Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019059256 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Diether Samaey met als adres Regentstraat 10 te 2060 Antwerpen en mevrouw Ellen Schouteden met als adres Regentstraat 10 te 2060 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Regentstraat 10-12 te 2060 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 8sectie H nrs. 581C8 en 581D5 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
samenvoegen van 2 eengezinswoningen |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- Regentstraat 10:
- Regentstraat 12:
Vergunde/vergund geachte toestand
- 2 eengezinswoningen in gesloten bebouwing;
- huisnummer 10:
- huisnummer 12:
Huidige toestand
- conform vergunde/vergund geachte toestand.
Gewenste toestand
- 1 eengezinswoning;
- slopen van achterbouwen van huisnummer 12;
- wijzigen van gevelafwerking.
Inhoud van de aanvraag
- samenvoegen van 2 eengezinswoningen tot 1;
- slopen van volledige achterbouw van huisnummer 12;
- aanleggen van een verharde buitenruimte van circa 51m² met zwembad, jacuzzi en douchezone;
- maken van doorgangen op elke verdieping;
- herinrichten van huisnummer 12;
- afwerken van beide voorgevels en achtergevel van huisnummer 12 met lichtgrijze spuitkurk.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
autonoom gemeentebedrijf vastgoed en stadsprojecten Antwerpen |
29 mei 2019 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam |
29 mei 2019 |
31 mei 2019 |
stadsbeheer/ vastgoed/ ontwikkeling/ bouwprojecten |
29 mei 2019 |
7 juni 2019 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: overdruk - binnengebied en artikel 1 zone voor wonen - (wo).
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgend punt:
- 1.3 Harmonieregel en referentiebeeld:
afwerken van voorgevels in spuitkurk is niet kenmerkend voor de omgeving.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De voorgevels van beide gebouwen (nr. 10 en nr. 12) en de achtergevel van nr.12 wordt voorzien van spuitkurk in een lichtgrijze kleur. Spuitkurk is niet kenmerkend voor de omgeving, waardoor strijdig met artikel 1.3 van het geldende ruimtelijk uitvoeringsplan. Echter wordt in voorliggende aanvraag voor een zeer fijnkorrelige spuitkurk gekozen, waarbij kleine onderliggende texturen worden weggewerkt en grotere texturen zichtbaar blijven. Volgens de aanvrager is een fijnkorrelige spuitkurk naar uitzicht vergelijkbaar met een klassieke gevelbepleistering. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is er geen bezwaar tegen toepassing van een afwerking die vergelijkbaar is met het uitzicht van een grijze gevelbepleistering. Een afwijking kan worden toegestaan.
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat het samenvoegen van twee naast elkaar gelegen eengezinswoningen naar één eengezinswoning, door intern verschillend toegangsdeuren te voorzien. De achterbouw van het linkerpand wordt grotendeels gesloopt. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is er geen bezwaar tegen het samenvoegen van voorliggende panden tot 1 eengezinswoning.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het bouwvolume van de rechterwoning wijzigt niet. De bouwdiepte van de linkerwoning wordt sterk teruggebracht van 15,60m over de 1ste en 2de verdieping naar circa 8,46m. De vrijgekomen buitenruimte wordt ingericht met een zwembad, jacuzzi en buitendouche. Op basis van de aangeleverde plannen is het echter niet beoordeelbaar of de nieuw aangelegde buitenruimte voorzien is van een helling van 1 tot 2%. Om afwatering van de nieuwe verharde oppervlakte mogelijk te maken wordt in voorwaarde opgelegd om de nieuw verharde oppervlakte naar de aangrenzende achtertuin te laten afwateren door een helling van 1 tot 2% te voorzien. Het hemelwater van de verharde oppervlakte kan op die manier op een natuurlijke wijze infiltreren.
Visueel-vormelijke elementen
Buiten het aanbrengen van spuitkurk (zie ‘beoordeling afwijking van de voorschriften’) en het toevoegen/ wijzigen van dakramen van de linkerwoning wijzigen de voorgevels van beide panden niet. De achtergevel van nr.10 wijzigt niet. De achtergevel van nr.12, die volledig nieuw wordt opgebouwd, wordt voorzien van spuitkurk, buitenschijnwerk in zwart aluminium en houten beplanking op de gelijkvloerse verdieping. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan worden ingestemd met de materialen zoals voorgesteld.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Interne indeling van de huidige woning nr. 10 wijzigt enkel door toegangsdeuren toe te voegen naar woning nr. 12.
In de kelder worden de afvoerleidingen aangepast maar worden deze niet gescheiden aangelegd. Deze dienen gescheiden aangelegd te worden conform artikel 40 van de bouwcode. Bovendien mag er slechts 1 DWA worden aangeboden aan de straat. De aanvraag voorziet voor elk pand 1 DWA aansluiting, wat niet toegelaten kan worden.
Verder dient de aanvraag te voldoen aan artikel 41 van de bouwcode, waarbij de aansluitingspunt voorzien dienen te worden van een toezichtsmogelijkheid en de RWA-afvoerbuizen aan de voorgevels dienen aangesloten te worden op het rioolstelsel.
Mits voldaan aan de opgelegde voorwaarden voldoet de voorliggende aanvraag aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing gezien de aanvraag betrekking heeft op het samenvoegen van twee naastgelegen eengezinswoningen naar één eengezinswoning. Het aantal woongelegenheden vermindert dus.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de nieuw verharde oppervlakte/ terras voorzien van een helling van 1 tot 2% in de richting van de aangrenzende tuin, conform artikel 39 van de bouwcode;
2. de afvoerleidingen in de kelder gescheiden aan te leggen, conform artikel 40 van de bouwcode;
3. 1 droogweerafvoer (DWA) aan te bieden aan de straat, conform artikel 40 van de bouwcode
4. de aansluitingspunten voorzien van toezichtsmogelijkheden, conform artikel 41 van de bouwcode;
5. de RWA-afvoerbuizen aan de voorgevels aan te sluiten op het rioolstelsel, conform artikel 41 van de bouwcode;
6. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
7 mei 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
29 mei 2019 |
Start openbaar onderzoek |
10 juni 2019 |
Einde openbaar onderzoek |
9 juli 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
11 september 2019 |
Verslag GOA |
20 augustus 2019 |
naam GOA |
Wim Van Roosendael |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
10 juni 2019 |
9 juli 2019 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de nieuw verharde oppervlakte/ terras voorzien van een helling van 1 tot 2% in de richting van de aangrenzende tuin, conform artikel 39 van de bouwcode;
2. de afvoerleidingen in de kelder gescheiden aan te leggen, conform artikel 40 van de bouwcode;
3. 1 droogweerafvoer (DWA) aan te bieden aan de straat, conform artikel 40 van de bouwcode
4. de aansluitingspunten voorzien van toezichtsmogelijkheden, conform artikel 41 van de bouwcode;
5. de RWA-afvoerbuizen aan de voorgevels aan te sluiten op het rioolstelsel, conform artikel 41 van de bouwcode;
6. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.