Terug
Gepubliceerd op 16/09/2019

2019_CBS_07331 - Omgevingsvergunning - OMV_2019065032. Victor Driessensstraat 7. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 13/09/2019 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Tom Meeuws, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_07331 - Omgevingsvergunning - OMV_2019065032. Victor Driessensstraat 7. District Antwerpen - Goedkeuring 2019_CBS_07331 - Omgevingsvergunning - OMV_2019065032. Victor Driessensstraat 7. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019065032

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Yvette  Plaisier met als adres Eikelstraat 83 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Ligging van het project:

Victor Driessensstraat 7 te 2018 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 10sectie K nr. 1947T6

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          09/04/1965: vergunning (18#47540) voor vernieuwingswerken aan de voorgevel.

 

Vergunde/vergund geachte toestand

-          een eengezinswoning in de rij;

-          opgetrokken over 4 bouwlagen waarvan het gelijkvloers deels ondergronds is;

-          de woning is langs de straatzijde afgewerkt met een mansardedak;

-          de voorgevel is uitgevoerd in gevelplaketten met een lichtgele kleur in combinatie met blauwe hardsteen en wit gelakt buitenschrijnwerk;

-          de  laatst vergunde toestand bevat te weinig concrete informatie  om de bruto-oppervlakte van de eengezinswoning te kunnen bepalen.
 

Huidige toestand

-          overeenkomstig vergunde toestand met uitzondering van de gevel:

  • raamindeling en gevelopeningen zijn aangepast
  • materialisatie quasi ongewijzigd.
     

Gewenste toestand

-          supprimeren van de garage door een fietsenberging en in functie van het onderbrengen van een keuken op het gelijkvloers

-          de gelijkvloerse uitbouw vervangen door een nieuwe uitbouw over de ganse perceelbreedte;

-          de vloerniveaus wijzigen zodat het gelijkvloerse kan omgevormd worden tot leefruimte;

-          realiseren van nieuwe trapconstructie tussen de verschillende bouwlagen;

-          wijzigen van de dakopbouw langs de achterzijde van het pand;

-          wijzigen van de indeling en materialisatie van de voorgevel;

-          de vernieuwde eengezinswoning heeft vier slaapkamers en een netto-vloeroppervlakte van circa 152m².

Inhoud van de aanvraag

-          intern verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning;

-          wijzigen van de indeling en materialisatie van de voorgevel.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 12 Levendige plint:
    Het gelijkvloers van een gebouw moet aan de straatzijde een verblijfsruimte bevatten met een raamopening aan de straatzijde zodat een regelmatig contact tussen de gebruikers van het gebouw en de straat mogelijk is.
  • artikel 21 Minimale hoogte van ruimten: Een verblijfsruimte moet een minimale hoogte hebben van 2m60. Dit is niet het geval voor de keuken die een plafondhoogte heeft van 2m40.
  • artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:
    Alle verblijfsruimten moeten voorzien worden van opengaan ramen. De achterste leefruimte (eethoek) op de eerste verdieping grenst niet onmiddellijk aan een opengaand raamvlak;
  • artikel 27 Open ruimte:
    Na voltooiing van de werken blijft er slechts 16% open ruimte op het perceel beschikbaar, daar waar dit artikel minimaal 20% oplegt;
  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    Op de ingediende plannen is niet duidelijk afleesbaar of de scheidingsmuren met de aanpalende buurpanden voldoende hoog wordt uitgevoerd. Na voltooiing van de werken moeten de scheimuren opgetrokken zijn met een de minimale opstand van 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak. Verder moeten zij afgewerkt worden conform artikel 34 van de bouwcode.
     

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.

 

Beleidsrichtlijnen

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De BGO Wonen is van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Na de verbouwing voorziet de aanvraag slechts 16% open ruimte terwijl dit, conform artikel 27 van de bouwcode, minstens 20% moet zijn. Echter laat dit artikel een afwijking toe voor kleine hoekpercelen. Gezien het perceel gelegen is in de oksel van het bouwblok en een grotere koer weinig kwalitatieve meerwaarde biedt is met toepassing van artikel 3 een afwijking op artikel 27 gerechtvaardigd.

