Terug
Gepubliceerd op 16/12/2019

2019_CBS_10205 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2019128195. Vrieskaai 131. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 13/12/2019 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_10205 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2019128195. Vrieskaai 131. District Antwerpen - Goedkeuring 2019_CBS_10205 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2019128195. Vrieskaai 131. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

1.      de aanvraag ingediend is door het betrokken college;

2.      de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2019128195

Gegevens van de aanvrager:

NV VEEMNATIE met als adres Vrieskaai 1 bus 125-127 te 2030 Antwerpen

Ligging van het project:

Vrieskaai 131 2030 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 7 sectie G nrs. 1758/2 B, 1759/7 , 1759F, 1759/2 K, 1759/6 B, 1759/3 A, 1759/2 L, 1759E, 1759/4 A, 1759/9 , 1760F en 1760G

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

Slopen van drie magazijnen en verwijderen van de afsluiting met toegangspoorten en van een spoorweg

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          Op 22 juli 2012 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HVN/B/20121336) voor het vernieuwen en uitbreiden van verharding op terminal Vrieskaai (haven 125-133).

-          Op 23 augustus 2018 verleende de deputatie een omgevingsvergunning (OMV_2018042301) voor de afbraak van een loods, de bouw van 5 bulkloodsen en de exploitatie van een op- en overslagbedrijf. 

-          Op 18 november 2019 werd bij de deputatie een omgevingsvergunningsaanvraag (OMV_2019130769) ingediend voor het bouwen van een magazijn en twee kantoorgebouwen, het plaatsen van tien bulksilo’s, het aanleggen van verhardingen en het voorzien van parkeerplaatsen voor auto’s, fietsers en vrachtwagens. Het college heeft bij het verlenen van voorliggend advies nog geen advies verleend in deze vergunningsaanvraag.


Inhoud van de aanvraag

De aanvraag betreft:

-          het afbreken van drie magazijnen;

-          het verwijderen van een afsluiting met poort.

 

Niet duidelijk is of de aanvraag ook het inkorten van een spoorlijn omvat.
Hoewel het inplantingsplan dergelijke afbraakwerken voorziet, is zulke stedenbouwkundige handeling verder niet opgenomen in de aanvraag, niet als planelement, noch in de beschrijvende nota, noch in het terreinprofiel. De afbraak kon echter aan de hand van het inplantingsplan wel worden beoordeeld.

 

Argumentatie

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

Net ten oosten van de Oosterweelsteenweg in het westen van het goed loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat. In het gebied, aangeduid met deze overdruk, zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van transportleidingen en hun aanhorigheden. Nieuwe leidingen worden gerealiseerd in functie van het optimaal ruimtegebruik van de leidingstraat. De aanvragen voor vergunningen voor een transportleiding en aanhorigheden worden beoordeeld rekening houdend met de in grondkleur aangegeven bestemming. 

De in grondkleur aangegeven bestemming is van toepassing voor zover de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van de leidingen en hun aanhorigheden niet in het gedrang worden gebracht.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing.

Grotendeels gelden hier de bestemmingsvoorschriften Gebied voor Zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor het Albertdok, het Leopolddok en de Verbindingsgeul naar het Leopolddok – Gebied voor waterweginfrastructuur. De Oosterweelsteenweg en de Wilmarsdonksteenweg ten westen van de aanvraag hebben als bestemming Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Ten zuidwesten van de aanvraag geldt het bestemmingsvoorschrift Gebied voor spoorinfrastructuur.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De gewestelijke hemelwaterverordening is niet van toepassing op de aanvraag, aangezien het terrein na afbraak braakliggend blijft.
 

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Sectorale wetgeving

Archeologiewetgeving: Overeenkomstig artikel 5.4.1 wordt bij bepaalde aanvragen van een stedenbouwkundige vergunning met ingreep in de bodem een bekrachtigde archeologienota gevoegd.

In voorliggende aanvraag, die niet door een publiekrechtelijke instantie is ingediend, bedraagt de ingreep in de bodem meer dan 5.000 m², is het project gelegen in industriegebied, buiten beschermde archeologische sites en buiten geïnventariseerde archeologische zones, waardoor de aanvrager verplicht is een archeologienota toe te voegen aan de aanvraag. Het Agentschap Onroerend Erfgoed heeft weliswaar akte genomen van een archeologienota met betrekking tot dezelfde omgeving, dewelke bijkomend toegevoegd werd aan de aanvraag naar aanleiding van het volledig- en ontvankelijkheidsonderzoek door de vergunningverlenende overheid, doch de daarin beschreven werken en bijgevolg de bodemingrepen die deze veroorzaken, stemmen bij nader inziens niet overeen met de afbraakwerken in voorliggende aanvraag. Het onderzoek behandelt het opbreken van verhardingen en de nieuwbouw van loodsen, maar geeft geen beschrijving van de aangevraagde afbraakwerken noch inschatting van de bodemingrepen daarvan op het archeologisch potentieel.

Indien de behandelingstermijn van de aanvraag verloopt zonder dat een aktename van de archeologienota over de aangevraagde werken bekomen is, moet de omgevings­vergunning van rechtswege geweigerd worden overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013.

 

Soortenbeschermingsbesluit

Het besluit van de Vlaamse regering met betrekking tot soortenbescherming en soortenbeheer van 15 mei 2009.

Bij aanwezigheid van een aantal beschermde soorten dienen afwijkingen op het Soortenbesluit aangevraagd te worden. In de omgeving waar de werken plaatsvinden, komen de beschermde kleine mantelmeeuw en de beschermde zilvermeeuw veelvuldig voor. Het Agentschap Natuur en Bos is bevoegd om afwijkingen op het Soortenbesluit toe te staan.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Zoals hoger ook reeds aangegeven wordt opgemerkt of het niet eenduidig op te maken is uit de aanvraag of er langsheen het Albertdok een bestaande spoorlijn wordt ingekort. Deze afbraakwerken konden echter aan de hand van het inplantingsplan wel behoorlijk worden geadviseerd.

