Terug
Gepubliceerd op 26/08/2019

2019_CBS_06788 - Omgevingsvergunning - OMV_2018141415. Generaal Slingeneyerlaan 39. District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 23/08/2019 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Tom Meeuws, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Jinnih Beels, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_06788 - Omgevingsvergunning - OMV_2018141415. Generaal Slingeneyerlaan 39. District Deurne - Goedkeuring 2019_CBS_06788 - Omgevingsvergunning - OMV_2018141415. Generaal Slingeneyerlaan 39. District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2018141415

Gegevens van de aanvrager:

de heer Abdelkader Ouali met als adres Generaal Slingeneyerlaan 39 te 2100 Deurne

Ligging van het project:

Generaal Slingeneyerlaan 39 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 30sectie A nr. 502G24

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

uitvoeren van verbouwingswerken en het regulariseren van verbouwingswerken

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

 

-          01/01/1954: vergunning (626#15455) voor het oprichten van een woning;

-          07/12/1966: vergunning (627#24181) voor het uitvoeren van verbouwingswerken.

 

Vergunde toestand

 

-          besloten bel-etage eengezinswoning van 3 bouwlagen onder een plat dak;

-          de woning heeft een bouwdiepte van 9,50 m met op elke verdieping een terras aan de achtergevel;

-          de scheimuur met de linker perceelgrens werd in 1966 opgehoogd tot 5 m.

 

Huidige toestand

 

-          op de gelijkvloerse verdieping werd aan de achtergevel een uitbouw geplaatst;

-          op de tweede verdieping werd het terras intern bij de woning betrokken en voorzien van schrijnwerk in grijskleurig aluminium  met een bruine gevelsteen.

 

Gewenste toestand

 

-          het regulariseren van de verbouwingswerken aan de eengezinswoning.

Inhoud van de aanvraag

 

-          aanpassen van het terras op de eerste verdieping tot op 1,90 m afstand van de linker perceelgrens;

-          de uitbouw op de gelijkvloerse en eerste verdieping wordt verhoogd;

-          het schrijnwerk in de achtergevel wijzigt en wordt voorzien in grijskleurig aluminium;

-          het terras aan de achtergevel op de tweede verdieping wordt gesupprimeerd en intern betrokken bij de woning.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

 

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)


De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 (goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014) en herzien op 1 maart 2018.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend) punt:

 

  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren: ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak dient een opstand van 0,30 m voorzien te worden. Deze is niet voorzien ter hoogte van de te regulariseren aanbouw op de tweede verdieping.
     

Sectorale wetgeving

 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Het project valt niet onder bijlage III van het project-MER-besluit. Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.


Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)


Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

 

De voorgestelde regularisatie en bijkomende verbouwing wijzigt niets aan de woonfunctie in deze eengezinswoning. De woonfunctie blijft inpasbaar in deze woonwijk.

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

 

Na de werken wordt een kwalitatieve bel-étagewoning met garage gecreëerd. Om de niveauverschillen op te vangen, wordt gewerkt met beperkte trappen en split levels. De nieuwe dakoppervlakte is kleiner dan 20m², waardoor geen groendak vereist is.

 

Gelijkvloers wordt een perceelsbrede aanbouw met een diepte van 5,71 m voorzien. Deze omvat een nieuwe eetkamer en keuken. Aan de achtergevel wordt een nieuwe trap naar de lager gelegen tuin voorzien.

 

Op de eerste verdieping blijft de zitkamer vooraan behouden, en wordt het deels overdekte terras achteraan dichtgebouwd met een perceelsbrede aanbouw tot 3,21 m diepte. De aanbouw zal een extra slaapkamer omvatten. Achteraan wordt een nieuw dakterras voorzien, op aanvaardbare afstand van de linkerbuur zodat de inkijk wordt beperkt. Er wordt opgemerkt dat dit terras op het grondplan dieper komt dan de achtergevel van de rechterbuur, maar op het plan van het terreinprofiel minder diep. Hierdoor is niet zeker of de inkijk naar de rechterbuur voldoende beperkt wordt. Daarom wordt opgelegd dat het terras niet dieper dan de achtergevel op de verdiepingen van de rechterbuur mag reiken.

 

Op de tweede verdieping wordt het vergunde terras dichtgebouwd en ingericht met een uitbreiding van de badkamer en de slaapkamer.

 

Visueel-vormelijke elementen

 

Vooraan blijven de gelijkvloerse plint in blauwe hardsteen en de verdieping in rode baksteen ongewijzigd. De raamindeling en garagepoort werden reeds heringedeeld ten opzichte van de laatst vergunde plannen en vervangen door grijs aluminium schrijnwerk.

Achteraan wordt de gevel witgrijs bepleisterd en voorzien van withouten dakoversteken en grijs aluminium schrijnwerk. Het terras op de tweede verdieping werd reeds dichtgemaakt met nieuw schrijnwerk eveneens in grijs aluminium.

