Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019080148 |
Gegevens van de aanvrager: |
Katholiek Onderwijs Deurne(Antwerpen) met als contactadres Palinckstraat 57 te 2100 Deurne (Antwerpen)en de heer Kris Bernaerts met als adres Palinckstraat 57 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Ligging van het project: |
Herentalsebaan 480 - 482 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 31sectie B nrs. 427T14 en 427V15 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
vellen van twee bomen |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 24/05/2017: vergunning (2017626) voor het uitbreiden van bestaande luifel, afbraak van een bestaande houten luifel en bouwen nieuwe, plaatsen van een sectionaal poort.
Huidige toestand
- braakliggend terrein met hoogstammige bomen.
Gewenste toestand
- vellen van 1 populier met een stamomtrek van 1,67 meter en 1 berk stamomtrek 0,91 meter;
- de bomen worden verwijderd omwille van de inrichting van een speelplein.
Inhoud van de aanvraag
- vellen van twee bomen in functie van de aanleg van een speelplein.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen |
2 juli 2019 |
2 juli 2019 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De Herentalsebaan wordt gekenmerkt door grote woningen, een schoolgebouw en een tuincentrum gelegen in een groene omgeving. Bij de woningen en het schoolgebouw is een grote achtertuin aanwezig die gekenmerkt wordt door grote, waardevolle hoogstammige bomen.
Visueel-vormelijke elementen
De boom in voorliggende aanvraag is mede beeldbepalend voor verschillende achtertuinen. Er is plaats om een nieuwe boom aan te planten.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De bedrijfseenheid stadsbeheer/afdeling groen en begraafplaatsen adviseert met volgende afweging:
“De twee bomen mogen geveld worden.
Doordat er een groot verlies is van groenvolume, wilt stad Antwerpen een heraanplanting aan van twee inheemse bomen van minstens eerste grootte. De heraanplanting van deze bomen moeten niet op dezelfde locatie gebeuren en mogen ergens anders op het domein geplaatst worden. Het substraat is ongeschikt voor hoogstammige bomen, dus elke boom zal een geschikte groeiplaats moeten krijgen. Elke boom moet een groeiplaats krijgen die bestaat uit minsten 50 m³ teelaarde of bomengrond (oppervlakte moet minstens 50 m² en de diepte moet minstens 1 m bedragen). De groeiplaats van de nieuwe bomen moet volledig buiten de wortelzone van de bestaande bomen aangelegd worden. Bij de aanplant mag geen schade worden berokkend aan wortelzone, stam of kroon van de bestaande bomen. Zolang het tegendeel niet bewezen is moet aangenomen worden dat de wortelzone van de bestaande bomen minstens dezelfde oppervlakte in beslag neemt als de grootte van de kroonprojectie + 2 m.
Voor advies over de soortkeuze kan u altijd surfen naar www.bomenwijzer.be.
De bestaande zomereik (Quercus robur) die naast de te vellen bomen staat zou nagekeken moeten worden door een erkend boomwerker of boomdeskundige (ETW of ETT) voor het behoud van deze boom. De grondwerken die uitgevoerd zijn rond deze boom hebben veel wortelschade aangericht en een boomweker of boomdeskundige weet welke acties er moeten worden uitgevoerd.
Een erkend boomverzorger of boomdeskundige vindt u op deze site: http://www.bomenbeterbeheren.org/etw-ett/.”
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt het advies van de groendienst integraal gevolgd en zullen er voorwaarden aan de vergunning worden gekoppeld.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing gezien deze aanvraag betrekking heeft op het vellen van bomen.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. een heraanplant aan van twee inheemse bomen van minstens eerste grootte ergens op het domein van de school ten laatste het eerste plantseizoen na de kap van de betrokken bomen;
2. elke nieuwe boom moet een groeiplaats krijgen die bestaat uit minsten 50 m³ teelaarde of bomengrond (oppervlakte moet minstens 50 m² en de diepte moet minstens 1 m bedragen). De groeiplaats van de nieuwe bomen moet volledig buiten de wortelzone van de bestaande bomen aangelegd worden;
3. bij de aanplant van de twee nieuwe bomen mag geen schade worden berokkend aan wortelzone, stam of kroon van de bestaande bomen. Zolang het tegendeel niet bewezen is moet aangenomen worden dat de wortelzone van de bestaande bomen minstens dezelfde oppervlakte in beslag neemt als de grootte van de kroonprojectie + 2 meter.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
13 juni 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
2 juli 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
31 augustus 2019 |
Verslag GOA |
9 augustus 2019 |
naam GOA |
Brenda Dierckx |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. een heraanplant aan van twee inheemse bomen van minstens eerste grootte ergens op het domein van de school ten laatste het eerste plantseizoen na de kap van de betrokken bomen;
2. elke nieuwe boom moet een groeiplaats krijgen die bestaat uit minsten 50 m³ teelaarde of bomengrond (oppervlakte moet minstens 50 m² en de diepte moet minstens 1 m bedragen). De groeiplaats van de nieuwe bomen moet volledig buiten de wortelzone van de bestaande bomen aangelegd worden;
3. bij de aanplant van de twee nieuwe bomen mag geen schade worden berokkend aan wortelzone, stam of kroon van de bestaande bomen. Zolang het tegendeel niet bewezen is moet aangenomen worden dat de wortelzone van de bestaande bomen minstens dezelfde oppervlakte in beslag neemt als de grootte van de kroonprojectie + 2 meter.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.