Terug
Gepubliceerd op 05/08/2019

2019_CBS_06284 - Omgevingsvergunning - OMV_2019030534. Sint-Jacobsmarkt 43. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 02/08/2019 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Fons Duchateau, schepen; Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Tom Meeuws, schepen; Serge Muyters, korpschef; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_06284 - Omgevingsvergunning - OMV_2019030534. Sint-Jacobsmarkt 43. District Antwerpen - Goedkeuring 2019_CBS_06284 - Omgevingsvergunning - OMV_2019030534. Sint-Jacobsmarkt 43. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019030534

Gegevens van de aanvrager:

VZW Centraal Katholiek Schoolcomité van Antwerpen met als adres Otto Veniusstraat 22 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Sint-Jacobsmarkt 43 te 2000 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 2sectie B nrs. 1823S en 1823N

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van vleugels A, B en C van een schoolgebouw en vervangen van een luifel

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis 

-          07 april 1933: toelating (1933#43504) voor binnenverbouwingswerken;

-          16 november 1973: vergunning (18#54149) voor de restauratie van Hotel Van Stralen;

-          13 januari 2006: vergunning (545#646) voor het verbouwen van de inkom  en vernieuwen van een overdekking aan het schoolgebouw. 

Vergunde en huidige toestand 

-          gesloten bebouwingen rondom een centraal gelegen binnentuin/speelplaats;

-          vleugel A bestaande uit 4 bouwlagen, gelegen aan het Frans Halsplein;

-          vleugel B bestaande uit 3 bouwlagen, gelegen aan het Frans Halsplein;

-          vleugel C bestaande uit 3 bouwlagen, gelegen aan het Frans Halsplein;

-          sanitair/berging bestaande uit 1 bouwlaag, welke gelegen is aan de binnentuin/speelplaats;

-          achteraan de A- en B-vleugel bevindt zich een overdekte speelplaats, in de vorm van een open afdakconstructie. 

Gewenste toestand 

-          bouwen van een nieuwe overkapping tegen de vleugels A en B kant speelplaats;

-          interne structurele werken in functie van een logischere organisatie van de school.

Inhoud van de aanvraag 

-          afbreken van twee bestaande overkappingen op de speelplaats;

-          bouwen van een nieuwe overkapping tegen de achtergevel van vleugels A en B van 165 m²;

-          interne structurele werken;

-          versteviging van de vloeren in de B-blok;

-          aanpassen van het rioleringsstelsel;

-          aanpassingswerken in functie van de brandveiligheid. 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar. 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

29 april 2019

23 mei 2019

Voorwaardelijk gunstig

Onroerend Erfgoed

29 april 2019

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie

29 april 2019

17 mei 2019

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

29 april 2019

12 juni 2019

stadsontwikkeling/ vergunningen/ milieuvergunningen)

29 april 2019

23 mei 2019

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: culturele, historische en/of esthetische waarde, artikel  1:   zone voor wonen - (wo1), artikel  5:   zone voor centrumfuncties - publieksgerichte gebouwen (ce5) en artikel  8:   zone voor publiek domein - (pu).

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgend(e) punt(en):

 

-          Artikel 2.2.5 Onbebouwde ruimte en tuinen:

De nieuwe luifel is 90 m² groter dan de totale oppervlakte van de bestaande luifels. De onbebouwde ruimte op het perceel neemt dus af.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)


De aanvraag wijkt af van de verordening hemelwater op volgende punten:

  • artikel 9: er wordt een hemelwaterput voorzien van 20 000 liter. Volgens de verordening is geen hemelwaterput vereist.
  • artikel 10: er wordt geen infiltratievoorziening geplaatst.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.

 

Algemene bouwverordeningen

 

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
 

De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)


De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 (goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014) en herzien op 1 maart 2018.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.

 

Sectorale wetgeving

 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


De aanvraag valt niet onder bijlage III van het MER-besluit. Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.


Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)


De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)


De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet. 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

  

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

 

Door het uitbreiden van de luifel op de speelplaats verkleint principieel de bebouwde buitenruimte op het perceel. Dit is in strijd met artikel 2.2.5 van de algemene voorschriften van het ruimtelijke uitvoeringsplan.

Overeenkomstig artikel 4.4.1 van de VCRO kunnen na het voeren van een openbaar onderzoek beperkte afwijkingen op de voorschriften worden toegestaan.

Aangezien het vernieuwen/uitbreiden van de luifel het gebruik van de speelplaats verbetert en er nog steeds 40% van de speelplaats onbebouwd blijft, is het voorstel aanvaardbaar.

