Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:
- een openbaar onderzoek te houden;
- advies uit te brengen.
Projectnummer: |
OMV_2019031237 |
Gegevens van de aanvrager: |
zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: |
Emergo Chemical Coating met als adres Terbekehofdreef 50-52 te 2610 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Terbekehofdreef 52 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 44 sectie D nrs. 197H en 197L |
Inrichtingsnummer: |
20190308-0035 (ECC nv) |
Vergunningsplichten: |
Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten. |
Voorwerp van de aanvraag: |
Chemisch bedrijf: verandering door wijziging en uitbreiding |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 30 november 2012 verleende het college een vergunning aan Emergo Chemical Coating (ECC) (AN2012/516). De vergunning loopt af op 30 november 2032.
Inhoud van de aanvraag
De exploitant wenst het bedrijf uit te breiden met een bijkomende hal (hal 4) voor het opslaan van grondstoffen en afgewerkte producten. Het betreft producten met gevaarseigenschappen.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gevraagd voor |
6.4.2° |
opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van meer dan 50.000 liter tot en met 5.000.000 liter; |
120.000,00 liter |
12.3.2° |
accumulatoren (gebruik van): vaste inrichtingen voor het laden van accumulatoren door middel van toestellen met een geïnstalleerd totaal vermogen van meer dan 10 kW; |
+22,00 kW |
16.3.1.1° |
inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen) - koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
+37,00 kW |
17.1.2.1.1° |
opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van 300 liter tot en met 1.000 liter; |
1.000,00 liter |
17.3.2.1.1.1°a) |
opslagplaatsen voor gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan 55°C met een opslagcapaciteit van 5 ton tot en met 20 ton, als de inrichitng hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; |
15,66 ton |
17.3.2.1.2.2° |
opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 (andere dan gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige stoffen met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 10 ton tot en met 200 ton; |
20,00 ton |
17.3.2.2.2°b) |
opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen (gevarenpictogram GHS02) van gevarencategorie 1 met een gezamelijke opslagcapaciteit van meer dan 1 ton tot en met 50 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een gebied ander dan industriegebied; |
8,00 ton |
17.3.3.1°a) |
opslagplaatsen gelegen volledig in industriegebied voor oxiderende vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS03) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 200 kg tot en met 20 ton; |
1,00 ton |
17.3.4.3° |
bijtende vloeistoffen en vaste stoffen - opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 100 ton; |
210,00 ton |
17.3.6.3°a) |
opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 100 ton; |
650,00 ton |
17.3.7.3° |
opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton; |
420,00 ton |
17.3.8.2° |
opslagplaatsen voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 200 ton; |
120,00 ton |
23.1.1°c) |
inrichtingen voor het vervaardigen van kunststoffen en van kunstmatige vezels met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW; |
+145,00 kW |
23.2.2°a) |
inrichtingen voor het behandelen van kunststoffen en het vervaardigen van voorwerpen uit kunststoffen, met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW, als de inrichting volledig gelegen is in industriegebied. |
+95,00 kW |
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop. (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
ECC is gespecialiseerd in het produceren en toepassen van kunstharsen en koolstofcomposieten. Deze producten vinden hun toepassing in waterdichting (wanden en vloeren), structureel herstel (betonherstel, injecteren van scheuren, verstevigen van constructies …) en harsgebonden vloersystemen, in zowel industriële als residentiele toepassingen. Er wordt een onderscheid gemaakt in verschillende productiegamma’s:
- injectieharsen: acryl, PU, epoxylijmen, herstelmortels, koolstoflamellen en gietvloeren;
- polycoatings en hun toepassingstechnieken voor waterdichting, herstel en bescherming van beton;
- chemisch resistente vloeren: epoxy-, polyurethaan- en vinylestervloeren, polyurea coatings.
