Terug
Gepubliceerd op 22/07/2019

2019_CBS_05953 - Omgevingsvergunning - OMV_2018154777. Willem Van Laarstraat 35. District Berchem - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 19/07/2019 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Tom Meeuws, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_05953 - Omgevingsvergunning - OMV_2018154777. Willem Van Laarstraat 35. District Berchem - Goedkeuring 2019_CBS_05953 - Omgevingsvergunning - OMV_2018154777. Willem Van Laarstraat 35. District Berchem - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2018154777

Gegevens van de aanvrager:

de heer Hasan Palit met als adres Sint Bernardsesteenweg 940 te 2660 Hoboken (Antwerpen)

Ligging van het project:

Willem Van Laarstraat 35 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 21sectie B nr. 71S7

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en uitbreiden van een meergezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          17 oktober 1951: vergunning (957#2577) voor binnenveranderingen;

-          27 februari 1984: vergunning (961#2423) voor een gevelverbouwing;

-          10 augustus 2018: weigering (20181449) voor het verbouwen en uitbreiden van een meergezinswoning.

Vergunde/vergund geachte toestand

-          meergezinswoning van 3 bouwlagen onder plat dak in gesloten bebouwing;

-          het gelijkvloerse niveau is volledig bebouwd en de verdiepingen hebben een bouwdiepte van 11 meter;

-          programma:

  • op het gelijkvloers een garage met 1 autostalplaats en achterliggend een appartement;
  • op de verdiepingen 2 appartementen;

-          de voorgevel werd wit bepleisterd. Het schrijnwerk werd voorzien in hout en zwart aluminium.

Huidige toestand

-          conform laatst vergunde toestand.

Gewenste toestand

-          meergezinswoning van 3 bouwlagen en een dakvolume;

-          programma:

  • 1-slaapkamer-appartement met een netto-oppervlakte van 80m² en buitenruimte van 44m²;
  • twee 2-slaapkamer-appartementen met een netto-oppervlakte van 51m² en buitenruimte van 2,5m²;
  • 1-slaapkamer-appartement met een netto-oppervlakte van 45m² en buitenruimte van 3,7m²;

-          de voorgevel blijft wit bepleisterd. Nieuw schrijnwerk wordt voorzien in zwart aluminium. Het dakvolume wordt bekleed met leien. 

 

Inhoud van de aanvraag

-          deels afbreken en ontpitten van het perceel (grondoppervlakte verkleinen van 124m² naar 104m²);

-          verbouwen en uitbreiden van een meergezinswoning:

  • wijzigen van het aantal woongelegenheden van 3 naar 4;
  • verbouwen van de gelijkvloerse verdieping;
  • omvormen van de een-slaapkamerappartementen op de eerste en tweede verdieping naar twee-slaapkamerappartementen van 51,4m²;
  • plaatsen van een dakvolume;
  • aanpassen van de raamopeningen op het gelijkvloers.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

4 juli 2019

12 juli 2019

Voorwaardelijk gunstig

FOD Mobiliteit en Vervoer - Dienst Luchtvaart

4 juli 2019

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

29 mei 2019

31 mei 2019

stadsontwikkeling/ mobiliteit

29 mei 2019

6 juni 2019

 

Toetsing voorschriften

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 26 Afvalverzameling:
    meergezinsgebouwen met minimaal 4 woningen dienen een gemeenschappelijke afgescheiden ruimte voor afvalverzameling te hebben die voorzien wordt van verluchting. De verluchting werd niet voorzien;
  • artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen: er wordt niet voldaan aan de parkeerbehoefte;
  • artikel 43 Septische putten:
    de septische put moet voldoen aan een minimale inhoud van 3500 liter.

 

Sectorale wetgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag. 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Het gelijkvloers wordt achteraan deels opengewerkt zodat er een stadstuin ontstaat voor het gelijkvloerse appartement, wat de woonkwaliteit verbetert. Daarnaast zijn open binnengebieden zeer belangrijk voor de woon-en leefkwaliteit binnen een bouwblok en voor de ecologische kwaliteiten van de wijk.

