Terug
Gepubliceerd op 23/04/2019

2019_CBS_03370 - Omgevingsvergunning - OMV_2018067117. Suikerrui 17-19, Gildekamersstraat 2-9 en Kaasstraat 7-11. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 19/04/2019 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Tom Meeuws, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Johan Hegge, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_03370 - Omgevingsvergunning - OMV_2018067117. Suikerrui 17-19, Gildekamersstraat 2-9 en Kaasstraat 7-11. District Antwerpen - Goedkeuring 2019_CBS_03370 - Omgevingsvergunning - OMV_2018067117. Suikerrui 17-19, Gildekamersstraat 2-9 en Kaasstraat 7-11. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2018067117

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Maartje Stubbe met als adres Koningin Elisabethlei 22 te 2018 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

SON De Museumstichting met als adres Koningin Elisabethlei 22 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Suikerrui 17-19, Gildekamersstraat 2-9 en Kaasstraat 7-11 te 2000 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 1 sectie A nr. 1501C

Inrichtingsnummer:

20180601-0066 (museum DIVA)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen. Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Voorwerp van de aanvraag:

regulariseren van de wijzigingen aan de gevel, het schrijnwerk, de binnenplaats en circulatie en exploiteren van een museum

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          15/9/2006 : vergunning (3151#501) voor het regulariseren van de renovatie van een gebouw;

-          15/4/2016: vergunning (2016231) voor het verbouwen en uitbreiden van een bestaand museumgebouw.

Laatst vergunde toestand

-          de bebouwing is een aaneenschakeling van historische panden met trapgevels, gelegen aan drie straten: de Suikerrui (hoofdingang), de Gildekamersstraat en de Kaasstraat;

-          inrichting als het zilver- en diamantmuseum (DIVA);

-          aanleg binnengebied als een open ruimte met een fietsenberging;

Bestaande toestand

-          laatst vergunde toestand uitgevoerd;

-          een aantal wijzigingen ten opzichte van de laatst vergunde toestand (onderwerp van voorliggende regularisatie aanvraag).

 

Inhoud van de aanvraag

Regularisatie van wijzigingen ten opzichte van de vergunning (2016231):

-          wijzigingen binnen- en buitenschrijnwerk;

-          sloop en heropbouw puntgevel naar oorspronkelijk model;

-          plaatsing van drycoolers (koelinstallatie) op het dak;

-          het niet uitvoeren van de vergunde heraanleg van het binnengebied;

-          het supprimeren van de bovengrondse fietsenstalling in het binnengebied;

-          aanpassing goederenlift in de Gildekamersstraat;

-          aanpassing bezoekers- en personeelslift in de Gildekamersstraat en supprimeren liftuitloop boven dak.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Op 8 september 1994 werd door de deputatie aan de stad Antwerpen een klasse 2 milieuvergunning verleend voor exploitatie van een museum (Etnografisch museum) aan de Suikerrui te Antwerpen. De vergunning was geldig tot 8 september 2014.

Aangevraagde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³ per jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

800 m³/jaar

6.4.1°

opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

2.500 liter

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

630 kVA

16.3.1.1°

inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen) - koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

188,6 kW

17.1.2.1.1°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in ver­plaatsbare recipiënten met een gezamen­lijk water­inhoudsvermogen van 300 liter tot en met 1.000 liter;

300 liter

17.3.4.1°b)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 2 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan in­dustrie­gebied;

0,25 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

130 liter

24.1.

Laboratoria met een uitsluitend didactisch doel en waar afvalwater eigen aan de laboratoriumtechnieken gegenereerd wordt;

1 labo

32.2.2°

schouwburgen, variététheaters, andere zalen voor sportmanifestaties dan de zalen, vermeld in punt 3°, polyvalente zalen en feestzalen met een speelruimte;

1 zaal

43.1.1°b)

het stoken in installaties, met uitzondering van stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 2.000 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een ander gebied dan industriegebied en gestookt wordt met aardgas.

820 kW

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

AQUAFIN NV

25 februari 2019

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

brandweer/ risicobeheer/ preventie

25 februari 2019

27 maart 2019

Voorwaardelijk gunstig

FOD Binnenlandse Zaken - ASTRID veiligheidscommissie

25 februari 2019

5 maart 2019

Voorwaardelijk gunstig

Onroerend Erfgoed

25 februari 2019

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

ondernemen en stadsmarketing/ visit Antwerpen

25 februari 2019

26 februari 2019

stadsontwikkeling/ mobiliteit

25 februari 2019

26 februari 2019

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie

25 februari 2019

5 maart 2019

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

25 februari 2019

4 maart 2019

 

Toetsing voorschriften

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: artikel  1:   zone voor wonen - (wo1), artikel  5:   zone voor centrumfuncties - publieksgerichte gebouwen (ce5) en artikel  8:   zone voor publiek domein - (pu).

