Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019115202 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Lester Reitzer met als adres Milisstraat 36 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Van Duyststraat 49 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 27sectie A nr. 18A5 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
regulariseren van het wijzigen van het aantal woonentiteiten van 2 naar 3 en aanpassen van de gelijkvloerse voorgevel |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 26/06/2009: vergunning (20092182) voor een functiewijziging gelijkvloers van appartement naar winkel.
Vergunde/vergund geachte toestand
- meergezinswoning met twee appartementen en een gelijkvloerse winkelruimte;
- hoekpand bestaande uit drie bouwlagen onder plat dak.
Huidige toestand
- meergezinswoning met drie appartementen;
- hoekpand bestaande uit drie bouwlagen onder plat dak.
Gewenste toestand
- meergezinswoning met drie appartementen;
- hoekpand bestaande uit drie bouwlagen onder plat dak.
Inhoud van de aanvraag
- regulariseren van een gelijkvloers één slaapkamer appartement met netto vloeroppervlakte van 59 m²;
- herinrichten van de bovenliggende appartementen;
- dichtbouwen van de lichtschacht op de eerste verdieping;
- aanpassen van de gelijkvloerse voorgevel aan de nieuwe interne indeling, uitgevoerd in een lichtgrijze bepleistering, wit kaleien van de bovenliggende verdiepingen en wit aluminium buitenschrijnwerk.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
17 oktober 2019 |
12 november 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam |
17 oktober 2019 |
22 oktober 2019 |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
17 oktober 2019 |
18 oktober 2019 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
17 oktober 2019 |
18 oktober 2019 |
stadsontwikkeling/ ontwerp en uitvoering/ ontwerpers |
17 oktober 2019 |
18 oktober 2019 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het Rooilijndecreet op volgend punt:
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Da aanvraag wijkt af van artikels 24, 27, 28, 29 en 30 van de Antwerpse bouwcode. Er zijn geen gegronde redenen om hierop afwijkingen toe te staan. Dit wordt verder besproken in onderstaande paragrafen.
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat een functiewijziging. Het bestaande pand met handel op het gelijkvloers en appartementen op de bovenliggende verdiepingen wordt omgevormd tot een zuiver meergezinswoning. Het pand blijft hierdoor in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Van Duyststraat.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de functiewijziging van handel naar wonen. De winkel op het gelijkvloers wordt een appartement met 1 slaapkamer. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet gerealiseerd worden. Dit is in voorliggende aanvraag het geval. Het perceel betreft een klein hoekperceel. De grootte en/of vorm van het perceel laten het bouwen van het aantal te realiseren plaatsen niet toe.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte (= 1) en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen (= 0).
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag zou dit dus van toepassing zijn op 1 plaats.
|
Fietsenstallingen
Voor het bijkomende 1-slaapkamerappartement moeten er, conform artikel 29 van de bouwcode, 2 fietsstalplaatsen voorzien worden. Deze fietsstalplaatsen worden voorzien in de gang. De doorgang naast de trap is smaller dan 1 meter waardoor er onvoldoende circulatieruimte is om, met de fiets aan de hand, de berging te bereiken. In de berging zelf, is er ook te weinig ruimte om de fiets te draaien waardoor deze achteruit uit het gebouw gemanoeuvreerd moet worden. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de fietsenberging onvoldoende kwaliteit heeft om effectief als fietsenberging beschouwd te worden, waardoor de aanvraag in strijd is met artikel 29 van de bouwcode.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De werken beperken zich binnen het bestaande en vergunde volume waardoor het ruimtegebruik gerespecteerd blijft. De aanvraag voorziet in de omvorming van het handelsgelijkvloers tot een bijkomende woongelegenheid. Het aantal woonentiteiten stijgt hierdoor van twee naar drie. waardoor de draagkracht van het perceel overschreden wordt.
Visueel-vormelijke elementen
De gevel wordt ter hoogte van het gelijkvloers bepleisterd in lichtgrijze kleur en de rode baksteen op de bovenliggende verdiepingen wordt wit gekaleid. Deze wijzigingen zijn niet kenmerkend voor de omgeving en worden daardoor ongunstig beoordeeld.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De nieuwe woonentiteit is slechts 59m², heeft geen buitenruimte en geen fietsenberging. Hierdoor beschikt deze over onvoldoende woonkwaliteit om in aanmerking te kunnen laten komen voor vergunning. Om het ruimtecomfort van een woning te bewaken is het belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Op een netto-vloeroppervlakte kleiner dan 60 m² wordt onvoldoende woonkwaliteit gerealiseerd voor een eenslaapkamerappartement. Deze oppervlakte (vanaf 35 m²) kan hoogstens een studio herbergen.
Het is bovendien niet wenselijk om de enige slaapkamer van dit gelijkvloerse appartement aan de straatzijde te voorzien. Dit draagt niet bij aan een levendige plint en voorziet onvoldoende comfort voor deze slaapkamer.
Daarnaast is de aanvraag in strijd met artikel 27 (open ruimte) en artikel 28 (minimale buitenruimte) van de bouwcode. Het perceel beschikt niet in het minst over open ruimte en het voorziene appartement op het gelijkvloers krijgt geen toegang tot, al dan niet collectieve, buitenruimte.
De vergunde lichtkoker op de eerste verdieping wordt dicht gemaakt. Hierdoor krijgt de slaapkamer geen rechtstreeks licht en luchttoevoer. Dit is in strijd met artikel 24 van de bouwcode. Het dichtmaken van de lichtkoker op de eerste verdieping is onaanvaardbaar en dient zelfs bij voorkeur te worden doorgetrokken tot het gelijkvloers. Er zou overwogen moeten worden om het gelijkvloers samen te voegen met het bovenliggende appartement. Dit zou de woonkwaliteit van het appartement en het gebouw sterk doen toenemen.
Tot slot wordt opgemerkt dat de nieuwe gevelbekleding voorbij de rooilijn komt, maar het is niet duidelijk hoeveel dit is. De stad Antwerpen hanteert een afwegingskader bij aanvragen voor het wijzigen van voorgevels voorbij de rooilijn. Bij een gunstig advies tot plaatsing van een nieuwe gevelafwerking (inclusief isolatie en de nieuwe afwerking) is men verplicht om de werken over de volledige dikte van 14cm uit te voeren. Op die manier wordt er maximale energiebesparing gerealiseerd binnen de bepalingen van het rooilijnendecreet.
Omwille van alle bovenstaande afwijkingen dient de aanvraag te worden geweigerd.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, hoofdzakelijk omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
18 september 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
17 oktober 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
16 december 2019 |
Verslag GOA |
29 november 2019 |
naam GOA |
Katrijn Apostel |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.