Terug
Gepubliceerd op 24/06/2019

2019_CBS_04702 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2019020452. Adolf Greinerstraat 139. District Hoboken - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 21/06/2019 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Tom Meeuws, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Ludo Van Campenhout, schepen; Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_04702 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2019020452. Adolf Greinerstraat 139. District Hoboken - Goedkeuring 2019_CBS_04702 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2019020452. Adolf Greinerstraat 139. District Hoboken - Goedkeuring

Motivering

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

19 april 2019

18 mei 2019

253

2

1

251

 

Bespreking van de bezwaren

Inhoud van de bezwaren

 

- Geluidshinder (dB(A), ultrasoon geluid, andere dB’s…)

- Bij geluidshinder zal het moeilijk te bepalen zijn wat de bron is in deze industriële omgeving

- Onduidelijk hoe geluidsnormen gaan nageleefd worden

- Bodemtrillingen

- Natuurschade

- Slagschaduw

- Minimale afstanden tot woonwijken zoals in bv Duitsland (H10 norm) of Denemarken (minimum afstand woonwijk 4-voud van hoogte turbine zijn noodzakelijk

- Hinder voor fauna en flora

- Calamiteiten (afbrekende wieken, ijs,…)

- Hinder bij uitvoering werf (zwaar verkeer, impact op omringende risicovolle industrie)

- Gebrek aan maatschappelijk draagvlak

- Baten voor Umicore/Engie, lasten voor de buren

- Verminderde vastgoedwaarde

- Bouwen van geluidswal en nadien installaties (WT) plaatsen die boven de geluidswal uitkomen

- Toenemend risico op ongevallen (op Seveso-bedrijven Umicore en TOV)

- Geen goede en onafhankelijk controle voorzien van naleving milderende maatregelen

- Opwekken van onvoldoende groene stroom gezien turbines vaak stil zullen liggen.

- Overschrijding van de ruimtelijke draagkracht in dit dicht bebouwde gebied (visuele impact)

- Zware metalen afkomstig van Umicore zullen zich verder verspreiden door de aanwezigheid van windmolens

- Voorzien van mogelijkheid tot participatie door buurtbewoners zodat ook zij een deel van de winst (financieel of energetisch) kunnen opstrijken

 

In deze evaluatie van de bezwaarschriften wordt vooral ingezoomd op de bezwaren van de inwoners van het district Hoboken, de evaluatie van de opmerkingen geuit door inwoners van de gemeente Hemiksem komt in eerste instantie uiteraard toe aan het gemeentebestuur van Hemiksem. Uit de vele bezwaren die werden ingediend door inwoners van de omliggende woonwijken blijkt alvast dat er voor dit project in de woonwijken weinig tot geen draagvlak bestaat. De meest in het oog springende en terugkerende opmerking gaat om de schaalgrootte en de plaatsing van de windturbines en de gevolgen daarvan. In de bezwaren wordt gewezen op de wel bijzonder korte afstand tussen de windturbines en de woonwijken, de afstand is inderdaad klein: voor windturbine 3 gaat het om circa 350 meter, voor turbine 4 om circa 590 meter. De situatie voor de turbines op het grondgebied van de gemeente Hemiksem is overigens vergelijkbaar. Vooral de erg korte afstand tussen windturbine 3 en de woonwijk Nachtegalenhof wordt als storend ervaren.  Nergens in Antwerpen werden eerder windturbines op zo’n korte afstand geplaatst ten opzichte van een woonwijk. Een constructie met een tiphoogte van 180 meter op korte afstand van een woning kan effectief als visuele hinder worden omschreven. Verschillende bezwaarindieners verwijzen naar afstandsregels die in het buitenland worden gehanteerd, er wordt verwezen naar de normen in de Duitse deelstaat Beieren en de Deense norm. In een erg dichtbevolkte regio zoals Vlaanderen en meer in het bijzonder de Antwerpse regio is een norm van 10 x de tiphoogte wellicht niet haalbaar, een benadering die aansluit bij de Deense norm van 4 keer de tiphoogte kan wel gehanteerd worden. Wanneer deze zienswijze gevolgd wordt, is de ruimtelijke inpasbaarheid van zowel windturbine 3 als 4 op de voorgestelde locatie problematisch. In die zin zijn de geuite bezwaren gegrond.

 

Hoewel niet evident, is de inpasbaarheid van windturbine 4 gunstiger dan de locatie van windturbine 3 doordat de afstand tussen de turbine en de woonwijken aanzienlijk groter is. Mits de exploitant alle in het dossier naar voor gebrachte mitigerende maatregelen op een heldere en consequente manier implementeert, is een exploitatie zonder overdreven hinder op het vlak van geluid, slagschaduw en veiligheid mogelijk en kan de exploitatie ook gebeuren zonder significante effecten op de vogel- en vleermuizenpopulaties. Dat de turbine hierdoor op regelmatige tijdstippen en periodes voor korte of langere tijd zal stil moeten worden gelegd (cfr. stillegmodules in passende beoordeling, akoestische studie en slagschaduwstudie) waardoor het rendement twijfelachtig wordt (het gewin aan “schone” energie weegt niet op tegen de “lasten” voor de omwonenden) zoals wordt gesuggereerd in verschillende bezwaarschriften, is een afweging die niet strikt behoort tot een toetsing aan de goede ruimtelijke ordening of de vigerende milieuvoorwaarden.

 

In vele bezwaren wordt ook gewezen op de mogelijke risico’s en gevolgen van een ongeval met een windturbine voor de personen in de omgeving ervan (extern mensrisico), waarbij wordt benadrukt dat de windturbines worden geplaatst op de terreinen van een Seveso-bedrijf. Het aanvraagdossier bevat een veiligheidsstudie, opgesteld door Tractebel Engineering, waarin wordt besloten dat de plaatsing van de windturbines “aanvaardbaar” is ten opzichte van het directe en indirecte risico en dat de verhoogde faalfrequentie ten opzichte van de aardgasleiding en de nieuwe salpeterzuurfabriek geen impact heeft op belangrijke populaties. Of deze zienswijze gevolgd wordt door de dienst Externe Veiligheid van de bevoegde Vlaamse administratie zal moeten blijken uit hun (verplicht) advies, vermits dit advies vereist is voor stedenbouwkundige handelingen voor de bouw van een windturbine gelegen op minder dan 450 meter van een Seveso-inrichting.

 

Wat betreft de bekommernissen geuit met betrekking tot de impact op de natuur kan verwezen worden naar het voorwaardelijk gunstig preadvies van het Agentschap Natuur en Bos waarin wordt geoordeeld dat er geen verstoring van de fauna te verwachten is mits de voorgestelde stillegmaatregelen worden geïmplementeerd.    

 

Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden. 

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

1.      de aanvraag ingediend is door het betrokken college;

2.      de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2019020452

Gegevens van de aanvrager:

NV ELECTRABEL met als adres Simon Bolivarlaan 34 te 1000 Brussel

Gegevens van de exploitant:

NV ELECTRABEL met als adres Simon Bolivarlaan 34 te 1000 Brussel

Ligging van het project:

Adolf Greinerstraat 139 te 2660 Hoboken (Antwerpen) / 2620 Hemiksem

Kadastrale gegevens:

afdeling 37 sectie C nrs. 242W25, 516M, 557G4, 593B en 597F

Inrichtingsnummer:

20190215-0010 (WT1-WT2-WT3-WT4)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen. Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen en exploiteren van een windturbinepark op de site Umicore Hoboken

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          22/12/2006: vergunning (3225#168) voor het plaatsen van een geluidswal;

-          27/02/2015: vergunning (20143040) voor het uitbreiden van een geluidswal met +/-15.300 m² en hiervoor +/- 900 m² te ontbossen;

-          02/06/2017: vergunning (2017391) uitbreiden van een vergunde geluidswal met de daarbij noodzakelijke verdere ontbossing van het industriële terrein;

-          31/01/2019: vergunning (20183629) voor het ontbossen van een bosrand aan beide zijden van reeds bestaande en vergunde geluidsmuur.

Vergunde/vergund geachte toestand

-          industrieterrein.

Huidige toestand

-          onbebouwd, deels bebost industrieterrein.

Gewenste toestand

-          plaatsen van 4 windturbines en werkzones waarvan 2 op het grondgebied van de stad Antwerpen en 2 op grondgebied van de gemeente Hemiksem;

-          de maximale tiphoogte van de windturbines bedragen 180 meter;

-          de oppervlaktes van de werkzones bedragen 1.000 m².

Inhoud van de aanvraag

-          vellen van hoog- en laagstammige bomen van circa 3.900 m², voor de fundering en de werkzone van windturbine 3;

-          het plaatsen van 4 windturbines en werkzones van circa 1.000 m²;

-          deels opvullen van een bestaande gracht ter hoogte van windturbine 3.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag omvat het oprichten en exploiteren van een windturbinepark.

 

Aangevraagde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

12.2.2°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA;

26.000 kVA

20.1.6.1°c)

inrichtingen voor het opwekken van elektriciteit door middel van windenergie met een elektrisch vermogen van meer dan 1.500 kW.

18.000 kW

 

Argumentatie

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing voorschriften

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een parkgebied. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen. (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop. (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening overwelven waterlopen op volgend punt:

  • artikel 2: de gracht dient opgevuld te worden met materialen die de infiltratie van water naar de bodem niet tegenwerken.
     

Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
 

Sectorale wetgeving

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag. 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De stad Antwerpen volgt het ruimtelijk beleid van Vlaanderen waarmee volop wordt ingezet op het faciliteren van de transitie naar hernieuwbare energie maximaal. De ontwikkeling van ruimte voor hernieuwbare energieproductie gebeurt prioritair in de nabijheid van de eindgebruiker, daarna in ruimten met grote infrastructuren (bijvoorbeeld langs lijninfrastructuren) en pas in de laatste instantie in de open ruimte. Nabijheid is belangrijk om energieverlies door transport te beperken. Daarnaast worden transportleidingen zoveel mogelijk gebundeld met bestaande transportinfrastructuur voor energie indien dit geen veiligheidsrisico’s veroorzaakt om de maatschappelijke kost en versnippering van de ruimte te beperken. De geproduceerde elektriciteit zal gebruikt worden om de industriële activiteiten van Umicore van energie te voorzien. De nabijheid tussen productie en gebruik kan bijgevolg gunstig beoordeeld worden. De ontwikkeling van ruimte voor hernieuwbare energie houdt steeds rekening met de specifieke bronafhankelijke locatievereiste. Door de ligging langs de Schelde heeft het bedrijventerrein van Umicore in elk geval een gunstig windklimaat.

 

Hinderaspecten vanuit stedenbouwkundig oogpunt

Evengoed dient rekening gehouden te worden met de hinderaspecten die zich kunnen voordoen en dienen deze zoveel als mogelijk geneutraliseerd worden. De inplanting van de windturbines op het bedrijventerrein van Umicore werd afgetoetst aan de criteria uit de omzendbrief RO/2014/02. De stad Antwerpen maakt enkele bedenkingen bij bepaalde afwegingselementen. Het advies beperkt zich hierbij tot WT3 en WT4 op grondgebied van de stad Antwerpen:

-          Voor de inplanting van WT3 en het nieuwe onderstation dient een deel van het resterende boscomplex op het bedrijventerrein gerooid te worden. Er wordt vastgesteld dat het resterende boscomplex op het bedrijventerrein, aansluitend bij het boscomplex van Fort 8, stelselmatig verder wordt aangesneden door opeenvolgende aanvragen voor een omgevingsvergunning. Dit zal opnieuw gebeuren met de aanleg van een werkplatform rond de windturbine en het onderstation. Bovendien wordt ook een volledig nieuwe toegangsweg aangelegd. Open ruimte binnen stedelijke gebieden is belangrijk voor de opvang van de gevolgen van de klimaatverandering. Daarom moet zorgvuldig worden omgegaan met nog onbebouwde gebieden en moet in eerste instantie het ruimtelijk rendement binnen het bestaande ruimtebeslag verhoogd worden. Vooraleer onbebouwde delen van het bedrijventerrein aan te snijden dient onderzocht te worden of de reeds bestaande verharde en bebouwde delen van het bedrijventerrein verder kunnen geïntensifieerd worden. Omwille van bovenstaande redenen wordt de inplanting van WT3 ongunstig geadviseerd.

-          De stad mist een duidelijke visie van Umicore over de ruimtelijke ingrepen op korte en middellange termijn op het bedrijventerrein van Umicore waarbinnen aanvragen voor een omgevingsvergunning kunnen gekaderd en afgetoetst worden.

-          Het valt niet te onderkennen dat de inplanting van de windturbines de grenzen opzoeken van het industriegebied met het woongebied. In een bedrijvenzone met een breedte van meer dan 700 meter ter hoogte van het bedrijventerrein Umicore zijn mogelijks andere locaties te vinden die zich verder distantiëren van de grens met het woongebied en eerder de Scheldeoevers opzoeken. Een grondige afweging van potentiële locaties binnen de bedrijfssite van Umicore ontbreekt. Het lijkt alsof de meest voor de hand liggende locatie is gekozen, namelijk het enige stuk bedrijventerrein binnen de site van Umicore dat nog onbebouwd is.

-          Een windturbinepark kan de manier waarop het landschap wordt ervaren gevoelig veranderen. Op het bedrijvenzone langs de Schelde ter hoogte van Hoboken en Hemiksem zijn reeds bestaande hoge elementen zoals de Titankraan en schoorstenen die het landschap mee structureren. De toevoeging van de windturbines aan het bedrijvenlandschap zal weinig schaalverkleinende effecten hebben op de ruime omgeving. In fotosimulatie 6 is het schaalverkleinend effect echter wel duidelijk voelbaar. Een gelijkaardig effect zal optreden in de woonwijk rond de Sint-Bernardsesteenweg ten zuiden van Fort 8. Ook hier wordt de vraag gesteld of de positionering van de winturbines aan de rand van het bedrijventerrein met de Schelde deze schaalverkleinende impact niet een stuk zou kunnen neutraliseren ten opzichte van de woonomgeving.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen parkeerbehoefte genereert.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

De vergunningsaanvraag heeft betrekking op het bouwen en exploiteren van een windturbinepark bestaande uit vier windturbines op de bedrijfsterreinen van Umicore Hoboken gesitueerd tussen de Schelde en de spoorlijn. Twee turbines worden opgericht op het grondgebied van de gemeente Hemiksem, twee op het grondgebied van de stad Antwerpen, district Hoboken.

Uit het dossier blijkt dat nog geen definitieve keuze werd gemaakt over het te plaatsen type windturbine, er kan worden aangenomen dat het zal gaan om langzaam draaiende driewiekers, wel staat vast dat de windturbines een rotordiameter van 131 meter en een maximale tiphoogte zullen hebben van 180 meter boven het maaiveld. Het nominaal vermogen per turbine zal maximaal 4,5 MW bedragen. De elektriciteitsproductie op jaarbasis wordt geschat op circa 31,5 MW, wat ongeveer het equivalent is van het gemiddelde jaarverbruik van 9.000 gezinnen  (uitgaande van een gezinsverbruik van 3.500 kWh/jaar). Vanzelfsprekend betekent dit ook een significante vermindering van de CO2 uitstoot in vergelijking met elektriciteit geproduceerd met fossiele brandstoffen.

 

In de lokalisatienota worden de mogelijke effecten op de mens, de natuur, het landschap, de veiligheid en dergelijke beschreven. De projectzone in industriegebied past in het windplan “Windkracht 2020” van de Vlaamse regering waarin industriezones als prioritair worden omschreven voor de inplanting van windturbines. De windturbines worden aangesloten op een onderstation van Umicore. De geproduceerde elektriciteit zal door Umicore zelf gebruikt worden binnen de bedrijfsactiviteiten. De keuze van de exacte plaatsing van de turbines gebeurde, dixit de aanvrager, in overleg met het bedrijf. Kanttekening hierbij is toch de vaststelling dat de windturbines weliswaar in industriegiebied worden opgetrokken maar ook in de directe omgeving van woongebied en ook effectief van woningen. Zo is de afstand tussen windturbine 3 en de meest nabije woningen in de wijk Nachtegalenhof nauwelijks 350 meter, nergens is de afstand tussen een windturbine en een woongebied in Antwerpen zo klein als hier het geval is. Dat een constructie van 180 meter hoog op zo’n korte afstand van bewoning een zekere visuele hinder geeft is niet te ontkennen.

Uit de geluidsstudie blijkt dat het specifieke geluid ter hoogte van de woningen in de nabije omgeving steeds zal voldoen aan de normen mits tijdens de avond en nacht maatregelen worden genomen om de geluidsbijdrage van de turbines (vooral WT3) te milderen (bridage).