Het nieuwe volume wordt opgetrokken in de daklaag met behoud van de bestaande kroonlijst, wat voorkomt in de bebouwde omgeving. De nieuwe daklaag is inpasbaar in het straatbeeld.

 

Visueel-vormelijke elementen

De nieuwe daklaag wordt bekleed met gevelleien zodat het aanschijn van een dakverdieping wordt verkregen. De lichte kleurstelling van de nieuwe geïsoleerde en bepleisterde gevels is gunstig te adviseren omwille van de stedelijke opwarming, de beeldkwaliteit en de inpassing in het straatbeeld.

De stad Antwerpen hanteert een afwegingskader op aanvragen voor een stedenbouwkundige vergunning voor buitengevelisolatie. Bij een gunstig advies tot plaatsing van buitengevelisolatie is men verplicht om de werken over de volledige dikte van 14cm uit te voeren. Op die manier wordt er maximale energiebesparing gerealiseerd binnen de bepalingen van het rooilijnendecreet.

Het toepassen van buitengevelisolatie leidt tot een vervlakking van het straatbeeld door een verlies aan detaillering. Om een verarming van het materiaal tegen te gaan, wordt er bij een gunstig advies opgelegd dat bestaande elementen in natuursteen (raamdorpel, plint, …) behouden blijven of worden vervangen door nieuwe elementen in natuursteen.

De uitstekende delen van een gevel (plint, raamdorpel, kroonlijst, …) zorgen voor een detaillering van de gevel. Daarnaast hebben deze details ook een functie. Zo beschermt de plint tegen beschadigingen, vervuiling, ...

Indien er voor het uitvoeren van de werken een plint aanwezig is, moet deze behouden blijven. Dit kan door de bestaande plint naar voren te plaatsen (en er achter isolatie aan te brengen) of de bestaande plint te vervangen door een nieuwe plint.

Bij materialen die schadegevoelig zijn zoals bijvoorbeeld pleisterwerk of sommige plaatmaterialen, kan het aan te bevelen zijn om een plint te plaatsen, ook al is deze niet aanwezig in de bestaande toestand.

Wanneer er zich in de bestaande toestand openbare verlichtingsarmaturen (of andere elementen van nutsvoorzieningen) bevinden aan de gevel moeten deze na het uitvoeren van de werken opnieuw gemonteerd worden aan de gevel op een duurzame manier (eventueel met een achterliggende constructie).

Deze elementen moeten ten allen tijde kunnen hersteld worden of weggenomen worden. Indien nodig wordt hiervoor contact opgenomen met de dienst openbaar domein.

Wanneer er pleisterwerk is voorzien als gevelmateriaal, worden de randen van bijvoorbeeld raamopeningen voorzien van hoekprofielen. Dergelijke hoekprofielen moeten onzichtbaar worden uitgevoerd.

Wanneer de nieuwe constructie tot op het openbaar domein komt moet er rekening mee worden gehouden dat het voetpad in de toekomst hersteld kan worden zonder dat er aan de voorgevel ingrepen moeten gebeuren. Dit kan door de bestaande stoeptegel voor de werken weg te nemen en na de werken terug te plaatsen.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen:

Bij het ontwerpen van woningen zijn een evenwichtige ruimteverdeling en optimale afmetingen een must gezien deze een grote impact hebben op het wooncomfort. Om het ruimtecomfort van een woning te bewaken is het dus belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Dit is niet het geval in het voorliggend project, waardoor de woongelegenheden onvoldoende wooncomfort bieden.

Op een oppervlakte kleiner dan 60 m² wordt onvoldoende woonkwaliteit gerealiseerd voor een één-slaapkamerappartement. Deze oppervlakte (vanaf 35 m²) kan hoogstens een studio herbergen.

Op een oppervlakte kleiner dan 80 m² wordt onvoldoende woonkwaliteit gerealiseerd voor een twee-slaapkamerappartement. Deze oppervlakte (vanaf 60 m²) kan hoogstens een één-slaapkamerappartement herbergen.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding met 1 wooneenheid.

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1.