De aanvraag wijkt ook af van artikel 9 en 10 van de hemelwaterverordening.

Zo wordt er een hemelwaterput voorzien, daar waar er geen vereist is en wordt er geen infiltratie voorzien, daar waar dit wel vereist. Echter gelet op de motivering die is opgenomen op het hemelwaterformulier en het gebruik van hemelwater voor het spoelen van de toiletten, zijn  deze afwijkingen aanvaardbaar.

 

Functionele inpasbaarheid

 

De interne verbouwingswerken en de uitbreiding/vernieuwing van de luifel op de speelplaats van het bestaande schoolgebouw zijn  in overeenstemming met de bestemming van het ruimtelijke uitvoeringsplan.

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

 

De interne verbouwingswerken komen de organisatie van de school ten goede.

De klaslokalen worden groter en voorzien van voldoende hoge plafonds.

De verblijfskwaliteit van de klassen en kantoren wordt gegarandeerd.

 

Visueel-vormelijke elementen

 

De aanvraag voorziet geen wijzigingen aan de voorgevel langs het Frans Halsplein. Het voorstel heeft geen impact op het straatbeeld. De wijzigingen aan de achtergevel blijven beperkt tot het vervangen van het schrijnwerk en het voorzien van een nieuwe luifel. Deze wijzigingen zijn aanvaardbaar.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

 

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.

 

Cultuurhistorische aspecten

 

Aangezien het pand is gelegen in een gebied met culturele, historische en/of esthetische waarde en is opgenomen op de vastgestelde inventaris van bouwkundig erfgoed, werd er advies gevraagd aan de dienst Monumentenzorg. Het gunstig advies luidt als volgt:

Neotraditionele schoolvleugels in bak- en natuursteenbouw met leien bedaking aan de westzijde van de binnenplaats. Zuidvleugel uit 1910, vier traveeën breed en drie bouwlagen hoog, gekenmerkt door eenvoudige registers van steekboogopeningen. Vooruitspringende middenvleugel met een bovenbouw van zes traveeën uit 1935, opgetrokken op een bestaande onderbouw van tien traveeën uit de tweede helft van de 19de eeuw, samen twee bouwlagen hoog onder een mansardedak. Onderbouw gekenmerkt door rondbogen uit twee kleuren baksteen, bovenbouw door kruiskozijnen, rondboognissen waarin heiligenbeelden, getrapte dakkapellen en dakvensters. Noordvleugel met een 19de-eeuwse rondboogarcade op de begane grond en een in 1913 heropgebouwde bovenbouw, drie traveeën breed en twee bouwlagen hoog onder een zadeldak, gekenmerkt door kruiskozijnen en een centrale getrapte dakkapel met overhoekse topstukken…

Art. 5 §1 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober 2014 zegt dat voor gebouwen opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed en gebouwen gelegen in CHE-gebied de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw of constructie onderworpen wordt aan de wenselijkheid van het behoud. Het behoud van de elementen met culturele, historische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.

Bovendien schrijft art. 5§2 voor dat de beschrijvende nota van de bouwaanvraag voldoende informatie moet bevatten over het cultuurhistorisch profiel van de aanwezige elementen zodat de stedelijke dienst monumentenzorg deze kan afwegen. Gezien de aard en de omvang van de werken is een CHE-rapport niet gevraagd.  De aanvraag voldoet dan ook aan artikel 5§2…

Men wenst een aantal inpandige wijzigingen door te voeren (openwerken muren, inbrengen opdelingen). Bijkomend worden de bestaande luifels vervangen door 1 grote luifel.

Het schrijnwerk wordt eveneens vervangen.

De voorgevel aan het Frans Halsplein blijft ongewijzigd.

Over de werken in vleugel A wordt geen advies verleend aangezien dit gedeelte van de school geen erfgoedwaarde heeft.

Ook voor vleugel B is de erfgoedwaarde beperkt. Deze vleugel heeft een nieuwe voorgevel, de achtergevel heeft een beperkte waarde gelet op de sobere uitvoering en detaillering.

Op basis van het aangeleverde fotomateriaal kan gesteld worden dat het interieur van de verschillende vleugels reeds verbouwd werd en dat de ingrepen geen impact hebben op de erfgoedwaarde van het pand. Met betrekking tot het wijzigen van het buitenschrijnwerk van vleugel C werd er meer informatie gevraagd. Op basis  van deze informatie kan gesteld worden dat het voorstel dat nu voorligt, aanvaardbaar is. Gelet op het voorgaande wordt een gunstig advies verleend.”

