Conform artikel 97 van het omgevingsvergunningsbesluit is het college de overheid die bevoegd is voor het project vóór de overdracht conform artikel 15 van het omgevingsvergunningsdecreet.
Het college heeft deze melding onderzocht, rekening houdend met de ter zake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het omgevingsvergunningsdecreet en -besluit en de latere decreten en uitvoeringsbesluiten.
De laatste vergunning voor de ingedeelde inrichting en activiteit (klasse 2) werd op 27 maart 2015 verleend door het college van de stad Antwerpen met referentie MV2014/596/PV.
Het college actualiseert hierna de vergunning als gevolg van de melding van overdracht.
Bijgevolg werden volgende vergunde rubrieken geactualiseerd:
In het kader van deze melding werd de geldigheid van de vergunning niet onderzocht. Dit besluit is bijgevolg geen bewijs van geldigheid van vergunning.
De melding van overdracht wordt getoetst aan de bepalingen die zijn opgenomen in de hierna vermelde
wetgeving:
Op 20 november 2019 meldde Imoplan nv, Terbekehofdreef 25-29, 2610 Wilrijk (Antwerpen), de overdracht van de vergunning voor een inrichting voor de opslag en montage van auto-onderdelen en het stallen van nieuwe voertuigen, gelegen Terbekehofdreef 25-29, 2610 Wilrijk (Antwerpen), kadastraal gekend als Antwerpen afdeling 44 sectie D perceelnummer 153 E 02, vergund op naam van Citroën Belux nv, Bourgetlaan 20, 1130 Haren.
Het college actualiseert het vergunningsbesluit van het college van de stad Antwerpen met referentie MV2014/596/PV als gevolg van de melding van overdracht en brengt de melder hiervan op de hoogte:
Dossiernummer: OMV_2019133782
Melder: Myriam De Brucker namens IMOPLAN NV
Inrichtingsnummer: 20191024-0037 (Imoplan - DBP Plastics)
Omschrijving: Melding overdracht milieuvergunning van Citroën Belux NV aan Imoplan NV
Locatie: Terbekehofdreef 25-29 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)
Datum ontvangst: 20 november 2019
Gecoördineerde rubrieken:
Rubriek |
Omschrijving |
Gecoördineerd |
12.2.1° |
transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; |
160,00 kVA |
15.1.1° |
al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; |
25 voertuigen |
15.2. |
andere werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen (met inbegrip van carrosseriewerkzaamheden) dan de werkplaatsen, vermeld in rubriek 15.3; |
|
17.3.2.1.1.1°b) |
opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; |
4.620,00 kg |
17.3.2.1.2.1° |
opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 (andere dan gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige stoffen met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 10 ton; |
3.360,00 kg |
17.3.3.1°a) |
opslagplaatsen gelegen volledig in industriegebied voor oxiderende vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS03) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 200 kg tot en met 20 ton; |
2.000,00 kg |
17.3.4.1°a) |
opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied; |
2.000,00 kg |
17.3.6.1°a) |
opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied; |
2.000,00 kg |
36.4.1° |
opslagplaatsen voor rubber en voor rubberen voorwerpen met een capaciteit van meer dan 10 ton in een lokaal; |
20,00 ton |
43.1.1°a) |
stookinstallaties van 300 kW tot en met 2.000 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied en gestookt wordt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas. |
317,00 kW |
Het college wijst er op dat de omgevingsvergunning eindigt op 26 maart 2035, de einddatum van de lopende vergunning.
Het college wijst erop dat de algemene en sectorale voorwaarden van Vlarem II, verbonden aan de overgedragen Vlaremrubrieken, van toepassing zijn en dat de bijzondere voorwaarden opgenomen in vergunning MV2014/596/PV onverminderd van kracht blijven.
Bijzondere voorwaarden:
Het college beslist dat volgende slotbepalingen van toepassing zijn: