Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar.
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
24 mei 2019 |
21 juni 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
24 mei 2019 |
4 juni 2019 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften:
De aanvraag wijkt af van bouwcode artikel 27 (open ruimte). Op het rechterperceel wordt
26% ontpit, op het linkerperceel is geen ontpitting. De loods achteraan blijft integraal
behouden als magazijn, zoals in de bestaande toestand, ondanks het ontbreken van 5 parkeerplaatsen. Het bestendigen van dergelijk volume in dit binnengebied,
zonder het creëren van extra buitenruimte, druist in tegen de visie van de stad
waar ontpitten van binnengebieden ruimtelijk wenselijk is. De aanvrager neemt de opgestelde voorwaarde van dossier 20172133 om de loods achteraan gedeeltelijk af te breken, dit deel te ontpitten en vervolgens aan te leggen als groene onverharde tuin niet op. Bijgevolg wordt er geen doorrit gecreëerd aan de linkerzijde en wordt er geen parkeerplaats voorzien voor het stallen van 5 auto’s. De voorliggende aanvraag bevat geen argumentatie of motivatie om af te wijken van de opgestelde voorwaarden. Het niet voorzien van buitenruimte op het linkerperceel, en het bijgevolg niet voldoen aan de opgestelde voorwaarden, kan stedenbouwkundig niet worden toegelaten en vormt een grond voor een ongunstig stedenbouwkundig advies.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat enkele wijzigingen tegenover vorig voorwaardelijk gunstig dossier 20172133. Het bestaande magazijn wordt niet uitgevoerd naar een parkeergarage en er wordt een fietsenberging voorzien in het hoofdgebouw. De appartementen wijzigen niet tegenover de laatst vergunde toestand. De functie van magazijn op zich kan vanuit stedenbouwkundig oogpunt worden toegelaten en is aanvaardbaar in de omgeving van het pand.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 5 parkeerplaatsen. In de vergunning 20172133 werden 3 bijkomende wooneenheden voorzien en er verdween een garage. De parkeerbehoefte was 5. In het bestaande magazijn werden 8 nuttige parkeerplaatsen gerealiseerd en een fietsenberging. In deze aanvraag wordt het bestaande magazijn behouden en komen er dus geen 8 nuttige parkeerplaatsen. De 3 bijkomende wooneenheden worden wel gerealiseerd. De werkelijke parkeerbehoefte is 5.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 5. Het plan voorziet niet in het aantal te realiseren plaatsen. Het perceel is voldoende groot om minstens 5 volwaardige en kwalitatieve parkeerplaatsen te voorzien conform de voorwaarden opgelegd in vergunning 20172133.
|
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het betreft twee gebouwen van elk drie bouwlagen onder plat dak, met achteraan een loods.
Elk gebouw omvat een garagepoort op het gelijkvloers, waarvan de linkse toegang biedt tot de
loods. Elk gebouw omvat twee appartementen. De aanvrager voorziet geen wijziging aan het bouwvolume tegenover de voorwaardelijk gunstige vergunning 20172133. Echter voldoet de aanvraag niet aan elke opgestelde voorwaarde in dezelfde vergunning en wordt er niet geargumenteerd of gemotiveerd waarom de voorliggende aanvraag afwijkt van de opgestelde voorwaarden inzake schaal en ruimtegebruik.
Visueel-vormelijke elementen
De voorgevel wijzigt niet. Het straatbeeld wordt niet aangetast. Het nieuwe gedeelte van de achtergevel wordt voorzien van een witte crepi, zoals de overige vlakken van de achtergevel. Inzake visuele en vormelijke elementen worden er geen storende effecten verwacht.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Vanuit ruimtelijk oogpunt is het aangewezen om het achterliggende magazijn te ontpitten zodat de leefkwaliteit van de woonentiteiten gemaximaliseerd kan worden. Daarnaast zal het ontpitten van het binnengebied een meerwaarde betekenen voor de leefkwaliteit van het volledige bouwblok. Het ontpitten van het perceel werd als voorwaarde opgesteld in voorgaande vergunning (20172133).
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, hoofdzakelijk omwille van:
- Niet voorzien van 5 parkeerplaatsen op eigen terrein zoals opgelegd als voorwaarden in vergunning 20172133;
- Niet voorzien van voldoende open ruimte zoals opgeld als voorwaarden in vergunning 20172133.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
1 mei 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
24 mei 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
23 juli 2019 |
Verslag GOA |
4 juli 2019 |
naam GOA |
Helia Dezhpoor |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het intergraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019054983 |
Gegevens van de aanvrager: |
BVBA GODWALD met als contactadres klaverheide 114 te 2930 brasschaat (belgie) |
Ligging van het project: |
Leeuwlantstraat 111 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 30 sectie A nr. 558T31 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: |
wijzigen van vergunning 20172133 die in uitvoerging is |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 01/01/1955: vergunning (626#16657) voor het optrekken van een tweede verdieping;
- 01/01/1995: vergunning (626#16339) voor het bouwen van een appartementsgebouw;
- 01/01/1962: vergunning (627#21066) voor een verbouwing;
- 22/12/2017: vergunning (20172133) voor het uitbreiden en aanpassen van twee aanpalende meergezinswoningen.
Vergunde toestand
- Leeuwlantlaan 111
- Leeuwlantlaan 113
Huidige toestand
- de vergunning van 2017 is in uitvoering.
Gewenste toestand
- niet uitvoeren van het bestaande magazijn tot een parkeergarage;
Inhoud van de aanvraag
- een deel van de vorige vergunning (het bestaande magazijn te wijzigen tot een parkeergarage) wordt niet uitgevoerd;
- alle andere onderdelen van de vorige vergunning worden gerealiseerd of zijn in uitvoering;
- de opgelegde fietsenberging zal worden voorzien in de plaats van het bestaande bureel op nummer 111;
- het aantal woongelegenheden en slaapkamers blijven ongewijzigd.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist om de omgevingsvergunning te weigeren.