Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019056271 |
Gegevens van de aanvrager: |
NV Feka met als adres Vosstraat(VR) 10 te 9170 Sint-Gillis-Waas |
Ligging van het project: |
Van de Wervestraat 55 te 2060 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 7sectie G nr. 1299G |
Vergunningsplichten: |
stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: |
slopen van de bestaande bebouwing en bouwen van een meergezinswoning met 2 woongelegenheden |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 27/10/1926: toelating (1926#25258) voor een Frans dak.
Vergunde/vergund geachte toestand
- een pand van 3 bouwlagen onder mansardedak;
- geacht vergund voor 2 woongelegenheden.
Huidige toestand
- een pand van 3 bouwlagen onder mansardedak.
Gewenste toestand
- een pand van 4 bouwlagen onder plat dak;
- gelijkvloers met een diepte van 11,90 m wordt volledig bebouwd;
- bouwdiepte op 1ste en 2de verdieping links beperkt tot 9,80 m, rechts entresol in functie van traphal over volledige bouwdiepte;
- bouwdiepte op 3de verdieping van 8 m;
- 1 triplex- en 1 duplex-appartementen, beiden met 1 slaapkamer en een netto-vloeroppervlakte van respectievelijk 98 m² en 66 m².
Inhoud van de aanvraag
- slopen van de bestaande bebouwing;
- bouwen van een meergezinswoning met twee woongelegenheden, beiden voorzien van een buitenruimte;
- gevels afgewerkt met bruine gevelsteen en aluminium buitenschrijnwerk;
- balkons in metselwerk op de 1ste en 2de verdieping.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
AQUAFIN NV |
29 mei 2019 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
29 mei 2019 |
17 juli 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator |
29 mei 2019 |
29 juli 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam |
29 mei 2019 |
29 mei 2019 |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam |
17 juli 2019 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
29 mei 2019 |
18 juni 2019 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 1 zone voor wonen - (wo).
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgende punten:
- 1.7.1 Open ruimte, tuinen en terrassen: voor nieuwbouw moet minimaal 20% van de perceeloppervlakte als open, onverharde ruimte voorzien worden. Het perceel word echter volledig dicht gebouwd;
- 1.2.1 Bouwdiepte: de maximale bouwdiepte wordt vastgelegd op 5 m afstand van de achtergrens. Het perceel word echter volledig dicht gebouwd.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag is strijdig omwille van het niet voorzien van een open ruimte op het gelijkvloers en omwille van het overschrijden van de bouwdiepte. Echter gelet op de ligging van het perceel op de hoek van het bouwblok, de eerder geringe diepte van het perceel van circa 12m, de hoge bebouwingsgraad van de achtergelegen panden aan de achterzijde en de oostelijke oriëntatie van de tuinzone kan een afwijking worden toegestaan op het volledig bebouwen van het gelijkvloers. Voorliggende aanvraag is bijgevolg op dit aspect ruimtelijk toelaatbaar.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat het slopen van de bestaande bebouwing waarna een nieuwbouw meergezinswoning wordt voorzien met twee woongelegenheden onder plat dak. Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging en geen vermeerdering van het aantal woongelegenheden.
De bestaande functie van meergezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Van de Wervestraat.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Na de sloop van de bestaande bouw met vier bouwlagen, inclusief zadeldak, wordt een nieuwbouw voorzien bestaande uit vier bouwlagen met plat dak. Ter hoogte van de kroonlijst van de linker- en rechterwoning wordt een kroonlijst gesimuleerd. De effectieve kroonlijst ligt 1,85m hoger, wat stedenbouwkundig aanvaardbaar is. Het perceel wordt volledig bebouwd over een bouwdiepte van ongeveer 12m, waarvoor een afwijking wordt toegestaan (zie beoordeling afwijking van de voorschriften). Op de 1ste verdieping wordt de bouwdiepte aan de linkerkant met ongeveer 2m teruggetrokken, net zoals op de 2de verdieping. Op de 3de verdieping bedraagt de bouwdiepte nog slechts 8,20m.
Inzake schaal en ruimtegebruik kan de voorliggende aanvraag, mits afwijkingen, worden toegestaan.
Visueel-vormelijke elementen
De nieuwe voorgevel wordt opgetrokken in metselwerk met parementsteen met buitenschrijnwerk in gemoffeld aluminium en borstweringen in verzinkt staal. Recht onder de kroonlijst wordt een deel van de gevel in een motief vermetseld. Ter hoogte van de kroonlijst van de linkerwoning wordt een horizontale kroonlijst gesimuleerd in blauwe hardsteen. De effectieve kroonlijst bevindt zich 1,85m hoger en wordt in aluminium voorzien. De achtergevel wordt in dezelfde materialen uitgevoerd.
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan worden ingestemd met de gewenste materialen zoals voorzien in voorliggende aanvraag.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Elk appartement is ofwel voor- of achteraan voorzien van een terras dat voldoende groot is. De slaapkamers en woonruimtes zijn telkens voldoende groot gedimensioneerd. Elk appartement beschikt over een badkamer, waarbij de badkamer van appartement 1 in de onderste bouwlaag gesitueerd is. De vrije hoogte bedraagt hier 2,20m en de badkamer is voldoende kwalitatief, waardoor hier geen hinder wordt verwacht.
Het nieuwe platte dak, dat uitgevoerd wordt als groendak, wordt niet voorzien van een opstand zoals opgenomen in artikel 34. Deze opstand is echter niet vereist indien er tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30cm breed wordt voorzien. Dit wordt in voorwaarden opgenomen om de (brand)veiligheid te garanderen.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de nieuwbouw van de meergezinswoning. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1. De werkelijke parkeerbehoefte is 2.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens art. 12, §3, 1° (Levendige plint) is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.
|
Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is. Volgens het advies ‘geacht vergund’ zijn er in de bestaande toestand 2 wooneenheden. Het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein is 2. Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 2 parkeerplaatsen. Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 2 – 2 = 0.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.
|
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de voorwaarden in het advies van Fluvius strikt na te leven;
3. het nieuwe platte dak met groendak voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) tussen de scheidingswand en de vegetatie van minstens 30cm breed;
4. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
5 mei 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
29 mei 2019 |
Start openbaar onderzoek |
10 juni 2019 |
Einde openbaar onderzoek |
9 juli 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
11 september 2019 |
Verslag GOA |
19 augustus 2019 |
naam GOA |
Wim Van Roosendael |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
10 juni 2019 |
9 juli 2019 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
De algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de voorwaarden in het advies van Fluvius strikt na te leven;
3. het nieuwe platte dak met groendak voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) tussen de scheidingswand en de vegetatie van minstens 30cm breed;
4. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.