Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019091957 |
Gegevens van de aanvrager: |
BVBA Ooms & Partners met als adres Azalealaan 7 te 2970 Schilde en de heer Pieter Ooms met als contactadres Azalealaan 7 te 2970 Schilde |
Ligging van het project: |
Sterstraat 24 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 6sectie F nr. 1387Z |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen van een appartement tot een duplex appartement |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 29 maart 1938: vergunning (18#10001) voor gevel- en binnenveranderingen;
- 29 maart 2019: vastelling (300356) als bouwkundig erfgoed Heren- en burgerhuis in neo-Vlaamserenaissance-stijl.
Vergunde/vergund geachte toestand
- functie: wonen;
- volume: gesloten bebouwing van 3 bouwlagen en een souterrain onder een zadeldak;
- inrichting: meergezinswoning met 3 appartementen;
- gevelafwerking: rood baksteenmetselwerk met contrasterende witte natuursteen.
Huidige toestand
- functie & gevelafwerking: ongewijzigd;
- volume: de bestaande erker achteraan het dak komt niet overeen met de vergunde plannen;
- meergezinswoning met 3 appartementen;
- gevelafwerking: rood baksteenmetselwerk met contrasterende witte natuursteen.
Gewenste toestand
- volume:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- plaatsing van dakkapellen aan de achterzijde op de 3de en de 4de verdieping;
- het vermeerderen van het aantal woongelegenheden van drie naar vier met een (duplex) 2-slaapkamerappartement op de 3de en de 4de verdieping.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
13 augustus 2019 |
12 september 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam |
13 augustus 2019 |
20 augustus 2019 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
13 augustus 2019 |
13 augustus 2019 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
13 augustus 2019 |
30 augustus 2019 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de BGO Wonen.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat het vermeerderen van het aantal woongelegenheden in een bestaande meergezinswoning. De woonfunctie blijft behouden en blijft verenigbaar in een omgeving die wordt gekenmerkt door wonen.
Cultuurhistorische aspecten en Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag heeft betrekking op een pand dat opgenomen is in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, vastgesteld bij besluit van de administrateur-generaal van 28 november 2014. De vaststelling van de inventaris zorgt ervoor dat er voor het eerst een eenduidige en overzichtelijke lijst van het gebouwd patrimonium in Vlaanderen bepaald is. Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten. De aanvraag werd dan ook voorgelegd aan de stedelijke dienst voor monumentenzorg. De conclusie in het advies luidt als volgt:
“(…) Er werd preadvies ingewonnen bij de stedelijke dienst monumentenzorg.
De voorgestelde wijzigingen zijn niet afleesbaar vanaf het openbaar domein en zijn enkel zichtbaar aan de achterzijde van het gebouw. De belangrijkste erfgoedwaarden (geveluitwerking en typerende indeling) worden niet beïnvloed. (…)”.
Een afwijking op artikel 6 en 15 van de bouwcode is bijgevolg aanvaardbaar daar de dakkapellen ook binnen het profiel van de rechterbuur bevinden.
Visueel-vormelijke elementen
Het uitzicht van de voorgevel wordt beperkt gewijzigd door de plaatsing van dakvlakvensters in het hellend dak ter hoogte van de 4de verdieping. Gezien de beperkte breedte van de Sterstraat en de hoogte van het pand zijn deze wijzigingen niet zichtbaar vanop de straat. De toevoeging van de dakvlakvensters is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Elke verblijfsruimte moet voldoende grote openingen hebben voor daglichttoetreding en circulatie van lucht. De keuken aan de voorzijde op de 3de verdieping ontvangt nu echter te weinig daglicht. Dit kan worden opgelost door een groter dakvlakraam te voorzien in de keuken of door de opening in de muur tussen keuken en de eetruimte nog groter te maken.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van het aantal wooneenheden. Het gebouw met 3 appartementen wordt verbouwd tot 4 appartementen.
Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1 |
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
Er worden geen parkeerplaatsen op eigen terrein voorzien. |
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
De aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte maar de parkeerplaats kan niet gerealiseerd worden aangezien het de inrichting van een bestaande zolder tot wooneenheid betreft. Bovendien heeft voorliggende aanvraag betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens art. 12, §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten. ’ |
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 0 = 1.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 0 = 1. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats. |
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. het dakvlakraam van de keuken minstens 1m² groot te voorzien conform artikel 24 van de bouwcode;
3. een ruimte voor afvalverzameling te voorzien conform artikel 26 van de bouwcode;
4. fietstalplaatsen te voorzien conform artikel 29 van de bouwcode;
5. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
Uitsluitingen
6. alle handelingen, werken en wijzigingen buiten deze op de derde en vierde verdieping.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
12 juli 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
13 augustus 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
9 oktober 2019 |
Verslag GOA |
20 september 2019 |
naam GOA |
Wim Van Roosendael |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Er werd wel een schrijven ontvangen dat als een bezwaarschrift hieronder wordt geëvalueerd:
Beoordeling: De aanvraag handelt over wijzigingen, handelingen en werken met betrekking tot een bijkomende woongelegenheid in de zolder van het pand. De aanvraag is hierin onmiskenbaar duidelijk.
Het bezwaar is ongegrond.
Beoordeling: Er zijn verschillen tussen de bestaande en de laatst vergunde toestand. Het souterrain, het gelijkvloers, de eerste en de tweede verdieping maken echter geen deel uit van de vergunning. Deze delen worden expliciet uitgesloten uit de vergunning zodat deze bij eventuele vergunning niet als vergunde toestand worden beschouwd.
Het bezwaar is gegrond.
Beoordeling: De woning, die oorspronkelijk werd ontworpen als een ruime gezinswoning, werd in de jaren 30 van vorige eeuw opgesplitst in 3 appartementen op de bovengrondse verdiepingen. Door het inrichten van een bijkomend appartement op de zolder wordt de draagkracht van het pand niet overschreden.
Het bezwaar is ongegrond.
Beoordeling: Het klopt dat er meer inkijk zal zijn door het voorziene dakterras. Deze inkijk overschrijdt echter niet de aanvaardbare inkijk in stedelijke context.
Het bezwaar is ongegrond.
Beoordeling: De voorgestelde wijzigingen zijn niet afleesbaar vanaf het openbaar domein en zijn enkel zichtbaar aan de achterzijde van het gebouw. De belangrijkste erfgoedwaarden (geveluitwerking en typerende indeling) worden niet beïnvloed. De stedelijke dienst monumentenzorg adviseert dan ook gunstig.
Het bezwaar is ongegrond.
Beoordeling: Onderhoudswerken zijn niet vergunningsplichtig en kunnen niet als voorwaarde worden opgelegd in de vergunning.
Het bezwaar is ongegrond.
Beoordeling: In beginsel mag de vergunningverlenende overheid geen rekening houden met burgerrechtelijke aspecten bij het beoordelen van vergunningsaanvraag. Anderzijds doet een vergunning deze rechten niet teniet en ontslaat de titularis van de vergunning niet om het nodige bouwrecht te bekomen. Indien zou blijken dat een vergunning strijdig is met een contractuele verbintenis, dan blijft de vergunning onwerkzaam.
Het bezwaar is ongegrond.
Beoordeling: Het bezwaar betreft een subjectief oordeel dat niet van stedenbouwkundige aard is.
Het bezwaar is ongegrond.
Beoordeling: De aanvraag voorziet in een bijkomende wooneenheid ten opzichte van de bestaande vergunde toestand. Er dient één bijkomende parkeerplaats voorzien te worden. Deze parkeerplaats kan echter niet gerealiseerd worden aangezien het de inrichting van een bestaande zolder tot wooneenheid betreft. Bovendien heeft de aanvraag betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens art. 12, §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten. De parkeerdruk op het openbaar domein verhoogtdus met 1 wagen.
Indien een bouwproject zijn autoparkeerbehoefte zelf niet kan opvangen of indien het maatschappelijk beter wordt geacht om dit niet in het bouwproject zelf te doen, zorgt een belasting voor een eerlijke compensatie.
Enerzijds levert elke bouwheer op deze manier zijn bijdrage en wordt voor elk gelijkaardig bouwproject eenzelfde inspanning gevraagd (zelf bouwen of compenseren). Anderzijds zorgt de belasting voor middelen voor de stad Antwerpen om de parkeerdruk op te vangen of deze te vermijden. De middelen kunnen zo bijvoorbeeld later ingezet worden voor de bouw of aankoop van buurtstallingen of buurtparkings/buurtparkeerplaatsen.
Het bezwaar is gegrond.
Beoordeling: Er is geen informatie voorhanden in de aanvraag om het bezwaar te beoordelen.
Het bezwaar is ongegrond.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. het dakvlakraam van de keuken minstens 1m² groot te voorzien conform artikel 24 van de bouwcode;
3. een ruimte voor afvalverzameling te voorzien conform artikel 26 van de bouwcode;
4. fietstalplaatsen te voorzien conform artikel 29 van de bouwcode;
5. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
Uitsluitingen
6. alle handelingen, werken en wijzigingen buiten deze op de derde en vierde verdieping.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.