadviseerde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene en sectorale voorwaarden


-  lozingsparameters:

parameter

eenheid

gevraagde lozingsnorm

benzeen

µg/l

10

tolueen

µg/l

10

ethylbenzeen

µg/l

10

xylenen

µg/l

10

BTEX som

µg/l

10

tetrachlooretheen

µg/l

10

tetrachloormethaan

µg/l

2

dichloormethaan

µg/l

20

trichlooretheen

µg/l

10

cis-1,2 3 dichlooretheen

µg/l

10

trans-1,2-dichlooretheen

µg/l

10

vinylchloride

µg/l

5

1,1-dichloorethaan

µg/l

10

andere VOCl individueel

µg/l

10

som VOCl

µg/l

100

som mono- en dichloorbenzenen

µg/l

60

individuele chloorbenzenen

µg/l

6

tributyltin

µg/l

0,1

arseen (As)

µg/l

20

cadmium (Cd)

µg/l

5

koper (Cu)

µg/l

50

kwik (Hg)

µg/l

100

lood (Pb)

µg/l

1

nikkel (Ni)

µg/l

40

zink (Zn)

µg/l

500

minerale olie

µg/l

500

- artikel 5.60.3 §3 in die zin dat de aanvoer van uitgegraven bodem ook voor 07.00 uur en na 
  19.00 uur mag plaatsvinden wanneer de omstandigheden van het infrastructuurwerk dit 
  zouden vereisen;

- artikel 5.60.3 §4 in die zin dat de exploitant geen register van de aangevoerde gronden 
  dient bij te houden.


Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarde

- er moet getracht worden om de grond en baggerspecie maximaal via de waterweg af te voeren.

 

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.

Artikel 3

Het college geeft opdracht aan:

Dienst Taak
SW/V Het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft.