Terug
Gepubliceerd op 26/08/2019

2019_CBS_06608 - Omgevingsvergunning - OMV_2019054050. Van Steenlandstraat 88 . District Borgerhout - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 23/08/2019 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Tom Meeuws, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Jinnih Beels, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_06608 - Omgevingsvergunning - OMV_2019054050. Van Steenlandstraat 88 . District Borgerhout - Goedkeuring 2019_CBS_06608 - Omgevingsvergunning - OMV_2019054050. Van Steenlandstraat 88 . District Borgerhout - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019054050

Gegevens van de aanvrager:

Anky en Rik De Frangh - Geijsels met als contactadres Van Steenlandstraat 88 te 2140 Borgerhout (Antwerpen)

Ligging van het project:

Van Steenlandstraat 88 te 2140 Borgerhout (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 26sectie B nr. 998T2

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          01/01/1950: vergunning (179#729) voor verbouwing;

-          10/09/1946: vergunning (179#10724) voor verbouwing;

-          15/10/1946: vergunning (1276#317) voor het vergroten van het in opbouw zijnde magazijn. 

Vergunde/vergund geachte toestand

-          eengezinswoning in gesloten bebouwing bestaande uit twee en halve bouwlaag;

-          opgebouwd volgens het bel-etageprincipe, de garage bevindt zich half-ondergronds;

-          kroonlijsthoogte 7,44m, bouwdiepte gelijkvloers 14,29m, bouwdiepte 1ste verdieping 12m;

-          wit bepleisterde gevel met donker buitenschrijnwerk. 

Huidige toestand

-          gelijkvloerse uitbreiding tegen de rechter perceelsgrens. 

Gewenste toestand

-          eengezinswoning met drie en een halve bouwlaag onder plat dak; 

-          nieuw volume op het hoofdgebouw en inrichting van dakterras aan de straatzijde;

-          gewijzigde verticale circulatie naar nieuw niveau;

-          wijzigingen aan voorgevel ter hoogte van 1ste verdieping;

-          uitbreiding op het gelijkvloers tegen rechter perceelsgrens. 

Inhoud van de aanvraag

-          uitbreiden van het volume:

  • extra bouwlaag op het hoofdgebouw met dakterras aan straatzijde; 
  • nieuwe trap van 1ste naar 2de verdieping;
  • nieuw volume op gelijkvloers tegen rechter perceelgrens; 

-          wijzigingen van de voorgevel:

  • het terras van de 1ste verdieping wordt mee opgenomen in de leefruimte;
  • het raam 1ste verdieping wijzigt qua indeling; 

-          aanleg van groendaken op alle platte daken.  

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

26 juni 2019

17 juli 2019

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:

  • artikel 27 Open ruimte: bij toename van de bebouwde grondoppervlakte moet minimaal 20% van de oppervlakte van het perceel op het niveau van het maaiveld onbebouwd zijn. Deze 20% dient zich te bevinden in de zone voor zij-, achtertuinen en binnenplaatsen. De perceelsoppervlakte is 199 m², de binnenplaats slechts 37 m² waar deze 39 m² moet zijn.  De helft van de open ruimte werd verhard, terwijl deze zoveel mogelijk als onverharde ruimte ingericht moet worden en als groene ruimte aangeplant moet worden.

 

Sectorale wetgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Voorliggende aanvraag is strijdig met artikel 27 van de Bouwcode dat een minimum van 20% open ruimte op het maaiveldniveau oplegt om de leefbaarheid binnen bouwblokken te vergroten. Omdat dit echter in de bestaande toestand reeds zo was en slechts een geringe afwijking wordt vastgesteld kan hier een afwijking worden toegestaan met toepassing van artikel 3 van de Bouwcode. De open ruimte dient wel zoveel mogelijk groen en onverhard gehouden te worden. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en blijft verenigbaar met de omgeving die gekenmerkt wordt door de aanwezigheid van hoofdzakelijk woningen.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Een extra bouwlaag is ruimtelijk aanvaardbaar, de voorgestelde bouwdieptes en -hoogtes staan in verhouding met de dimensies van het volledige bouwblok en zijn in dit opzicht in harmonie met de voorkomende korrel in de onmiddellijke en ruimere omgeving.

Volgens de bijgevoegde visualisaties wordt de helling naar de garage aangepast. Deze wijzigingen zijn niet eenduidig aangeduid op de plannen en sneden. Alle wijzigingen hieromtrent worden bijgevolg uitgesloten.

Cultuurhistorische aspecten

Er werd advies ingewonnen bij de stedelijke dienst monumentenzorg dat luidt als volgt: “Het pand is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, vastgesteld bij besluit van de administrateur-generaal van 29 maart 2019. De vaststelling van de inventaris van het bouwkundig erfgoed zorgt ervoor dat er een eenduidige en overzichtelijke lijst van het gebouwd patrimonium in Vlaanderen bepaald is. Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten.

 

De wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw en/of constructie wordt onderworpen aan de wenselijkheid van behoud. Het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.