Het materiaalgebruik is inpasbaar in de omgeving.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

 

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande en vergunde toestand ongewijzigd blijven.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

 

Ter hoogte van de scheimuur met de linkerbuur op zowel de eerste als tweede verdieping is conform artikel 34.3 van de bouwcode geen opstaande dakrand van 0,30 m voorzien. Met oog op beperken van brandoverslag naar de aangrenzende dakvlakken kan hiervan niet afgeweken worden. Daarom moet omwille van de brandveiligheid in de vergunning als voorwaarde worden opgelegd:

 

-          ofwel de nieuwe dakpakketten ter hoogte van de scheimuur minder dik uit te voeren;

-          ofwel het volledig dak ter hoogte van de scheimuur minder hoog uit te voeren, mits een binnenhoogte van minstens 2,60 m voor de verblijfsruimtes gegarandeerd blijft;

-          ofwel te opteren voor een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed vanaf de scheidingsmuur en de rest van het plat dak.

 

Mits voldaan aan de voorwaarden voldoet de aanvraag aan de goede ruimtelijke ordening.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

2.      conform bouwcode artikel 34.3 wordt als voorwaarde opgelegd om ofwel de nieuwe dakpakketten ter hoogte van de scheimuur minder dik uit te voeren, ofwel het volledig dak ter hoogte van de scheimuur minder hoog uit te voeren, mits een binnenhoogte van minstens 2,60 m voor de verblijfsruimtes gegarandeerd blijft, ofwel te opteren voor een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed vanaf de scheidingsmuur en de rest van het plat dak;

3.      het dakterras achter de slaapkamer op de eerste verdieping mag niet dieper reiken dan de achtergevel op de verdiepingen van de rechterbuur.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

12 juni 2019

Volledig- en ontvankelijk

5 juli 2019

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

3 september 2019

Verslag GOA

14 augustus 2019

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

1

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

Dikte van de gemene muur en schade: Het bezwaar tegen oncorrecte informatie op de plannen en tegen schade aan de gemene muur;

Beoordeling: De bezwaarindiener haalt aan dat de aanvraag verwijst naar scheidingsmuren van 28cm dik. Deze zouden echter smaller zijn, zijnde maximaal 18cm dik. Er zou een barst in de bepleistering zijn tussen de woning in aanvraag en een aanpalende woning. De bezwaarindiener eist een stabiliteitsonderzoek, dit zou ook aangeraden zijn door zijn verzekeringsmakelaar.

Echter zijn de bezorgdheden van de bezwaarindiener over de scheimuur en eventuele schade een uitvoeringstechnische aangelegenheid die los staat van de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggende aanvraag door de vergunningverlenende overheid. Uiteraard betekent het verkrijgen van een vergunning geen vrijgeleide voor de bouwheer/aannemer zich te ontzien van burgerrechtelijke plichten.

Het bezwaar is ontvankelijk maar ongegrond.

 

Bescherming tijdens de werken: Het bezwaar tegen de aanvrager die zelf zijn werken zou uitvoeren, en de eis om bepaalde afwerkingsmaterialen te voorzien;

Beoordeling: De bezwaarindiener haalt aan dat hij geen schade op zijn eigen perceel wil door de werken, dat de aansluiting met de bestaande tuinmuur moet afgewerkt worden met nieuwe stenen en dekstenen, en dat een degelijke afwerking ter hoogte van de aansluiting op de terrastegels moet gebeuren. Tevens wil de bezwaarindiener op voorhand verwittigd worden over het tijdstip van de werken aan de gemene muur, en wensen zij dat de zondagsrust gerespecteerd wordt.

Echter zijn de bezorgdheden van de bezwaarindiener over de scheimuur en een goede afwerking een uitvoeringstechnische aangelegenheid die los staat van de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggende aanvraag door de vergunningverlenende overheid. Ook de tijdstippen wanneer geluid wordt gemaakt, zijn niet van stedenbouwkundige aard.

Uiteraard betekent het verkrijgen van een vergunning geen vrijgeleide voor de bouwheer/aannemer zich te ontzien van burgerrechtelijke en/of politionele plichten.

Het bezwaar is ontvankelijk maar ongegrond.

 

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

2.      conform bouwcode artikel 34.3 wordt als voorwaarde opgelegd om ofwel de nieuwe dakpakketten ter hoogte van de scheimuur minder dik uit te voeren, ofwel het volledig dak ter hoogte van de scheimuur minder hoog uit te voeren, mits een binnenhoogte van minstens 2,60 m voor de verblijfsruimtes gegarandeerd blijft, ofwel te opteren voor een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed vanaf de scheidingsmuur en de rest van het plat dak;

3.      het dakterras achter de slaapkamer op de eerste verdieping mag niet dieper reiken dan de achtergevel op de verdiepingen van de rechterbuur.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.