Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019023922 |
Gegevens van de aanvrager: |
Blue Gate Antwerp Development met als adres Scheldedijk 30 te 2070 Zwijndrecht |
Ligging van het project: |
Olieweg ZN te 2020 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 9sectie I nrs. 2909H, 2909G, 2910L en 2910K |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
het aanleggen van een tijdelijke parking met 196 parkeerplaatsen |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 29/08/2017: vergunning (2017609) voor sloop- en afbraakwerken in het kader van het bedrijventerrein ‘Blue Gate Antwerpen’;
- 17/04/2018: vergunning (20172050) Blue Gate Antwerp voor de ontwikkeling van een hoogwaardig, watergebonden en eco-effectief bedrijventerrein.
Laatst vergunde toestand
- het projectgebied werd bouwrijp gemaakt.
Bestaande toestand
- braakliggend terrein.
Inhoud van de aanvraag
- het aanleggen van een tijdelijke parking (197 parkeerplaatsen) en een tijdelijke herstelplaats voor VELO Antwerpen op de bedrijvenzone Blue Gate Antwerp;
- de parking wordt ingezet voor geclusterd parkeren voor personeel en bezoekers van de bedrijvigheid in het noordelijke deel van Blue Gate Antwerp;
- deze noordelijke parking maakt, naast de zuidelijke tijdelijke parking, het gegroepeerd parkeren in de opstartfase mogelijk, in afwachting van de realisatie van de parkeergebouwen;
- de realisatie van het eerste parkeergebouw wordt voorzien na de opening van het arresthuis;
- op basis van de vooropgestelde timing van het arresthuis wordt een tijdelijke vergunning voor vijf jaar aangevraagd voor deze parking;
- de tijdelijke herstelplaats voor VELO Antwerpen omvat een verharde zone waar 4 werkcontainers kunnen worden geplaatst;
- op termijn verhuist de herstelplaats naar een definitieve locatie op Blue Gate Antwerp;
- gelet op de positionering naast de tijdelijke parking, wordt ook hier een vergunning voor 5 jaar aangevraagd.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
AQUAFIN NV |
8 april 2019 |
29 april 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
8 april 2019 |
6 mei 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
De Vlaamse Waterweg nv |
8 april 2019 |
6 mei 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
lokale politie/ verkeerspolitie (LP/VK/SE) |
8 april 2019 |
17 april 2019 |
Gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
autonoom gemeentebedrijf vastgoed en stadsprojecten Antwerpen |
8 april 2019 |
11 april 2019 |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
8 april 2019 |
23 april 2019 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
8 april 2019 |
12 april 2019 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie |
8 april 2019 |
16 april 2019 |
stadsontwikkeling/ ontwerp en uitvoering/ ontwerpers |
8 april 2019 |
9 april 2019 |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ milieuvergunningen) |
8 april 2019 |
17 april 2019 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: gemengd regionaal bedrijventerrein en specifiek regionaal bedrijventerrein met watergebonden karakter.
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend punt:
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project is gelegen in een overstromingsgevoelig gebied. Bijgevolg werd het project voor advies bezorgd aan de beheerder van de waterloop: Vlaamse Waterweg. Het advies is gunstig. Zie toetsing aan de goede ruimtelijke ordening.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een bekrachtigde archeologienota worden toegevoegd
De archeologienota werd bekrachtigd door het agentschap Onroerend Erfgoed op 31 mei 2017.
De nota toont gemotiveerd aan dat er geen verder archeologisch onderzoek moet plaatsvinden.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Toegankelijkheid
- Art. 27 Parkeerplaatsen. Conform de wetgeving toegankelijkheid moeten 15 parkeerplaatsen (197 x 6% + 3) aangepast en voorbehouden zijn. Er zijn er 4 voorzien, die niet voldoende breed zijn: 3,00 in plaats van 3,50 meter. Als voorwaarde wordt opgelegd in de vergunning dat 15 parkeerplaatsen moeten voorzien worden conform art. 27 van de wetgeving toegankelijkheid. Binnen de voorziene oppervlakte betekent dit een afname van het aantal met 3 parkeerplaatsen. Het totaal aantal komt hierdoor op 193 parkeerplaatsen.
Als voorwaarde wordt opgelegd 12 parkeerplaatsen te voorzien, conform artikel 27 van de verordening toegankelijkheid. Het totale aantal komt hierdoor op 193 parkeerplaatsen.
Functionele inpasbaarheid
De tijdelijke werkplaats voor Velo Antwerpen wordt niet verder gespecifieerd in de aanvraag. Enkel de verharding wordt aangevraagd. Plannen, gevels en sneden ontbreken. Deze zijn echter essentieel om de functie werkplaats en de bijhorende verharding, op deze plaats te kunnen beoordelen. Bijgevolg wordt de verharding (en de functie werkplaats) uitgesloten van vergunning. Er kan voor de herstelplaats een aparte omgevingsvergunning worden aangevraagd.
De parking wordt aangevraagd voor een periode van 5 jaar. De parkeercapaciteit is noodzakelijk voor de nieuwe bedrijvigheid op Blue Gate Antwerp. Op het moment dat er voldoende bedrijvigheid is op de site, worden parkeergebouwen gerealiseerd om het geclusterd parkeren op te vangen. De termijn van 5 jaar wordt gekoppeld aan de vergunning.
In het kader van voorliggende aanvraag werd advies gevraagd aan Ondernemen en stadsmarketing/business en innovatie. Het advies is voorwaardelijk gunstig:
“…
De aanvraag past binnen het goedgekeurde GRUP, binnen het masterplan van BGA en het inrichtingsplan.
Alleen werd er 1 item over het hoofd gezien in het dossier.
De locatie is gelegen naast een hoogdrempelig SEVESO bedrijf en in het dossier wordt hiervan nergens melding gemaakt noch wordt er aangegeven of dit eventueel een risico vormt. Een extra adviesvraag aan de Vlaamse administratie Veiligheidsrapportering lijkt dan ook opportuun.
Daarom wordt voor de aanvraag een voorwaardelijk gunstig advies gegeven.
Voorwaarde:
Daar de site gelegen is naast een hoogdrempelig SEVESO bedrijf, is het van belang dat er vanuit de bevoegde Vlaamse administratie een advies voorzien wordt en/of er van de aanvrager aanvullende info wordt bezorgd dat deze tijdelijke inrichting geen risico's geeft voor de omgeving.”
Volgens het ‘besluit tot aanwijzing van de instanties die over een omgevingsvergunning advies verlenen’ (Besluit VR 2015), dient de afdeling, bevoegd voor veiligheids- en milieueffectenrapportage van de Vlaamse Overheid, niet te worden gecontacteerd voor advies.
De aanvraag werd voorgelegd aan het autonoom gemeentebedrijf vastgoed en stadsprojecten, AG Vespa. Zij brachten een gunstig advies uit:
“Op Blue Gate Antwerp zullen op termijn geclusterde parkeergebouwen worden voorzien voor het ganse bedrijventerrein. Het aantal parkeerplaatsen op het eigen terrein wordt beperkt.
De clusterparkeergebouwen worden pas gerealiseerd wanneer de vraag hiernaar voldoende is, naarmate de ontwikkeling van de site vordert en bedrijven zich komen vestigen op Blue Gate Antwerp. In afwachting van de realisatie van de parkeergebouwen worden tijdelijke parkeerplaatsen voorzien op het maaiveld. Ook de tijdelijke maaiveldparkings zijn clusterparkings.
Er werd al één maaiveldparking in het zuiden van het projectgebied voorzien. Daarnaast wordt nu een tweede meer noordelijk gelegen maaiveldparking voorzien, zodat de parkeerplaatsen goed bereikbaar zijn vanuit de volledige site.
Voorwaarde:
Bij voldoende vraag naar parkeerplaatsen op BGA, moeten cluster parkeergebouwen de maaiveldparkings vervangen.”
De gestelde voorwaarde wordt gezien als een opmerking, naar de aanvrager toe, eerder dan een in de vergunning op te leggen voorwaarde. In deze vergunning kan geen bindende voorwaarde opgelegd worden in functie van een gewenste toekomstige ontwikkeling.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 0 parkeerplaatsen.
Advies Mobiliteit: “De tijdelijke parking moet dienen als geclusterde parking voor het noordelijke deel van Blue Gate Antwerp, in afwachting van de realisatie van de eerste parkeergebouwen. Deze noordelijke parking moet, naast de zuidelijke tijdelijke parking, het gegroepeerd parkeren op de bedrijvenzone Blue Gate Antwerp in de opstartfase mogelijk maken. De realisatie van het parkeergebouw wordt voorzien na de opening van het arresthuis. Op basis van de vooropgestelde timing van het arresthuis wordt een tijdelijke vergunning voor vijf jaar aangevraagd voor deze parking.
Grenzend aan de tijdelijke parking wenst de aanvrager een zone aan te leggen voor een tijdelijke herstelplaats voor VELO Antwerpen. Deze tijdelijke herstelplaats omvat een verharde zone waar vier werkcontainers kunnen worden geplaatst waarin herstellingen aan de deelfietsen VELO gebeuren. Er wordt verwacht dat in deze containers een 4-tal mensen zullen worden tewerkgesteld. De herstelplaats draagt bij aan de sociale controle op de tijdelijke parking. Deze herstelplaats zal mogelijk op termijn definitief worden ondergebracht op een andere locatie op Blue Gate Antwerpen. Gelet op de positionering naast de tijdelijke parking, wordt ook hier een vergunning voor vijf jaar aangevraagd.
Voor de parking zelf wordt geen parkeerbehoefte opgelegd. De werkelijke parkeerbehoefte voor de velo herstelplaats is 2.”
Gezien het velo station wordt uitgesloten van vergunning dient hiervoor geen werkelijke parkeerbehoefte te worden in rekening gebracht. Bij een volgende vergunning wordt opgelegd dat deze twee parkeerplaatsen op de parking moeten worden voorbehouden.
|
De plannen voorzien in 197 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 193.
Gezien 15 voorbehouden en aangepaste parkeerplaatsen moeten voorzien worden: ligt het aantal realiseerbare parkeerplaatsen lager dan het aangevraagde (193 in plaats van 197. Zie beoordeling afwijkingen van de voorschriften.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.
|
De dienst mobiliteit adviseert het volgende:
- Er moeten 2 fietsstalplaatsen voorzien worden voor het personeel van de Velo herstelplaats.
- Er dient een parkeerboekhouding opgesteld te worden zodat er een overzicht is van hoeveel parkeerplaatsen er voor alle functies nodig zijn en hoeveel parkeerplaatsen er al gerealiseerd werden.
Gezien het Velo-station wordt uitgesloten van vergunning, dienen ook geen fietsstalplaatsen te worden voorzien.
De tweede voorwaarde is een advies voor de bouwheer. Toekomstige aanvragen voor projecten binnen Blue Gate Antwerp dienen te worden verduidelijkt met een parkeerboekhouding.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De parking is efficiënt ingericht. De parkeerplaatsen zijn voorzien van een halfverharding en dienen als buffer- en infiltratiezone voor hemelwater.
Cultuurhistorische aspecten
Gezien de oppervlakte van het terrein groter is dan 3000 m², werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst archeologie. Het advies is voorwaardelijk gunstig:
“Het projectgebied bevindt zich buiten een archeologisch vastgestelde zone. Het projectgebied is gelegen buiten een woon- en recreatiefgebied met een oppervlakte boven 3000 m² (ca. 14508 m²) en ingreep in de bodem groter dan 1000 m² (ca. 8383 m²). De aanvrager is publiekrechtelijk. Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor een archeologienota verplicht.
