In het bestuursakkoord 2019-2024 van de stad Antwerpen staat:
resolutie 471: We zorgen voor meer (beeldhouw)kunst in het straatbeeld en markeren historisch belangrijke plekken.
resolutie 472: Stadsontwikkeling koppelen we aan de esthetische opwaardering van de buurt, onder meer met kunst en poëzie in de openbare ruimte.
resolutie 473: De stad beheert haar monumenten en niet-museaal erfgoed als een goede huisvader en zet de deuren zo veel mogelijk open voor het publiek. Een toegankelijke, functionele en economisch haalbare (her)bestemming staat daarbij voorop. De stad zet hierbij in op medegebruik, samenwerking met de private en civiele sector, en vrijwilligerswerking.
resolutie 521: We brengen alle vormen van street art, van stripmuren over actuele schilderkunst tot graffiti onder één reglement om efficiënt en snel met alle betrokkenen deze kunstvorm zijn verdiende plaats te geven in onze stad. Illegaal aangebrachte graffiti wordt snel en efficiënt verwijderd.
De publieke aandacht voor kunst in de publieke ruimte (zowel street art, als beeldende kunst) is de afgelopen jaren enkel toegenomen, en dat vertaalt zich ook naar toegenomen aandacht op andere beleidsdomeinen. Er wordt steeds vaker gedacht aan een samenwerking met kunstenaars, of aan een bestaand kunstwerk, als een betekenisvolle oplossing voor zeer uiteenlopende vraagstellingen.
Er is momenteel enerzijds onduidelijkheid over het snijvlak tussen de werking van het Middelheimmuseum en de commissie BIDS, en anderzijds de commissie BIDS en de commissie street art. Bovendien zijn er heel wat stadsdiensten die onafhankelijk van elkaar initiatieven nemen. Het is nodig dat er een helder kader komt rond artistieke ingrepen in de stad, zowel wat betreft de zorg voor het bestaande kunstpatrimonium, als voor de realisatie van toekomstige initiatieven. De commissie BIDS zal vervangen worden door de commissie Kunst In de Stad (KIS). De uitgangspunten over de rol van deze commissie komen later in dit besluit aan bod. De samenstelling van de commissie KIS en de specifieke taken worden verder geconcretiseerd en later geagendeerd op het college.
Er is nood aan duidelijke mandaten, kaders en afspraken voor de procedure, van adviesvraag tot het goedkeuren van projecten, zowel stedelijk als niet-stedelijk. Het gaat niet alleen om een organisatorische nood: juridisch gezien kan enkel de stad beslissingen nemen aangezien kunst in de publieke ruimte en street art een bovenlokale bevoegdheid is. Het ontbreken van die heldere flow zorgt nu voor steeds andere procedures en werkwijzen op verschillende niveaus (stad en district). Dus ook vanuit juridisch perspectief is er nood aan het uitwerken én het volgen van een correcte en gebruiksvriendelijke procedure.
In nauwe samenwerking met de bedrijven stadsontwikkeling en bestuurszaken werd een concrete aanpak rond artistieke ingrepen in de publieke ruimte uitgewerkt.
Een nieuwe werking rond artistieke ingrepen in de stad vertrekt vanuit twee assen: een as privaat versus publiek, en een as bepaalde duur versus zeer lange termijn. Binnen deze matrix nemen de betrokken instanties een heldere positie in. Alle vragen met een evenementieel karakter (< 120 dagen) vallen onder de bevoegdheid van de evenementencel en vallen buiten de scope van deze matrix. De verfraaiing van nutskasten blijft hier buiten beschouwing.
Privé – initiatief zonder gemeenschapsbelang° | Privé – initiatief met gemeenschapsbelang° | Publiek – initiatief | |
Bepaalde duur (2D van aard) | Vergunningen |
Commissie street art of impulssubsidies (geen Behoud en Beheer*) |
Commissie street art (geen Behoud & Beheer*) |
Zeer lange termijn (3D van aard) | Vergunningen | Commissie KIS vanuit Middelheimmuseum (keuze Behoud en Beheer*) | Commissie KIS vanuit Middelheimmuseum (wel Behoud & Beheer*) |
* Behoud en Beheer binnen een museale context betekent het opnemen van volgende taken: collectieregistratie, conservatie (restauratie en preventief onderhoud), informatiebeheer en ontsluiting.
° In contrast met het privébelang wat gebonden is aan de voorkeuren en wensen van één individu, verstaan we onder gemeenschapsbelang een bredere of zo breed mogelijk gedragen beleving en waardering van in dit geval de kunst in de publieke ruimte.
Beeldende kunst projecten in de stad van tijdelijke aard en zonder evenementieel karakter (langer dan 120 dagen) zullen bij positief advies van de commissie Kunst in de Stad (KIS) geformaliseerd worden in een bruikleencontract waarin de voorwaarden en verantwoordelijkheden gestipuleerd worden.
Er werden vanuit bovenstaand referentiekader drie flows uitgewerkt. De flows variëren naar gelang de initiatiefnemer. Het verschil situeert zich voornamelijk in de te volgen besluitvorming. Voor privé - initiatieven moet de flow van vergunningen gevolgd worden, terwijl er voor initiatieven vanuit de stad en de disticten extra aspecten in rekening worden genomen (o.a. toekennen budgetten, afsluiten overeenkomsten, ...).
De eerste flow heeft betrekking op privé - initiatieven. Deze volgen de werking van de dienst vergunningen. Privé-initiatieven richten zich met hun vraag tot het omgevingsloket. De dienst vergunningen zal voor het formuleren van een advies verschillende adviezen inwinnen (onder andere de stadsbouwmeester, monumentenzorg en voor werken met een niet-commercieel karakter ook de commissie street art).
De tweede flow heeft betrekking op initiatieven vanuit de districten. Hierbij gaat de projectleider die een project opstart eerst ten rade bij de commissie street art (tijdelijke/ 2-dimensionale werken) of bij de KIS commissie (lange termijn/ 3-dimensionale projecten). Deze instanties adviseren de projectleiders voor de verdere uitvoering van hun project. Aangezien kunst in de publieke ruimte een bovenlokale bevoegdheid is, moeten projecten op het stedelijk college worden geagendeerd. Het districtscollege vraagt via een besluit de toestemming aan het stadscollege om het project te mogen trekken, financieren en uitvoeren. De agendering op het college gebeurt via de dienst Talentontwikkeling en Vrijetijdsbelevering/cultuur, het advies van de bevoegde commissie, het advies van de dienst vergunningen en eventuele overeenkomsten met derden moeten geïntegreerd zijn in het besluit.
De derde flow heeft betrekking op initiatieven vanuit de stad. Hierbij gaat de projectleider die een project opstart eerst ten rade bij de commissie street art (tijdelijke/ 2-dimensionale werken) of bij de KIS commissie (lange termijn/ 3-dimensionale projecten). Deze instanties adviseren de projectleiders voor de verdere uitvoering van hun project. De agendering op het stadscollege gebeurt voor (tijdelijke/ 2-dimensionale werken) door de projectleider van het initiërende bedrijf en voor (lange termijn/ 3-dimensionale projecten) door de secretaris van de KIS - commissie. Ook voor stedelijke diensten geldt dat het advies van de bevoegde commissie, het advies van de dienst vergunningen en eventuele overeenkomsten met derden moeten geïntegreerd zijn in het besluit.
De gedetailleerde flows zijn terug te vinden als bijlage.
Onderstaand wordt de rol van beide commissies ter verduidelijking verder toegelicht.
Commissie street art
Regierol Kunst in de Stad
De stad Antwerpen organiseert vanuit het Middelheimmuseum een regierol voor het kunstpatrimonium in de publieke ruimte. Deze regierol zal in de toekomst door KIS worden georganiseerd en legt zich toe op:
Deze deelcollectie Kunst in de Stad, op de grens tussen roerend en onroerend erfgoed, wordt verzameld en beheerd voor een groot maatschappelijk draagvlak en voor de toekomstige generaties. Ze wordt beheerd en doorontwikkeld binnen een internationaal referentiekader en volgens een op maat gemaakt collectiebeleid, dat een waardering van het historische erfgoed combineert met de ambitie eigentijdse (beeldhouw)kunst een prominente plaats te geven in de stad.
Deze regierol werkt onder de noemer KIS (Kunst in de Stad) op de verzameling van kunstobjecten en monumenten op de grens tussen roerend en onroerend erfgoed, die door de stad Antwerpen verworven zijn voor toekomstige generaties: hetzij als opdrachtgever, hetzij aangekocht, hetzij als schenking aanvaard.
Het gaat in de eerste plaats om objecten in openlucht, met een sculpturaal karakter (periode voornamelijk 19e - 21ste eeuw). Daarbij wordt secundair ook tweedimensionaal werk gerekend met een sterk ruimtelijk aspect: reliëfs, gedenkplaques en –tekens, muurschilderingen, … Het gaat telkens om objecten die verworven zijn vanuit de intentie een publiek belang te dienen, voor de verre toekomst.
De samenstelling van de commissie KIS wordt momenteel nog uitgewerkt. Die zal in navolging van eerdere hervormingen van de commissie BIDS in een apart besluit geformaliseerd worden.
Op 2 april 1984 keurde het college de oprichting van het werkcomité Beeld in de Stad (BIDS) goed. De samenstelling werd op 30 oktober 1991 (collegebesluit met jaarnummer 17419), 16 september 1999 (collegebesluit met jaarnummer 12787), 8 mei 2001 (collegebesluit met jaarnummer 4399), 19 december 2008 gewijzigd (collegebesluit met jaarnummer 16766) en 12 juni 2015 (collegebesluit met jaarnummer 4938) gewijzigd.
BIDS bundelt de expertise van interne en externe specialisten rond stadsplanning, stadsbeheer, monumentenzorg en beeldende kunst in de openbare ruimte en adviseert het college van burgemeester en schepenen en de verschillende districtscolleges over creatie, plaatsing, herbestemming, onderhoud en restauratie van beeldhouwwerken en andere permanente kunstintegraties in de stad.
Het dossierbeheer van BIDS en het aansturen van het preventief onderhoud gebeurt door het Middelheimmuseum.
Daarnaast keurde het college op 19 juni 2015 (collegebesluit met jaarnummer 5182) de visienota street art goed. Daarin wordt een beleidskader voorgesteld dat plaats maakt voor een vorm van street art die niet meer is weg te denken uit onze stad. 'Street art' kent veel verschijningsvormen en er zijn heel wat raakvlakken met andere kunstencircuits.
Het college keurt de nieuwe werking rond kunst in de Publieke ruimte goed.