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

 

Aangezien het perceel is gelegen in vastgestelde archeologische zone en de ingreep in de bodem groter is dan 100 m², werd een archeologienota toegevoegd. Er werd dan ook advies gevraagd aan de dienst Archeologie. Het voorwaardelijk gunstig advies luidt als volgt:

Het projectgebied bevindt zich binnen een archeologisch vastgestelde zone. Het projectgebied is gelegen binnen een woon- en recreatiefgebied met een oppervlakte boven 300 m² (ca. 2200 m² als som van percelen waarvoor de aanvraag geldt) en ingreep in de bodem groter dan 100 m² (uitgraafoppervlakte van de ingrepen is ca. 130 m² + heraanleg van plein). Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor een archeologienota verplicht.”

Deze archeologienota werd toegevoegd op 02/07/2019 en bekrachtigd door het Agentschap Onroerend Erfgoed op 17/07/2019. De voorwaarden geformuleerd door de dienst Archeologie zullen in voorwaarden worden opgenomen bij het verlenen van de vergunning.

Gelet op de aard van de aanvraag en de mogelijkheid dat er bemalingswerken moeten worden voorzien tijdens de uitvoering van de werken werd er advies gevraagd aan de afdeling Omgevingsvergunningen/milieu. Het voorwaardelijk gunstig advies luidt als volgt:

“…

De school beschikt over een milieuvergunning klasse 3 met referentie AN2012/660. De exploitant wordt erop gewezen dat als er door deze renovatie iets wijzigt aan de ingedeelde inrichtingen of activiteiten (IIOA’s), een nieuwe melding of vergunningsaanvraag moet ingediend worden.

Indien voor het ontkoppelen van de riolering of voor andere uit te voeren werken binnen deze renovatie een grondwaterverlaging nodig is, wordt de exploitant erop gewezen dat:

bemalingswerken, noodzakelijk voor de realisatie van bouwkundige werken, vergunningsplichtig zijn krachtens de Vlarem indelingslijst (rubriek 53.2).

Deze omgevingsvergunning moet worden bekomen alvorens de werf kan worden gestart. Indien het gaat om een bemaling van meer dan 30.000m³ op jaarbasis of een bemaling dieper dan 4m –mv moet de vergunningsaanvraag een bemalingsstudie bevatten (zie richtlijnen bemalingen 2009). De aandacht van de initiatiefnemer wordt er eveneens op gevestigd dat de opstart van de bemaling dient aangekondigd te worden bij aanvang. Deze aankondigingsplicht geldt ook voor die bemalingen waarvoor geen bemalingsstudie wordt gevraagd (dus als de bemaling lager is dan 30.000 m³ op jaarbasis en minder diep dan 4m –mv)..”

Bovenstaande aandachtpunten zullen worden opgenomen in voorwaarden bij het verlenen van de vergunning.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      volgende voorwaarden uit de bekrachtigde archeologienota zijn strikt na te leven:

-          de bouwheer voert het Programma van Maatregelen uit zoals opgenomen in de bekrachtigde archeologienota, met name een proefput op de locatie van de septische put (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/archeologienotas/11658).

3.      de bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@stad.antwerpen.be)

4.      de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen;

5.      een vergunning te bekomen voor eventuele vergunningsplichtige bemalingswerken krachtens de Vlarem indelingslijst (rubriek 53.2);

6.      en nieuwe melding of vergunningsaanvraag in te dienen bij wijzigingen aan de ingedeelde inrichtingen of activiteiten (IIOA’s). 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

3 april 2019

Volledig- en ontvankelijk

29 april 2019

Start openbaar onderzoek

7 mei 2019

Einde openbaar onderzoek

5 juni 2019

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

12 augustus 2019

Verslag GOA

25 juli 2019

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

7 mei 2019

5 juni 2019

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.


Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      volgende voorwaarden uit de bekrachtigde archeologienota zijn strikt na te leven:

-          de bouwheer voert het Programma van Maatregelen uit zoals opgenomen in de bekrachtigde archeologienota, met name een proefput op de locatie van de septische put (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/archeologienotas/11658).

3.      de bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@stad.antwerpen.be)

4.      de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen;

5.      een vergunning te bekomen voor eventuele vergunningsplichtige bemalingswerken krachtens de Vlarem indelingslijst (rubriek 53.2);

6.      en nieuwe melding of vergunningsaanvraag in te dienen bij wijzigingen aan de ingedeelde inrichtingen of activiteiten (IIOA’s).

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.


Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.