Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2018145828 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Sezgin Sabriev met als adres Windmolenstraat 152 te 2660 Hoboken (Antwerpen) |
Ligging van het project: |
Windmolenstraat 152 te 2660 Hoboken (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 36sectie B nr. 215N5 |
Vergunningsplichten: |
stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 11/08/2017: vergunning (2017988) voor de renovatie van een eengezinswoning.
Vergunde/vergund geachte toestand
- vergunning 2017988 werd niet uitgevoerd.
Huidige toestand
- eengezinswoning in gesloten bebouwing;
- 2 bouwlagen en een zadeldak
- hellend dak reeds gedeeltelijk rechtgetrokken aan de achterzijde;
- bouwdiepte gelijkvloers van ca 20 meter;
- bouwdiepte verdieping van 8,5 meter;
- kroonlijsthoogte van 6,2 meter;
- nokhoogte van 8,9 meter;
- voorgevel in witte baksteen met een aluminium grijs buitenschrijnwerk;
- achtergevel in grijze crepi met een grijs aluminium buitenschrijnwerk;
Gewenste toestand
- eengezinswoning in gesloten bebouwing;
- gelijkvloers met bouwdiepte van 16,5 meter;
- eerste verdieping met bouwdiepte van 13 meter;
- tweede verdieping met bouwdiepte van 8,5 meter;
- 2 bouwlagen met hellend dak aan de voorgevel;
- 3 bouwlagen aan de achtergevel;
- nokhoogte van ca 10 meter;
- geen wijzigingen aan de voorgevel;
- achtergevel in witte crepi met een wit pvc buitenschrijnwerk.
Inhoud van de aanvraag
- renovatie en uitbreiden van een eengezinswoning op de eerste en tweede verdieping;
- met betrekking tot de oppervlakte van de aangevraagde zelfstandige woning zijn volgende gegevens beschikbaar:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
de uitbreidingen op de eerste en tweede verdieping zijn niet in harmonie met de bebouwing in de omgeving;
er werd geen volume van de septische put opgegeven, dit moet minimaal 2000 liter zijn.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de BGO Wonen.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
- artikel 6 Harmonie en draagkracht: de uitbreidingen op de eerste en tweede verdieping zijn niet in harmonie met de bebouwing in de omgeving. Aangezien de ingrepen het wooncomfort van de kleine woning verhogen zonder het kleinschalig karakter van het straatbeeld aan te tasten, wordt met toepassing van artikel 3 een afwijking toegestaan;
- artikel 43 Septische putten: er werd geen volume van de septische put opgegeven, dit moet minimaal 2.000 liter bedragen en wordt als voorwaarde opgelegd.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarde is de aanvraag verenigbaar met de geldende voorschriften.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en blijft verenigbaar met de omgeving die gekenmerkt wordt door hoofdzakelijk eengezinswoningen.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De omgeving van de aanvraag wordt hoofdzakelijk gekenmerkt door eengezinswoningen met 2 bouwlagen en hellende daken. Het hoofdvolume heeft een bouwdiepte van 8,5 meter. De hoofdvolumes zijn op het gelijkvloers aan de achterzijde steeds uitgebreid met een uitbouw. De bestaande bouwdiepte op het gelijkvloers van bijna 20 meter wordt teruggebracht tot 16,5 meter en sluit daarmee aan op de bouwdiepte van de rechts aanpalende woning. De links aanpalende woning is dieper uitgebouwd. Op de eerste verdieping wordt de woning uitgebreid tot op een bouwdiepte van 13 meter. Met uitzondering van de links aanpalende woning, worden de eengezinswoningen in de onmiddellijke omgeving van het voorwerp van de aanvraag niet gekenmerkt door een uitbouw op de verdiepingen. Gezien het echter kleine woningen betreft, wordt de woning door de uitbreiding op de eerste verdieping tot een bouwdiepte van 13 meter aangepast aan het hedendaags wooncomfort waarbij de badkamer bij de slaapkamers wordt ondergebracht. Deze uitbreiding kan een aanzet vormen om ook andere woningen uit te breiden. Gezien de oriëntatie op het zuiden zal het bijkomende volume schaduw werpen op het rechter aanpalende perceel. Aangezien de schaduwwerking op het dak valt, wordt dit niet als noemenswaardig hinderlijk beschouwd. Door de beperkte kroonlijsthoogte en de beperkte nokhoogte is de huidige ruimte onder het hellend dak niet geschikt om in te richten als verblijfsruimte. Deze kroonlijsthoogte typeert echter het kleinschalig karakter van de straat. In de aanvraag blijft de kroonlijsthoogte aan de straatkant behouden en wordt de nokhoogte verhoogd. Aan de achterkant wordt het hellend dakvlak rechtgetrokken tot een volwaardige bouwlaag waardoor een verdieping ontstaat waarin een extra slaapkamer kan worden ondergebracht. De bouwdiepte van het oorspronkelijk hoofdvolume blijft behouden voor deze 3de bouwlaag. Ook deze ingreep is niet kenmerkend voor de omgeving maar kan eveneens een aanzet vormen om de andere woningen aan te passen aan het hedendaags wooncomfort zonder dat het kleinschalig karakter van het straatbeeld verdwijnt. De voorgestelde bouwdieptes en –hoogtes zijn verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De geplande werken optimaliseren het wooncomfort van de woning. De leefruimte wordt op de diepe tuin georiënteerd waardoor het contact tussen de leefruimte en de tuin wordt versterkt wat de woonkwaliteit ten goede komt. Door de positionering van de TV-kamer aan de straatkant blijft de levendige plint gewaarborgd.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de septische put moet een minimale inhoud van 2.000 liter hebben;
2. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
1 oktober 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
23 oktober 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
22 december 2019 |
Verslag GOA |
5 december 2019 |
naam GOA |
Christel Bogaerts |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
1 |
0 |
0 |
0 |
Bespreking van de bezwaren
1. Dakkapel: de dakkapel is getekend over de gehele breedte van het dak wat in strijd is met artikel 15 van de bouwcode;
Beoordeling: De ruimte onder het dak van de woningen in de Windmolenstraat is niet geschikt om gebruikt te worden als verblijfsruimte door de beperkte bouwdiepte van het hoofdvolume en de kroonlijsthoogte. Om de ruimte in deze woningen optimaal te kunnen gebruiken, wordt het verhogen van de nok en het optrekken van de achterkant tot een volwaardige derde bouwlaag aanvaardbaar beoordeeld. Deze ingreep is niet kenmerkend voor de omgeving maar kan een aanzet vormen om de andere woningen aan te passen aan het hedendaags wooncomfort zonder dat het kleinschalig karakter van het straatbeeld verdwijnt. Het bezwaar is ongegrond.
2. Uitbouw eerste verdieping: de uitbouw op de eerste verdieping beperkt de lichtinval en leefkwaliteit van de slaapkamer. De uitbouw is niet kenmerkend voor de omgeving;
Beoordeling: Aangezien de ingrepen het wooncomfort van de kleine woning verhogen zonder het kleinschalig karakter van het straatbeeld aan te tasten, wordt met toepassing van artikel 3 een afwijking toegestaan op artikel 6 van de bouwcode. Deze uitbreiding kan een aanzet vormen om ook andere woningen uit te breiden. Gezien de oriëntatie op het zuiden zal het bijkomende volume schaduw werpen op het rechter aanpalende perceel maar aangezien de schaduwwerking op het dak valt, wordt dit niet als noemenswaardig hinderlijk beschouwd. Het bezwaar is ongegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
De algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de septische put moet een minimale inhoud van 2.000 liter hebben;
2. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.