 

De gelijkvloerse keukenruimte is niet in overeenstemming met artikel 21 van de bouwcode. De plafondhoogte bedraagt slechts 2m40 terwijl dit 2m60 moet zijn voor verblijfsruimten. Voorheen werd de gelijkvloerse verdieping als bergruimte voorzien. Door de doorgedreven werken die voorzien worden in de aanvraag en de gehele herschikking van de planopbouw is er geen reden om een afwijking toe te staan voor de minimale plafondhoogte. Daarom zal in voorwaarde worden opgelegd om de vloerpas van de keukenruimte te verlagen zodat voldaan kan worden aan artikel 21.

 

De eethoek op de eerste verdieping grenst, door toevoeging van de dubbelhoge verandaconstructie/vide, niet meer aan een opengaand raamvlak, wat in strijd is met artikel 24 van de bouwcode. De vide versterkt echter de interactie tussen de keuken en de eetkamer wat de ruimtelijke kwaliteit van de woning ten goede komt. Het is niet duidelijk of  de dakramen in het beglaasde schuine dak boven de vide voorzien worden als opengaande ramen. De aanwezigheid daarvan kan een afwijking op artikel 24 beargumenteren. Omwille van de onduidelijkheid op de plannen, wordt in voorwaarde opgelegd dat deze dakvlakramen geopend moeten kunnen worden.

 

Er wordt geen levendige functie voorzien op het gelijkvloers, wat strijdig is met artikel 12 van de bouwcode. Dit is reeds het geval in de bestaande situatie, omwille van de aanwezige garage. Echter is het vloerniveau van de eerste verdieping in de bestaande situatie relatief laag ten opzichte van het maaiveld waardoor er toch een zeker contact is met de straat. De aanvraag voorziet een verhoging van het vloerniveau op de eerste verdieping wat het contact met de straat verzwakt. Anderzijds wordt het raam vergroot, tot op de vloer. Het grotere raam zou als compensatie beschouwd kunnen worden indien het zo transparant mogelijk wordt gehouden. Daarom, en omwille van een betere inpasbaarheid van de gevel in het straatbeeld, wordt in voorwaarde opgelegd om een borstwering te voorzien met verticale spijlen.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag heeft betrekking op het verbouwen van een eengezinswoning. De bestaande functie blijft behouden en blijft dan ook functioneel inpasbaar in de omgeving van de Victor Driessenstraat waar eengezinswoningen een kenmerkende woonvorm is.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

 

De garage wordt omgevormd tot fietsenberging en ingekort tot een diepte gaande van 1,85 meter tot 3,44 meter.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

Dit perceel betreft een klein hoekperceel. De grootte en vorm van het perceel laten het bouwen van het aantal te realiseren plaatsen niet toe indien de woning moet voldoen aan actueel gebruikscomfort.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.

 

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid en bodemreliëf

De bestaande koterij en luifel wordt verwijderd en vervangen door een verandaconstructie. De ingreep is niet storend voor de omgeving en zorgt voor een verbetering van de algemene woon- en leefkwaliteit van de woning.

 

Visueel-vormelijke elementen

De voorgevel wordt voorzien in pleisterwerk. Het is niet duidelijk of de gevel ook geïsoleerd wordt. De stad Antwerpen hanteert een afwegingskader op aanvragen voor een stedenbouwkundige vergunning voor buitengevelisolatie. Rekening houdend met het rooilijndecreet enerzijds en de beoogde verduurzaming van de woning anderzijds, wordt daarom opgelegd om het gevelpakket (isolatie en bepleistering) maximaal te voorzien, met een totale dikte van 14cm ten opzichte van de gevellijn. 

De randen van bijvoorbeeld raamopeningen moeten voorzien worden van hoekprofielen. Dergelijke hoekprofielen moeten onzichtbaar worden uitgevoerd.