Conform art. 5§2 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober 2014 moet de beschrijvende nota van de bouwaanvraag voldoende informatie bevatten over het cultuurhistorisch profiel van de aanwezige elementen zodat vergunningverlenende overheid deze kan afwegen.

Modernistisch burgerhuis, gebouwd als architectenwoning voor de visionaire en utopische architect Julien Schillemans naar een eigen ontwerp uit 1930. In dat oorspronkelijke ontwerp waren vier bijkomende bouwlagen met appartementen voorzien, maar deze werden nooit uitgevoerd. Hoewel het ontwerp nooit volledig gerealiseerd geraakte en het woonhuis later verschillende aanpassingen onderging, vormt het naast de kunstenaarswoning van Lode Vleeshouwers en Angèle Simonart een van de zeldzaam bewaarde relicten van Schillemans’ in eigen naam ontworpen gebouwde oeuvre.

Hoewel Schillemans al in 1928 toelating kreeg voor zijn vooruitstrevende modernistische project op de grens van Deurne en Borgerhout, werden naar aanleiding van juridische geschillen tussen de 'Maatschappij Borgerhout-Uitbreiding' en de gemeente Borgerhout over de verkavelde percelen bouwovertredingen vastgesteld die leidden tot het stilleggen van de werken. Onder meer het gebruik van beton in plaats van het baksteenmetselwerk, in het bijzonder voor de scheimuren, resulteerden in 1930 in een nieuwe aanvraag en toelating, waarbij Schillemans het ontwerp licht wijzigde. De volledig in gewapend beton uitgevoerde en maximaal met glas opengewerkte constructie voorzag in een eigen woning van twee bouwlagen hoge met afzonderlijke toegang en radicaal open plan met centrale spiltrap, en daarboven nog eens vier bijkomende bouwlagen met telkens één appartement. De betonnen muren zouden gestort zijn geweest in benzinebussen, illustratief voor zijn zoektocht naar eigen bouwsystemen.

Door geldgebrek werd slechts de eigen wooneenheid opgetrokken en ingericht, waarbij van de appartementen enkel de toegang ter hoogte van de eerste verdieping werd gerealiseerd. Uiteindelijk noopte de economische crisis in de jaren 1930 ook tot verkoop van zijn woning. In 1946 werd links van de woning in Deurne in opdracht van de toenmalige eigenaar Raymond Van Meenen een magazijn aangebouwd voor de opslag van sigarettenpapier. In 1950 liet hij ook de kelderverdieping en voortuin aanpassen in functie van een garage met inrit langs de straat.

De architectenwoning is gelegen in het centrale, tot driehoek verbrede gedeelte van de straat, waar de rijhuizen voorafgegaan zijn door voortuinen. Het uitgesproken modernistische, wit bepleisterde ontwerp van het nummer 88 wijkt sterk af van het omringende straatbeeld samengesteld uit eclectische lijstgevels, twee bouwlagen hoge conventionele art-decohuizen en gestandaardiseerde naoorlogse appartementen. De voortuin is afgesloten met lage, witgeschilderde bakstenen muren tussen met blauwe natuursteen gedekte pijlers, die net als de trap naar de verhoogde toegang en de garage-inrit later toegevoegd of vervangen zijn. Naar model van de oorspronkelijke metalen elementen in de voorgevel is een dubbele buisvormige balustrade voorzien. De verharding is vernieuwd met flagstones in het pad naar de toegang, en betonstenen voor de inrit naar de garage in het souterrain. De tussengelegen, witgepleisterde plantvakken zijn mogelijk nog oorspronkelijk.

Met een gevelbreedte van vier traveeën, omvat de rijwoning twee bouwlagen onder een plat dak. De volledig in gewapend beton opgetrokken constructie, oorspronkelijk met magere, stalen vensters, vormt een zeldzame toepassing van het puristische, internationaal georiënteerde modernisme in Vlaanderen, waar vooral baksteenarchitectuur en het ‘romantische kubisme’ van de Nederlandse architect Willem Marinus Dudok navolging kregen. Het getuigt daarmee van de contacten die Julien Schillemans tijdens zijn studies in het buitenland onderhield met onder meer Le Corbusier, Walter Gropius, Ludwig Hilbersheimer en Ernst May.

Het gevelontwerp toont een voor het modernisme typerend geometrisch volumespel met sterk variërende bouwlijn, waarbij ook de luifels, balkons en de roedeverdeling van het thans vervangen schrijnwerk ingezet zijn. De indeling is tegenover het ontwerp uit 1930 licht gewijzigd uitgevoerd en later is ook het oorspronkelijk doorlopende bandvenster in de uiterst linkse travee opgedeeld.

