Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019065883 |
Gegevens van de aanvrager: |
BVBA GLENCO met als adres Korte Kopstraat 24 te 2900 Schoten |
Ligging van het project: |
Carrettestraat 28-30 te 2170 Merksem (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 40sectie C nrs. 600Z8, 600Y8 en 600Z9 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen en uitbreiden van een bedrijfsgebouw |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 28/03/1960: vergunning (1974#3168) voor oprichten van een fabriek met conciërgewoning.
Vergunde/vergund geachte toestand
- functie: industrie en bedrijvigheid;
- volume: halfopen bebouwing;
- inrichting: industrieel gebouw met conciërgewoning;
- gevel: roodbruin metselwerk en aluminium gevelpanelen.
Huidige toestand
- functie, inrichting en gevel conform vergunde/vergund geachte toestand;
- volume: af te breken constructies op achterliggend perceel eerder vervallen bebouwing.
Gewenste toestand
- functie, inrichting en gevel conform bestaande toestand;
- volume: uitbreiding bedrijfsgebouw achteraan het perceel.
Inhoud van de aanvraag
- volume: verbouwen en uitbreiden van een industriegebouw in industriegebied.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
15 juli 2019 |
8 augustus 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
autonoom gemeentebedrijf vastgoed en stadsprojecten Antwerpen |
15 juli 2019 |
26 juli 2019 |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
15 juli 2019 |
19 juli 2019 |
stadsbeheer/ vastgoed/ ontwikkeling/ bouwprojecten |
15 juli 2019 |
26 juli 2019 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
15 juli 2019 |
16 juli 2019 |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ dienst milieuvergunningen |
15 juli 2019 |
26 juli 2019 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop. (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 (goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014) en herzien op 1 maart 2018.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag betreft een verbouwing van een bestaand industrieel gebouw. Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende functies in de omgeving.
Het pand is gelegen binnen het industriegebied Albertkanaal Noord zoals opgenomen binnen de beleidsnota industrie en logistiek. De aanvraag is functioneel inpasbaar.
Mobiliteitsimpact
Parkeerbehoefte
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen het beoordelingskader voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 9 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de netto uitbreiding van het industriegebouw. Er komt 526,1m² aan industriegebouw bij, rekening houdend met het volume dat wordt afgebroken. De parkeerbehoefte voor een industriegebouw gelegen in centrum schil volgens de CROW bedraagt 1,75 parkeerplaatsen per 100 m². De parkeerbehoefte voor deze uitbreiding bedraagt 9 parkeerplaatsen.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
In deze aanvraag wordt niets gezegd over een eventuele uitbreiding van de bestaande parking.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
Het plan voorziet niet in het aantal te realiseren plaatsen. Er dient gezocht naar een oplossing op eigen terrein.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 9.
(Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.)
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 9 plaatsen.
|
Fietsvoorzieningen
De fietsparkeerbehoefte voor een bedrijf bedraagt 0,60 plaatsen per 100 m² BVO. Er komt 526,1 m² aan bedrijfsgebouw bij. De fietsparkeerbehoefte voor deze uitbreiding bedraagt 3 fietsparkeerplaatsen. Het voorzien van deze fietsstalplaatsen wordt meegenomen naar de voorwaarden.
Laden en lossen
Aangezien er geen informatie wordt gegeven over hoe het laden en lossen van goederen gebeurd, wordt in voorwaarden meegenomen dat dit op eigen terrein dient te gebeuren.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
Het bestaande bedrijfsgebouw wordt afgebroken en er wordt een nieuw magazijn gebouwd over het volledige perceel. Hierdoor wordt het perceel volledig volgebouwd.
Echter betreft het een aanvraag in een industriële omgeving en dus is het aangewezen dat de grond optimaal gebruikt wordt en naar maximale verdichting wordt gestreefd. De aanvraag voldoet hieraan.
Visueel-vormelijke elementen
De gevels worden afgewerkt met aluminimum en betonnen gevelpanelen. Het betreft een aanvraag in een industriële omgeving en dan primeert de functionaliteit van de gebruikte materialen, niet zozeer het esthetisch aspect. In dat opzicht kan de aanvraag aanvaard worden.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag is voor advies opgestuurd naar de autonoom gemeentebedrijf vastgoed en stadsprojecten. De dienst adviseert gunstig met volgende beoordeling:
“Gunstig advies. De aanvraag heeft geen negatieve impact op het stedelijk bedrijfsvastgoed.
De stad heeft een overeenkomst met de aanvrager mbt het voor recht van doorgang.”
De overeenkomst met betrekking tot het recht van doorgang is een onderlinge overeenkomst en dus een burgerrechtelijk aspect. Dit is geen stedenbouwkundig aspect.
De vergunningverlenende overheid mag geen rekening houden met burgerrechtelijke aspecten bij het beoordelen van aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning. Anderzijds ontneemt een stedenbouwkundige vergunning deze rechten niet en ontslaat de aanvrager niet om het nodige bouwrecht te bekomen. Indien zou blijken dat de aanvraag strijdig is met een contractuele verbintenis, dan blijft de vergunning onwerkzaam.
De aanvraag is voor advies opgestuurd naar de bedrijfseenheid stadsontwikkeling/ vergunningen/ dienst milieuvergunningen. De dienst geeft volgende beoordeling:
“De aanvraag betreft de uitbreiding en verbouwing van een industriegebouw, achteraan op het perceel gelegen aan de Carrettestraat 28 in 2170 Antwerpen-Merksem.
De inrichting beschikt over een milieumelding voor de exploitatie van een groothandel in metalen en metaalertsen. Als gevolg van de geplande uitbreiding zal de lopende milieuvergunning mogelijk niet langer in overeenstemming zijn met de nieuwe situatie. Indien nodig zal de vergunning voor de IIOA voor ingebruikname aangevraagd moeten worden.Milieutechnisch zijn er geen bezwaren om de vergunning te verlenen”
In de begeleidende nota staat vermeld dat er op milieuvlak geen bijkomende wijzigingen worden aangevraagd. De exploitatie is vergund en dezelfde ingedeelde inrichtingen blijven behouden. Indien er in de toekomst wijzigingen voorkomen, moeten deze apart worden aangevraagd.
De aanvraag ligt in de nabijheid van een bovengrondse hoogspanningslijn, echter niet binnen de 15 m zone waardoor geen adviesvraag vereist is. Indien er toch in de voorbereidende fase of tijdens de bouwfase werken gebeuren in deze 15 m zone, is het raadzaam om contact op te nemen met de beheerder. Dit wordt mee opgenomen in de voorwaarden.
Op het inplantingsplan bij de aanvraag staan 2 te rooien bomen opgetekend. De motivering wordt echter niet meegegeven. Omwille van het behoud van het aanwezige groen, wordt in de voorwaarden opgenomen dat deze bomen niet gerooid mogen worden.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. een fietsstalplaats voor 3 fietsen voorzien, conform artikel 29 van de bouwcode;
3. het laden en lossen dient op eigen terrein te gebeuren, conform artikel 31 van de bouwcode;
4. de 2 te rooien bomen, zoals voorzien op het inplantingsplan, dienen behouden te blijven;
5. voor de start der werken contact opnemen met Elia met betrekking de hoogspanningslijnen. De contactgegevens zijn: Ellia Asset – contact center noord, tel: 03/640 08 08 of contactcenternoord@elia.be.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
20 juni 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
15 juli 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
13 september 2019 |
Verslag GOA |
29 augustus 2019 |
naam GOA |
Katrine Leemans |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. een fietsstalplaats voor 3 fietsen voorzien, conform artikel 29 van de bouwcode;
3. het laden en lossen dient op eigen terrein te gebeuren, conform artikel 31 van de bouwcode;
4. de 2 te rooien bomen, zoals voorzien op het inplantingsplan, dienen behouden te blijven;
5. voor de start der werken contact opnemen met Elia met betrekking de hoogspanningslijnen. De contactgegevens zijn: Ellia Asset – contact center noord, tel: 03/640 08 08 of contactcenternoord@elia.be.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.