Terug
Gepubliceerd op 05/08/2019

2019_CBS_06302 - Omgevingsvergunning - OMV_2019013879. Antwerpsebaan 56. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 02/08/2019 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Fons Duchateau, schepen; Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Tom Meeuws, schepen; Serge Muyters, korpschef; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_06302 - Omgevingsvergunning - OMV_2019013879. Antwerpsebaan 56. District Antwerpen - Goedkeuring 2019_CBS_06302 - Omgevingsvergunning - OMV_2019013879. Antwerpsebaan 56. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Agentschap Wegen en Verkeer

11 juni 2019

5 juli 2019

Voorwaardelijk gunstig

brandweer/ risicobeheer/ preventie

11 juni 2019

12 juli 2019

Voorwaardelijk gunstig

Havenbedrijf Antwerpen

11 juni 2019

3 juli 2019

Gunstig

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden grotendeels de bestemmingsvoorschriften Gebied voor Zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor het Delwaidedok – Gebied voor waterweginfrastructuur. Het segment van de Antwerpsebaan ten zuiden van Laageind (in de richting van een op- en afrittencomplex op de A12) ten zuiden van de aanvraag heeft als bestemming Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Op circa 120 meter ten oosten van de aanvraag geldt het bestemmingsvoorschrift Zone voor permanente ecologische infrastructuur ‘met medegebruik’. In het oosten van deze zone loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat.

Buiten de afbakening van het zeehavengebied Antwerpen gelden de bestemmingsvoorschriften Natuurgebied met overdruk grote eenheid natuur (op circa 410 meter ten noordoosten van de aanvraag) en Agrarisch gebied met overdruk Erfgoedlandschap (op circa 290 meter ten zuidoosten van de aanvraag).

 

Binnen de straal van 500 meter is eveneens het GRUP Hoogspanningsleiding Zandvliet – Lillo – Liefkenshoek van toepassing (Besluit van de Vlaamse regering van 1 juli 2016). Volgens dit GRUP loopt op circa 260 meter ten oosten van de aanvraag een overdruk met als aanduiding Hoogspanningsleiding. Aan beide zijden van de hoogspanningsleiding is een zone aangeduid met als overdruk Gebied met overdruk gebruiksbeperkingen.

 

Op circa 140 meter ten oosten van de aanvraag is het gewestplan Antwerpen nog van toepassing met als bestemmingen Bufferzone, Bestaande spoorweglijn, Bestaande autosnelweg, Agrarisch gebied en Gebied voor ambachtelijke bedrijven en de gebieden voor KMO’s.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De gewestelijke hemelwaterverordening is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag daar de verordening niet geldt bij verbouwingswerken als de normen alleen gehaald kunnen worden door werkzaamheden die constructief niet in verhouding staan tot de gevraagde verbouwing. Opgemerkt wordt dat het gelijkvloers wel toegankelijk blijft voor mindervaliden en er een mindervalidentoilet voorzien wordt.

 

Sectorale wetgeving
MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project veroorzaakt geen toename aan bebouwde of verharde oppervlakte, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Het voorwerp van de aanvraag betreft de renovatie en uitbreiding van een bestaand kantoorgebouw met een labo tot in een bestaand magazijn, gelegen op een site met een magazijnencomplex ten oosten van het Delwaidedok.

 

Aan de oostzijde van het kantoorgebouw wordt een uitbreiding in het bestaande achterliggende magazijn voorzien (box-in-box-principe). Deze uitbreiding betreft twee niveaus en wordt opgetrokken in metselwerk. De uitbreiding wordt gefundeerd op nieuwe paalfunderingen en heeft een oppervlakte van circa 529 m² (23 meter x 23 meter). De aldus afgebakende ruimte wordt op het gelijkvloers ingericht voor de opslag van de labostalen. Het bijgebouwde lokaal op de eerste verdieping zal gebruikt worden als archief en voor het plaatsen van de luchtgroepen.

 

Op de gelijkvloerse verdieping van het kantoorgebouw wordt de kantoorruimte gewijzigd van functie en ingericht als labo.

De bestaande kantoren op de eerste en tweede verdieping blijven hun functie behouden en worden enkel intern gerenoveerd.

De voor- en zijgevels van het kantoorgebouw worden eveneens mee gerenoveerd.

