Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019022237 |
Gegevens van de aanvrager: |
NV REGATTA-L.O. met als adres Leopold de Waelplaats 26 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: |
De aanvraag van deze omgevingsvergunning heeft betrekking op de kavels 39/1-3 + 39/5-6 + 39/8-12 van het deelgebied Wijk 6 binnen de bestemmingszone ‘wijk’ van het BPA Galgenweel-Borgerweert en het bijhorende inrichtingsplan. Het betreft de verdere uitwerking van bovenstaande kavels die deel uitmaken van de verkavelingsvergunning met nummer AN/2017/V/0025/2017321. De kavels 1-38 + 39/4 + 39/7 van het deelgebied Wijk 6 worden opgenomen in een aparte omgevingsvergunning. |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 13sectie N nr. 204R19 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
bouwen van 3 meergezinswoningen en 5 eengezinswoningen op ondergrondse parkeergarage en keldering in wijk 6 van Regatta |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 29/8/2014: vergunning (20141363) voor wegen - en rioleringswerken op de verkaveling Regatta (fase Zenith);
- 15/4/2016: vergunning (20152783) voor wegen- en rioleringswerken op de verkaveling Regatta (fase Ga3).
Vergunde/vergund geachte toestand
- braakliggend, verkaveld terrein voorzien voor appartementen en eengezinswoningen.
Huidige toestand
- conform de laatst vergunde toestand.
Gewenste toestand
- perceel 39/1:
- perceel 39/2:
- perceel 39/3:
- perceel 39/5:
- perceel 39/8 tot en met 39/11:
Inhoud van de aanvraag
- inrichten van braakliggend terrein met woningen, toegangswegen en groenzones;
- bouwen van 3 losstaande meergezinswoningen met in totaal 36 appartementen en 5 (2 + 3 aaneengesloten) eengezinswoningen op een ondergrondse bouwlaag met parkeergarage, fietsenberging, private bergingen en technische lokalen.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
AQUAFIN NV |
14 mei 2019 |
8 augustus 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
14 mei 2019 |
26 juni 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator |
14 mei 2019 |
4 juni 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
lokale politie/ verkeerspolitie (LP/VK/SE) |
14 mei 2019 |
23 mei 2019 |
Gunstig |
Provincie Antwerpen |
14 mei 2019 |
2 juli 2019 |
Gunstig |
PROXIMUS |
14 mei 2019 |
13 juni 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Vlaamse Milieumaatschappij |
14 mei 2019 |
16 mei 2019 |
Geen advies |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
autonoom gemeentebedrijf vastgoed en stadsprojecten Antwerpen |
14 mei 2019 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam |
14 mei 2019 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen |
14 mei 2019 |
15 mei 2019 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
14 mei 2019 |
6 juni 2019 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie |
14 mei 2019 |
21 mei 2019 |
stadsontwikkeling/ ontwerp en uitvoering/ ontwerpers |
14 mei 2019 |
15 mei 2019 |
stadsontwikkeling/ team stadsbouwmeester - welstandscommissie |
14 mei 2019 |
17 mei 2019 |
straatnamencommissie |
14 mei 2019 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Oosterweelverbinding-Wijziging, goedgekeurd op 20 maart 2015.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Galgenweel Oost, goedgekeurd op 9 augustus 2012.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een bufferzone. De bufferzones dienen in hun staat bewaard te worden of als groene ruimte ingericht te worden, om te dienen als overgangsgebied tussen gebieden waarvan de bestemmingen niet met elkaar te verenigen zijn of die ten behoeve van de goede plaatselijke ordening van elkaar moeten gescheiden worden. (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor ambachtelijke bedrijven of gebieden voor kleine en middelgrote ondernemingen. Deze gebieden zijn mede bestemd voor kleine opslagplaatsen van goederen, gebruikte voertuigen en schroot, met uitzondering van afvalproducten van schadelijke aard. (Artikel 8 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor stedelijke ontwikkeling. Dit gebied is bestemd voor industriële, ambachtelijke en agrarische activiteiten, kantoren, kleinhandel, dienstverlening, recreatie, wonen, verkeer en vervoer, openbaar nut en gemeenschapsvoorzieningen, en dit voor zover deze functies verenigbaar zijn met hun onmiddellijke multifunctionele stedelijke omgeving. De stedenbouwkundige aanleg van het gebied, de bijhorende voorschriften betreffende terreinbezetting, vloeroppervlakte, hoogte, aard en inplanting van de gebouwen met bijhorende voorzieningen, en de verkeersorganisatie in relatie met de omringende gebieden, worden vastgesteld in een bijzonder plan van aanleg vooraleer het gebied kan ontwikkeld worden. Ook het wijzigen van de functie van bestaande gebouwen kan pas na goedkeuring van een bijzonder plan van aanleg.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA Galgenweel-Borgerweert, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 2 mei 2007. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: zone voor gemengde bestemming ga (bestemmingszone rand blancefloerlaan), zone voor wonen w (bestemmingszone wijk), zone voor park pa (bestemmingszone galgenweelpark), zone voor park pc (bestemmingszone park midden), zone voor openbare wegenis ow, zone voor gemengde bestemming gc (bestemmingszone rand insteekdok), zone voor wonen en groen w/gra (bestemmingszone parkrand west), zone voor wonen en groen w/grb (bestemmingszone parkrand oost), zone voor gemengde bestemming gc (bestemmingszone rand insteekdok) en zone voor wonen en gemeenschapsvoorzieningen w/gm (bestemmingszone parkrand midden).
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) en bijzondere plannen van aanleg (BPA) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg en de verkavelingsvergunning.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen).
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend punt:
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening voetgangersverkeer.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen
De nota toont gemotiveerd aan dat er geen verder archeologisch onderzoek moet plaatsvinden.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Er is geen aanleiding om het college te adviseren af te wijken van de geldende voorschriften.
Functionele inpasbaarheid
Het bouwen van één- meergezinswoningen is in overeenstemming met de bestemming van het perceel en de aanwezige woonfuncties op de omliggende percelen.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag omvat 3 meergezinsgebouwen en 2 volumes met respectievelijk 2 en 3 eengezinswoningen. Het zijn compacte volumes waarbij de meergezinsgebouwen 4 bouwlagen bevatten en de eengezinsvolumes twee. De volumetrie van deze gebouwen komen voort uit de geldende verkavelingsvoorschriften van het gebied. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het volume en het programma zoals voorgesteld. De geplande werken zijn niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.
De aanvraag voorziet diverse woonentiteiten variërend van eengezinswoningen tot diverse typologieën van meergezinswoningen. Om een mix op vlak van stedenbouwkundige, maatschappelijke en woonkwaliteitseisen te garanderen is het noodzakelijk de juiste verhoudingen te zoeken tussen verschillende woningtypes enerzijds en de juiste oppervlakteverhoudingen tussen de functies binnen deze woningen anderzijds. Daarom moet de gemiddelde netto vloeroppervlakte van woonprojecten vanaf 5 woningen minstens 80m² bedragen. Dat is in voorliggend project niet het geval omwille van het relatief groter aantal studio’s en eenslaapkamerappartementen. Inclusief de eengezinswoningen wordt in dit project een gemiddelde oppervlakte van 76 m² behaald.
Het concept van de woonwijk Regatta werd opgevat als een breed divers aanbod van één- en meergezinswoningen, met verschillende woninggroottes en aantal slaapkamers. Dit concept, waarbinnen deze aanvraag past, is verankerd in een globale inrichtingsstudie en geldende verkavelingsvergunning (2017321). Hierin wordt de vloer-terrein index en de minimale woningdichtheid van dit gebied vastgelegd per bouwblok (of ‘wijk’). De aanvraag is gelegen in ‘wijk 6’. De plannen voorzien in deze wijk een gemiddelde brutovloeroppervlakte van 110,90m². De gemiddelde woningoppervlakte moet daarom bekeken worden op schaal van het grotere bouwblok. De aanvraag kan op basis van deze visie gunstig geadviseerd worden wat betreft de woninggroottes. De woningen hebben een logische planschikking en zijn telkens voorzien van een ruime private buitenruimte.
De stedelijke dienst ontwerp en uitvoering evalueerde dit project eveneens positief aangaande de integratie van het project in de wijk Regatta. De voorwaarden die zij formuleerden in hun advies worden overgenomen bij het afleveren van een vergunning.
Visueel-vormelijke elementen
In aanloop van de vergunningsaanvraag werd het project voorbesproken met de Welstandscommissie. Zij formuleerden nog enkele voorwaarden die verwerkt zijn in het voorliggende project.
De woningen worden voorzien in een witte en grijze gevelsteen in wildverband in combinatie met grijzen aluminimum ramen. De voorgestelde materialisatie zijn aanvaardbaar gezien de stedelijke context van het gebouw.
Cultuurhistorische aspecten
Gelet op de schaal van het project werd er advies ingewonnen bij de stedelijke dienst archeologie. Zij brachten volgend advies uit:
“Het geplande bouwproject valt binnen de drempelwaarden voor de verplichte opmaak van een archeologienota volgens art. 5.4.1. van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013: de perceelsoppervlakte bedraagt meer dan 3000m² en de ingreep in de bodem meer dan 1000m².
De archeologienota (ID 4000) werd op 30 juni 2017 ingediend door het archeologisch bedrijf Raap en door het agentschap Onroerend Erfgoed bekrachtigd op 14 juli 2017. Er werd geen programma van maatregelen opgemaakt. Het projectgebied wordt vrijgegeven.
Er kunnen echter bij de geplande graafwerken doorheen het ophogingspakket van 5 m nog steeds archeologische sporen of structuren vrijkomen. Deze dienen onder de vondstmeldingsplicht gemeld te worden.”
De voorwaarden die aan dit advies gekoppeld zijn, worden opgenomen bij het afleveren van een vergunning.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 49 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de woningen. In totaal worden 41 wooneenheden gerealiseerd.
Het BPA legt boven- en ondergrenzen op aan het aantal te realiseren bestemmingsparkings. De parkeernormen zijn een evenwicht tussen ogenschijnlijk tegengestelde beleidsopties: - enerzijds, het aantal parkings beperken om het gebruik van andere modi (fiets, openbaar vervoer) aan te moedigen - anderzijds, voldoende parkings te voorzien om een afwenteling van het bestemmingsparkeren op het openbaar domein te voorkomen.
Uitgangspunt is dat alle bestemmingsverkeer voor de nieuwe ontwikkelingen op het privaat domein moet worden opgevangen. Dit is essentieel om het openbaar domein optimaal af te stemmen op de verblijfsfunctie. De gehanteerde parkeernormen houden rekening met de goede bediening van de site met het openbaar vervoer (i.c. hoogfrequente tramlijnen in vrije bedding op de Blancefloerlaan). Anderzijds kan niet voorbij gegaan worden aan de maatschappelijke realiteit dat het bezit en het gebruik van de auto algemeen aanvaard is.
Voor wonen wordt de vork relatief ruim genomen: tussen 0,8 en 1,2 parkings per woongelegenheid. Deze norm speelt in op het feit dat in de praktijk de verkoop van parkings onder de grens van 1 parking per woning duikt. De ruime vork moet het mogelijk maken om het parkeerbeleid op specifieke doelgroepen af te stemmen.
Volgens de geldende afspraken wordt gestreefd naar een parkeernorm van 1.2: - 41 wooneenheden met parkeernorm 1.2: 49 (= 41 x 1.2 )
De werkelijke parkeerbehoefte is 49.
|
De plannen voorzien in 100 nuttige rechtstreeks bereikbare autostal- en autoparkeerplaatsen en 13 achterliggende parkeerplaatsen.
Er wordt een ondergrondse parking ingericht met 113 plaatsen. Hiervan zijn er 13 achterliggende plaatsen. Deze plaatsen mogen enkel gebruikt worden als 2de plaats bij 1 wooneenheid.
Deze plaatsen zullen ook gebruikt worden voor de rest van de bebouwing van wijk 6 waarvoor een aparte vergunning wordt aangevraagd.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 113. Dit aantal is toereikend.
|
Fietsvoorziening:
Voor de 5 eengezinswoningen met 3 slaapkamers wordt een fietsenberging voor 4 fietsen voorzien in de tuin. Deze zijn bereikbaar via tuinpoorten.
Voor de 36 appartementen moeten 80 fietsenstallingen voorzien worden:
- 29 appartementen met 1 slaapkamer: 58 (= 29 x 2)
- 6 appartementen met 2 slaapkamers: 18 (= 6 x 3)
- 1 appartement met 3 slaapkamers: 4 (= 1 x 4)
Er wordt een gemeenschappelijke fietsenberging ingericht voor 104 fietsen in de ondergrondse parking. De overige fietsenstallingen zullen gebruikt worden voor de rest van de bebouwing van wijk 6 waarvoor een aparte vergunning wordt aangevraagd. De fietsenberging is bereikbaar via een aparte trap met fietsgoot.