 

Functionele inpasbaarheid

Aan de westzijde van het Albertdok, ter hoogte van kaai 125-133, worden drie magazijnen en een afsluiting afgebroken en (vermoedelijk, zie hoger) een spoorweg ingekort. Deze aanvraag betreft de voorbereidende werken voor het bouwrijp maken van het terrein voor het bouwen van een nieuw magazijn en bulksilo’s. Deze werken maken geen deel uit van voorliggende aanvraag, maar van een aparte vergunningsaanvraag (OMV_2019130769).

 

De drie te slopen magazijnen bevinden zich verspreid op het terrein evenwijdig aan het Albertdok en hebben een totale oppervlakte van circa 17.000 m² (respectievelijk 6.282 m², 5873 m² en 4.893 m²). In het westen van het terrein, aansluitend op het meest westelijk te slopen magazijn, wordt tevens een bestaande afsluiting met toegangspoort afgebroken. Na de sloopwerkzaamheden worden de zones terug aangevuld tot het bestaande maaiveldniveau met zand.

 

Vermoedelijk wordt de bestaande spoorlijn ingekort. Over een lengte van naar schatting 230 meter wordt een spoorlijn langsheen het Albertdok opgebroken (volgens het inplantingsplan bij de aanvraag).

 

Mobiliteitsimpact (o.a. toetsing parkeerbehoefte)

De aanvraag genereert volgens de informatie uit de aanvraag geen bijkomende parkeerbehoefte en geen significante toename van het aantal verkeersbewegingen. De impact van de herontwikkeling van het in uitvoering van deze aanvraag bouwrijp gemaakte terrein is pas te beoordelen wanneer de omgevingsvergunningsaanvraag daarvoor zal worden voorgelegd. De toekomstige aanvraag zal hiervoor voldoende informatie moeten bevatten.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

De aanvraag betreft de sloop van niet historisch of architecturaal waardevolle constructies midden in industriegebied en kadert in de herontwikkeling van een industrieterrein. De ruimtelijke impact is hierdoor beperkt.

 

Visueel – vormelijke elementen

De te slopen magazijnen zijn opgebouwd uit betonnen kolommen met invulmetselwerk. De daken bestaan uit golfplaten.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Alle ondergrondse constructies van de te slopen gebouwen dienen verwijderd te worden; uitzonderingen hierop zijn funderingspalen dewelke moeten worden weggebroken tot op ten minste 2,00 meter onder de paalkop; ongebruikte rioleringen en leidingen moeten uit de ondergrond verwijderd worden; het is verboden aan te vullen met puin of ander afval.

Zowel tijdens de aanlegfase, als nadien, zijn maatregelen ter voorkoming van stofhinder te nemen, zoals het nat houden van gronden of het fixeren van gronden door het inzaaien met een streek- en bodemeigen grasmengsel.

 

Advies van het college

Aandachtspunten:

-        Wegens het ontbreken van de verplichte archeologienota waarvan akte is genomen voor de in de aanvraag vervatte stedenbouwkundige handelingen kan de vergunning van rechtswege niet worden verleend tenzij dergelijke nota alsnog tijdig wordt aangeleverd aan de vergunningverlenende overheid.

-        De vergunning is naar waarschijnlijkheid onuitvoerbaar zonder een afwijking op het Soortenbesluit, te verlenen door het Agentschap Natuur en Bos.

 

Er wordt verder gunstig advies verleend voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

-        Alle ondergrondse constructies van de te slopen gebouwen dienen verwijderd te worden; uitzonderingen hierop zijn funderingspalen dewelke moeten worden weggebroken tot op ten minste 2,00 meter onder de paalkop; ongebruikte rioleringen en leidingen moeten uit de ondergrond verwijderd worden; het is verboden aan te vullen met puin of ander afval;

-        Zowel tijdens de aanlegfase, als nadien, zijn maatregelen ter voorkoming van stofhinder te nemen, zoals het nat houden van gronden of het fixeren van gronden door het inzaaien met een streek- en bodemeigen grasmengsel.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

20 november 2019

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

20 december 2019

 

Onderzoek

De aanvraag moet niet onderworpen worden aan een openbaar onderzoek.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

-        Alle ondergrondse constructies van de te slopen gebouwen dienen verwijderd te worden; uitzonderingen hierop zijn funderingspalen dewelke moeten worden weggebroken tot op ten minste 2,00 meter onder de paalkop; ongebruikte rioleringen en leidingen moeten uit de ondergrond verwijderd worden; het is verboden aan te vullen met puin of ander afval;

-        Zowel tijdens de aanlegfase, als nadien, zijn maatregelen ter voorkoming van stofhinder te nemen, zoals het nat houden van gronden of het fixeren van gronden door het inzaaien met een streek- en bodemeigen grasmengsel.

Aandachtspunten:

-     Wegens het ontbreken van de verplichte archeologienota waarvan akte is genomen voor de in de aanvraag vervatte stedenbouwkundige handelingen kan de vergunning van rechtswege niet worden verleend tenzij dergelijke nota alsnog tijdig wordt aangeleverd aan de vergunningverlenende overheid.

-     De vergunning is naar waarschijnlijkheid onuitvoerbaar zonder een afwijking op het Soortenbesluit, te verlenen door het Agentschap Natuur en Bos.

Artikel 2

Het college geeft opdracht aan:

Dienst  Taak
SW/V Het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.