Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019037316 |
Gegevens van de aanvrager: |
Autonoom Gemeentebedrijf Stedelijk Onderwijs Antwerpen met als adres Lange Gasthuisstraat 15 te 2000 Antwerpen |
Gegevens van de exploitant: |
Autonoom Gemeentebedrijf Stedelijk Onderwijs Antwerpen met als adres Lange Gasthuisstraat 15 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Offerandestraat 54-64 en Bisschopstraat 61-67 te 2060 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
Antwerpen afdeling 8 sectie H nrs. 567T12, 567K13, 567A11, 567R13 en 572P9 |
Inrichtingsnummer: |
20190326-0041 (Basisschool de Bijtjes) |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten. |
Voorwerp van de aanvraag: |
omvormen van een kleuterschool naar een basisschool |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Huidige toestand
- kleuterschoolgebouw;
- 3 bouwlagen en een plat dak;
- tussen het schoolgebouw en de Bisschopstraat ligt een groot binnengebied dat volledig wordt ingenomen door het speelterrein voor de kleuterschool;
Gewenste toestand
- omvormen van de huidige kleuterschool naar een basisschool en een kleuterschool;
- bouwen van een schoolgebouw aan de Bisschopstraat.
Inhoud van de aanvraag
- omvormen van de huidige kleuterschool met 300 leerlingen naar een basisschool met 200 leerlingen kleuterschool en 300 leerlingen lagere school;
- het gebouw aan de Offerandestraat wordt op alle bovengrondse niveaus volledig gerenoveerd, de enige uitzondering is de diepste achtergevellijn op verlaagde pas, deze trekt zich ongeveer 1,9 meter terug ten opzichte van het bestaande volume;
- bouwen van een schoolgebouw aan de Bisschopstraat;
- het gebouw aan de Bisschopstraat sluit aan op de kroonlijst van de rechterbuur (nr. 67);
- alle nieuwe daken die geen speelplaats zijn, worden aangelegd als extensief groendak;
- de gevel aan de Bisschopstraat wordt afgewerkt met een licht gekleurd metselwerk, een plint in natuursteen en een teruggetrokken daklaag in glas.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 8 februari 2001 werd aan het gemeentebestuur van Antwerpen vergunning verleend voor exploitatie van een kleuterschool (MLAV1/00-415). Op 15 december 2017 werd deze vergunning vervangen door een melding klasse 3 met referentie MV2017/578 voor exploitatie van dezelfde school.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gevraagd voor |
3.2.2°a) |
het lozen van meer dan 600 m³ per jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; |
1.500 m³/jaar |
12.2.1° |
transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; |
400 kVA |
16.3.1.1° |
inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen) - koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
60 kW |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; |
200 liter |
43.1.1°b) |
het stoken in installaties, met uitzondering van stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 2.000 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een ander gebied dan industriegebied en gestookt wordt met aardgas. |
430 kW |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
16 mei 2019 |
31 mei 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ energie en milieu Antwerpen/ luchtkwaliteit en geluid |
16 mei 2019 |
13 juni 2019 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
16 mei 2019 |
20 mei 2019 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: artikel 1 zone voor wonen - (wo) en artikel 4 zone voor maatschappelijke functies - (ma1).
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgend(e) punt(en):
- artikel 1.7.1 Open ruimte, tuinen en terrassen: De open ruimte van de nog schaarse aanwezige binnenplaatsen en tuinen moet zorgvuldig bewaard blijven. Bij uitbreidingen of toevoeging van bijgebouwen moet het percentage open ruimte/bebouwde ruimte per perceel vergroten of gelijk blijven.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend(e) punt(en):
- Volgens de gegevens in het hemelwaterformulier zijn de daken van de nieuwe en herbouwde gebouwdelen slechts 503m² (groendaken half gerekend). Op basis van de informatie op de plannen ligt dit eerder rond de 650m². Hierbij worden de eventuele luifels bij de kleuterspeelplaats zelfs nog niet geteld, aangezien uit de plannen en snedes niet eenduidig kan afgeleid worden of deze zullen worden uitgevoerd;
- Volgens de gegevens in het hemelwaterformulier zijn de daken van de behouden gebouwdelen 328m² (groendaken half gerekend). Op basis van de informatie op de plannen ligt dit eerder rond de 600m²;
- De voorziene infiltratievoorziening is kleiner dan minimaal noodzakelijk volgens de verordening. Er wordt geen buffervoorziening geplaatst. Hiervoor wordt een motivatie aangereikt, maar deze bevat geen verantwoording waarin wordt aangetoond dat de oplossing voldoende buffer- en infiltratiecapaciteit heeft;
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten volgens het advies van de Inter dat is toegevoegd aan het dossier:
- artikel 22: De deur van het aangepast toilet naast de bewegingsruimte moet een ruwbouwbreedte van minimum 105 cm hebben zodat na afwerking een netto vrije doorgangsbreedte van min. 90 cm wordt gegarandeerd;
- artikel 20: Alle nieuwe trappen en treden moeten leuningen aan beide zijden hebben die doorlopen op de bordessen en voorbij de eerste en laatste trede min. 40 cm horizontaal doorlopen alvorens af te buigen naar de wand of de vloer;
- artikel 29/2 – 33: In het aangepast toilet op niveau 3 is er geen vrije opstelruimte van min. 120 cm voor het toilet. In het toilet zelf kan er rakend aan het deurblad geen draaicirkel van 150 cm diameter gemaakt worden. Plaats de wastafel op de korte wand diagonaal ten opzichte van het toilet. Spiegel de deur en schuif de deur op richting wastafel; In het aangepast toilet naast de bewegingsruimte is er door het kleutertoilet geen 120 cm vrije opstelruimte voor het toilet. Plaats het kleutertoilet op dezelfde wand als de wastafel
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
- artikel 17: Behoud van groen: aanwezige bomen moeten maximaal behouden blijven, slechts één hoogstammige boom blijft echter behouden;
- artikel 27: Open ruimte: de tuin moet zoveel mogelijk groen en onverhard gehouden worden. Bijna het volledige terrein wordt verhard;
- artikel 30: Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen: er wordt een parkeerbehoefte gegenereerd die niet op het terrein wordt opgelost;
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Door een nieuwbouwvolume te plaatsen in het binnengebied, wijkt de aanvraag af van de voorschriften van het geldende ruimtelijk uitvoeringsplan ‘2060’ waarin gesteld wordt dat de open ruimte in de tuinzone zorgvuldig bewaard moet blijven. Conform artikel 4.2 van ditzelfde uitvoeringsplan kan voor deze gemeenschapsfunctie een afwijking worden toegestaan aangezien het nieuw gebouw dermate is ingeplant dat de impact op de open karakter van het binnengebied minimaal is.
Met behulp van artikel 3 van de bouwcode kan ook een afwijking worden toegestaan op artikel 27 van de bouwcode. De heraanleg van de speelplaatsen is ondanks de grote hoeveelheid verharding een duidelijke verbetering ten opzichte van de bestaande verharding in betonklinkers. De nieuwe aanleg voorziet in waterdoorlatende kleiklinkers met open voegen en duidelijk omlijnde groenperken waarin het groen beschermd kwalitatief kan groeien.
Een afwijking wordt aangevraagd voor de gewestelijke verordening hemelwater. In afwijking van de wettelijke bepaling voor de berekening van de dakoppervlakte worden de groendaken niet meegeteld (wettelijk mogen deze voor de helft gerekend worden). De motivatie hiervoor bestaat uit een minimaal buffervolume van 35 liter per vierkante meter dat voorzien wordt bij de groendaken. Zelfs na aftrek van deze groendaken blijkt er onvoldoende plaats in de grond om de noodzakelijke infiltratievoorziening te plaatsen. Slechts 2/3de van de (creatief) berekende infiltratieoppervlakte wordt voorzien. Een correcte berekening van de hemelwatertoets zou leiden tot een infiltratievoorziening met een minimaal volume van ongeveer 25.000 liter en een infiltratie-oppervlakte van 40m². Zelfs wanneer we rekening houden met een verhoogde waterbuffering in de groendaken is de voorziene oplossing met 5000 liter inhoud en 16m² oppervlakte ruim ontoereikend. Als voorwaarde voor vergunning wordt daarom opgelegd om de infiltratievoorziening minstens te verdubbelen.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat het wijzigen van een bestaande kleuterschool naar een basis- en kleuterschool met 200 kleuters en 300 leerlingen lagere school. Het bestaande gebouw aan de Offerandestraat wordt gerenoveerd. Aan de Bisschopstraat en in het binnengebied worden nieuwe bouwvolumes geplaatst. Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. Het project kadert dan ook binnen het plan van de stad om een moderne schoolinfrastructuur te bouwen, aangepast aan de moderne onderwijsprincipes en meervoudig gebruik van de gebouwen. Het project is functioneel inpasbaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 6 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van het aantal klassen. Momenteel is er een kleuterschool met 300 leerlingen. Deze wordt verbouwd tot een basisschool met 200 kleuters en 300 lagere school kinderen. Dat is een uitbreiding met 200 leerlingen. Dit zijn 8 bijkomende klassen. 8 klassen dus 8 x 0.75/klas = 6. De werkelijke parkeerbehoefte is 6.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
Het voorzien in de werkelijke parkeerbehoefte zou namelijk een aanzienlijke negatief effect hebben op de kwaliteit van de open binnenruimte van het perceel.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 6.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 6. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 6 plaatsen.
|
Fietsvoorzieningen
Voor de 8 bijkomende klassen (lagere school) dienen 72 fietsstalplaatsen voorzien te worden (8 x 9/klas = 72). De aanvraag voorziet in totaal 141 fietsstalplaatsen in de ondergrondse fietsenberging die bereikbaar is via een bordestrap met fietsgoot. Van de 141 fietsstalplaatsen dienen er 97 gestald te worden via een ophangsysteem.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het te renoveren gebouw langsheen de Offerandestraat blijft qua bouwhoogte ongeveer hetzelfde in de gewenste toestand. De kroonlijst blijft op 14,16m en het hoogste punt van de teruggetrokken daklaag bedraagt 18,48 m tegenover 17,80m in de bestaande toestand. In de verlaagde pas van het gebouw vermindert de bouwdiepte beperkt tegenover de bestaande toestand. Verder wordt er op het dakvolume aan de rechterzijde een volume toegevoegd. De beperkte volumewijzigingen aan het te renoveren gebouw zijn niet storend voor de omgeving en zijn stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Gekoppeld via een toegang aan het bestaande te renoveren gebouw wordt een nieuw gebouw geplaatst in het binnengebied. Het betreft een gebouw met vier kleuterklassen en een leerstraat in 1 bouwlaag met een hoogte van maximaal ongeveer 5,90m en een maximale bouwdiepte van ongeveer 12,20m (inclusief leergang). De impact van dit bouwvolume is gering in het binnengebied door de beperkte bouwhoogte en bijgevolg aanvaardbaar.
Langsheen de Bisschopstraat wordt een bouwvolume geplaatst dat gedraaid staat tegenover de straat om zo een doorgang naar het binnengebied te voorzien. De bouwhoogte aan de linkerzijde bedraagt 15,47m, een verschil van 1,38m tegenover de linkerwoning. Een bouwhoogte van in totaal 15,47 is kenmerkend in de Bisschopstraat en bijgevolg aanvaardbaar. Aan de rechterzijde wordt de bouwhoogte van de rechterwoning (nr.67) overgenomen. De maximale bouwdiepte bedraagt 17,70m.
Visueel-vormelijke elementen
Door het toepassen van aluminium schrijnwerk en aluminium plaatmateriaal is er in zowel de voor- als achtergevel van het te renoveren gebouw langs de Offerandestraat een verticale en horizontale geleding aanwezig die wordt geapprecieerd. De voorgevel wordt voorzien van figuurglas tegenover circulatieruimtes. Verder worden de voor- en achtergevel voorzien van een lichtkleurige keramische tegel.
Het nieuwe gebouw langsheen de Bisschopstraat wordt opgetrokken in dezelfde materialen. Enkel worden de lichtkleurige keramische tegels vervangen door een gevelsteen.
De gewenste materialen en vormelijke elementen werden voorgelegd aan de stedelijke welstandscommissie. Het ontwerp werd gunstig bevonden. Bijgevolg kan er vanuit stedenbouwkundig oogpunt een gunstig advies worden uitgebracht
Bodemreliëf
Het reliëf wordt aangepast door met verlaagde passen te werken, trappen te voorzien in het binnengebied en verhoogde muurtjes te plaatsen om de grondkering op te vangen. Het aanpassen van het reliëf heeft geen negatieve gevolgen, mits er maximaal rekening gehouden wordt met de wortelzone van de Plataan en de Linde/ Vleugelnoot (zie hinderaspecten) in het binnengebied.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De gebouwen aan de straatzijden worden beide voorzien van een levendige plint door een refter enerzijds en een slaapklas anderzijds aan de straatkant te voorzien. Op die manier is er regelmatig contact mogelijk tussen de straatzijde en de gebruikers van het schoolgebouw (leerlingen, leerkrachten, onderhoudspersoneel, …) waardoor de levendigheid van de straat niet in het gedrang komt en het gebouw zich inpast in de omgeving. Iedere klasruimte heeft voldoende daglichtinval via grote langwerpige of lange horizontale ramen zodat het gebruiksgenot van iedere klasruimte wordt gegarandeerd.
Kinderen zijn extra gevoelig voor luchtverontreiniging en omgevingslawaai. Langdurige blootstelling kan leiden tot blijvende lichamelijke schade, slaapstoornissen of verstoring van spraak- en leervermogen. Daarom wordt bij de adviesverlening in het kader van planning/verbouwing van een school rekening gehouden met de specifieke lokale omstandigheden op het vlak van luchtkwaliteit en geluidshinder. De beoordeling gebeurt op basis van een kader dat op 2 mei 2018 door het college van burgemeester en schepenen van de stad Antwerpen werd goedgekeurd (2018_CBS_04164).
Langs de zijde van de Offerandestraat is de locatie onderhevig aan concentraties NO2 van 21-30 µg/m³. Langs de Bisschopstraat is de locatie onderhevig aan concentraties NO2 van 31-35 µg/m³. Bij toepassing van het beoordelingskader wordt in deze situatie gunstig geadviseerd voor het aspect luchtkwaliteit.
Volgens de geluidsbelastingskaart Lden is de school voor het grootste deel gelegen in een zone met geluidsniveaus lager dan 60 dB(A). Het perceel aan de straatzijde van de Bisschopstraat is evenwel onderhevig aan geluidsniveaus van 55 tot 64 dB(A). Momenteel is er op deze plaats nog geen bebouwing. In het nieuwe gebouw aan de Bisschopstraat is op het gelijkvloers een slaapklas (125 m²) gelegen (zie plan BA_BBA_P_N_B00). Bij toepassing van het beoordelingskader wordt in deze situatie gunstig mits voorwaarden geadviseerd voor het aspect geluidshinder.
In de voorliggende aanvraag werd een nota toegevoegd met een inventaris van de bestaande bomen op het perceel. Volgens de nota zijn er in totaal 10 bomen aanwezig, waarvan 6 hoogstammen. De aanvrager wil 8 bomen rooien, 1 boom mogelijks verplanten (Hazelaar) en 1 boom (Plataan) behouden. Volgens de bouwcode (artikel 17) dienen aanwezige bomen maximaal behouden te blijven omdat groen een niet te onderschatten positief effect heeft op de leefkwaliteit en de ecologische waarde van de stad. Het is van belang om het aantal hoogstammige bomen op peil te houden, net omdat deze erg moeilijk vervangbaar zijn. Op basis van de nota kan akkoord gegaan worden met 6 van de 8 te rooien bomen wegens voldoende gemotiveerd. Het rooien van de overige 2 bomen, een Linde en Vleugelnoot, kan wegens de foutieve en incorrecte motivatie niet worden toegestaan. Volgens de nota zou de Linde (nr. 3 in de nota) gerooid moeten worden wegens zijn matige gezondheid, niet natuurlijke kroonvorm en om plaats te vrijwaren voor de te behouden Plataan. Afgaande op het bijgeleverde fotomateriaal verkeert de Linde echter in een voldoende gezonde toestand om te behouden en zijn er geen verschijnselen die wijzen op een ‘matig’ gezonde toestand, heeft de onnatuurlijke kroonvorm geen gevolg op de ecologische waarde en de vele positieve effecten van de boom voor de omgeving en heeft de Plataan meer dan voldoende plaats om verder uit te groeien in een gezonde toestand. Het vrijwaren van stamopslag zou voldoende moeten zijn om de Linde in het omgevingsontwerp in te passen. De Vleugelnoot (nr. 7 in de nota) zou volgens de nota gerooid moeten worden omdat hij ‘zeer dicht’ tegen de perimeter van het nieuwe gebouw (sporthal/ refter) staat. Het behouden van de Vleugelnoot zou het insnoeien van de kruin betekenen waardoor de boom waarschijnlijk zijn kroonwaarde en vitaliteit zal verliezen. Afgaande op het inplantingsplan staat de Vleugelnoot op ongeveer 3m van het nieuwe gebouw (sporthal/refter). Een afstand van 3m tegenover de hoek van het gebouw is voldoende om de waardevolle boom te behouden. De motivatie in de nota om de Vleugelnoot te rooien omdat de boom bij behoud de kroonwaarde en vitaliteit waarschijnlijk zal verliezen berust echter op een veronderstelling. De ecologische en natuurlijke waarde van de Vleugelnoot is echter te groot om af te gaan op een veronderstelling. Het naastgelegen gebouw heeft geen diepe fundering, waardoor het wortelgestel nagenoeg niet aangetast wordt. Wel wordt er vlak tegen de stam van de Vleugelnoot een septische put en enkele leidingen (HWA, DWA en FWA) voorzien. Afgaand op de plannen vormt het geen probleem om de septische put buiten de wortelzone van de Vleugelnoot te voorzien en om de leidingen in een bocht om de wortelzone te leggen. Dit wordt als voorwaarde in de vergunning opgenomen.
Omwille een foutieve en incorrecte motivatie van de Linde en Vleugelnoot wordt in voorwaarde opgenomen om beide bomen te behouden en beschermen tijdens de werfperiode, conform artikel 18. Het ontwerp van de buitenruimte dient aangepast te worden op het behoud van beide bomen. Ook de te behouden plataan, zoals opgenomen in de nota, dient beschermd te worden conform artikel 18.
Inzake toegankelijkheid dient de aanvraag te voldoen aan artikel 20, 22 en 29/2 – 33 van de verordening toegankelijkheid. Zo dient de deur van het aangepast toilet naast de bewegingsruimte (gebouw Bisschopstraat) een doorgangsbreedte van min. 90cm te hebben en dient er een 120cm vrije opstelruimte te zijn voor het toilet. Dit kan door het toilet aan de kant van de wastafel te plaatsen. Ook het toilet op niveau 3 van het gebouw langsheen de Offerandestraat dient van een vrije opstelruimte van 120cm te worden voorzien. In het toilet zelf kan er rakend aan het deurblad geen draaicirkel van 150 cm diameter gemaakt worden. Plaats de wastafel op de korte wand diagonaal ten opzichte van het toilet. Spiegel de deur en schuif de deur op richting wastafel. Tot slot dienen alle trappen te worden voorzien van een leuning aan beide zijden en dienen ze door te lopen op de bordessen.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
De aanvraag omvat het omvormen van de huidige kleuterschool met 300 leerlingen naar een basisschool met 200 leerlingen in de kleuterschool en 300 leerlingen in de lagere school. Dit project kadert binnen het plan van de stad Antwerpen om een moderne schoolinfrastructuur uit te bouwen, aangepast aan de moderne onderwijsprincipes, rationeel energieverbruik en meervoudig gebruik van de gebouwen.
In een eerste fase (januari 2020 – juni 2021) wordt het nieuwe turngebouw aan de Bisschopstraat en het nieuwe middengebouw voor de kleuters gerealiseerd. De tweede fase (september 2021 – september 2023) dient voor afbraak, renovatie en uitbreiding van het bestaande schoolgebouw aan de Offerandestraat. Tussen de twee hoofdfasen verhuist de school van het bestaande schoolgebouw naar de nieuwbouw. Eerst (september 2021 – september 2023) zal dit een tijdelijke invulling zijn. Om de school in deze twee jaar durende periode werkbaar te houden, zullen bijkomende containers geplaatst worden voor het sanitair van de leerlingen, het secretariaat, het bureau van de directie en het bureau zorg & beleidsmedewerker. Deze containers maken geen deel uit van onderhavige aanvraag.
De aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten (IIOA’s) behoren allen tot de derde klasse en zijn enkel meldingsplichtig. Het betreft het lozen van huishoudelijk afvalwater, een transformator, een warmtepomp, drie condenserende modulerende verwarmingsketels en de opslag van een 200-tal liter gevaarlijke producten in kleine verpakkingen. De impact van deze vijf IIOA’s wordt als beperkt ingeschat.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de akoestische prestatie van de straatgevel (inclusief ramen) aan de Bisschopstraat is voldoende om overdag een geluidsniveau in de slaapklas te realiseren van maximaal 30 dB(A) enkel als gevolg van verkeerslawaai. Voor de berekening wordt zonder bijkomende afscherming uitgegaan van een gevelbelasting van 60dB(A). De norm NBN S01-400 is momenteel richtinggevend voor de berekening;
3. de Linde (nr. 3 in nota inventarisatie bomen) en de Vleugelnoot (nr. 7 in nota inventarisatie bomen) behouden en tijdens de werfperiode beschermen, conform artikel 18;
4. de Plataan in het binnengebied tijdens de werfperiode beschermen, conform artikel 18;
5. de septische put aan het gebouw langsheen de Bisschopstraat verplaatsen en de leidingen (HWA, DWA en FWA) verleggen buiten de wortelzone van de Vleugelnoot;
6. op het terrein te voorzien in een infiltratievoorziening voor hemelwater met een minimale inhoud van 10000 liter en een infiltratieoppervlakte van 32m²;
7. bij de afwerking, inrichting en het gebruik van de school met zorg rekening te houden met de beperking van de geluidshinder voor de buren;
8. wijzigingen aan de tuinmuren ten opzichte van de noordwestelijk gelegen tuinen uit te voeren conform de gebouwsneden;
9. alle nieuwe trappen voorzien van leuningen aan beide zijden die doorlopen tot op de bordessen, conform artikel 20 van de verordening toegankelijkheid;
10. de deur van het aangepast toilet (naast bewegingsruimte van gebouw Bisschopstraat) van een netto doorgangsbreedte van minimaal 90 cm voorzien, conform artikel 22 van de verordening toegankelijkheid;
11. in hetzelfde aangepast toilet een opstelruimte van 120cm voorzien, conform artikel 29/2 – 33 van de verordening toegankelijkheid;
12. het aangepast toilet op niveau 3 van het gebouw Offerandestraat van een opstelruimte van 120cm voorzien, conform artikel 29/2 – 33 van de verordening toegankelijkheid.
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt aan de algemene en sectorale vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de wetgeving betreffende de omgevingsvergunning. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Geadviseerd voor |
3.2.2°a) |
het lozen van meer dan 600 m³ per jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; |
1.500 m³/jaar |
12.2.1° |
transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; |
400 kVA |
16.3.1.1° |
inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen) - koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
60 kW |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; |
200 liter |
43.1.1°b) |
het stoken in installaties, met uitzondering van stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 2.000 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een ander gebied dan industriegebied en gestookt wordt met aardgas. |
430 kW |
Gecoördineerde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gecoördineerd |
3.2.2°a) |
het lozen van meer dan 600 m³ per jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; |
1.500 m³/jaar |
12.2.1° |
transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; |
400 kVA |
16.3.1.1° |
inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen) - koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
60 kW |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; |
200 liter |
43.1.1°b) |
het stoken in installaties, met uitzondering van stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 2.000 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een ander gebied dan industriegebied en gestookt wordt met aardgas. |
430 kW |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
16 april 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
16 mei 2019 |
Start openbaar onderzoek |
26 mei 2019 |
Einde openbaar onderzoek |
24 juni 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
28 augustus 2019 |
Verslag GOA |
13 augustus 2019 |
naam GOA |
Bieke Geypens en Wim Van Roosendael |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
26 mei 2019 |
24 juni 2019 |
28 |
0 |
0 |
10 |
Bespreking van de bezwaren
1. Verdwijnen van groen: Het bezwaar tegen het verdwijnen van het groen, inclusief het kappen van 9 van de 11 bomen op de bestaande terrein. Door deze bomen te kappen zal de woon- en leefkwaliteit van de omwonenden dalen. De bomen zorgen o.a. voor een betere luchtkwaliteit, micro-klimaat, waterbeheer en beeldkwaliteit. De aangevraagde werken staat niet in verhouding tot dit verlies aan kwaliteit voor de buurt.
Beoordeling: Een deel van de bestaande bomen bevinden zich in de bouwzone tussen de wachtgevels van de aanpalende gebouwen in de Bisschopstraat. Er is geen stedenbouwkundig bezwaar tegen het vervolmaken van de straatwand met bebouwing die aansluit bij de omgeving, zelfs wanneer hiervoor enkele bomen moeten gekapt worden.
Dit is anders voor de tuinzone. Bij het verlenen van de vergunning kan de vergunning verlenende overheid bij gemotiveerde beslissing beplantingsbepalingen opnemen onder andere met het doel aanplantingen aan te leggen en/of te herstellen.
Volgens artikel 17 van de bouwcode moet namelijk de bebouwing dermate ingeplant worden dat waardevolle bomen maximaal behouden blijven. Hieraan wordt niet helemaal voldaan.
Hoewel de inplanting van het lage gebouwtje met kleuterklassen in de tuinzone met zorg werd ingeplant om de grote plataan maximaal te behouden, is er geen reden om de naastliggende linde en de vleugelnoot te kappen.
Hiervoor zullen bijgevolg voorwaarden opgelegd worden bij de vergunning.
Het bezwaar is deels gegrond;
2. Kwetsbaarheid behouden plataan: Het bezwaar tegen de werken in en rond de grote plataan, de enige bestaande boom die volgens de plannen behouden blijft. Men stelt dat het afgraven van delen van het terrein de gezondheid van deze boom in gevaar brengt, zodat deze waardevolle boom kan sterven en dus verdwijnen.
Beoordeling: De nabije aanleg rond de plataan wordt zorgvuldig bewaard om de boom grote overlevingskansen te bieden. In deze zone worden geen werken gepland. Er is geen reden om aan te nemen dat de boom buitensporige hinder zal ondervinden van de werken. Uiteraard dient de boom tijdens de werken beschermd te worden, zoals ook beschreven in artikel 18 van de bouwcode.
Het bezwaar is ongegrond.
3. Verlies aan luchtkwaliteit: Het bezwaar dat het kappen van de bomen een sterke ontoelaatbare impact heeft op de luchtkwaliteit in de bestaande omgeving. Onderzoek heeft uitgewezen dat de omliggende straten relatief minder luchtvervuiling kennen dan de ruimere omgeving. Dit wordt toegeschreven aan de zuiverende werking van het bomenbestand op de betreffende terreinen. Deze bomen dreigen te verdwijnen.
Beoordeling: Het is correct dat bomen een positieve bijdrage leveren aan de luchtkwaliteit door captatie van CO2 en fijne partikels. De algemene luchtvervuiling is echter hoofdzakelijk afhankelijk van het verkeer in de straten. Het verdwijnen van bomen heeft geen dermate grote impact op de luchtkwaliteit dat de woonkwaliteit van de omgeving in gedrang komt en dat voorliggende aanvraag dient geweigerd te worden.
Het bezwaar is ongegrond.
4. Bebouwing binnengebied: Het bezwaar tegen de geplande nieuwbouw in het binnengebied, waardoor het groene open karakter van de tuinzone verloren gaat. Het verlies aan open ruimte is bovendien strijdig met het ontpittingsbeleid van de stad, zoals beschreven in het geldende RUP en artikel 27 van de bouwcode.
Beoordeling: De aangevraagde nieuwe bouwvolumes in het binnengebied zijn deel van een totale vernieuwing van de site die in de huidige toestand reeds voor een groot deel bestaat uit een verharde speelplaats, weliswaar met enkele bomen. De centrale gebouwen betreffen half verzonken lage volumes met groendaken die een zeer beperkte ruimtelijke impact hebben. Door de lage hoogte en de doordachte aanleg van het terrein, zal de aanvraag geen negatieve invloed hebben op het open karakter van de tuinzone. Het maatschappelijk relevante programma biedt bovendien aanleiding om zulke doordachte afwijkingen op algemene principes stedenbouwkundig toe te laten. Een buitenruimte die, onder meer door het opleggen van extra voorwaarden, voldoende groen blijft door minstens 4 bomen (3 te behouden en 1 nieuw aan te planten), laagblijvende groenaanleg en groendaken. Het klopt dus niet dat de centrale laagbouw buitensporig veel groen doet verdwijnen.
Het bezwaar is ongegrond.
5. Harmonie van het binnengebied: De bezwaarindiener stelt dat de bebouwing in het binnengebied afwijkt van artikel 6 van de bouwcode inzake de harmonie met de omgeving omdat zulke bebouwing niet overeenstemt met het referentiebeeld voor het binnengebied.
Beoordeling: Het gehele binnengebied van het betreffende bouwblok wordt geenszins gekenmerkt door onbebouwde open ruimte. De tuinen van de percelen gelegen aan de Offerandestraat zijn eerder volgebouwde zones voor dieper liggende handelsgelijkvloersen en de tuinen van de percelen gelegen aan de Bisschopstraat zijn eerder open ruimte van de woningen aan deze straat.
De aangevraagde inrichting van het binnengebied sluit voldoende sterk aan bij de omgevingskenmerken en daardoor kan de aanvraag in harmonie met de omgeving beschouwd worden.
Het bezwaar is ongegrond.
6. Geluidsoverlast en verlies aan rustig woongenot: Door de toename van het aantal leerlingen zal er ook een toename zijn van geluidsoverlast. De huidige speelruimte bevindt zich onder een bladerdak. Het geluid zal in de toekomst minder gedempt worden en akoestisch versterkt worden doordat de speelplaatsen zich tussen de gebouwen bevinden. De geluidsoverlast zal de leefbaarheid voor de omwonenden wezenlijk aantasten. Er werd een geluidsstudie opgemaakt door een erkend geluidsdeskundige. Hierin wordt vakkundig de verwachte geluidsimpact van de extra leerlingen ingeschat op een toename tot 28 dB(A) voor alle speelplaatsen samen (overlappend gebruik), uitzonderlijke maxima buiten rekening gehouden. Dergelijke toenamen kunnen zonder enige twijfel als hinderlijk beschouwd worden. Bij een gespreid gebruik van de speelplaatsen zal de geluidsimpact lager liggen, maar ook langer duren. De studie maakt duidelijk dat het billijk is om te vragen dat de bouwheer mogelijke maatregelen laat onderzoeken om de geluidsimpact optimaal te beperken. Overmatig burengeluid kan gepaard gaan met een verhoogd gezondheidsrisico.
Beoordeling: Gelet op de typische configuraties binnen het stedelijk weefsel bestaat er altijd een vorm van geluidshinder, veroorzaakt door de omwonenden waarbij van alle betrokken partijen een zekere tolerantie is vereist. Bovendien gaat het hier om geluidsoverlast die beperkt is in tijd, waardoor de eventuele geluidsoverlast zich niet langdurig voordoet. Vanuit een goed nabuurschap is het evident dat overlast, van welke aard dan ook, steeds beperkt wordt. Het nemen van gepaste maatregelen in onder andere de organisatie van de speelpauze lijkt dan ook een redelijke vraag. Dit betreft echter geen stedenbouwkundig aspect.
Het bezwaar is ongegrond.
7. Geluidshinder polyvalente zaal: De polyvalente zaak en sporthal langs de Bisschopstraat biedt mogelijk geluidsoverlast voor de buurt. De aanvraag bevat geen informatie waaruit blijkt dat hier gepaste voorzorgen tegen worden genomen. Er zijn nochtans tal van voorbeelden die aantonen dat een “normaal” gebouwde polyvalente zaal niet aan de akoestische vereisten voldoen om het gebruik zonder meer toe te staan.
Beoordeling: De bouwfysische afwerking van de gebouwen, inclusief de akoestische prestaties, betreffen strikt gezien geen stedenbouwkundige aangelegenheid. Toch zal een voorwaarde opgelegd worden om op deze wijze de aanvrager attent te maken op deze problematiek.
Het bezwaar is ongegrond.
8. Onvolledige informatie over de mobiliteitseffecten: de omgeving wordt volgens de bezwaarindiener nu al zwaar belast door de Albert Heijn, bezoeker van de winkels in de Offerandestraat en andere scholen in de buurt. In het dossier staat er niet welk effect (verkeerstoename en parkeerdruk) dit zal hebben op het verkeer in de buurt.
Beoordeling: Het klopt dat de aanvrager geen beschrijving maakt van het autoverkeer die de kleuter- en basisschool eventueel zou genereren. Volgens de informatie bij de aanvraag, gaat de aanvrager er namelijk van uit dat het overgrote deel van de gebruikers zich verplaatst via de fiets, step, te voet of een ander niet motorisch rijwiel. Om dit fietsverkeer te stimuleren voorziet de aanvraag in een ruime goed bereikbare fietsenberging aan de hoofdingang langs de Offerandestraat. Aangezien basisonderwijs in het algemeen op buurt- of wijkniveau georganiseerd wordt, kan de inschatting van de aanvrager aanvaard worden dat de impact op het verkeer van geringe aard zal zijn.
Het bezwaar is ongegrond.
9. Mobiliteitseffecten: De toename van het aantal leerlingen van 300 naar 500 heeft een toename van het verkeer rond de school ten gevolg. Dit zal leiden tot verkeersoverlast. Met name aan de nieuwe ingang aan de Bisschopstraat wordt hinder verwacht. De ouders komen hun kinderen met de auto afzetten of ophalen, dit ’s morgens en ’s namiddags. Dit zal leiden tot verkeersopstoppingen en algemene verkeersonveiligheid. Tevens zullen de wachtende auto’s met hun draaiende motors zorgen voor geluidsoverlast.
Beoordeling: De verwachte mobiliteitseffecten zijn relatief gering en zijn beperkt tot bepaalde piekmomenten. In het lager onderwijs zitten voornamelijk kinderen uit de buurt, zodat het aantal gegenereerde autobewegingen eerder beperkt zijn. De verwachte hinder brengt de leefbaarheid van de buurt niet in het gedrang.
Het bezwaar is ongegrond.
10. Foutparkeerders: Het bezwaar tegen de verwachte problematiek van ouders die hun kinderen voor de school afzetten en hierbij auto’s parkeren op de voetpaden, waardoor voetgangers over de weg dienen te stappen met verkeersonveiligheid en stress als gevolg. Ook wordt verwacht dat auto’s zich zullen parkeren voor garagepoorten zodat de bewoners hun eigendom niet kunnen verlaten.
Beoordeling: Het parkeren van wagens op voetpaden is verboden, waardoor de effecten van parkerende wagens op voetpaden niet worden opgenomen in deze beoordeling.
Het bezwaar is ongegrond.
11. Parkeertekort: De uitbreiding van de school zal leiden tot een verhoging van de parkeerbehoefte. Deze worden niet voorzien op het terrein terwijl dit wel mogelijk zou zijn in een parkeerkelder onder de nieuwbouw langs de Bisschopstraat. Zulke verhoging van de parkeerdruk in een parkeerzieke buurt kan niet gemotiveerd worden. De parkeerkelder zou als buurtparking kunnen gebruikt worden.
Beoordeling: Het voorzien van parking op een schoolterrein zorgt voor onoplosbare conflicten in een veilige schoolomgeving. Het gebouw langs de Bisschopstraat is reeds opgevat als multifunctioneel gebouw dat ook een buurtondersteunende functie heeft door het potentieel deelgebruik van de sportzaal en de polyvalente zaal. Gelet op de afmetingen van het perceel is het niet mogelijk om de noodzakelijke toegangen voor school en buurt te combineren met een levendig en aangenaam gelijkvloers. Voor de ontbrekende parkeerbehoefte van 6 wagens wordt een compensatie opgelegd waarmee de stad kan investeren in buurtparking.
Het bezwaar is ongegrond.
12. Geen nood aan extra capaciteit school: In de omgeving is reeds een overschot aan plaatsen in het lager onderwijs. In verschillende lagere scholen in de omgeving zijn er namelijk nog plaatsen beschikbaar. Er is dus geen objectieve noodzaak aan het uitbreiden van de school en het aansnijden van schaarse open ruimte om dit te doen; Ook zijn er andere bestaande gebouwen in de buurt waar eventuele capaciteitsuitbreiding kan voorzien worden;
Beoordeling: Het invullen van de capaciteitstekorten is een zeer complexe stedelijke opdracht, waarbij o.m. de eigendomsaspecten een belangrijke rol spelen. Er is geen aanleiding om te stellen dat de uitbreiding ondoordacht gebeurt. De stijging van de bevolkingsaantallen leidt namelijk tot een verwachte verdere stijging in het aantal schoolplaatsen. Het is al te eenvoudig om te stellen dat deze problematiek simpelweg in bestaande gebouwen kan ondervangen worden.
Het bezwaar is ongegrond.
13. Normen voor scholen: Het bezwaar dat het aangevraagde project niet voldoet aan de AGION-normen, zoals de vooropgestelde minimale hoeveelheid open ruimte per leerling. De uitbreiding zou ook niet in aanmerking komen voor onderwijssubsidies door het grote aantal lagere scholen in de nabije omgeving. Deze normen duiden op de onwenselijkheid van een verdere uitbreiding op deze locatie.
Beoordeling: De aangehaalde normen hebben geen invloed op de stedenbouwkundige beoordeling van deze aanvraag. De voorwaarden voor subsidies en subsidiëring betreffen geen stedenbouwkundige aspecten.
Het bezwaar is ongegrond.
14. Onjuiste informatie openbaar onderzoek: Volgens de bezwaarindiener is het project foutief voorgesteld als het omvormen van een kleuterschool naar een basisschool. Echter blijkt nu dat het in werkelijkheid het verbouwen van het bestaande gebouw betreft én het bouwen van bijkomende schoolgebouwen met een toename van ca. 200 kinderen, van 300 naar 500. Zulke misleidende informatie miskent de relatief grote impact van de werken zodat de omwonenden onbewust blijven van de werkelijke aanvraag.
Beoordeling: Het is correct dat de omschrijving van de aangevraagde werken geen perfecte weerspiegeling is van de aangevraagde werken, maar de plannen bij de aanvraag maken duidelijk dat de omvorming gepaard gaat met nieuwe bouwvolumes en inrichting van het terrein. Dit is allerminst een bewuste misleiding van de omwonenden. Tijdens het openbaar onderzoek ligt het volledige project ter inzage, waarvan duidelijk actief gebruik is gemaakt door de omwonenden, gelet op de ingediende bezwaren.
Het bezwaar is ongegrond.
15. Onjuiste informatie aanvraag: De aanvrager stelt dat de school een goede relatie heeft met de buurt. Door de bezwaarindieners uit de buurt wordt dit stellig ontkent.
Beoordeling: Deze informatie heeft geen invloed op de stedenbouwkundige beoordeling van het dossier.
Het bezwaar is ongegrond.
16. Communicatie: Ondanks de impact op de buurt, werd er geen voorafgaande infovergadering georganiseerd voor de buurtbewoners. De enige communicatie bestond uit een infobrief enkele weken voor de aanvraag. Dit schept weinig vertrouwen bij de buurtbewoners. Het negeren van de omwonenden bij zo’n groot project is onaanvaardbaar.
Beoordeling: Er is geen wettelijke noodzakelijkheid om naast de vergunningsprocedure bijkomende communicatie te verlenen aan de buren. Dit heeft dan ook geen effect op de beoordeling van de voorliggende aanvraag.
Het bezwaar is ongegrond.
17. Deelgebruik schoolgebouw: Het nieuwbouwvolume langs de Bisschopstraat werd specifiek geconcipieerd met het oog op een dubbele werking voor de school enerzijds en externe partners anderzijds. De mogelijkheid voor dit dubbelgebruik werd niet besproken met de buurtbewoners zodat er enig argwaan is of dit überhaupt zo zal worden gebruikt.
Beoordeling: Het mogelijk dubbelgebruik is een meerwaarde voor het project. De dubbele ontsluiting van de ruimtes langs de Bisschopstraat laten dit toe. De argwaan bij de bewoners is gebaseerd op vermoedens en louter hypothetisch.
Het bezwaar is ongegrond.
18. Schending van de privacy: Het bezwaar tegen de inkijk in de tuinen vanuit de dakspeelplaatsen op pas 1m50 boven het maaiveld en op de dakverdieping van het gebouw aan de Offerandestraat.
Beoordeling: Beide dakspeelplaatsen, op het verhoogd gelijkvloers en op de derde verdieping, betreffen bestaande, vergund geachte, toegankelijke daken die quasi ongewijzigd behouden blijft. Enkel het lager gelegen dak wordt uitgebreid in de diepte en dus vergroot. Net als in de bestaande toestand is de inkijk bij de buren beperkt door opgaande scheidingsmuren aan weerszijden van het gebouw. Er is geen stedenbouwkundig bezwaar tegen gebruikelijke zichten vanuit de achtergevel in de verderop gelegen tuinen van het binnengebied. In dat opzicht is het zicht vanuit het dakterras vergelijkbaar met het zicht vanuit de ramen in de achtergevel.
Het bezwaar is ongegrond.
19. Verlies aan licht: het bezwaar tegen verlies aan zonlicht in de aangelegen tuinen door de inplanting van de nieuwe bouwvolumes zodat de woonkwaliteit van de buren eronder lijdt.
Beoordeling: Het gebouw in het binnengebied zorgt niet voor enig significant verlies aan zonlicht in de aanpalende tuinen. Het gebouw is namelijk niet hoger dan de bestaande tuinmuren die behouden blijven. Het lessenaarsdak dat licht uitschiet boven de tuinmuren bevindt zich onder 45° van de bovenkant van de bestaande tuinmuur. Het nieuwe hoofdvolume langs de Bisschopstraat heeft een grotere bouwdiepte dan de aanpalende rechterbuur en heeft hierdoor wel een effect op de lichttoetreding op het terrein van de buur. Door de hoekverdraaiing van het bouwvolume wordt deze nadelige impact al enigszins beperkt. Het buurperceel betreft een breed perceel waardoor de slagschaduw van het nieuwe gebouw zelden over de hele tuin of achtergevel zal vallen. De hinder is hierdoor beperkt en brengt de woonkwaliteit niet in het gedrang.
Het bezwaar is ongegrond.
20. Visuele inpassing: De nieuwe gevel in de Bisschopstraat is niet in harmonie met het straatbeeld. De gevelbreedte, de gebruikte materialen en de horizontale indeling van het nieuwe gebouwd stemt niet overeen met deze van de kenmerkende oude herenhuizen in de straat. Het gebouw is opgericht in metselwerk en blauwe steen in plaats van het typerend wit pleisterwerk met een lagere hardstenen dorpel. Er is een groot blind vlak in de gevel omdat de sporthal dubbelhoog is.
Beoordeling: Het ontwerp van het nieuwe gebouw wijkt uiteraard af van de typische gevels van de woonhuizen omdat het geen woonhuis is. Bij het ontwerp werd echter wel aansluiting gezocht met typische omgevingskenmerken zoals een mineraal gevelvlak in een lichte kleur en een plint in blauwe steen. Het ontwerp werd gunstig beoordeeld door de stedelijke welstandscommissie. De visuele inpassing staat dus niet in vraag.
Het bezwaar is ongegrond.
21. Wijziging scheidingsmuren: De plannen bevatten tegenstrijdigheden over het al dan niet verlagen van de tuinmuren ten opzichte van de noordwestelijk gelegen tuinen. De bezwaarindiener klaagt deze onduidelijk aan en stelt niet akkoord te gaan met enige wijziging aan deze muren;
Beoordeling: Het is correct dat de terreinsnede en de gebouwsnede tegenstrijdige informatie bevatten over de gewenste situatie ter hoogte van deze tuinmuur.
Het bezwaar is gegrond.
22. M.E.R. screeningsnota ontbreekt: conform het MER-besluit van 10 december 2004 bijlage III, dient voor stadsontwikkelingsprojecten die niet onder de MER verplichtingen van bijlage II vallen, minstens een MER screening te worden opgemaakt. Er is geen (vormvrije) MER-screening toegevoegd aan het dossier. Hierdoor is het dossier niet beoordeelbaar en dus onvolledig en onontvankelijk.;
Beoordeling: Conform het MER-besluit van 10 december 2004 dient voor infrastructuurprojecten waaronder stadsontwikkeling een MER-screeningsnota te worden opgemaakt. Deze nota is echter geen verplicht dossierstuk, en heeft tot doel de relevantie van een eventuele MER-ontheffing te onderzoeken door de effecten in kaart te brengen. De begeleidende nota bevat voldoende informatie om op een redelijke manier de verwachte milieueffecten in te schatten en te beoordelen.
Het bezwaar is ongegrond.
23. Afwijking van de hemelwaterverordening: De aanvraag voldoet niet aan de gewestelijke verordening inzake de opvang van het hemelwater en moet daarom geweigerd worden.
Beoordeling: Het is correct dat de aanvraag afwijkt van de betreffende verordening. De aanvrager motiveert deze afwijkingen in de begeleidende nota bij de aanvraag. Door de vergunningverlenende overheid kunnen zulke afwijkingen toegestaan worden. In dit geval zijn de afwijkingen dermate groot, dat dit niet zomaar kan vergund worden. Bij de vergunning worden voorwaarden gesteld om een goede opvang en infiltratie van het hemelwater te garanderen.
Het bezwaar is gegrond.
24. Afwijkingen van de voorschriften: De aanvraag wijkt af van de voorschriften van het geldende RUP 2060 en van enkele artikels van de bouwcode. Zulke afwijkingen zijn niet aanvaardbaar.
Beoordeling: Het ligt binnen de bevoegdheid van de vergunningverlenende overheid om gemotiveerde afwijkingen toe te staan op de geldende voorschriften conform de daartoe opgestelde regels. Zoals beschreven in de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening zijn, gelet op de specifieke omstandigheden, sommige afwijkingen stedenbouwkundig aanvaardbaar of kunnen er voorwaarden opgelegd worden zodat aan de artikels voldaan wordt. Dit is onder andere het geval bij de afwijkingen op artikel 1.7.1 van het RUP en artikels 17, 27 en 30 van de bouwcode.
Het bezwaar is ongegrond.
25. Strijdigheid artikel 38: De bezwaarindiener stelt dat de aanvraag afwijkt van artikel 38 van de bouwcode omdat niet alle daken worden aangelegd als groendak.
Beoordeling: De aanvraag is niet strijdig met artikel 38. Enkel nieuwe daken die niet als dakterras worden aangelegd, moeten uitgevoerd worden als groendak. De aanvraag voldoet hieraan.
Het bezwaar is ongegrond.
26. Strijdigheid artikel 40 en 43: De bezwaarindiener stelt dat de aanvraag afwijkt van artikel 40 en 43 van de bouwcode inzake de verplichte gescheiden riolering en de verplichte plaatseing van een septische put.
