Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019070040 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Peiqing Zhang met als adres Beschavingstraat 8 te 2020 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Camille Huysmanslaan 39 te 2020 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 9sectie I nr. 2105T6 |
Vergunningsplichten: |
stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen en wijzigen van de functie op de gelijkvloerse verdieping |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 08/03/1935: vergunning (18#1971) voor het bouwen van een appartementsgebouw met magazijn;
- 25/01/2019: weigering (20183291) voor het verbouwen en wijzigen van de functie op de gelijkvloerse verdieping;
- 29/03/2019: vaststelling bouwkundig erfgoed (301935) Appartementsgebouw Wouters.
Vergunde/vergund geachte toestand
- meergezinsgebouw met detailhandel op het gelijkvloers;
- hoekpand in gesloten bebouwing van 4 bouwlagen onder een plat dak;
- inrichting:
- gevel bestaat uit een natuurstenen plint en rode baksteen op de verdiepingen.
Huidige toestand
- meergezinsgebouw met reca (frituur) op het gelijkvloers;
- hoekpand in gesloten bebouwing van 4 bouwlagen onder een plat dak;
- volume conform vergunde toestand;
- gevel:
Gewenste toestand
- meergezinsgebouw met detailhandel op het gelijkvloers;
- hoekpand in gesloten bebouwing van 4 bouwlagen onder een plat dak;
- inrichting:
- gevel:
Inhoud van de aanvraag
- functie: wijziging van detailhandel naar café/restaurant;
- inrichting: interne verbouwingswerken met gewijzigde doorgang van gelijkvloers appartement naar het café/restaurant;
- gevel: toegangsdeur appartementen en garagepoort conform bestaande toestand, alsook de materialisatie van het buitenschrijnwerk.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
26 juni 2019 |
9 juli 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn |
26 juni 2019 |
19 juli 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
26 juni 2019 |
16 juli 2019 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Er is geen aanleiding om te adviseren gemotiveerd af te wijken van de geldende voorschriften.
Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten
De werken situeren zich in een pand dat opgenomen is in de inventaris van het bouwkundig erfgoed. Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten. De wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw en/of constructie wordt onderworpen aan de wenselijkheid van behoud. Het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.
Conform artikel 5§2 van de bouwcode moet de beschrijvende nota van de bouwaanvraag voldoende informatie bevatten over het cultuurhistorisch profiel van de aanwezige elementen zodat vergunningverlenende overheid deze kan afwegen. Aan de beschrijvende nota werd een CHE-rapport toegevoegd.
Door de stedelijke dienst Monumentenzorg werd volgend advies geformuleerd:
“Cultuurhistorische waardestelling
De aanvraag heeft betrekking op een appartementsgebouw met winkel in zakelijke art deco opgericht in 1935 in opdracht van bouwheer Felix Wouters, kruidenier in denrées coloniales, légumes. Het complex is opgericht naar een ontwerp van architect Pierre De Jongh. (…)
Het uit vier bouwlagen bestaande appartementsgebouw bevindt zich op de hoek van de Camille Huysmanslaan en de Beschavingstraat. De hoofdgevel aan de Camille Huysmanslaan heeft vier traveeën en de zijgevel aan de Beschavingstraat drie traveeën, bekroond door een plat dak dat volgens de oorspronkelijke bouwplannen afgewerkt is met een asfaltbekleding, bestrooid met grind. Het gelijkvloerse niveau is volgens de oorspronkelijke bouwplannen over de volledige hoogte opgevat als een natuurstenen sokkel, bestaande uit een plint in gezoete blauwe hardsteen waarboven een bekleding in witte kunststeen Dura, geplaatst in een tegelverband met platvol voegwerk. Deze afwerking loopt door tot de borstwering van de eerste verdieping. De bovenbouw is voorzien in een parement van rode bezande baksteen uit Rijkevorsel, geplaatst in een halfsteens verband met een platvolle voeg. (…)
De klemtoon van de compositie ligt op de hoekpenant, door een bekleding in natuursteen die doorloopt in de dakrand, over een tweetal traveeën. De toegang op de hoek is geflankeerd door twee pilasters in witte natuursteen, waarboven twee inscripties: "P. DE JONGH ARCH." en "A. JANSSEN AANNEMER". Aan weerszijden hiervan zijn ruime winkelpuien voorzien. Aan de zijde Beschavingstraat is uiterst links een garagetoegang met vier panelen en een aanpalend venster ter verlichting van het salon van de kruidenier. De toegang tot diens appartement is gelegen aan de zijde Camille Huysmanslaan, met in de uiterst rechtse travee een venster ter verlichting van de slaapkamer. De bovenbouw is ontworpen met als langgerekte registers uitgewerkte raampartijen met tussenliggende muurdammen, die voorzien zijn van een omkadering in witte natuursteen. Samen met de witstenen kordonlijst en de geprofileerde dakrand brengen ze een horizontalizerende werking tot stand. Het oorspronkelijke vensterschrijnwerk was vermoedelijk vervaardigd uit staal, bestaande uit zesdelige ramen op de bovenste bouwlagen. Telkens was een centraal vast deel met flankerende opengaande vleugels voorzien. Vandaag is alle vensterschrijnwerk vernieuwd, waarbij de oorspronkelijk zesdelige roedeverdeling niet gerespecteerd is.
Het complex is opgericht met een skelet in gewapend beton en muren in baksteenmetselwerk. Volgens de bouwplannen is het volledig onderkelderd en voorzien van berg- en technische ruimtes, toegankelijk vanuit de garage en de trapzaal. Op de begane grond wordt de plattegrond gedomineerd door de winkel aan de hoek, van waaruit de garage zijde Beschavingstraat ontsloten is middels een gang, die geflankeerd wordt door salon en eetkamer. De overige kamers zijn georganiseerd rond een centrale traphal met dakkoepel, toegankelijk vanaf de Camille Huysmanslaan. Hier bevinden zich achtereenvolgens de slaapkamer aan straatzijde, een tussenliggende kamer en de badkamer, uitgevend op de binnenkoer rechts achteraan op het perceel. Ook de keuken en de eetkamer, die met elkaar verbonden zijn, geven hierop uit.
(…)
Het complex heeft een beeldbepalende, stadslandschappelijke waarde en wordt ondergebracht in de categorie beeldbepalend. Deze categorie betreft gebouwen die niet opvallen in het straatbeeld omwille van buitengewone architecturale kenmerken of ornamentiek maar die zich door hun traditionele gevelopbouw, ritmiek, materiaalgebruik, volume en schaal inpassen in de context. Het is bebouwing die de uitstraling van het plangebied ondersteunt. Ze draagt bij aan de architecturale context door haar vormgeving en materiaalgebruik. Ze draagt bij aan de stedenbouwkundige context door haar vorm, inplanting, homogeniteit of dynamiek in het straatbeeld en haar contextwaarde. Deze bebouwing is waardevol als element van een geheel. Daarbij geldt de historiek van het geheel vaak als motivering voor de waarde van de relicten die ertoe behoren. Ook de architectuur waarvan het oorspronkelijk ontwerp door aanpassingen werd aangetast maar die de context van het plangebied nog ondersteunen behoren tot deze categorie.
Afweging
Men wenst de gelijkvloerse verdieping van functie te wijzigen en te verbouwen.
In tegenstelling tot de vorige aanvraag waar het onvergunde pvc-schrijnwerk van de pui gewijzigd werd door hout naar oorspronkelijk model, lijkt het alsof er vandaag nog pvc-schrijnwerk bewaard blijft ter hoogte van de Beschavingstraat. Het schrijnwerk van de pui dient zoals de eerder verleende vergunning uitgevoerd in hout.
Vanuit oogpunt monumentenzorg is er geen bezwaar. Het vervangen van het schrijnwerk op de verdiepingen naar oorspronkelijk model maar in hout ipv in staal werd voorbesproken. Het schrijnwerk in de pui werd hierop geïnspireerd. De onvergunde sectionaalpoort is geen meerwaarde voor de beeldwaarde van het pand. Deze wordt uitgesloten uit de vergunning en dient op termijn vervangen door een poort die de architecturale stijl van het pand ondersteunt.”
Dit advies wordt bijgetreden. Opgemerkt wordt dat de gelijkvloerse gevel diverse materialisaties van het buitenschrijnwerk bevat. Hierdoor gaat de uniformiteit van de gelijkvloerse plint verloren wat afbreuk doet aan de beeldkwaliteit van de straat. De aanvraag is daardoor strijdig met artikel 11 van de bouwcode. Het schrijnwerk moet in hout worden uitgevoerd en voorzien worden van eenzelfde kleur.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag wenst de gelijkvloerse studio om te vormen naar een éénslaapkamerappartement. Het appartement voorziet in een minimale kwaliteit om als zelfstandige wooneenheid te kunnen functioneren.
Het is niet duidelijk of de horeca-inrichting voorziet in een verplichte vet- en olieafscheider conform artikel 44 van de bouwcode. In voorwaarde wordt daarom opgelegd om aan die artikel te voldoen.
De bestaande, niet-vergunde sectionaalpoort doet afbreuk aan de beeldkwaliteit van het gebouw zoals opgemerkt bij ‘visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten’.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag betreft het uitbreiden van een woongelegenheid op de gelijkvloerse verdieping van een meergezinswoning. Het aantal woningen en bestaande functies blijven ongewijzigd en zijn functioneel inpasbaar in de omgeving.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats. De wijziging van detailhandel naar café/restaurant van voorgestelde oppervlakte in de wijk heeft een parkeerbehoefte van 0. Daar er echter één nuttige plaats wordt gesupprimeerd door de voorziene plaatsing van de toiletten, wordt deze bijgeteld bij de parkeerbehoefte. |
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1. Het plan voorziet niet in het aantal te realiseren plaatsen. Er dient gezocht naar een oplossing op eigen terrein. Het plaatsen van de toiletten in de garage wordt bijgevolg uitgesloten. |
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0. Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.
|
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
De aanvraag vraagt geen handelingen, werken of wijzigingen aan die het bouwvolume beïnvloedt. Het gebouw blijft in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. het afvalwater van de recafunctie dient geloosd te worden via een vetafscheider;
3. het schrijnwerk moet in hout worden uitgevoerd en voorzien worden van eenzelfde kleur;
4. de toiletten niet in de garage te voorzien.
5. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Uitsluiting
Wijzigen van het schrijnwerk van de garage.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
3 juni 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
26 juni 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
25 augustus 2019 |
Verslag GOA |
14 augustus 2019 |
naam GOA |
Katrijn Apostel |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
De algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. het afvalwater van de recafunctie dient geloosd te worden via een vetafscheider;
3. het schrijnwerk moet in hout worden uitgevoerd en voorzien worden van eenzelfde kleur;
4. de toiletten niet in de garage te voorzien;
5. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Uitsluiting
Het wijzigen van het schrijnwerk van de garage wordt uitgesloten van de vergunning
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.