Conform artikel 15 en 107 van het omgevingsvergunningendecreet neemt het college akte van de meldingen op zijn ambtsgebied.
Het college heeft deze meldingen onderzocht, rekening houdend met de ter zake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en de uitvoeringsbesluiten. Het college kan in de meldingsakte voorwaarden opleggen. Het college neemt hierna al dan niet akte van de ontvangen meldingen.
Lijst van de meldingen werd opgenomen in het besluit.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bepaalt in artikel 4.2.2 en 4.2.4 respectievelijk de stedenbouwkundige handelingen waarin de vergunningsplicht wordt vervangen door een verplichte melding. Het decreet houdende algemeen bepalingen inzake milieubeleid bepaalt in artikel 5.2.1 de ingedeelde inrichtingen en activiteiten waarvoor een meldingsakte vereist is.
Het college neemt akte van volgende meldingen die bij beveiligde zending werden ontvangen. De toetsing aan de bestaande regelgeving geeft aanleiding tot het opleggen van voorwaarden. De melder wordt hiervan op de hoogte gesteld:
Motivatie bijzondere milieuvoorwaarden:
Door de ligging van de inrichting (Steenplein) is het risico op geluidsoverlast bij omwonenden reëel, temeer het niet gaat om een ééndaags initiatief maar om een evenement dat gedurende een langere periode wordt georganiseerd (7 december 2019 tot 6 januari 2020). Bovendien wenst de exploitant op vrijdag en zaterdag tot 02.00 uur open te blijven en op andere dagen tot middernacht waardoor de kans op het verstoren van de nachtrust gevoelig toeneemt. De aard van de constructie maakt dat de exploitant slechts beperkte akoestische isolatiemaatregelen kan nemen, zo zal het aanbrengen van rotswol eerder een effect hebben op het vlak van thermische isolatie en in mindere mate zorgen voor een akoestische isolatie. De meest voor de hand liggende maatregel om overlast en klachten te vermijden is de geluidsproductie aan de bron aan te pakken. Daarom is het aangewezen het maximale geluidsniveau te beperken tot 90 dB LAeq,15min en dit geluidsniveau als bijzondere voorwaarde op te leggen.
Bijzondere milieuvoorwaarden: