Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019088467 |
Gegevens van de aanvrager: |
Tessa Van der Cruyssen met als contactadres Ahornenlaan 34 te 2020 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Ahornenlaan 34 te 2020 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 12sectie M nr. 4R |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
vellen van bomen |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 14/11/1963: vergunning (18#45715) verbouwing;
- 30/04/1971: vergunning (18#53987) garage;
- 18/06/1976: vergunning (18#58071) overdekken zwembad;
- 24/11/2017: vergunning (20172074) renoveren van een bestaand eengezinswoning.
Vergunde/vergund geachte toestand
- vrijstaande villa op een driehoekig perceel;
- bestaande uit 2 bouwlagen onder een complex schilddak.
Huidige toestand
- vrijstaande villa op een driehoekig perceel;
- bestaande uit 2 bouwlagen onder een complex schilddak.
Gewenste toestand
- Idem huidige toestand behalve volgende punten
Inhoud van de aanvraag
- het vellen van 45 bomen (waarvan 4 hoogstammige) rond de woning.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen |
6 augustus 2019 |
2 september 2019 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
6 augustus 2019 |
22 augustus 2019 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.
Beleidsrichtlijnen
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Visueel-vormelijke elementen - gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De aanvraag voor een kapvergunning is voor advies opgestuurd naar de bedrijfseenheid stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen. De dienst gaf de volgende beoordeling en volgt daarbij de nummers die de bomen hebben gekregen bij het meegegeven inplantingsplan:
“- Boom 1 tot 12: Deze bomen mogen geveld worden.
- Boom 13: Deze boom mag niet geveld worden. Deze Picea abies (fijnspar) is beeldbepalend voor de omgeving. Op de foto’s is niet te zien dat deze boom een verhoogd risico vormt voor stambreuk of windworp. Voor het vellen van de boom voor veiligheidsredenen moet er een grondig advies en motivatie zijn van een erkend boomverzorger (ETW of ETT). Uit het verslag van de boomverzorger moet duidelijk te lezen zijn waarom de boom voor veiligheidsredenen geveld moet worden. Een erkend boomverzorger kan gevonden worden op http://www.bomenbeterbeheren.org/etw-ett/. De takken die tegen het huis aangroeien kunnen vakkundig worden weggesnoeid zonder dat dit een probleem kan geven aan de boom. Voor het snoeien van een boom hoeft er geen vergunning aangevraagd te worden. Voor het snoeien van een boom raadt de stad Antwerpen aan om de werken te laten uitvoeren door een erkend boomverzorger (ETW).
- Boom 14 tot 26: Deze bomen mogen geveld worden.
- Boom 27: Deze bomen mogen niet geveld worden. Deze 3 Cedrus atlantica (Atlasceder) zijn beeldbepalend voor de omgeving. De problemen in deze bomen vallen duurzaam op te lossen met een vakkundige snoei. Dat dood hout aanwezig is in bomen is normaal en kan verwijderd worden. Voor het snoeien van een boom hoeft er geen vergunning aangevraagd te worden. Voor het snoeien van een boom raadt de stad Antwerpen aan om de werken te laten uitvoeren door een erkend boomverzorger (ETW). Een erkend boomverzorger kan gevonden worden op http://www.bomenbeterbeheren.org/etw-ett/.
- Boom 28 tot 44: deze bomen mogen geveld worden.
- Doordat er een groot verlies is van groenvolume, wilt de stad Antwerpen een heraanplanting van 2 inheemse bomen van minstens 1ste grootte. De heraanplanting van deze bomen moeten niet op dezelfde locatie gebeuren en mogen ergens anders op het domein geplaatst worden. Voor advies over de soortkeuze kan u altijd surfen naar www.bomenwijzer.be.”
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt het advies van de bedrijfseenheid stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen gevolgd en worden de voorwaarden, hierboven vermeld, opgelegd bij het verlenen van de vergunning. Boom 13 en bomengroep 27 mogen niet geveld worden en er dienen twee inheemse bomen van minstens 1ste grootte heraangeplant te worden.
Cultuurhistorische aspecten
De aanvraag is ook voor advies opgestuurd naar de bedrijfseenheid stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/monumentenzorg omdat de woning op het perceel opgenomen is in de inventaris van bouwkundig erfgoed en het perceel onder de bepalingen van de Della Faille Conventie valt. De bedrijfseenheid stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/monumentenzorg geeft een gunstig advies en legt geen bijkomende voorwaarden op.
De beoordeling van de bedrijfseenheid stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/monumentenzorg is als volgt:
“Het pand is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, zoals vastgesteld door het besluit van de administrateur-generaal van 29 maart 2019. De wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw en/of constructie wordt onderworpen aan de wenselijkheid van behoud. Het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.
Conform art. 5§2 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober - moet de beschrijvende nota van de bouwaanvraag voldoende informatie bevatten over het cultuurhistorisch profiel van de aanwezige elementen zodat vergunningverlenende overheid deze kan afwegen.
Beoordeling
A. Cultuurhistorische waardestelling
Vroeg-modernistische villa op de hoek van de Ahornenlaan en de Dennenlaan, gebouwd in opdracht van Tony Deckers, naar een ontwerp door de architect Jos Ritzen uit 1926. Aannemer was het bouwbedrijf De Graide & Edwards uit Antwerpen, die de bouw in 1927 voltooide. Het gebouw maakt deel uit van een groot speculatief vastgoedproject, dat slechts gedeeltelijk werd gerealiseerd.
Historiek en context: Het vastgoedproject opgezet door Tony Deckers, met Jos Ritzen als architect, betrof een combinatie van een villapark en 'country club', dat vrijwel het volledige bouwblok zou beslaan gevormd door Della Faillelaan, Dennenlaan, Ahornenlaan, Sorbenlaan en Vijverlaan, inclusief het tegenoverliggende hoekperceel van Ahornenlaan en Dennenlaan dat het voorwerp uitmaakt van deze vergunningsaanvraag. Op een termijn van ca tien jaar plande Deckers hier de bouw van een ensemble van een twintigtal villa's, gegroepeerd rond een gemeenschappelijke binnentuin met een clubgebouw, tennisveld, serre en pergola. Waar Deckers minstens sinds 1923 in het bezit was van de gronden, en de vroegst gedateerde ontwerpen van Ritzen uit december
De van oorsprong Nederlandse architect Jos Ritzen, begon zijn carrière in 1919 te Heerlen en later Maastricht, in associatie met de architect Alphonse Jean Nicolas Boosten. Bij zijn vestiging te Antwerpen in 1923, ging hij een associatie aan met Stan Leurs, die een drietal jaar zou standhouden. Tot midden jaren 1930 zou Ritzen een toonaangevende rol spelen in de Antwerpse avant-garde, met een baksteenmodernisme dat invloeden verwerkte van zowel Berlage en de Amsterdamse School, als Willem Marinus Dudok en Frank Lloyd Wright.
Behorend tot het vroege oeuvre van Jos Ritzen, zijn de villa’s Deckers illustratief voor de invloed die de architectuur van Frank Lloyd Wright tijdens de jaren 1920 uitoefende op de architectuur in Nederland, vooral via Willem Marinus Dudok. Diens ‘romantisch kubisme’ vormde op zijn beurt een rijke voedingsbodem voor het baksteenmodernisme in Vlaanderen. Het gebouw behoort tot een groep verwante landhuizen in baksteenmodernisme met expressionistische inslag, die Ritzen tijdens de tweede helft van de jaren 1920 in de Nieuw-Parkwijk "Den Brandt" ontwierp. Deze gebouwen worden gekenmerkt door "een koele beheersing van de vormen, klare, gave ruimten en de afwezigheid van overdreven versieringen".
Vrijstaand ingeplant in de diepte van het driehoekige perceel, op een L-vormige plattegrond van drie bij zes traveeën, omvat het gebouw twee bouwlagen onder een complex schilddak met gestrekte dakkapellen. Afgezien van de storende gevelbeschildering, die afbreuk doet aan de voor deze architectuur bepalende materiaalkleur en -textuur, lijkt de villa zich althans uitwendig nog zo goed als in oorspronkelijke toestand te bevinden.”
B. Afweging
Men wil een groot aantal bomen kappen.
De bestaande tuinaanleg heeft erg geleden onder achterstallig onderhoud, waardoor de bomen onderling in concurrentie zijn gekomen. Daardoor zijn verhoudingen uit balans geraakt en zijn verschillende bomen in de verdrukking gekomen en “verstikt” of gedeeltelijk verdord. Het rooien van te ver doorgegroeide en vervormde coniferen geeft terug ademruimte aan het perceel, wat zowel het straatbeeld als de leefbaarheid ten goede komt.
De “conventie Della Faille” waarin de modaliteiten voor de verkaveling van de parkwijk den Brandt in 1910 werden vastgelegd, legt een grote nadruk op het parkkarakter van de villawijk.
- “Om het pittoresk karakter van het landschap te behouden, zal de koper, binnen de grenzen van het mogelijke, waken over het behoud van de bomen en kan hij enkel deze kappen, waarvan het onvermijdelijk is om ze te laten verdwijnen.
- In ieder geval mag de koper deze bomen enkel kappen mits toestemming van de verkopers en wordt hij er toe verplicht om, in voorkomend geval, op eigen kosten te voorzien in hun vervanging, binnen de termijn en op het tijdstip aangegeven door de verkopers.”
Een belangrijke opmerking is dat de bomen aangeduid met de nummers 25 tot 30 zeker evenzeer hebben geleden door het feit dat de houten schuttingpanelen tegen de openbare weg ter hoogte van het zwembad het licht wegnemen waardoor de bomen onderaan zijn verdord. Deze schuttingpanelen zijn niet in overeenstemming met de toegelaten afsluitingen zoals opgenomen in de conventie Della Faille. Het is aangewezen om bij de heraanleg van de tuin deze panelen te verwijderen en beplanting te voorzien als visuele barrière.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Er dienen 2 inheemse bomen van minstens 1ste grootte heraangeplant te worden ergens in de tuinzone op minstens 2 meter van iedere perceelsgrens uiterlijk in het plantseizoen volgend op de kap van de betrokken bomen.
Uitsluitingen
Er wordt geen vergunning verleend voor Boom 13 (Picea abies) en de bomengroep 27 (3 Cedrus atlantica) zoals ingetekend op het inplantingsplan
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
5 juli 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
6 augustus 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
2 oktober 2019 |
Verslag GOA |
4 september 2019 |
naam GOA |
Brenda Dierckx |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
Er dienen 2 inheemse bomen van minstens 1ste grootte heraangeplant te worden ergens in de tuinzone op minstens 2 meter van iedere perceelsgrens uiterlijk in het plantseizoen volgend op de kap van de betrokken bomen.
Uitsluitingen
Er wordt geen vergunning verleend voor Boom 13 (Picea abies) en de bomengroep 27 (3 Cedrus atlantica) zoals ingetekend op het inplantingsplan
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.