Beoordeling: De aanvraag is niet strijdig met artikels 40 en 43. De nieuwe delen van de riolering worden gescheiden aangelegd tot aan de aansluiting met de straatriolering. Er worden twee septische putten voorzien, één van 10 000 liter en een van 5000 liter. Deze voldoen aan de verwachte gebruiksequivalenten van de aangevraagde uitbreidingen.
Het bezwaar is ongegrond.
27. Strijdigheid artikel 3: De bezwaarindiener stelt dat de aanvraag afwijkt van artikel 3 van de bouwcode inzake afwijkingsmogelijkheden omdat de aanvraag geen motiveringsnota bevat op basis van welke een afwijking kan worden toegestaan.
Beoordeling: Conform artikel 3 kan de vergunningverlenende overheid een afwijking toestaan indien ze oordeelt dat de afwijking gelijkwaardig zijn over het geheel aan voorschriften en de goede ruimtelijke ordening. Dit is ook mogelijk zonder specifieke motiveringsnota van de aanvrager. De aanvraag is niet strijdig met artikel 3 van de bouwcode.
Het bezwaar is ongegrond.
28. Schoorsteentrek: De hoogte van het nieuwe gebouw ongeveer 1 m à 1.2 m hoger komen dan ons bestaand gebouw. Volgens de bezwaarindiener zal zijn schouw nadien geen trek of valse trek hebben. Hij stelt voor om zijn schouw en de inwendige gaines te verhogen met 1 m à 1.2 m. De bestaande deksteen terug te leggen en af te werken met leien. Hetzelfde met de bestaande muurdekstenen. Deze dienen aangepast te worden zodat waterdichting goed verzekerd is.
Beoordeling: Het bezwaar over de trek van de schoorstenen is een burgerrechterlijke aangelegenheid die tussen beide partijen onderling kan worden geregeld. Het bezwaar is niet van stedenbouwkundige aard.
Het bezwaar is ongegrond.
29. Tuinmuren: De bestaande tuinmuren zullen meer wankel komen te staan wegen wijzigingen maaiveld. De bezwaarindiener vraagt dat deze constructie verstevigd wordt. Ook dient de huidige afwerking met dekstenen ( oversteek ) behouden te blijven of vernieuwd te worden.
Beoordeling: Een stedenbouwkundige vergunning geeft geen toelating om schade te berokkenen aan andermans eigendom. Het bezwaar betreft uitvoeringstechnische aspecten en is niet stedenbouwkundig van aard. Voor veranderingen aan gemene muren kunnen onderlinge afspraken gemaakt worden.
Het bezwaar is ongegrond.
30. Gelijkvloerse gevelinsprong: De nieuwbouw aan de Bisschopstraat voorziet op het gelijkvloers een insprong van de voorgevellijn. Hierdoor ontstaat plekken die onttrokken zijn van het zicht in de straat. Dit kan aanleiding vormen voor sluikstorten, wildplassen en andere activiteiten van mensen met minder goede bedoelingen.
Beoordeling: De betreffende insprong is slechts anderhalve meter diep en twaalf meter breed, zodat dit bezwaarlijk een donker hoekje zal vormen. De insprong is bovendien gelegen aan een grote glaspartij en een toegangspoort zodat enige sociale controle aanwezig is. Tot slot zijn zulke vermoedens van oneigenlijk gebruik hypothetisch en niet stedenbouwkundig van aard.
Het bezwaar is ongegrond.
31. Inbraak: Door het plaatsen van een buitentrap tegen de bestaande tuinmuur, wordt het gemakkelijker om over de tuinmuur te klimmen en in te breken in de gebouwen van de buren.
Beoordeling: Ter hoogte van de nieuwe buitentrap blijft een hoogte van de tuinmuur van 2 meter gegarandeerd. De speelplaatsen van de school zijn bovendien geen publiek toegankelijke ruimte en zijn doorgaans afgesloten voor buitenstaanders. Dit betreft bovendien geen stedenbouwkundig aspect.
Het bezwaar is ongegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de akoestische prestatie van de straatgevel (inclusief ramen) aan de Bisschopstraat is voldoende om overdag een geluidsniveau in de slaapklas te realiseren van maximaal 30 dB(A) enkel als gevolg van verkeerslawaai. Voor de berekening wordt zonder bijkomende afscherming uitgegaan van een gevelbelasting van 60dB(A). De norm NBN S01-400 is momenteel richtinggevend voor de berekening;
3. de Linde (nr. 3 in nota inventarisatie bomen) en de Vleugelnoot (nr. 7 in nota inventarisatie bomen) behouden en tijdens de werfperiode beschermen, conform artikel 18;
4. de Plataan in het binnengebied tijdens de werfperiode beschermen, conform artikel 18;
5. de septische put aan het gebouw langsheen de Bisschopstraat verplaatsen en de leidingen (HWA, DWA en FWA) verleggen buiten de wortelzone van de Vleugelnoot;
6. op het terrein te voorzien in een infiltratievoorziening voor hemelwater met een minimale inhoud van 10000 liter en een infiltratieoppervlakte van 32m²;
7. bij de afwerking, inrichting en het gebruik van de school met zorg rekening te houden met de beperking van de geluidshinder voor de buren;
8. wijzigingen aan de tuinmuren ten opzichte van de noordwestelijk gelegen tuinen uit te voeren conform de gebouwsneden;
9. alle nieuwe trappen voorzien van leuningen aan beide zijden die doorlopen tot op de bordessen, conform artikel 20 van de verordening toegankelijkheid;
10. de deur van het aangepast toilet (naast bewegingsruimte van gebouw Bisschopstraat) van een netto doorgangsbreedte van minimaal 90 cm voorzien, conform artikel 22 van de verordening toegankelijkheid;
11. in hetzelfde aangepast toilet een opstelruimte van 120cm voorzien, conform artikel 29/2 – 33 van de verordening toegankelijkheid;
12. het aangepast toilet op niveau 3 van het gebouw Offerandestraat van een opstelruimte van 120cm voorzien, conform artikel 29/2 – 33 van de verordening toegankelijkheid.
Brandweervoorwaarden
de brandweervoorwaarden uit het verslag met referentie BW/SVDB/2019/G.00331.A6.0007.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.
De vergunning omvat thans volgende rubrieken:
Rubriek |
Omschrijving |
Gecoördineerd |
3.2.2°a) |
het lozen van meer dan 600 m³ per jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; |
1.500 m³/jaar |
12.2.1° |
transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; |
400 kVA |
16.3.1.1° |
inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen) - koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
60 kW |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; |
200 liter |
43.1.1°b) |
het stoken in installaties, met uitzondering van stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 2.000 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een ander gebied dan industriegebied en gestookt wordt met aardgas. |
430 kW |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning ingaat op 23 augustus 2019 voor onbepaalde duur.