Door de verbouwing verdwijnt er 1 parkeerplaats. Deze dient bij de parkeerbehoefte bijgeteld te worden.

De werkelijke parkeerbehoefte van de verbouwing is 2.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens art. 12, §3, 1° (Levendige plint) is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 2.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 2 plaatsen.

 

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning gedeeltelijk te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de gemeenschappelijke afvalberging te voorzien van een verluchtingssysteem;

3.      een septische put te voorzien met een minimale inhoud van 3500 liter;

4.      de lijsten en dorpels te voorzien in natuursteen die evenveel uitsteken na het uitvoeren van de werken dan in de oorspronkelijke situatie van de lijst en dorpels;

5.      de elementen voor straatverlichting en/of nutsvoorzieningen die zich aan de gevel bevinden in de bestaande toestand, integraal te verplaatsen;

6.      de hoekprofielen die inherent zijn aan gevelpleisterwerk onzichtbaar uit te voeren;

7.      de nieuwe constructie te laten aansluiten op het openbaar domein op die manier dat toekomstige werkzaamheden aan het openbaar domein kunnen plaats vinden, los van ingrepen aan de nieuwe constructie;

8.      na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Uitsluitingen

De wijzigingen aan de indeling van de woongelegenheden op de eerste en tweede verdieping.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

7 mei 2019

Volledig- en ontvankelijk

29 mei 2019

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

28 juli 2019

Verslag GOA

15 juli 2019

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

2

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

1. Vrees voor schade: Het bezwaar dat het volume tegen de scheidingsmuur afgebroken wordt, waardoor één zijde blootgesteld wordt aan vocht, weer en wind, wat schade kan berokkenen aan de aanpalende verblijfsruimte van de buur. De buur stelt dat het noodzakelijk is om de scheidingsmuur te verstevigen, isoleren tegen warmteverlies, voorzien van een vochtbestendige laag en af te dekken met een vochtbestendige laag.

Beoordeling: Het bezwaar tegen het blootstellen van de scheidingsmuur betreft een uitvoeringstechnische aangelegenheid die losstaat van de stedenbouwkundige beoordeling van de aanvraag door de vergunningverlenende overheid. Uiteraard betekent het verkrijgen van een vergunning geen vrijgeleide voor de aanvrager/bouwheer zich te ontzien van burgerrechtelijke afspraken vóór en tijdens de uitvoer der werken.Het bezwaar is ongegrond.

 

2. Toestemming: Bezwaarindiener verleend geen toestemming voor wijzigingen aan de scheimuur.

Beoordeling: Het bezwaar betreft een burgerrechterlijke aangelegenheid die losstaat van de stedenbouwkundige beoordeling van de aanvraag door de vergunningverlenende overheid. In beginsel mag de vergunningverlenende overheid geen rekening houden met burgerrechtelijke aspecten bij het beoordelen van aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning. Anderzijds doet een stedenbouwkundige vergunning deze rechten niet teniet en ontslaat de titularis van de vergunning niet om het nodige bouwrecht te bekomen. Indien zou blijken dat de aanvraag strijdig is met een contractuele verbintenis, dan blijft de vergunning onwerkzaam.

Het bezwaar is ongegrond.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de gemeenschappelijke afvalberging te voorzien van een verluchtingssysteem;

3.      een septische put te voorzien met een minimale inhoud van 3500 liter;

4.      de lijsten en dorpels te voorzien in natuursteen die evenveel uitsteken na het uitvoeren van de werken dan in de oorspronkelijke situatie van de lijst en dorpels;

5.      de elementen voor straatverlichting en/of nutsvoorzieningen die zich aan de gevel bevinden in de bestaande toestand, integraal te verplaatsen;

6.      de hoekprofielen die inherent zijn aan gevelpleisterwerk onzichtbaar uit te voeren;

7.      de nieuwe constructie te laten aansluiten op het openbaar domein op die manier dat toekomstige werkzaamheden aan het openbaar domein kunnen plaats vinden, los van ingrepen aan de nieuwe constructie;

8.      na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Uitsluitingen

De wijzigingen aan de indeling van de woongelegenheden op de eerste en tweede verdieping.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.