ECC wenst de bestaande exploitatie uit te breiden met een bijkomende industriehal ‘hal 4’ (stedenbouwkundig reeds vergund op 5 mei 2017) waarin bijkomende opslag van gevaarlijke stoffen zal plaatsvinden. In hal 3 wordt een bijkomende acrylinstallatie en extrusielijn voorzien (‘mixing en extrusion line’).
De rubrieken in de indelingslijst met betrekking tot de opslag van gevaarlijke producten wijzigden ingrijpend in 2015. Middels deze aanvraag wordt de vertaling naar de nieuwe rubrieken gedaan. Daarnaast vindt ook een uitbreiding plaats.
De uitbreiding van de opgeslagen gevaarlijke producten en de toename van het vermogen voor het vervaardigen en behandelen van kunststoffen maakt dat het bedrijf ingedeeld wordt als klasse 1 en dat de deputatie bevoegd is.
In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de vergunde en gewenste opslagtoestand:
Gevarencategorie |
Vergunde toestand |
Gewenste toestand |
GHS02 – ontvlambaar cat. 3 |
75.000 kg |
20.000 kg |
GHS02 - ontvlambaar cat. 3 – lichte stookolie |
15.660 kg |
15.660 kg |
GHS02 – ontvlambaar cat. 1 en 2 |
8.000 kg |
8.000 kg |
GHS03 – oxiderend |
47.500 kg |
1.000 kg |
GHS05 – bijtend |
247.500 kg |
210.000 kg |
GHS06 – giftig |
1.000 kg |
1.000 kg |
GHS07 – schadelijk |
437.500 kg |
650.000 kg |
GHS08 – lange termijn gevaarlijk voor gezondheid |
247.500 kg |
420.000 kg |
GHS09 - gevaarlijk voor aquatisch milieu |
75.000 kg |
120.000 kg |
17.4 – kleine verpakkingen |
2.500 kg |
2.500 kg |
brandbare vloeistoffen |
110.000 liter |
120.000 liter |
gassen in verplaatsbare recipiënten |
1.000 liter |
1.000 liter |
De gevaarlijke producten bevinden zich als grondstof, half afgewerkte en afgewerkte producten in de magazijnen hal 3 en 4, veelal opgeslagen in IBC’s, vaten en bidons. Deze bevinden zich volgens het dossier allen boven lekbakken of in een inkuiping. Onder de opslagruimtes zijn bentonietmatten voorzien, die de ondergrond vloeistofdicht maken. De stock van de gevaarlijke producten wordt continu up-to-date gehouden in een geautomatiseerd inventarisprogramma waarin ook de gevaareigenschappen van de producten opgenomen zijn. Het systeem bewaakt onder meer of de Seveso-drempel niet overschreden wordt. Voor de hele inrichting zal maximaal 1.000 ton gevaarlijke producten opgeslagen worden, exclusief de brandbare producten (rubriek 6.4).
De licht ontvlambare producten (categorie 1 en 2) worden opgeslagen in een aparte chemiekluis onder de luifel aan hal 3. Eveneens in hal 3 is een aparte ruimte voorzien voor het opslaan van acrylzuur (10 ton). Acrylzuur kan aanleiding geven tot het ontstaan van explosiegevaarlijke gebieden. Een explosieveiligheidsdocument en een zoneringsdossier werden voor de bestaande opslag opgesteld door een erkend controle-organisme, waarin de risico’s verbonden aan de opslag worden geanalyseerd. De technische en organisatorische maatregelen worden erin beschreven die de risico’s van de opslag tot een minimum beperken. ECC geeft aan zich aan deze maatregelen te houden. Het document werd evenwel niet toegevoegd, noch werden de genomen maatregelen opgenomen. De nieuwe uitbreiding met hal 4 moet nog opgenomen worden in het veiligheidsdossier. Het college wordt graag op de hoogte gehouden van het aangepaste explosieveiligheidsdocument en zoneringsdossier, waarin deze uitbreiding opgenomen wordt.
