Terug
Gepubliceerd op 16/09/2019

2019_CBS_07305 - Omgevingsvergunning - OMV_2019085206. De Burletlaan 141. District Wilrijk - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 13/09/2019 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Tom Meeuws, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_07305 - Omgevingsvergunning - OMV_2019085206. De Burletlaan 141. District Wilrijk - Goedkeuring 2019_CBS_07305 - Omgevingsvergunning - OMV_2019085206. De Burletlaan 141. District Wilrijk - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019085206

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Karolien  Van Beeck met als adres De Burletlaan 141 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Ligging van het project:

De Burletlaan 141 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 42sectie C nr. 235S8

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van de dakconstructie van een eengezinswoning (aanpassing vergunning 2019144) en het vernieuwen van het buitenschrijnwerk

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          19/01/1981: vergunning (222#5637) verbouwen van een achtergevel en een gelijkvloers;

-          31/08/2016: thematische inventarisatie sociale woningbouw (ID: 301729) Garden City Elsdonk, inventaris bouwkundig erfgoed \ geheel \ bouwkundig geheel;

-          22/03/2019: vergunning onder voorwaarden (2019144) voor het verbouwen van de dakconstructie van een eengezinswoning.

Vergunde/vergund geachte toestand en huidige toestand

-          eengezinswoning bestaande uit 2 bouwlagen onder een hellend dak;

-          de bouwdiepte van het gelijkvloerse niveau bedraagt 12,00 m ;

-          de bouwdiepte van de eerste verdieping bedraagt 8,98 m;

-          de kroonlijsthoogte bedraagt 6,05 m gemeten vanaf het maaiveld;

-          op het voorste en achterste dakvlak zijn 2 dakkapellen aanwezig;

-          het dak is voorzien van rode dakpannen;

-          inplanting dakkapellen; beide 1,60 m van de linker perceelgrens, op 1,85 m van de rechter perceelgrens en telkens op 1,50 m van de voor- en achtergevel ingeplant.

Gewenste toestand

-          het vernieuwen van de volledige dakconstructie van een eengezinswoning;

-          de dakkapellen op het voorste en achterste dakvlak worden aangepast tegenover de laatst vergunde toestand;

-          de vrije hoogte van de slaapkamer op de zolderverdieping wordt aangepast  tot 2,60 m;

-          het dak wordt opnieuw afgewerkt met rode dakpannen en de erkers met wit geschilderde houten beplanting;

-          onder het dak wordt 1 slaapkamer en een doucheruimte voorzien;

-          het buitenschrijnwerk aan de voorgevel en van de dakerkers wordt vernieuwd en voorzien in wit geschilderd hout.

 

Inhoud van de aanvraag

-          verbouwen en vernieuwen van de dakconstructie van een eengezinswoning;

-          vernieuwen van het buitenschrijnwerk.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

25 juli 2019

14 augustus 2019

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling. 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De BGO Wonen is van toepassing op de aanvraag. 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging.

 

Visueel-vormelijke elementen en Cultuurhistorische aspecten

De werken zijn gesitueerd in een pand dat is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, vastgesteld bij besluit van de administrateur-generaal van 29 maart 2019. Omwille van deze reden is advies gevraagd aan de stedelijke dienst monumentenzorg:

‘De aanvraag heeft betrekking op een pand in een karakteristieke tuinwijk in Engelse cottagestijl, gebouwd omstreeks 1923-1924 naar ontwerp van architecten Hippoliet en Jules De Vos, in opdracht van de Antwerpsche Maatschappij van Goedkoope Woningen. De wijk omvat zo’n 279 woningen en voormalige winkelhuizen, en strekt zich uit op het grondgebied van Edegem en Wilrijk (Antwerpen).

De Garden City Elsdonk is voor het grootste deel gelegen op het grondgebied van Edegem en deels op grondgebied van Wilrijk, tussen het Fort 5, de nv Gevaert, de Parklaan en de Sterrenlaan. De tuinwijk neemt een terrein in van circa negen hectare. Het pittoreske karakter van de tuinwijk, ontstaan vanuit de inplanting en groenaanleg, wordt versterkt door de architecturale vormgeving van de woninggroepen in cottagestijl. Typisch binnen de tuinwijkgedachte is de koppeling van een beperkt aantal woningtypes tot gevarieerde ensembles, doch meestal symmetrisch. Het streven naar een beperking van de financiële middelen leidde tot serieproductie en een gebruik van lokale materialen. Hierdoor ontstond een architecturale eenheid op vlak van materialiteit. De variatie in detaillering van de types, evenals de private aanleg van de tuinen, verhoogde de individualiteit van de bewoners en de levendigheid van het straatbeeld. Dit werd versterkt door verspringingen van de rooilijn binnen de woninggroepen zelf. Oorspronkelijk hoopte de maatschappij, in lijn met de Engelse tuinwijkgedachte, dat de verscheidenheid in types eveneens zou bijdragen tot een vermenging van sociale klassen, de creatie van een gemeenschapsgevoel en een verhindering van sociale problemen.

De bebouwing in de tuinwijk bestaat overwegend uit bakstenen rijhuizen van twee bouwlagen, gevat tussen gelijkaardige hoekhuizen of monumentalere hoekhuizen van drie bouwlagen, eventueel voorzien van winkels. De oorspronkelijke eenheid in materiaalgebruik, namelijk bakstenen parementen in combinatie met assesteen, verlevendigd op de bovenverdiepingen met gecementeerde en beschilderde gevelvelden, banden en als hoekkettingen en horizontale en verticale banden uitgewerkte assestenen, is verstoord door individuele aanpassingen, doch herkenbaar bewaard.

Deze wijk werd binnen de thematische inventarisatie van het sociale woningbouwpatrimonium zeer hoge tot uitzonderlijke erfgoedwaarde toegekend (top van de selectie).

Garden City Elsdonk bezit een hoge stedenbouwkundige en architecturale waarde als voorbeeld van een relatief grote tuinwijk naar Engels model. Bepalende erfgoedelementen op stedenbouwkundig vlak zijn de circulatiepatronen (gevarieerd stratenpatroon met een grote esthetiek en voetgangerswegen tot binnengebieden), de inplanting van de volumes (gekoppelde woningen met variatie in rooilijn), de aandacht voor openbare ruimtes en de private en publieke groenaanleg. Het pittoreske eenheidsbeeld wordt versterkt door de kenmerkende architectuur, namelijk getypeerd door een eenheid in materialiteit, coloriet en stijl, in combinatie met een vormelijke variatie tussen verschillende types op het vlak van volumewerking, detaillering en afwerking. De tuinwijk vormt zo een karakteristiek geheel met een sterk gemeenschapsgevoel en voorzien van voormalige winkelhuizen en in de nabije omgeving andere collectieve voorzieningen. Ondanks renovaties en aanpassingen van parementen en muuropeningen is het oorspronkelijke eenheidsbeeld herkenbaar bewaard.

Vanuit oogpunt van monumentenzorg is er geen bezwaar, de werken werden voorbesproken. De afmetingen van de dakkapel zijn beperkt, de materialisatie sober. Het is zeer positief dat het bestaande vervlakte schrijnwerk opnieuw wordt ingevuld met schrijnwerk naar historisch model (cfr. de linkerbuur). Dit zal de beeldwaarde valoriseren en de eenheidsbebouwing waar het deel vanuit maakt versterken. Schrijnwerk is immers een erfgoedkenmerk bij uitstek voor de belevingswaarde van de voorgevel. We vragen om detailtekeningen van het nieuwe houten schrijnwerk voor te leggen aan de stedelijke dienst monumentenzorg.’

Het advies van de dienst monumentzorg wordt integraal gevolgd.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      detailtekeningen van het nieuwe houten schrijnwerk voor te leggen aan de stedelijke dienst monumentenzorg;

2.      na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

29 juni 2019

Volledig- en ontvankelijk

25 juli 2019

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

23 september 2019

Verslag GOA

4 september 2019

naam GOA

Wim Van Roosendael

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      detailtekeningen van het nieuwe houten schrijnwerk voor te leggen aan de stedelijke dienst monumentenzorg;

2.      na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.