Het Omgevingsvergunningendecreet en het Omgevingsvergunningenbesluit vermelden nergens de mogelijkheid noch de verplichting tot het formeel regelen van de taakverdeling binnen het gemeentebestuur. Aangezien het college het hoogste van de betrokken gemeentelijke organen is, komt het haar toe de taken te verdelen.
Krachtens het Omgevingsvergunningendecreet en het Omgevingsvergunningenbesluit mogen een aantal taken door meerdere organen uitgeoefend worden. Omdat die taken soms een discretionaire beoordeling inhouden, die effect kan hebben op de eindbeslissing in dossiers, en omwille van de efficiënte werking, is het aangewezen dat het college beslist welke taken het college uitvoert en welke worden overgelaten aan de omgevingsambtenaren.
In zitting van 17 november 2017 (Jaarnummer 2017_CBS_08858) besliste het college tot een taakverdeling. Deze taakverdeling wijzigt met dit besluit niet .
Deze taakverdeling wordt aangevuld met volgende taken:
| taken | CBS | GOA |
| Beroepen | ||
|
formuleren van een advies in het kader van een beroepsprocedue in nauw overleg met het beleid (OVB art. 75) |
X | |
|
vertegenwoordigen van de vergunningverlenende overheid (college) op een hoorzitting in het kader van een beroepsprocedure, eventueel samen met een vertegenwoordiger van het kabinet bevoegd voor ruimtelijke ordening (OVD art. 62 + OVB art. 75) |
X | |
In het kader van een beroep in laatste aanleg (deputatie of raad voor vergunningenbetwistingen) wordt het college als vergunningverlenende overheid in eerste aanleg gevraagd om een advies te verlenen op het ingediende beroep of in de loop van de procedure op een aangepaste vergunningsaanvraag. De gemeentelijk omgevingsambtenaar maakt in nauw overleg met het beleid een advies op. Desgevallend kan worden gevraagd om dit advies toe te lichten op de hoorzitting. Het college mandadeert via dit besluit een gemeentelijk omgevingsambtenaar om haar standpunt in de beroepsprocedure te vertolken op dergelijke hoorzittingen (deputatie, Vlaamse regering, provinciale omgevingsvergunningencommissie, ...). Het bepalen van het in te nemen standpunt gebeurt steeds in nauw overleg met het beleid. De toelichting van het advies van het college op de hoorzitting kan eventueel samen met een vertegenwoordiger van het kabinet bevoegd voor ruimtelijke ordening gebeuren.
Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning (het “Omgevingsvergunningendecreet” (OVD) genoemd).
Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning (het “Omgevingsvergunningenbesluit” (OVB) genoemd).
Sinds 1 januari 2018 zijn voor de stad Antwerpen het Omgevingsvergunningendecreet (OVD) en zijn uitvoeringsbesluiten (OVB) in werking getreden.
Op 17 november 2017 (Jaarnummer 2017_CBS_08858) besliste het college over een taakverdeling op vlak van bevoegdheden in het kader van de omgevingsvergunning. In deze taakverdeling werd een onderscheid gemaakt tussen de exclusieve bevoegdheden voor gemeentelijke omgevingsambtenaren en het college en de taken die door meerdere organen mogen worden uitgeoefend.
Sinds de hantering van deze bevoegdheidsverdeling zijn een aantal cases opgedoken die een aanpasing vereisen. De in de omgevingsvergunningsreglementering toegewezen taken aan respectievelijk het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar (GOA) wijzigen niet.
Vanaf 1 januari 2018 met de inwerkingtreding van de omgevingsvergunning komen momenteel en geleidelijk aan meer en meer dossiers bij de administratie voor advies tot in tegenstelling met de beginperiode van de invoering van de omgevingsvergunning.
Het college keurt goed dat de gemeentelijke omgevingsambtenaren, naast de taak die door het Omgevingsvergunningendecreet en Omgevingsvergunningenbesluit exclusief aan hen is toegewezen, ook volgende taken uitoefenen: