Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019075618 |
Gegevens van de aanvrager: |
mevrouw Eva Van den Noortgate met als contactadres Wilsonweg 340 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) en de heer Kristof De Deken met als contactadres Wilsonweg 340 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Ligging van het project: |
Edegemsesteenweg 227 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 42sectie C nr. 117D3 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
bouwen van een losstaande garage |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 12/07/1965: vergunning (19658159) voor het plaatsen van omvormingspost voor verdeling elektriciteit;
- 04/06/2010: vergunning (20102033) voor het bouwen van een eengezinswoning met garage in de achtertuin.
Vergunde/vergund geachte toestand
- hoekwoning onder schuin dak in een gesloten huizenrij;
- inplanting van de eengezinswoning op 3,00 meter afstand van de perceelsgrens aan de Wilsonweg;
- de buitenmuren en dak volledig bekleed met geprofileerde donkergrijs gelakte metaalplaat;
- de kroonlijsthoogte sluit aan op die van de buur;
- garage en tuinberging met een oppervlakte van 47 m² in de achtertuin.
Huidige toestand
- garage en tuinberging met een oppervlakte van 47 m² in de achtertuin werden niet gerealiseerd.
Gewenste toestand
- nieuwbouw garage en tuinberging met bruto-vloeroppervlak van 48 m2 in achtertuin;
- garage bereikbaar via oprit vanaf de Wilsonweg;
- de gevelsteen wordt geschilderd in dezelfde donkergrijze kleur als de woning;
- plat dak voorzien van een extensief groen dak;
- de elektriciteitscabine grenzend aan het perceel blijft ongeroerd.
Inhoud van de aanvraag
- bouwen van een losstaande garage met een bruto oppervlakte van 48 m² in de achtertuin van een eengezinshoekwoning.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Fluvius System Operator |
16 oktober 2019 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied met landelijk karakter. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. De woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven. (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
het gedeelte van de scheidingsmuur heeft geen opstand van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De scheimuur met de aanpalende bebouwing is niet uitgevoerd met een opstand van 30cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Dit is strijdig met artikel 34 van de bouwcode. Van dit voorschrift kan, met het oog op het voorkomen van brandoverslag, niet afgeweken worden. Deze opstand is echter niet vereist indien er tussen de scheidingswand en de vegetatie een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed aanwezig is. Dit wordt opgelegd als voorwaarde bij de vergunning.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag voorziet het bouwen van een volume achteraan het perceel. In het nieuwe volume wordt een garage en tuinberging voorzien. Deze sluit aan bij een bestaande elektriciteitscabine en wordt verder op de perceelgrens voorzien. Omwille van de plaatsing zijn de aanpalende bevraagd om hun standpunt. Er zijn geen bezwaren ingediend door de achterbuur en de rechterbuur. Fluvius, die eigenaar is van de elektriciteitscabine heeft wel een bezwaar ingediend. Dit is samengevat en besproken in het onderdeel ‘openbaar onderzoek’ van dit verslag. Het bezwaar van Fluvius handelt niet over onaanvaardbare gevolgen door het bouwen van het volume, maar handelen over burgerrechtelijke en/of uitvoeringstechnische zaken die losstaan van de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggend dossier. Er kan bijgevolg geoordeeld worden dat het voorstel ruimtelijk aanvaardbaar is.
Visueel-vormelijke elementen
De voorgestelde materialisatie voor het nieuwe volume (donker grijs geschilderd metselwerk en grijs buitenschrijnwerk) is niet kenmerkend in de straat. Toch kan geoordeeld worden dat, om de garage te laten uitsluiten bij de bestaande woning, de keuze voor dit materiaal stedenbouwkundig aanvaardbaar is.
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de straat.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Uit het bezwaar dat is ingediend door Fluvius blijkt dat er nog onduidelijkheden zijn omtrent eigendomsgrenzen. Ook blijkt dat de bestaande elektriciteitscabine voor een veiligheidsrisico zorgt bij het uitvoeren van de werken. In voorwaarde zal dan ook opgenomen worden om alvorens te starten met de werken contact op te nemen met Fluvius.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op het bouwen van een garage bij een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. tussen de scheidingswand en de vegetatie een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed te voorzien;
2. contact op te nemen met Fluvius om een aantal burgerrechtelijke en uitvoeringstechnische zaken uit te klaren;
3. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
29 september 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
15 oktober 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
14 december 2019 |
Verslag GOA |
27 november 2019 |
naam GOA |
Wim Van Roosendael |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
2 |
0 |
0 |
0 |
Bespreking van de bezwaren
De intercommunale maatschappij voor energievoorziening Antwerpen (Fluvius) is twee maal bevraagd geweest omtrent dit dossier. Op 16/10/2019 werd een adviesvraag verstuurd, op 17/10/2019 werd hun standpunt gevraagd als aanpalende in dit dossier.
Fluvius heeft zijn standpunt gecommuniceerd, in de hoedanigheid van aanpalende, als een bezwaar.
1. Maten op opmetingsplan zijn niet correct: de bezwaarindiener vreest ‘dat men tot midden muren van de cabine heeft gemeten’.
Beoordeling:
In beginsel mag de vergunningverlenende overheid geen rekening houden met burgerrechtelijke aspecten bij het beoordelen van aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning. Anderzijds doet een stedenbouwkundige vergunning deze rechten niet teniet en ontslaat de titularis van de vergunning niet om het nodige bouwrecht te bekomen. Indien zou blijken dat de aanvraag strijdig is met een contractuele verbintenis, dan blijft de vergunning onwerkzaam.
Het bezwaar is ongegrond, bij een gunstig advies zal wel in voorwaarde opgenomen worden om contact op te nemen met Fluvius om dit uit te klaren.
2. Het nieuw op te richten gebouw moet volledig op zichzelf staan: de bezwaarindiener geeft aan dat de elektriciteitscabine moet kunnen afgebroken worden zonder het nieuwe aangrenzend gebouw te beschadigen en dat er om veiligheidsredenen niet in de muren van de cabine geboord worden, niets in de muren van de cabine verankerd worden, niet aan de fundering van de cabine geraakt worden en er mag absoluut niet op het dak van de distributiecabine gelopen worden. De bouwheer dient zich te allen tijde te realiseren dat zich in de cabine een middenspanningsinstallatie van 15.000 volt bevindt;
Beoordeling:
Geen van opgesomde voorwaarden betreft een stedenbouwkundige aangelegenheid, maar handelen over burgerrechtelijke en/of uitvoeringstechnische zaken die losstaan van de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggend dossier.
Het bezwaar is ongegrond, bij een gunstig advies zal wel in voorwaarde opgenomen worden om contact op te nemen met Fluvius om dit uit te klaren.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. tussen de scheidingswand en de vegetatie een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed te voorzien;
2. contact op te nemen met Fluvius om een aantal burgerrechtelijke en uitvoeringstechnische zaken uit te klaren;
3. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.