 

Verder betreft de aanvraag nog het plaatsen van gevelpubliciteitsborden op het kantoorgebouw.

 

Tot slot worden op het bestaande parkeerterrein enkele parkeerplaatsen gewijzigd naar buitenopslagruimte voor gasflessen en naar fietsenstalling in open lucht.

 

Mobiliteitsimpact (o.a. toetsing parkeerbehoefte)

De aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte en geen significante toename van het aantal verkeersbewegingen. Door het voorzien van een fietsenstalling en de plaatsing van gasflessen worden wel zeven bestaande autoparkeerplaatsen opgeheven. Er blijven er echter in de directe omgeving van de aangevraagde handelingen een 60-tal bestaan. De bouwheer heeft voldoende ruimte om op eigen terrein met de bestaande en geplande infrastructuur de nodige (organisatorische) acties te ondernemen met het oog op een vlotte interne verkeersdoorstroming, opdat er geen hinder op de openbare weg ontstaat.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

De aanvraag betreft het verbouwen van een bestaand kantoorgebouw. Er wordt aldus geen vrije ruimte ingenomen.

 

Visueel-vormelijke aspecten

De bestaande blauwe gevelpanelen van het kantoorgebouw worden vervangen door nieuwe grijze panelen of geschilderd in een grijze kleur.

Op de voor- en zijgevels wordt telkens een intern verlicht bedrijfslogo geplaatst dat 0,60 meter hoog is en een lengte heeft van 1,90 meter.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Er werd advies ingewonnen bij het Havenbedrijf Antwerpen als gebiedsbeheerder. Dit advies is gunstig.

 

Gezien de aard van de aanvraag werd advies gevraagd aan de brandweer/risicobeheer/preventie. Dit advies is voorwaardelijk gunstig.

Wegens de situering van de aanvraag aan een gewestweg werd tevens het advies ingewonnen van het Agentschap Wegen en Verkeer. Dit advies is voorwaardelijk gunstig.

De voorwaarden uit deze adviezen, gericht op het vrijwaren van de integriteit van omgevende infrastructuren, met het oog op de beperking van de hinder van de geplande werkzaamheden en met het oog op de veiligheid, kunnen integraal aan deze vergunning worden gehecht.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

AmSpec Belgium wenst aan de Antwerpsebaan een laboratorium op te starten waar stalen op kwaliteit zullen getest worden. De stalen worden genomen aan boord van schepen of uit opslagtanks en nadien naar het laboratorium vervoerd om getest te worden. Het betreft een ingedeelde inrichting of activiteit die in de derde klasse is ingedeeld.

 

De stalen worden na controle circa drie maanden bewaard in het magazijn. Er wordt maximaal 5.000 liter opgeslagen, in kleine verpakkingen.

De vloer van deze ruimte heeft een opstaande rand zodat deze kan dienen als inkuiping en ook op de rekken waar de stalen geplaatst worden, worden lekbakken voorzien. Met deze maatregelen worden de risico’s naar bodemverontreiniging maximaal beperkt.

 

Voor de laboratoriumactiviteiten heeft het bedrijf voorzien in de opslag van 1.000 liter gassen, meer bepaald acetyleen, propaan, stikstof, zuurstof, waterstof, argon, lachgas en synthetische lucht. De volle gasflessen worden opgeslagen in een gesloten gasopslag met twee brandcompartimenten, waarin respectievelijk de oxiderende en brandbare gassen opgeslagen worden. Inerte gassen worden in beide compartimenten opgeslagen. De lege gasflessen worden opgeslagen in een open gasopslag. Ten slotte zal er binnen in een veiligheidskast één fles propaan worden geplaatst.

Er zal worden voldaan aan de geldende afstandsregels voor de opslag van gassen.

 

Het bedrijf zal zowel huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater als koelwater lozen. Het huishoudelijk afvalwater is afkomstig van het sanitair van de 40 werknemers en zal een debiet hebben van 1.000 m³/jaar en geloosd worden via een IBA (individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater) in oppervlaktewater.

 

Het bedrijfsafvalwater is afkomstig van de lavabo’s en het reinigen van het laboratorium. Het is niet afkomstig van laboratoriumtechnieken. Het bedrijfsafvalwater zal een debiet hebben van 0,1 m³/uur en zal geloosd worden via een KWS-afscheider. Alle chemicaliën of vloeistoffen die potentieel labochemicaliën bevatten, worden afgevoerd als afvalstof. Gemorste labochemicaliën worden opgeveegd en afgevoerd als afvalstof.

