Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019054333 |
Gegevens van de aanvrager: |
Bram Dewulf namens de heer Machiel Luxem met als adres Sint-Katelijnestraat 66 bus 2 te 2800 Mechelen |
Ligging van het project: |
Haringrodestraat 70 te 2018 Antwerpen (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 6sectie F nr. 1358S13 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 19 september 1912: toelating (1912#1317) voor huis afbreken en verbouwen;
- 15 december 1950: toelating (18#27472) voor verbouwingswerken.
Vergunde/vergund geachte toestand
- eengezinswoning van 4 bouwlagen onder schuin dak;
- garage/kelder is gedeeltelijk onder het maaiveld;
- bescheiden entresol rechts achteraan;
- maximale bouwdiepte (entresol) bedraagt 14,34 meter;
- voorgevel: plint in blauwe hardsteen, daarboven lichtgekleurde bepleistering.
Huidige toestand
- conform de laatst vergunde toestand;
- ramen in wit geschilderd hout;
- garagepoort en voordeur in zwart geschilderd hout.
Gewenste toestand
- houten schrijnwerk van de ramen in het zwart geschilderd;
- gat van voordeur wordt vergroot en opnieuw rechthoekig gemaakt;
- nieuwe gelijkvloerse achterbouw met verspringende bouwdiepte: 13,25 meter links en 14,40 meter rechts;
- verzonken ‘Engelse’ koer aan tuinzijde voor toegang halfondergrondse kelder;
- zolder inrichten als logeerkamer met badkamer.
Inhoud van de aanvraag
- slopen van achterbouw en entresol voor vervangende nieuwbouw uitbreiding van belle étage;
- inrichten van de zolderruimte als logeerkamer met badkamer;
- schilderen van het houten schrijnwerk in de voorgevel in zwart;
- inrichten van kelder achteraan naar wasberging en tuinkamer en toegang tot de tuin;
- vergroten en rechthoekig maken van de deuropening.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
5 juni 2019 |
20 juni 2019 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Op de aangevraagde plannen wordt de zolderruimte achteraan omgevormd tot logeerkamer. Dit is een verblijfsruimte en moet voldoen aan minimale kwaliteitseisen inzake lichtinval en uitzicht. Er is geen reden om af te wijken van de bepalingen uit artikel 24. Om deze ruimte als logeerkamer te kunnen gebruiken wordt in voorwaarde opgenomen om bijkomende lichtinval te voorzien door het plaatsen van een bijkomend dakvlakraam volgens de minimale eisen uit artikel 24§1. Het plaatsen van een dakvlakraam is vrijgesteld van de vergunningsplicht indien het voldoet aan de bepalingen van het Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van [stedenbouwkundige] handelingen waarvoor geen [omgevingsvergunning] nodig is, van 16 juli 2010.
Zonder bijkomend raam bevat de ruimte onvoldoende kwaliteit en kan deze enkel als zolder/bergruimte gebruikt worden.
Volgens de plannen wordt de verhoogde scheidingsmuur op de perceelsgrens niet uitgevoerd met een opstand van 30cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Dit is strijdig met artikel 34 van de bouwcode. Van dit voorschrift kan met het oog op het voorkomen van brandoverslag niet afgeweken worden. Aangezien het dak voorzien is van een groendakkan afgeweken worden van een minimale opstand van 30cm wanneer er tussen de scheidingswand en de vegetatie een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30cm breed aanwezig is. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.
Functionele inpasbaarheid
De bestaande eengezinswoning blijft behouden en is functioneel inpasbaar in deze hoofdzakelijke woonomgeving.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het volume en het programma zoals voorgesteld. De bestaande eengezinswoning blijft ongewijzigd qua programma. De geplande verbouwingswerken aan de achtergevel zijn niet storend voor de omgeving. Ze sluiten op een onderbouwde manier aan op de bebouwing van de buren en zijn in correcte verhouding met de tuinzone.
Cultuurhistorische aspecten
Het pand is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, zoals vastgesteld bij besluit van de administrateur-generaal van 29 maart 2019. De wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw en/of constructie wordt onderworpen aan de wenselijkheid van behoud. Het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.
Door de stedelijke dienst Monumentenzorg werd volgend gunstig advies gegeven:
“Het pand maakt deel uit van een rij burgerhuizen in neoclassicistische stijl, nrs 56-74 die als geheel is opgenomen in de inventaris. De woningen zijn opgetrokken omstreeks 1896-1897.
Met een gevelbreedte van elk drie traveeën omvatten de rijwoningen een souterrain en drie bouwlagen onder een zadeldak; het souterrain ontbreekt in nummer 62. De bepleisterde en beschilderde lijstgevels, met schijnvoegen of bossage op de begane grond, rusten op een plint uit blauwe hardsteen. Geleed door de puilijst en kordonvormende lekdrempels, legt de compositie telkens de klemtoon op de middenas. Deze laatste wordt op de eerste verdieping gemarkeerd door een balkon met consoles en een smeedijzeren borstwering of balustrade, al dan niet doorgetrokken. Verder zijn de met een klassiek hoofdgestel afgewerkte opstanden opgebouwd uit registers van rechthoekige deur- en vensteropeningen, op de bovenverdieping met geriemde omlijsting. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur is niet bewaard op nummer 70. Het souterrain is in de jaren 1950 tot garage verbouwd.
De plattegronden beantwoorden aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. De entresol op nummer 70 is zeer bescheiden uitgevoerd met een smalle uitbouw op het gelijkvloers en een klein badkamertje op de eerste verdieping.
Vanuit het geheel van de geïnventariseerde gevelrij is het pand op nummer 70 mee beeldbepalend voor de straat.
De voorgestelde gevelrenovatie is een positieve wijziging ten opzichte van de bestaande toestand. Bovendien wordt ook de rechthoekige deuropening hersteld en krijgt het bovenlicht boven de deur terug zijn oorspronkelijke verhoudingen.
Aangezien het entresolprincipe achteraan slechts minimaal werd toegepast en het nieuwe ontwerp voor voldoende lichtinval zorgt in de traditionele enfilade van ruimtes, is er vanuit de stedelijke dienst monumentenzorg geen bezwaar tegen de vernieuwing van de achterbouw.”
Dit advies wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt bijgetreden.
Visueel-vormelijke elementen
De materialisatie en geleding van de uitbreiding aan de achtergevel zijn esthetisch verantwoord en sluiten voldoende aan op de waardevolle bestaande architectuur van het gebouw. Er zijn geen stedenbouwkundige bezwaren. De aanvraag is visueel inpasbaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. ter hoogte van de dakopstand van de aangepaste scheidingsmuur een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) te voorzien van minstens 30cm breed tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak;
2. de zolderkamer kan enkel als logeerkamer vergund worden indien een bijkomend dakvlakraam wordt geplaatst, conform de bepalingen van artikel 24 van de bouwcode;
3. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
13 mei 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
5 juni 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
4 augustus 2019 |
Verslag GOA |
10 juli 2019 |
naam GOA |
Katrijn Apostel |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. ter hoogte van de dakopstand van de aangepaste scheidingsmuur een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) te voorzien van minstens 30cm breed tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak;
2. de zolderkamer kan enkel als logeerkamer vergund worden indien een bijkomend dakvlakraam wordt geplaatst, conform de bepalingen van artikel 24 van de bouwcode;
3. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.