Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019071381 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Mohamed Aarab met als adres Caronstraat 24 te 2660 Hoboken (Antwerpen) |
Ligging van het project: |
Elststraat 2 te 2660 Hoboken (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 38sectie B nr. 390Z |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
wijzigen van de gelijvloerse handelsfunctie en het vermeerderen van het aantal woonentiteiten |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 19/11/1968: vergunning deputatie (weigering college) (1006#9577; 1006#19170) voor de afbraak van het bestaande en het bouwen van een winkel met een appartement;
Vergunde/vergund geachte toestand
- gebouw van 3 bouwlagen onder een plat dak;
- op de gelijkvloerse en eerste verdieping een winkel met toonzaal over de volledige oppervlakte van het perceel;
- op de tweede verdieping een twee-slaapkamerappartement van circa 123m²;
Huidige toestand
- gebouw van 3 bouwlagen onder een plat dak;
- op de gelijkvloerse verdieping en gedeeltelijk op de eerste verdieping een winkel;
- op de eerste en tweede verdieping een twee-slaapkamerduplexappartement van circa 83m²;
- op de tweede verdieping een twee-slaapkamerappartement van circa 72m² met buitenruimte;
Gewenste toestand
- gebouw van 3 bouwlagen onder een plat dak;
- op de gelijkvloerse verdieping een twee-slaapkamerappartement van circa 111m²;
- op de eerste verdieping een één-slaapkamerappartement van circa 69m²;
- op de eerste en tweede verdieping een twee-slaapkamerduplexappartement van circa 83m²;
- op de tweede verdieping een twee-slaapkamerappartement van circa 72m² met buitenruimte;
Inhoud van de aanvraag
- wijziging van de functie winkel met toonzaal en 1 appartement naar 4 appartementen;
- gedeeltelijke afbraak van de gelijkvloerse en eerste verdieping en herinrichting van het geheel in functie van de 4 appartementen;
- wijziging van de voorgevel.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
9 juli 2019 |
5 augustus 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam |
9 juli 2019 |
10 juli 2019 |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
9 juli 2019 |
23 juli 2019 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
9 juli 2019 |
10 juli 2019 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat een functiewijziging van handel naar wonen op de gelijkvloerse en eerste verdieping. Het pand waarop de aanvraag betrekking heeft is gelegen op een niet-strategische locatie buiten de afgebakende kernwinkelgebieden en horecagebieden. De omvorming van de functie handel naar de functie wonen wordt gunstig beoordeeld.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De bebouwde grondoppervlakte van het bestaande pand wordt verkleind ten opzichte van de laatste vergunde toestand door de afbraak van een gedeelte van de achterbouw. Onbebouwde binnengebieden brengen licht en lucht in een bouwblok. Onverharde binnengebieden zorgen bovendien voor infiltratiemogelijkheden en verhogen de ecologische kwaliteit. Daarom wordt bij een functiewijziging opgelegd dat minimaal 20% van het perceel onbebouwd moet zijn.
De volledige oppervlakte van het perceel bedraagt 178.78m², waardoor er 35m² onbebouwd dient te zijn. De onbebouwde ruimte binnen de aanvraag bedraagt 28m² en is bovendien volledig verhard. De aanvraag is daarmee niet verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
Om de optimale bezonning en daglichttoetreding in het pand ten aanzien van alle verblijfsruimten in het gebouw, in de tuinen en in de omgeving te verhogen is het bovendien aangewezen de scheidingsmuur vanaf een bouwdiepte van 13m te verlagen tot op een hoogte van een tuinmuur.
Dit is niet in voorliggende aanvraag het geval.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Om het ruimtecomfort van een woning te bewaken is het belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Dit is niet het geval in het voorliggend project voor het appartement op de tweede verdieping (app. 2.01). Dit appartement heeft een oppervlakte van 72m². Op een oppervlakte kleiner dan 80 m² wordt onvoldoende woonkwaliteit gerealiseerd voor een twee-slaapkamerappartement. Deze oppervlakte (vanaf 60 m²) kan hoogstens een één-slaapkamerappartement herbergen.
Het appartement op de 2de verdieping (app. 2.01) beschikt daarenboven niet over een private buitenruimte. Bij het vermeerderen van het aantal woongelegenheden in een gebouw, dient elke woongelegenheid over een private buitenruimte te beschikken om het wonen in de stad aantrekkelijker te maken.
Het appartement op het gelijkvloers wordt voorzien van ramen welke eerder passen bij een winkel dan bij een woongelegenheid door het ontbreken van bijvoorbeeld een borstwering welke de noodzakelijke privacy kan genereren voor de functie van leefruimte.
Bij functiewijzigingen en het vermeerderen van het aantal wooneenheden in gebouwen, dient er voorzien te worden in een afvalberging en voldoende fietsstalplaatsen in verhouding tot het aantal appartementen en het aantal slaapkamers om het gebruiksgenot van de meergezinswoning voldoende kwalitatief te maken. De aanvraag voldoet niet aan deze voorwaarden inzake gebruiksgenot.
Visueel-vormelijke elementen
De voorgevel wordt gedeeltelijk gewijzigd. Het bestaande aluminium schrijnwerk op het gelijkvloers en de eerste verdieping wordt vervangen door grijskleurig pvc schrijnwerk gelijkaardig aan het schrijnwerk op de tweede verdieping. De plannen geven geen duidelijkheid of de onderste verdeling van het nieuwe schrijnwerk op de eerste verdieping ook volle panelen in dezelfde grijze kleur betreft zoals het schrijnwerk op de tweede verdieping.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 3 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en functiewijziging. De handelsfunctie op het gelijkvloers wordt omgevormd naar een appartement met 2 slaapkamers en ook de handelsfunctie op de 1ste verdieping wordt omgevormd naar een appartement met 1 slaapkamer. De 2 bestaande bovenliggende appartementen blijven behouden. De laatst vergunde toestand vermeldt slechts één wooneenheid. Er komen dus 3 appartementen bij ten opzichte van de laatst vergunde toestand. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1 De werkelijke parkeerbehoefte is 3.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.
Het plan voorziet niet in minstens 1 te realiseren plaatsen. Er dient gezocht naar een oplossing op eigen terrein.
|
Het advies van de stedelijke dienst mobiliteit omvat ook het volgende:
“Er moeten voor de 3 bijkomende wooneenheden 8 fietsstalplaatsen voorzien worden:
- 1 appartement met 1 slaapkamer = 1 x 2 (1 slaapkamer + 1 extra) = 2
- 2 appartementen met 2 slaapkamers = 2 x 3 (2 slaapkamers + 1 extra) = 6
Er worden 5 fietsstalplaatsen voorzien in een fietsenberging op het gelijkvloers. Het gaat om een ophangsysteem. Omdat niet alle types van fietsen gebruik kunnen maken van een hangsysteem moet de helft van het aantal nodige fietsstalplaatsen als gewone lage stalplaatsen voorzien worden.
Achter elke fiets in een fietsstalplaats moet er een minimale vrije ruimte van 1m70 beschikbaar zijn. Dat is niet het geval in de aanvraag.”
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met de stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
17 juni 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
9 juli 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
7 september 2019 |
Verslag GOA |
22 augustus 2019 |
naam GOA |
Wim Van Roosendael |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.