 

Het koelwater is afkomstig van de koeling van de testmotoren en zal een debiet hebben van 1,8 m³/uur. Deze stroom is afzonderlijk controleerbaar. Het koelwater zal tevens geloosd worden via een KWS-afscheider.

 

Bij een recente vernieuwing van de riolering werden de IBA en de KWS-afscheider geplaatst. De KWS-afscheider moet aan onderstaande voorwaarden voldoen, naar analogie met gelijkaardige installaties in havengebied. Het is aangewezen om deze voorwaarden op te leggen als bijzondere milieuvoorwaarden:

- De koolwaterstofafscheider is voldoende groot gedimensioneerd en is voorzien van een automatische afsluiter of een equivalent systeem. Bij lozing op oppervlaktewater is de koolwaterstofafscheider ook uitgerust met een coalescentiefilter of een gelijkwaardig systeem;

- de koolwaterstofafscheider wordt regelmatig gereinigd. De afvalstoffen die daarbij vrijkomen, worden opgehaald en afgevoerd conform het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA);

- om de goede werking van de koolwaterstofafscheider op te volgen, inspecteert de exploitant minstens om de drie maanden de koolwaterstofafscheider en houdt hij een logboek van de inspecties bij, tenzij de koolwaterstofafscheider voorzien is van een alarmsysteem.

 

Verder wil het bedrijf de volgende activiteiten melden op de site:

-          een transformator met een vermogen van 400 kVA;

-          het stallen van vier bedrijfsvoertuigen;

-          koelinstallaties, warmtepompen en compressoren met een gezamenlijk vermogen van 199,89 kW.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

-          De bouwheer dient op eigen terrein de nodige (organisatorische) acties te ondernemen met het oog op een vlotte interne verkeersdoorstroming, opdat er geen hinder op de openbare weg ontstaat.

-          Op het ogenblik van stopzetting van de activiteiten zijn de bedrijfslogo’s van het gebouw te verwijderen.

-          De voorwaarden uit het advies van brandweer/risicobeheer/preventie dienen strikt nageleefd te worden.

-          De voorwaarden uit het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer dienen strikt nageleefd te worden.

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Aan het college wordt voorgesteld om voor de ingedeelde inrichting of activiteit de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.4.1°a)

het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II;

0,10 m³/uur

3.5.1°

het lozen van koelwater met een debiet tot en met 2 m³/uur;

1,80 m³/uur

3.6.1.

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, met een debiet van meer dan 600 m³/jaar;

1.000 m³/jaar

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

400 kVA

15.1.1°

het stallen van 3 tot maximaal 25 voertuigen en aanhangwagens, andere dan personenwagens;

4 voertuigen

16.3.1.1°

inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen) - koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

199,89 kW

17.1.2.1.1°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in ver­plaatsbare recipiënten met een gezamen­lijk water­inhoudsvermogen van 300 liter tot en met 1.000 liter;

1.000 liter

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

5.000 liter

24.4.

laboratoria waar geen afvalwater eigen aan de laboratoriumtechnieken gegenereerd wordt.

1 labo

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1.

de koolwaterstofafscheider is voldoende groot gedimensioneerd en is voorzien van een automatische afsluiter of een equivalent systeem. Bij lozing op oppervlaktewater is de koolwaterstofafscheider ook uitgerust met een coalescentiefilter of een gelijkwaardig systeem;

2.

de koolwaterstofafscheider wordt regelmatig gereinigd. De afvalstoffen die daarbij vrijkomen, worden opgehaald en afgevoerd conform het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA);

3.

om de goede werking van de koolwaterstofafscheider op te volgen, inspecteert de exploitant minstens om de drie maanden de koolwaterstofafscheider en houdt hij een logboek van de inspecties bij, tenzij de koolwaterstofafscheider voorzien is van een alarmsysteem.