Het gevelbeeld is gedomineerd door een centrale, hoger uitgewerkte en risaliterende travee die met uitzondering van de eenvoudige rechthoekige toegang tot het woonhuis op straatniveau volledig blind is, geflankeerd door een terugspringende venstertravee met balkvormige betonnen balkons, het geheel afgelijnd door twee smalle uiterste traveeën. Rechts is deze sterk terugspringende smalle travee uitgewerkt als een verhoogde en verdiepte toegang tot de nooit uitgevoerde appartementen, voorzien van betonnen luifel en van de blinde travee gescheiden door een vooruitspringende gevelhoge muurpost. De verdieping is geopend door een verticaal bandvenster. Aan de andere zijde van de blinde travee zijn boven de in 1950 toegevoegde garagetoegang in het souterrain, de smalle en brede venstertravee uitgewerkt in eenzelfde gevelvlak, waarbij beide verdiepingen symmetrisch behandeld zijn en de smalle verticale bandvensters identiek zijn aan deze in de uiterst rechtse travee. De gevel is beëindigd met vermoedelijk betonnen dekstenen. De drie gevelvlakken zijn gemarkeerd door verhoogde posten met getrapte, ter hoogte van de centrale blinde travee dubbel ingesnoerde betonnen en later toegevoegde gevelbekroningen, waartussen boven de kroonlijst dubbele metalen buisleuningen die ook aangewend zijn in de roosters van de deur- en poortvleugels, en als vensterbalustrades in de meest linkse travee.

Het stalen vensterschrijnwerk met magere roeden in de voorgevel is volledig vervangen, in de brede venstertravee met onaangepaste T-vormige roedeverdeling. De houten poort- en deurvleugels met getraliede en met gehamerd glas ingevulde lichten, voorzien van verchroomde bolvormige deurknoppen, dateren nog van 1950.

Het bouwplan uit 1930 en bewaarde foto’s van de ingerichte woning tonen een plattegrond gericht op maximale transparantie en licht. Op de begane grond is de inkomhal door een centrale spiltrap en wand met ingemaakte zitbank gescheiden van een verdiepte living tegen de voorgevel, die deel uitmaakt van een over de hele diepte van de woning opengewerkte leefruimte. Achteraan geeft deze leefruimte met schuifdeuren uit op het terras en de kleine wilde tuin met muren voorzien van bepleisterde banden. Ze is daarnaast verbonden met de ronde beglaasde risaliterende loggia achter de keuken in de rechtse travee, van de leefruimte gescheiden met doorgeefluiken. Op de verdieping is aan straatzijde een open werkruimte door een op de circulatie van de appartementen aansluitende trap en een badkamer gescheiden van een kleine en grote slaapkamer tegen de achtergevel. De kelder was oorspronkelijk opgedeeld in drie grote ruimtes, bereikbaar via de centrale spiltrap. Voor de aanpassing tot garage is één van de scheidswanden deels gesloopt, en is het oorspronkelijke bandvenster tegen de straat vervangen door een straattoegang met drie poortvleugels.

 

Conform art. 5§2 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober 2014 moet de beschrijvende nota van de bouwaanvraag voldoende informatie bevatten over het cultuurhistorisch profiel van de aanwezige elementen zodat vergunningverlenende overheid deze kan afwegen. Een dergelijke nota is niet aanwezig in het dossier, evenmin wordt er op een andere manier rekenschap gegeven van de erfgoedwaarde van het pand.

De stedelijke dienst monumentenzorg adviseert om uiterst omzichtig om te springen met deze vrijwel unieke realisatie van Schillemans. De opmaak van een bouwhistorische nota kan daarbij een basis vormen.

 

Bij de dakuitbreiding is er vanuit de stedelijke dienst monumentenzorg geen bezwaar. Schillemans ontwierp het gebouw immers met niet minder dan vier bijkomende bouwlagen.

De voorziene opvulling tussen beide balkons is echter niet wenselijk. Deze ingreep vervlakt het typerende geometrische volumespel van Schillemans en neemt de traditionele erkertypologie over van de conventionele bebouwing in de straat waarmee Schillemans net wilde contrasteren.

 

De stedelijke dienst monumentenzorg adviseert dan ook voorwaardelijk gunstig, indien het ontwerp van de erker verlaten wordt.”

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt worden de aandachtspunten van de dienst monumentenzorg integraal bijgetreden en opgenomen als voorwaarde bij de vergunning.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Er werden geen bezwaren ingediend tijdens de bevraging van de omwonenden. De toevoeging van de technische volumes op het dak geven geen noemenswaardige negatieve gevolgen voor de privacy en de bezonning van de aanpalende percelen.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de open ruimte op maaiveldniveau conform artikel 27 van de bouwcode zoveel mogelijk groen en onverhard aanleggen;

2.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

 

Uitsluitingen

De glazen invulling tussen beide balkons wordt uitgesloten uit de vergunning, alsook alle wijzigingen in de helling naar de garage.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

5 juni 2019

Volledig- en ontvankelijk

26 juni 2019

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

25 augustus 2019

Verslag GOA

9 augustus 2019

naam GOA

Christel Bogaerts

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de open ruimte op maaiveldniveau conform artikel 27 van de bouwcode zoveel mogelijk groen en onverhard aanleggen;

2.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

 

Uitsluitingen

De glazen invulling tussen beide balkons wordt uitgesloten uit de vergunning, alsook alle wijzigingen in de helling naar de garage.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.