Boven de gewenste poort wordt een borstwering in mat glas voorzien. Omdat er zo verminderd contact is tussen de leefruimte en de straat wordt als voorwaarde opgelegd om de borstwering met verticale spijlen te voorzien, overeenkomstig het materiaal van het schrijnwerk.

 

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De aanvraag voert wijzigingen door die de algemene woon- en leefkwaliteit van de woningen verbeterd. Achteraan op het gelijkvloers wordt een verblijfsruimte voorzien wat de interactie met de buitenruimte versterkt.

 

De aanvraag voorziet een nieuw plat dak. Artikel 38 van de bouwcode legt op dat alle platte daken moeten ingericht worden als groendak. Dit zal dan ook als voorwaarde worden opgelegd. Er wordt ook geen opstand voorzien van minstens 30 centimeter ten opzichte van het hoogste, aangrenzende dakvlak. Hierdoor is de aanvraag niet conform artikel 34 van de bouwcode. De gevraagde dakopstand wordt opgelegd met het oog op het voorkomen van brandoverslag.
Aangezien het dak voorzien moet worden van een groendak kan afgeweken worden van een minimale opstand van 30cm  wanneer er tussen de scheidingswand en de vegetatie een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30cm breed aanwezig is. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.

 

Het supprimeren van de garage is aanvaardbaar omdat daardoor een verblijfsruimte ondergebracht kan worden op de gelijkvloerse. Dit verruimt de ‘actieve’ woningoppervlakte. Bovendien ontstaat er een beter contact tussen de leefruimtes van de woning en de buitenruimte. Gesteld kan worden dat het omvormen van de garage en bergingen naar een leefruimte dus een sterke verbetering genereert voor de algemene woon- en leefkwaliteit van de woning.

 

De aanvraag voorziet twee aan elkaar grenzende bergingen. De fietsenberging is erg beperkt om voldoende comfortabel te gebruiken als fietsenberging. Daarom wordt als voorwaarde opgelegd om beide bergingen samen te voegen.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      indien de voorgevel geïsoleerd wordt, moet het gevelpakket (isolatie en bepleistering) voorzien worden met een totale dikte van 14 cm ten opzichte van de gevellijn;

2.      bij de afwerking van de gevels in pleisterwerk dienen de randen en hoeken voorzien te worden van hoekprofielen die onzichtbaar worden uitgevoerd;

3.      het dak aan te leggen als groendak, conform artikel 38 van de bouwcode;

4.      het dak te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30cm breed, tussen de scheidingswand en de vegetatie;

5.      de vloerpas van de keuken te verlagen zodat voldaan wordt aan artikel 21 van de bouwcode;

6.      de borstwering langs de voorgevel uit te voeren met verticale spijlen, overeenkomstig het materiaal van het schrijnwerk;

7.      de dakramen in het beglaasde schuine dak achteraan als ‘te openen’ te voorzien, conform artikel 24 van de bouwcode;

8.      de fietsenberging en de berging samen te voegen tot één grote berging;

9.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

27 juni 2019

Volledig- en ontvankelijk

23 juli 2019

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

21 september 2019

Verslag GOA

6 september 2019

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      indien de voorgevel geïsoleerd wordt, moet het gevelpakket (isolatie en bepleistering) voorzien worden met een totale dikte van 14 cm ten opzichte van de gevellijn;

2.      bij de afwerking van de gevels in pleisterwerk dienen de randen en hoeken voorzien te worden van hoekprofielen die onzichtbaar worden uitgevoerd;

3.      het dak aan te leggen als groendak, conform artikel 38 van de bouwcode;

4.      het dak te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30cm breed, tussen de scheidingswand en de vegetatie;

5.      de vloerpas van de keuken te verlagen zodat voldaan wordt aan artikel 21 van de bouwcode;

6.      de borstwering langs de voorgevel uit te voeren met verticale spijlen, overeenkomstig het materiaal van het schrijnwerk;

7.      de dakramen in het beglaasde schuine dak achteraan als ‘te openen’ te voorzien, conform artikel 24 van de bouwcode;

8.      de fietsenberging en de berging samen te voegen tot één grote berging;

9.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.