De archeologienota werd ingediend door RAAP op 18/05/2017 en door het agentschap Onroerend Erfgoed bekrachtigd op 31/05/2017. Het bijhorende programma van maatregelen beval geen verder vervolgonderzoek en gaf het terrein vrij (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/archeologienotas/3388).
Dit neemt echter niet weg dat de bouwheer nog steeds verplicht is om vondsten of restanten, waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat ze archeologisch waardevol zijn, moet melden onder de vondstmeldingsplicht (cfr. Onroerenderfgoeddecreet, 2 juli 2013, artikel 5.1.4).”
Voorwaarden:
- De bouwheer dient geen vervolgonderzoek uit te voeren (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/archeologienotas/3388).
- De bouwheer is verplicht om eventuele vondsten en restanten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat het archeologische waarde heeft, te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.1.4).
- De bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@stad.antwerpen.be)
- De bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.”
De laatste drie voorwaarden worden opgenomen als voorwaarde in de omgevingsvergunning.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Volgende voorwaarden uit het advies van Aquafin worden opgenomen in de omgevingsvergunning als bindende voorwaarde in de vergunning in functie van de aansluiting op de riolering:
“Het project kan worden aangesloten onder volgende voorwaarden:
- De infiltratieoppervlakte dient toegelicht te worden.
- RWA en DWA moeten volledig gescheiden tot op de rooilijn worden gebracht. De vergunningsaanvrager dient een externe toezichtmogelijkheid op beide aansluitingen te voorzien.
- Gravitaire kelderaansluitingen zijn niet toegelaten. Indien er afvoerpunten van het gebouw (bijv. klokrooster) lager gelegen zijn dan het straatniveau t.h.v. de leiding dient de aansluiting beveiligd te worden tegen terugstroming. Dit kan door aan te sluiten via een terugslagklep of pomp. Een terugslagklep dient te worden geplaatst in de aankomende leidingen en niet in de infrastructuur van de rioolbeheerder.
- De aansluiting dient te gebeuren op een diepte van 80 cm onder het straatniveau. Afwijkingen hiervan kunnen eventueel toegelaten worden mits een gemotiveerde aanvraag.”
Gezien het terrein is gelegen in overstromingsgevoelig gebied, werd advies gevraagd aan de beheerder van de waterloop: Vlaamse Waterweg – afdeling Zeeschelde.
Het advies is gunstig:
“Integraal Waterbeheer
Het project stroomt af naar de Zeeschelde en is volgens de watertoetskaarten gelegen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied.
De verharde oppervlakte en/of dakoppervlaktes nemen toe met 2310m² asfaltverharding, 2520m² steenslag en 150m² asfaltverharding voor het inrichten van een tijdelijke werkplaats.
Er dient dus 2460m² in rekening gebracht te worden voor een infiltratievoorziening.
Dit resulteert in een voorziening met een volume 61.500l en een oppervlakte van 98m². Er wordt een infiltratievoorziening geïnstalleerd met een volume van ruim 80.000l en een oppervlakte van 1.065m².
Aangezien de site een heel gevoelige waterhuishouding heeft, dient de tijdelijkheid van de verharding steeds in overeenstemming met verdere ontwikkelingen te staan. Het verlenen van de vergunning voor vijf jaar is volgens De Vlaamse Waterweg nv dan ook een redelijke termijn.
Er worden geen significante effecten op het watersysteem verwacht. De aanvraag is verenigbaar met de doelstellingen en beginselen van het ‘Decreet Integraal Waterbeleid’.
Ruimtelijke ordening
Het project ligt op voldoende afstand van de waterkering.
Beslissing
Het advies is gunstig onder deze voorwaarden.”
