Terug
Gepubliceerd op 22/07/2019

2019_CBS_05930 - Omgevingsvergunning - OMV_2019060492. Catharina Beersmansstraat 11. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 19/07/2019 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Tom Meeuws, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_05930 - Omgevingsvergunning - OMV_2019060492. Catharina Beersmansstraat 11. District Antwerpen - Goedkeuring 2019_CBS_05930 - Omgevingsvergunning - OMV_2019060492. Catharina Beersmansstraat 11. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

Toetsing voorschriften

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-        Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-        Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

Algemene bouwverordeningen

-        Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-        Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.

-        Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:

  • artikel 34 stabiliteit en scheidingsmuren:
    er wordt ter hoogte van de linker scheidingsmuur geen dakopstand voorzien van minimum 30cm.

 

Sectorale wetgeving

-        MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-        Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-        Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode

-        Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Ter hoogte van de linker scheidsmuur voorziet het nieuwe dak geen dakopstand van minimum 30cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Hierdoor is de aanvraag strijdig met artikel 34 van de bouwcode. In voorwaarde wordt opgelegd om een strook in brandvast materiaal te voorzien.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag behoudt de bestaande eengezinswoning. Deze functie is inpasbaar in de omgeving en is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan.

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

De Catharina Beersmansstraat wordt gekenmerkt door aaneengesloten rijhuizen bestaande uit twee of drie bouwlagen met plat dak of zadeldak. Daarachter bevinden zich entresols en achterbouwen uit twee bouwlagen die op de eerste verdieping over de helft van de perceelbreedte zijn gebouwd. Daarachter bevinden zich in hoofdzaak tuinen. De aanvraag wenst het linkerdeel van de achterbouw uit te breiden en verhoogt daarbij de scheidingsmuur met de linkerbuur op. De bestaande bouwdiepte blijft ongeveer behouden. De voorgestelde interne wijzigingen bevatten enkele constructieve ingrepen.
Het gewenste volume is stedenbouwkundig aanvaardbaar. De aanvraag is in overeenstemming met het referentiebeeld en de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

 

Visueel-vormelijke elementen

De aanvraag wijzigt de voorgevel niet. De wijzigingen aan de achtergevel blijven beperkt tot het gelijkvloers. Daarbij wordt er gebruik gemaakt van sierpleister in lichte kleurstelling en aluminium schrijnwerk in donkere kleur. Het gebruikte materiaal is sober en hedendaags en niet storend voor de omgeving.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De achtergevel wordt voorzien van grote schuifraampartijen. Deze ingreep verhoogt de daglichttoetreding in de woning en zorgt voor een toename van de algemene woon- en leefkwaliteit van de woning.

 

Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. Het nieuwe dak dient ter hoogte van de linker scheidsmuur bij afwezigheid van een opstand van 30 cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak, aan één van de volgende voorwaarden te voldoen:

-          de dakbekleding valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of komt voor op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);

-          een niet brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tegen de scheidsmuur;

  1. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.



Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

7 mei 2019

Volledig- en ontvankelijk

27 mei 2019

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

26 juli 2019

Verslag GOA

8 juli 2019

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Juridische grond


Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het intergraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

1

0

0

0


Bespreking van de bezwaren

Er werd 1 bezwaarschrift ingediend, voornamelijk handelend over:

  1. Ophogen scheidingsmuur: Het ophogen van de scheidingsmuur achteraan neemt licht en zicht weg van de aanpalende links.

Beoordeling: Een verhoging van de scheidingsmuur met ongeveer 75 centimeter resulteert niet in een onaanvaardbare vorm van daglichtblokkering. De scheidingsmuur is reeds schuin aflopend en wordt rechtgetrokken tot een afgewerkt geheel. Stedenbouwkundig is dit voorstel aanvaardbaar. Het bezwaar is ongegrond.


Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Projectnummer:

OMV_2019060492

Gegevens van de aanvrager:

de heer Pieter Staes met als adres Anselmostraat 51 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Catharina Beersmansstraat 11 te 2018 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 10 sectie K nr. 1947P13

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

-        18 juni 2003: vergunning  (86#30265) voor het verbouwen van een keuken en een veranda, het wijzigen van de achtergevel en het verwijderen van een tuinberging.

Vergunde/vergund geachte toestand

-        eengezinswoning bestaande uit 3 bouwlagen onder een plat dak;

-        aan de linkerzijde heeft de woning op het gelijkvloers een uitbouw (veranda) met een diepte tot circa 16,10 meter;

-        aan de rechterzijde heeft de woning een uitbouw met een diepte tot circa 17,67 meter en dit tot op de eerste verdieping.

Huidige toestand

-        conform de vergunde toestand.

Gewenste toestand

-        de uitbouw (veranda) aan de linkerzijde wordt afgebroken en opnieuw aangebouwd tot 16,00 meter diep;

-        de nieuwe uitbouw wordt dichtgebouwd met lichtkoepels;

-        dragende muren worden gesloopt en vervangen door nieuwe dragende elementen;

-        de linker scheidingsmuur wordt opgehoogd.

Inhoud van de aanvraag

-        supprimeren van het verandavolume tot volwaardige achterbouw;

-        ophogen van de linker scheimuur;

-        interne stabiliteitswerken.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:

  1. Het nieuwe dak dient ter hoogte van de linker scheidsmuur bij afwezigheid van een opstand van 30 cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak, aan één van de volgende voorwaarden te voldoen:  

    de dakbekleding valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of komt voor op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);  een niet brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tegen de scheidsmuur;

  2. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.