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: artikel  5:   zone voor centrumfuncties - publieksgerichte gebouwen (ce5).

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)

De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend punt:

  • op basis van het aanvraagdossier kan niet beoordeeld worden of er wordt voldaan aan alle voorwaarden die werden opgenomen in de laatste vergunning (2016231).

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 16 Technische uitsprongen:

Op de daken aan de Suikerrui worden een aantal technische installaties geplaatst. Op de bijgevoegde gevelaanzichten en snedes zijn deze installaties niet opgetekend. Op basis van de aangeleverde informatie kunnen de technische installaties niet worden afgetoetst aan de voorschriften.

 

Sectorale wetgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

  

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag omvat het regulariseren van wijzigingen ten opzicht van de laatst vergunde toestand (dossier 2016231). De regularisatie is van toepassing op de panden van het diamantenmuseum DIVA, gelegen tussen de Suikerrui, de Gildekamerstraat en de Kaasstraat. Het betreft wijzigingen aan binnen- en buitenschrijnwerk, heropbouw van een puntgevel en enkele interne wijzigingen. De functie van de panden wijzigt niet en is inpasbaar in het stedelijk weefsel van de stad Antwerpen en nabij toeristische trekpleisters zoals het stadhuis en de Grote Markt.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 0 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging.

Er worden wijzigingen gedaan aan gevels, het schrijnwerk en de binnenplaats.

Er is geen uitbreiding of functiewijziging.

 

De werkelijke parkeerbehoefte is 0

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

Dit aantal is toereikend. 

 

Fietsvoorzieningen:

In voorgaande vergunning werd geoordeeld dat de fietsenstalling in de binnentuin, zoals ingetekend in dossier 2016231, voor een (storende) visuele opdeling van de groene ruimte binnen het bouwblok zorgt. De stedelijke dienst monumentenzorg adviseerde dan ook om de bovengrondse fietsenstalling niet te vergunnen, gelet op de plannen om onder de binnentuin een fietsenkelder te bouwen. In voorliggende aanvraag worden dus geen fietsstalplaatsen voorzien. In afwachting tot de aanvraag voor een ondergrondse fietsenstalling adviseert de dienst mobiliteit om in voorliggende aanvraag een aantal fietsparkeerplaatsen voor het personeel te voorzien. In de bijgevoegde mobiliteitsnota wordt er verwacht dat ongeveer de helft van de 30 personeelsleden van het museum met de fiets komen. Op basis van de mobiliteitsnota dienen er minstens 15 fietsstalplaatsen voorzien te worden, zonder dat de groene binnenruimte visueel wordt opgedeeld en in afwachting tot de aanvraag voor een ondergrondse fietsenstalling.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Het bouwvolume wijzigt enkel door het slopen en heropbouwen van een puntgevel, het plaatsen van drycoolers op het dak en het afbreken van een bijgebouw in het binnengebied, een aangebouwde traphal, een traptorentje en een raamuitbouw in de achtergevel. Een koppelvolume wordt aangebouwd zodat er een verbinding ontstaat tussen de Suikerrui en de Gildekamersstraat. De beperkte volumewijzigingen zijn aanvaardbaar. Het vergunde ontwerp voor de heraanleg van het binnengebied werd niet uitgevoerd en de binnentuin wordt voorlopig behouden.

 

Visueel-vormelijke elementen

Tegenover de laatst vergunde toestand (dossier 2016231) wijzigen enkele raamopeningen en deuropeningen in de gevelvlakken langsheen de Kaasstraat, Gildekamerstraat en de Suikerrui. Ook in het binnengebied van het gebouwencomplex wijzigen de achtergevels beperkt. De ingrepen hebben slechts een beperkte ruimtelijke impact en respecteren de beschermde monumenten. Vanuit het stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met de visuele en vormelijke wijzigingen.

 

Cultuurhistorische aspecten

De gebouwen waarin DIVA gerealiseerd werd zijn beschermd als monument en/of opgenomen op de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed. Advies werd gevraagd aan de dienst stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg. Het advies luidt als volgt: “De aangevraagde regularisatie heeft betrekking op een aantal kleinere materiële of technische wijzigingen ten opzichte van de oorspronkelijke aanvraag en vergunning. Het merendeel van de aangevraagde wijzigingen hebben geen invloed op de erfgoedwaarde van het complex of komen deze juist ten goede (zoals bijvoorbeeld het behoud van houten poorten, het vervangen van oorspronkelijk in koper uit te voeren schrijnwerk door schrijnwerk in zwart gelakt staal, de beperkter impact van de liften op het gebouw). De overige wijzigingen zijn eerder beperkt van aard en hebben slechts beperkt invloed op de erfgoedwaarde van het complex. Enkel de plaatsing van drycoolers op het dak en de plaatsing van de deur in de Kaasstraat in koperkleurig schrijnwerk zijn geen meerwaarde voor het project.”

Gezien de aanvraag betrekking heeft op panden beschermd als monument werd eveneens advies gevraagd aan het Agentschap Onroerend Erfgoed Vlaanderen. Er is echter geen tijdig advies verleend door het agentschap. Gezien de aanvraag betrekking heeft op beschermd erfgoed wordt aangeraden om alsnog contact op te nemen met het Agentschap om de geplande werken te bepreken.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Aan de hand van de aangeleverde plannen is het onduidelijk of de technische installaties binnen een verticale hoek van 45° ten opzichte van alle gevelvlakken geplaatst zijn. In voorwaarde wordt opgenomen om de installaties indien nodig correct te plaatsen, conform artikel 16 van de bouwcode.

Inzake toegankelijkheid werd er advies aangevraagd aangaande voorgaande aanvraag (dossier 2016231) aan het Agentschap Toegankelijk Vlaanderen op datum van 04/12/2015. De aanvrager meldt dat de voorwaarden werden gevolgd in voorliggende aanvraag maar dat de voorwaarden van de controlerondgang nog dienen opgenomen te worden. In voorwaarde wordt bijgevolg opgenomen om de voorwaarde omtrent de controlerondgang verder op te nemen.

De ingrepen die voorzien worden in voorliggende aanvraag hebben een beperkte ruimtelijke impact en kunnen als niet hinderlijk beschouwd worden.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

DIVA is het museum voor diamant, juwelen en edelsmeedkunst van de stad Antwerpen. Van 2002 tot 2012 bevond het diamantmuseum zich in een historisch pand aan het Koningin Astridplein in Antwerpen. Met de start van de werken aan de Koningin Elisabethzaal in 2012 sloot het Diamantmuseum tijdelijk de deuren. In mei 2018 opende het Diamantmuseum onder een andere vorm én samengevoegd met de collectie van het voormalig Zilvermuseum opnieuw de deuren langs de Suikerrui in de voormalige gebouwen van het Etnografisch Museum en was DIVA, Antwerp Home of Diamonds, officieel geboren. In de linkervleugel van het museum bevindt zich een atelier. Jaarlijks worden er honderden grammen zilver gesmeed en juwelen gemaakt. Zowel beginnende edelsmeden en ontwerpers als professionelen zijn welkom in het atelier van DIVA. Elke zomer worden er (beginners)workshops georganiseerd.

De aanvraag omvat de exploitatie van het museum met een stookinstallatie, koelinstallatie, transformator, opslag hydraulische olie, lozing huishoudelijk afvalwater en een expositieruimte. Enkele rubrieken specifiek voor het atelier zijn de opslag van gevaarlijke gassen, zwavelzuur en gevaarlijke producten evenals een labo met didactisch doel. Alle aangevraagde rubrieken zijn klasse 3 rubrieken. De vorige vergunning van het Etnografisch museum was reeds verlopen, het betreft dus een nieuwe inrichting.

Uit de toepassing van de beoordelingsschema’s van de watertoets blijkt dat de gevraagde activiteiten niet van aard zijn dat ze een invloed hebben op het watersysteem. Een bijkomend wateradvies is niet vereist en de vergunningsaanvraag voldoet aan de doelstellingen opgenomen in artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

Er werd een mobiliteitsnota aan de aanvraag toegevoegd. De provincie en de stad Antwerpen verwachten ongeveer 200.000 bezoekers per jaar te mogen verwelkomen in het nieuwe zilver- en diamantmuseum. De site van het museum, ingesloten tussen Kaasstraat, Suikerrui en Gildekamersstraat, ligt in het autoluwe historische centrum van de stad, afgebakend door verdwijnpalen. Gezien de onmiddellijke nabijheid van toeristische trekpleisters als het Stadhuis, de Grote Markt, de kathedraal, het Steen, en bij uitbreiding de Carolus-Borromeuskerk en het Plantin-Moretusmuseum, wordt er in het aanvraagdossier vanuit gegaan dat het mobiliteitsnetwerk voorzien is op grote bezoekersaantallen. Het museum heeft zijn intrek genomen in bestaande historische panden waardoor de integratie van parkeerplaatsen voor auto’s op eigen terrein niet mogelijk is.