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. 12 parkeerplaatsen te voorzien, conform artikel 27 van de gewestelijke verordening toegankelijkheid. Het totale aantal komt hierdoor op 193 nuttige parkeerplaatsen;
3. de bouwheer is verplicht om eventuele vondsten en restanten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat het archeologische waarde heeft, te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.1.4);
4. de bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@stad.antwerpen.be);
5. de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen;
6. de infiltratieoppervlakte dient toegelicht te worden aan Aquafin;
7. RWA en DWA moeten volledig gescheiden tot op de rooilijn worden gebracht. De vergunningsaanvrager dient een externe toezichtmogelijkheid op beide aansluitingen te voorzien;
8. gravitaire kelderaansluitingen zijn niet toegelaten. Indien er afvoerpunten van het gebouw (bijv. klokrooster) lager gelegen zijn dan het straatniveau ter hoogte van de leiding dient de aansluiting beveiligd te worden tegen terugstroming. Dit kan door aan te sluiten via een terugslagklep of pomp. Een terugslagklep dient te worden geplaatst in de aankomende leidingen en niet in de infrastructuur van de rioolbeheerder;
9. de aansluiting dient te gebeuren op een diepte van 80 cm onder het straatniveau. Afwijkingen hiervan kunnen eventueel toegelaten worden mits een gemotiveerde aanvraag.
Uitsluitingen
De verharding (en containers) voor de Velo herstelplaats wordt uitgesloten van verguning.
Geldigheidsduur
De handelingen waarvoor vergunning is verleend, mogen niet langer dan 5 jaar na de datum waarop de huidige vergunning een definitief en niet langer voor administratief beroep vatbaar karakter verkrijgt, in stand blijven. Na het verstrijken van de geldigheidsduur van de vergunning moet de begunstigde het terrein herstellen in de staat waarin het zich bevond vóór de tenuitvoerlegging van de vergunning van bepaalde duur.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
7 maart 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
6 april 2019 |
Start openbaar onderzoek |
16 april 2019 |
Einde openbaar onderzoek |
15 mei 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
19 juli 2019 |
Verslag GOA |
2 juli 2019 |
naam GOA |
Brenda Dierckx |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
16 april 2019 |
15 mei 2019 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. 12 parkeerplaatsen te voorzien, conform artikel 27 van de gewestelijke verordening toegankelijkheid. Het totale aantal komt hierdoor op 193 nuttige parkeerplaatsen;
3. de bouwheer is verplicht om eventuele vondsten en restanten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat het archeologische waarde heeft, te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.1.4);
4. de bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@stad.antwerpen.be);
5. de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen;
6. de infiltratieoppervlakte dient toegelicht te worden aan Aquafin;
7. RWA en DWA moeten volledig gescheiden tot op de rooilijn worden gebracht. De vergunningsaanvrager dient een externe toezichtmogelijkheid op beide aansluitingen te voorzien;
8. gravitaire kelderaansluitingen zijn niet toegelaten. Indien er afvoerpunten van het gebouw (bijv. klokrooster) lager gelegen zijn dan het straatniveau ter hoogte van de leiding dient de aansluiting beveiligd te worden tegen terugstroming. Dit kan door aan te sluiten via een terugslagklep of pomp. Een terugslagklep dient te worden geplaatst in de aankomende leidingen en niet in de infrastructuur van de rioolbeheerder;
9. de aansluiting dient te gebeuren op een diepte van 80 cm onder het straatniveau. Afwijkingen hiervan kunnen eventueel toegelaten worden mits een gemotiveerde aanvraag.
Uitsluitingen
De verharding (en containers) voor de Velo herstelplaats wordt uitgesloten van verguning.
Geldigheidsduur
De handelingen waarvoor vergunning is verleend, mogen niet langer dan 5 jaar na de datum waarop de huidige vergunning een definitief en niet langer voor administratief beroep vatbaar karakter verkrijgt, in stand blijven. Na het verstrijken van de geldigheidsduur van de vergunning moet de begunstigde het terrein herstellen in de staat waarin het zich bevond vóór de tenuitvoerlegging van de vergunning van bepaalde duur.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.