Terug
Gepubliceerd op 12/08/2019

2019_CBS_06466 - Omgevingsvergunning - OMV_2019012288. Sint-Gummarusstraat 46. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 09/08/2019 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Koen Kennis, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Tom Meeuws, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Fons Duchateau, schepen; Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Bart De Wever, burgemeester; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Serge Muyters, korpschef; Sven Cauwelier, algemeen directeur
2019_CBS_06466 - Omgevingsvergunning - OMV_2019012288. Sint-Gummarusstraat 46. District Antwerpen - Goedkeuring 2019_CBS_06466 - Omgevingsvergunning - OMV_2019012288. Sint-Gummarusstraat 46. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019012288

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Marjan Asadi met als adres Sint-Gummarusstraat 44 te 2060 Antwerpen

Ligging van het project:

Sint-Gummarusstraat 46 te 2060 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 5sectie E nrs. 528T7 en 528N7

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

samenvoegen van twee handelspanden tot één handelspand

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

nr. 46:

-          27/01/1989: vergunning (86#880990) verbouwing;

-          12/02/1965: vergunning (643#148) verbouwing;

-          12/12/2017: bouwovertreding AN/2018/VPV/2629 Werken uitvoeren zonder voorafgaandelijke schriftelijke stedenbouwkundige vergunning van het college van burgemeester en schepenen.

nr.44:

-          09/09/1938: vergunning ( 18#10998) gevel- en binnenveranderingen.

Vergunde/vergund geachte toestand

-          de laatst vergunde toestand van zowel nr.44 als nr.46 is een winkel op het gelijkvloers;

-          op de bovenliggende verdiepingen bevinden zich appartementen;

Huidige toestand

-          de twee handelspanden werden samengevoegd tot één handelspand;

-          werken reeds uitgevoerd volgens de gegevens op de beschrijvende nota;

-          plannen bestaande toestand geven vergunde toestand weer.

Gewenste toestand

-          samenvoegen van de twee handelspanden tot één handelspand;

-          verplaatsen van bestaande/niet vergunde reclame;

-          de bovenliggende verdiepingen blijven ongewijzigd.

Inhoud van de aanvraag

-          de bestaande koer van pand nr. 44 is volledig dicht gebouwd waardoor de winkel wordt uitgebreid;

-          tussen beide winkelpanden is een opening gemaakt in de scheimuur;

-          de ingang van winkel nr.46 heeft een nieuwe toegang in de vorm van een harmonica vliesgevel;

-          de bestaande reclame van nr.44 is verwijderd en de bestaande reclame van nr.46 is geplaatst in het midden van beide gevels zodat de winkel duidelijk één geheel vormt.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

18 juni 2019

16 juli 2019

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

18 juni 2019

2 juli 2019

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: artikel 2 zone voor detailhandel - (de) en artikel 7 zone voor publiek domein - (pu).

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    de scheidingsmuren ter hoogte van de nieuwe gelijkvloerse uitbreiding hebben geen opstand van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak;
  • artikel 38 groendaken:
    het is verplicht om nieuwe daken van meldings- en vergunningsplichtige constructies aan te leggen als een groendak, indien deze daken een helling hebben van minder dan 15° en een oppervlakte hebben van ten minste 20 vierkante meter. Het nieuwe plat dak is niet uitgevoerd als groendak.

 

Sectorale wetgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

-          artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
de scheidingsmuren ter hoogte van de nieuwe gelijkvloerse uitbreiding hebben geen opstand van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak. Van dit voorschrift kan met het oog op het voorkomen van brandoverslag niet afgeweken worden. Deze 30cm kan bekomen worden door het dakpakket ter hoogte van de scheimuur minder dik uit te voeren of het volledige dak ter hoogte van de scheimuur minder hoog uit te voeren. Deze opstand is echter niet vereist indien de dakbekleding onder brandreactie klasse BROOF (t1) valt OF indien tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed wordt voorzien, eventueel aangevuld met een eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm.
Als voorwaarde voor vergunning wordt opgelegd dat het aangevraagde dient te worden uitgevoerd conform één van de bovenstaande mogelijkheden.
Een verhoging van de scheimuur is eveneens een oplossing. Echter dit maakt het voorwerp uit van een nieuwe bevraging van de omwonenden, waarvoor in dat geval een nieuwe omgevingsaanvraag moet worden ingediend.

-          artikel 38 groendaken:
het nieuwe plat dak groter dan 20 m² is niet uitgevoerd als groendak. Vanuit duurzaamheid heeft een groendak een aantal belangrijke voordelen ten opzichte van een gewoon dak. Ze zorgen voor een kleinere hoeveelheid afgevoerd regenwater en beperken gelijktijdig het piekdebiet bij stortbuien. Ook verminderen ze het “urban heat island” effect en werken ze als (extra) dakisolatie tegen oververhitting. Ze capteren fijn stof, en zorgen voor meer biodiversiteit in de stad. Omwille van dit positief effect is het verplicht om alle nieuwe platte daken ten minste als extensief groendak aan te leggen. Dit wordt dan ook opgelegd als voorwaarde bij het verlenen van deze vergunning.

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat het samenvoegen van twee handelspanden met behoud van de bovengelegen meergezinswoningen. De winkel- en woonfunctie blijft dus behouden. Het pand is in harmonie met de kenmerkende functies in de Sint-Gummarusstraat.

De panden zijn gelegen binnen de afgebakende kern Antwerpen-Noord. Op deze locatie is behoud en versterking van het winkelaanbod gunstig te beoordelen.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag een beperkte uitbreiding van de bestaande winkeloppervlakte betreft en de totale winkeloppervlakte kleiner dan 500 m² blijft. Er kan worden geconcludeerd dat de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

In voorliggende aanvraag worden de bestaande drie bouwlagen hoge hoofdbouwen behouden. Twee winkelpanden worden samengevoegd, waarvan het rechter achteraan met circa 72 m² wordt uitgebreid. Op die manier worden beide percelen volledig bebouwd. Gelet op de ligging van de winkelpanden in de afgebakende kern Antwerpen-Noord en in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan is het toegestaan dat de begane grond volledig wordt bebouwd. Door de aanwezigheid van vele winkelpanden aan deze zijde van het bouwblok zijn de meeste percelen op het gelijkvloers volgebouwd. Hierdoor kan worden gesteld dat het volledig bebouwen van het gelijkvloers kenmerkend in de omgeving en bijgevolg ruimtelijk aanvaardbaar is.

Het extra volume van de achterbouw bevindt zich tussen de bestaande gelijkvloerse achterbouwen van beide buren en heeft, rekening houdend met de oriëntatie, geen negatieve gevolgen voor de bezonning van de naastgelegen percelen.

 

Visueel-vormelijke elementen

De materialen van de vernieuwde puien zijn in overeenstemming met de stedelijke context van het perceel.

De bestaande publiciteit wordt verwijderd en centraal op de gezamenlijke pui wordt boven de vitrines een nieuw uithangbord aangebracht in functie van de aanwezige winkel. De grootte van het reclamebord is in overeenstemming met de gevelgeleding van beide panden en passend in het straatbeeld.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De ophoging van de achterste scheimuur in functie van de gelijkvloerse uitbreiding bedraagt slechts 1 m over een lengte van 4,40 m. Gelet op het feit dat dit de noordelijk gelegen scheidingsmuur ten opzichte van de achterbuur betreft kan worden gesteld dat er geen ontoelaatbaar nadeel met betrekking tot bezonning voor de achterbuur wordt gegenereerd.

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet het handelsgelijkvloers aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de scheidingsmuren met de aanpalende eigendommen moeten ter hoogte van de gelijkvloerse uitbreiding uitgevoerd worden volgens één van onderstaande mogelijkheden:

-          een opstand van 30cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak door ter hoogte van de scheimuur het dakpakket minder dik of het volledige dak minder hoog uit te voeren;

-          de dakbekleding valt onder brandreactie klasse BROOF (t1);

-          tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak wordt een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien, eventueel aangevuld met een eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm;

3.      het platte dak van de gelijkvloerse uitbreiding moet als groendak aangelegd worden.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

24 mei 2019

Volledig- en ontvankelijk

18 juni 2019

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

17 augustus 2019

Verslag GOA

2 augustus 2019

naam GOA

Christel Bogaerts

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

1

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werd 1 bezwaarschriften ingediend, dat zich als volgt laten samenvatten:

 

1.      Verhogen scheidingsmuur: Door het volbouwen van de tuin zal de achterste scheidingsmuur verhoogd worden. Dit heeft een claustrofobisch, vernauwend en verengend effect en beperkt op die manier de lichtinval en de leefbaarheid van de achtergelegen stadstuin. Een verhoging van de tuinmuur kan niet aanvaard worden.
Beoordeling:

Gelet op de ligging van de voorliggende winkelpanden in de afgebakende kern Antwerpen-Noord en in de zone voor detailhandel van het ruimtelijk uitvoeringsplan is het toegestaan dat de begane grond volledig wordt bebouwd. Door de aanwezigheid van vele winkelpanden in de Sint-Gummarusstraat zijn nagenoeg alle percelen op het gelijkvloers aan deze zijde van het bouwblok volgebouwd. Hierdoor kan worden gesteld dat het volledig bebouwen van het gelijkvloers kenmerkend in de omgeving en bijgevolg ruimtelijk aanvaardbaar is.

De ophoging van de scheidingsmuur bedraagt slechts 1 m over een lengte van 4,40 m. Het resterende gedeelte van de scheidingsmuur werd reeds hoger uitgevoerd in functie van een naburige gelijkvloerse uitbreiding. Bovendien betreft het de noordelijk gelegen scheidingsmuur van de bezwaarschrijver. Gelet op de combinatie van deze factoren kan worden gesteld dat er geen ontoelaatbaar nadeel met betrekking tot de bezonning, de daglichttoetreding en de beleving voor de stadstuin van de achterbuur wordt gegenereerd.

Het bezwaar is ongegrond.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de scheidingsmuren met de aanpalende eigendommen moeten ter hoogte van de gelijkvloerse uitbreiding uitgevoerd worden volgens één van onderstaande mogelijkheden:

-          een opstand van 30cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak door ter hoogte van de scheimuur het dakpakket minder dik of het volledige dak minder hoog uit te voeren;

-          de dakbekleding valt onder brandreactie klasse BROOF (t1);

-          tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak wordt een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien, eventueel aangevuld met een eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm;

3.      het platte dak van de gelijkvloerse uitbreiding moet als groendak aangelegd worden.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.