Een gedeelte van het dak wordt aangesloten op een hemelwaterput met een inhoud van 10.000 liter. Het opgevangen water zal gebruikt worden voor spoeling in de bezoekerstoiletten. Eventuele geluidshinder zou kunnen ontstaan door de “drycoolers” die op het dak geplaatst werden. Op de technische fiche van de plaatsing wordt geadviseerd de installaties af te schermen omwille van akoestische redenen. Het is niet duidelijk of en in welke mate dit ondertussen gebeurd is. De exploitant wordt erop gewezen dat ten allen tijde dient voldaan te worden aan de sectorale voorwaarden inzake geluidsemissies. Verder wordt weinig hinder verwacht van de klasse 3 uitbating van dit museum.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      het voorzien van indoordekking cf. het advies ASTRID veiligheidscommissie;

3.      de technische installaties op het dak binnen een verticale hoek van 45° ten opzichte van alle gevelvlakken plaatsen, conform artikel 16;

4.      het voorzien van minstens 15 fietsstalplaatsen, conform artikel 29 en zonder de groene ruimte binnen het bouwblok op te delen;

5.      de voorwaarden van Agentschap Toegankelijk Vlaanderen omtrent de controlerondgang opnemen in voorliggende aanvraag;

6.      voldoen aan de opmerkingen van Inter met datum van 3/05/2018;

7.      contact opnemen met het agentschap Onroerend Erfgoed Vlaanderen om de geplande werken voor te leggen.

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de wetgeving betreffende de omgevingsvergunning. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen.

Geadviseerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³ per jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

800 m³/jaar

6.4.1°

opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

2.500 liter

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

1x 630 kVA

16.3.1.1°

inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen) - koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

188,6 kW

17.1.2.1.1°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in ver­plaatsbare recipiënten met een gezamen­lijk water­inhoudsvermogen van 300 liter tot en met 1.000 liter;

300 liter

17.3.4.1°b)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 2 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan in­dustrie­gebied;

0,25 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

130 liter

24.1.

Laboratoria met een uitsluitend didactisch doel en waar afvalwater eigen aan de laboratoriumtechnieken gegenereerd wordt;

1 labo

32.2.2°

schouwburgen, variététheaters, andere zalen voor sportmanifestaties dan de zalen, vermeld in punt 3°, polyvalente zalen en feestzalen met een speelruimte;

1 zaal

43.1.1°b)

het stoken in installaties, met uitzondering van stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 2.000 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een ander gebied dan industriegebied en gestookt wordt met aardgas.

820 kW

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

29 januari 2019

Volledig- en ontvankelijk

25 februari 2019

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

26 april 2019

Verslag GOA

11 april 2019

naam GOA

Bieke Geypens en Helia Dezhpoor

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      het voorzien van indoordekking cf. het advies ASTRID veiligheidscommissie;

3.      de technische installaties op het dak binnen een verticale hoek van 45° ten opzichte van alle gevelvlakken plaatsen, conform artikel 16;

4.      het voorzien van minstens 15 fietsstalplaatsen, conform artikel 29 en zonder de groene ruimte binnen het bouwblok op te delen;

5.      de voorwaarden van Agentschap Toegankelijk Vlaanderen omtrent de controlerondgang opnemen in voorliggende aanvraag;

6.      voldoen aan de opmerkingen van Inter met datum van 3/05/2018;

7.      contact opnemen met het agentschap Onroerend Erfgoed Vlaanderen om de geplande werken voor te leggen.


Brandweervoorwaarden

de brandweervoorwaarden uit het verslag met referentie BW/SVE/2019/G.03095.A1.0019.


Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

 

De vergunning omvat thans volgende rubrieken:

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³ per jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

800 m³/jaar

6.4.1°

opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

2.500 liter

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

1x 630 kVA

16.3.1.1°

inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen) - koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

188,6 kW

17.1.2.1.1°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in ver­plaatsbare recipiënten met een gezamen­lijk water­inhoudsvermogen van 300 liter tot en met 1.000 liter;

300 liter

17.3.4.1°b)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 2 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan in­dustrie­gebied;

0,25 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

130 liter

24.1.

Laboratoria met een uitsluitend didactisch doel en waar afvalwater eigen aan de laboratoriumtechnieken gegenereerd wordt;

1 labo

32.2.2°

schouwburgen, variététheaters, andere zalen voor sportmanifestaties dan de zalen, vermeld in punt 3°, polyvalente zalen en feestzalen met een speelruimte;

1 zaal

43.1.1°b)

het stoken in installaties, met uitzondering van stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 2.000 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een ander gebied dan industriegebied en gestookt wordt met aardgas.

820 kW

 

 

Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning ingaat op 19 april 2019 voor onbepaalde duur.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.