De aanvraag is in overeenstemming met het aantal te voorziene autostaanplaatsen en fietsstalplaatsen.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De voorwaarden uit de voorwaardelijk gunstig adviezen van Proximus, Fluvius, Brandweer worden integraal overgenomen als voorwaarden bij het afleveren van vergunning.
De verkeerspolitie heeft vanuit veiligheidsoogpunt geen opmerking op het voorstel tot het bouwen van 3 meergezinswoningen en 5 eengezinswoningen op ondergrondse parkeergarage en keldering in wijk 6 van Regatta.
De aanvraag is niet in overeenstemming met artikel 22 van de gewestelijke verordening toegankelijkheid. Als voorwaarde bij het afleveren van de vergunning wordt daarom opgenomen om de aanvraag in overeenstemming te brengen, conform artikel 22.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woningen aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. bijgevoegd advies van Proximus met voorwaarden is strikt na te leven vanaf aanvang van het project;
3. bijgevoegd advies van Fluvius met voorwaarden is strikt na te leven vanaf de aanvang van het project;
4. het eerste opengaande deurgedeelte van de dubbele toegangsdeur van blok 1 moet een netto vrije doorgangsbreedte van min. 90 cm hebben, conform artikel 22 van de verordening toegankelijkheid;
5. het openbaar domein moet uitgevoerd worden naar goedgekeurd plan. De aanvrager/bouwheer zal aanpassingen aan reeds uitgevoerde delen en integratie in openbaar domein bespreken met het uitvoerend team van de stedelijke dienst openbaar domein Bij werkzaamheden aan de opgeleverde delen moet er contact opgenomen worden bij de stedelijke dienst Stadsontwikkeling – Dienst Beheer & Onderhoud, Grote Markt 1, 2000 Antwerpen, tel. 03 338 84 07, herstellingopenbareruimte@stad.antwerpen.be;
6. de aanvrager zal voorafgaand een hydraulisch advies opvragen bij de rioolbeheerder Stad Antwerpen. De dienst SB Ondergrondse sorteerstraatjes dient advies gevraagd te worden i.v.m. huisvuilophaling;
7. de bouwheer is verplicht om eventuele vondsten en restanten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat het archeologische waarde heeft, te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.1.4);
8. de bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@stad.antwerpen.be);
9. de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen;
10. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
16 april 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
14 mei 2019 |
Start openbaar onderzoek |
22 mei 2019 |
Einde openbaar onderzoek |
20 juni 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
27 augustus 2019 |
Verslag GOA |
19 augustus 2019 |
naam GOA |
Katrijn Apostel |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
22 mei 2019 |
20 juni 2019 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. bijgevoegd advies van Proximus met voorwaarden is strikt na te leven vanaf aanvang van het project;
3. bijgevoegd advies van Fluvius met voorwaarden is strikt na te leven vanaf de aanvang van het project;
4. het eerste opengaande deurgedeelte van de dubbele toegangsdeur van blok 1 moet een netto vrije doorgangsbreedte van min. 90 cm hebben, conform artikel 22 van de verordening toegankelijkheid;
5. het openbaar domein moet uitgevoerd worden naar goedgekeurd plan. De aanvrager/bouwheer zal aanpassingen aan reeds uitgevoerde delen en integratie in openbaar domein bespreken met het uitvoerend team van de stedelijke dienst openbaar domein Bij werkzaamheden aan de opgeleverde delen moet er contact opgenomen worden bij de stedelijke dienst Stadsontwikkeling – Dienst Beheer & Onderhoud, Grote Markt 1, 2000 Antwerpen, tel. 03 338 84 07, herstellingopenbareruimte@stad.antwerpen.be;
6. de aanvrager zal voorafgaand een hydraulisch advies opvragen bij de rioolbeheerder Stad Antwerpen. De dienst SB Ondergrondse sorteerstraatjes dient advies gevraagd te worden i.v.m. huisvuilophaling;
7. de bouwheer is verplicht om eventuele vondsten en restanten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat het archeologische waarde heeft, te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.1.4);
8. de bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@stad.antwerpen.be);
9. de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen;
10. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.