 

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

20 mei 2019

Volledig- en ontvankelijk

11 juni 2019

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

10 augustus 2019

Verslag GOA

25 juli 2019

naam GOA

Bieke Geypens

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019013879

Gegevens van de aanvrager:

BVBA AmSpec Belgium met als adres Wiegstraat 21 te 2000 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

BVBA AmSpec Belgium met als adres Wiegstraat 21 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Antwerpsebaan 56 te 2040 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 18 sectie C nr. 38/4

Inrichtingsnummer:

20190205-0108 (AmSpec Belgium)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen. Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Voorwerp van de aanvraag:

bouw en exploitatie van een laboratorium

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          Op 16 maart 1987 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/1986/B/-86/19069) voor het bouwen van opslagplaatsen en burelen.

-          Op 21 mei 1990 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/1989/B/18/75594-89/225) voor een opslagplaats en burelen.

-          Op 22 augustus 2001 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/2001/B/0050) voor het verbouwen van een bureelgebouw.


Inhoud van de aanvraag

De aanvraag betreft:

-          het verbouwen en uitbreiden van een kantoorgebouw;

-          een functiewijziging;

-          het plaatsen van gevelpubliciteit.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Het betreft een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit.

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag omvat een nieuw laboratorium.

 

Aangevraagde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.4.1°a)

het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II;

0,10 m³/uur

3.5.1°

het lozen van koelwater met een debiet tot en met 2 m³/uur;

1,80 m³/uur

3.6.1.

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, met een debiet van meer dan 600 m³/jaar;

1.000 m³/jaar

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

400 kVA

15.1.1°

het stallen van 3 tot maximaal 25 voertuigen en aanhangwagens, andere dan personenwagens;

4 voertuigen

16.3.1.1°

inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen) - koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

199,89 kW

17.1.2.1.1°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in ver­plaatsbare recipiënten met een gezamen­lijk water­inhoudsvermogen van 300 liter tot en met 1.000 liter;

1.000 liter

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

5.000 liter

24.4.

laboratoria waar geen afvalwater eigen aan de laboratoriumtechnieken gegenereerd wordt.

1 labo

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

 

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

-          De bouwheer dient op eigen terrein de nodige (organisatorische) acties te ondernemen met het oog op een vlotte interne verkeersdoorstroming, opdat er geen hinder op de openbare weg ontstaat.

-          Op het ogenblik van stopzetting van de activiteiten zijn de bedrijfslogo’s van het gebouw te verwijderen.

-          De voorwaarden uit het advies van brandweer/risicobeheer/preventie dienen strikt nageleefd te worden.

-          De voorwaarden uit het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer dienen strikt nageleefd te worden.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

1.

de koolwaterstofafscheider is voldoende groot gedimensioneerd en is voorzien van een automatische afsluiter of een equivalent systeem. Bij lozing op oppervlaktewater is de koolwaterstofafscheider ook uitgerust met een coalescentiefilter of een gelijkwaardig systeem;

2.

de koolwaterstofafscheider wordt regelmatig gereinigd. De afvalstoffen die daarbij vrijkomen, worden opgehaald en afgevoerd conform het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA);

3.

om de goede werking van de koolwaterstofafscheider op te volgen, inspecteert de exploitant minstens om de drie maanden de koolwaterstofafscheider en houdt hij een logboek van de inspecties bij, tenzij de koolwaterstofafscheider voorzien is van een alarmsysteem.

 

Brandweervoorwaarden

De voorwaarden uit het advies van brandweer/risicobeheer/preventie dienen strikt te worden nageleefd.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

 

De vergunning omvat thans volgende rubrieken:

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.4.1°a)

het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II;

0,10 m³/uur

3.5.1°

het lozen van koelwater met een debiet tot en met 2 m³/uur;

1,80 m³/uur

3.6.1.

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, met een debiet van meer dan 600 m³/jaar;

1.000 m³/jaar

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

400 kVA

15.1.1°

het stallen van 3 tot maximaal 25 voertuigen en aanhangwagens, andere dan personenwagens;

4 voertuigen

16.3.1.1°

inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen) - koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

199,89 kW

17.1.2.1.1°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in ver­plaatsbare recipiënten met een gezamen­lijk water­inhoudsvermogen van 300 liter tot en met 1.000 liter;

1.000 liter

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

5.000 liter

24.4.

laboratoria waar geen afvalwater eigen aan de laboratoriumtechnieken gegenereerd wordt.

1 labo

 

Artikel 4

Het college beslist dat de vergunning ingaat op 2 augustus 2019 voor onbepaalde duur. 

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.