De twee brandstoftanks zijn bovengronds, dubbelwandig en voorzien van een overvulbeveiliging en lekdetectie. De stookolie wordt gebruikt voor de stookinstallaties (niet ingedeeld – 138 kW en 55 kW).
In hal 4 zal naast de opslag van grondstoffen, afgewerkte producten, materiaal en verpakking ook ruimte voorzien worden om de bestaande reachstackers en heftrucks te stallen. Hiervoor worden batterijladers voorzien met een vermogen van 22 kW.
Conclusie
De risico’s voor mens en milieu als gevolg van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten verbonden aan de gevraagde uitbreiding zijn aanvaardbaar. Er wordt hiervoor voorwaardelijk gunstig advies gegeven de vergunning uit te breiden.
Advies van het college
Geadviseerde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Geadviseerd voor |
6.4.2° |
opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van meer dan 50.000 liter tot en met 5.000.000 liter; |
120.000,00 liter |
12.3.2° |
accumulatoren (gebruik van): vaste inrichtingen voor het laden van accumulatoren door middel van toestellen met een geïnstalleerd totaal vermogen van meer dan 10 kW; |
+22,00 kW |
16.3.1.1° |
inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen) - koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
+37,00 kW |
17.1.2.1.1° |
opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van 300 liter tot en met 1.000 liter; |
1.000,00 liter |
17.3.2.1.1.1°a) |
opslagplaatsen voor gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan 55°C met een opslagcapaciteit van 5 ton tot en met 20 ton, als de inrichitng hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; |
15,66 ton |
17.3.2.1.2.2° |
opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 (andere dan gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige stoffen met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 10 ton tot en met 200 ton; |
20,00 ton |
17.3.2.2.2°b) |
opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen (gevarenpictogram GHS02) van gevarencategorie 1 met een gezamelijke opslagcapaciteit van meer dan 1 ton tot en met 50 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een gebied ander dan industriegebied; |
8,00 ton |
17.3.3.1°a) |
opslagplaatsen gelegen volledig in industriegebied voor oxiderende vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS03) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 200 kg tot en met 20 ton; |
1,00 ton |
17.3.4.3° |
bijtende vloeistoffen en vaste stoffen - opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 100 ton; |
210,00 ton |
17.3.6.3°a) |
opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 100 ton; |
650,00 ton |
17.3.7.3° |
opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton; |
420,00 ton |
17.3.8.2° |
opslagplaatsen voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 200 ton; |
120,00 ton |
23.1.1°c) |
inrichtingen voor het vervaardigen van kunststoffen en van kunstmatige vezels met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW; |
+145,00 kW |
23.2.2°a) |
inrichtingen voor het behandelen van kunststoffen en het vervaardigen van voorwerpen uit kunststoffen, met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW, als de inrichting volledig gelegen is in industriegebied. |
+95,00 kW |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. |
een aangepast explosieveiligheidsdocument en zoneringsdossier dient te worden overgemaakt vooraleer de uitbreiding met hal 4 in exploitatie genomen mag worden (p/a omgevingsvergunning@antwerpen.be, m.v.v. dossiernummer OMV_2019031237). Alle technische en organisatorische maatregelen uit het dossier dienen strikt nageleefd te worden. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Ontvangst adviesvraag |
18 juni 2019 |
Start openbaar onderzoek |
28 juni 2019 |
Einde openbaar onderzoek |
27 juli 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste adviesdatum |
7 augustus 2019 |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
28 juni 2019 |
27 juli 2019 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Informatievergadering
Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarden.
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. |
een aangepast explosieveiligheidsdocument en zoneringsdossier dient te worden overgemaakt vooraleer de uitbreiding met hal 4 in exploitatie genomen mag worden (p/a omgevingsvergunning@antwerpen.be, m.v.v. dossiernummer OMV_2019031237). Alle technische en organisatorische maatregelen uit het dossier dienen strikt nageleefd te worden. |
Het college geeft opdracht aan:
Dienst |
Taak |
SW/V |
Het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft. |