De voorgestelde bridage 2A lijkt volgens het theoretische model de richtwaarden voor windturbines net niet te halen ter hoogte van Rp11bis, en te benaderen ter hoogte van Rp9, Rp12bis, Rp21 en Rp31. Gezien de lage waarden van het oorspronkelijke omgevingsgeluid (OOG), lijkt het evident rekening te houden met de geluidservaring en -perceptie van de omwonenden en dit argument mee te laten spelen bij het bepalen van de toekomstige geluidsnormen. Hoe groter het verschil in het huidige OOG en de toekomstige situatie, hoe storender de aanwezigheid van de windturbines zal worden ervaren.

Gezien de discipline mens niet over het hoofd mag worden gezien, wordt de suggestie gedaan WT3 ook wegens geluidshinder niet te bouwen en een eventuele bijkomende bridage toe te passen aan WT4 zodat het verschil tussen het oorspronkelijke en toekomstige omgevingsgeluid zo klein mogelijk wordt. Of deze laatste bridage noodzakelijk is, kan niet worden afgeleid op basis van het ingediende dossier.

De slagschaduwberekeningen tonen aan dat voor enkele receptoren de norm wordt overschreden voor het maximaal aantal slagschaduwuren per jaar of minuten per dag. Daarom zullen de turbines worden uitgerust met slagschaduwmodules om ervoor te zorgen dat de slagschaduwnorm wordt gerespecteerd. Om de slagschaduwimpact verder te beperken zullen de slagschaduwsensoren zodanig worden ingesteld dat voor slagschaduwgevoelige woningen binnen de 4u-contour een daglimiet van 0 minuten zal gelden.

Om de normen inzake geluid te halen en het wooncomfort van de omwonenden te respecteren qua kans op slagschaduw zullen de turbines regelmatig moeten worden stilgelegd, wat vragen doet rijzen over de inplantingsplaats (vooral dan voor WT3). 

Uit de passende beoordeling (met verscherpte natuurtoets) blijkt dat de impact op het natuurbestand aanvaardbaar is ondanks mogelijk beperkte effecten voor vogel- en vleermuizenpopulatie. Door de nu reeds sterk geïndustrialiseerde omgeving worden geen significante effecten verwacht ten opzichte van de Habitatrichtlijn. Deze visie wordt in het preadvies van het Agentschap Natuur en Bos bijgetreden mits in acht name van een stillegmodule tijdens kwetsbare perioden of omstandigheden voor vleermuizen (nachtperiode, najaartstrek, …).

Ook voor dit project zullen opnieuw bomen moeten gerooid worden. In de aanvraag is een boscompensatievoorstel opgenomen. De te ontbossen oppervlakte bedraagt 5.600 m². Het compensatievoorstel omvat enkel een financiële vergoeding (29.904 Euro), geen compenserende bebossing. In dit kader past misschien een pleidooi om een globaal overzicht te laten opmaken door de grondeigenaar/exploitant van de verdere plannen met het waardevol bosgebied op hun terreinen. Verschillende recente vergunningsdossiers omvatten het rooien van relatief kleine delen van het bosbestand, samen gaat het echter ondertussen om een significant deel van het bos. Een globaal planningsoverzicht zou meer duidelijkheid kunnen scheppen bij toekomstige beoordelingen van aanvragen die een boscompensatieluik bevatten.  

 

Voor de plaatsing van de windturbines werd een veiligheidsstudie opgesteld, geen overbodige luxe want de windturbines worden tenslotte opgetrokken te midden een hogedrempel Seveso-bedrijf. De conclusie van deze veiligheidsstudie is dat de exploitatie van het windturbinepark geen aanleiding geeft tot onaanvaardbare risico’s. Hoewel er een significante faalfrequentiestijging is berekend voor de aardgasleiding en de nieuwe salpeterzuurfabriek zou dit, dixit het veiligheidsrapport, echter geen effectafstanden met zich meebrengen die leiden tot impact op belangrijke populaties. Het advies van de dienst externe veiligheid bevestigt dit, en is gunstig voor het windturbinepark.

 

Bronbemaling is noodzakelijk tijdens de bouwfase. In het dossier wordt aangegeven dat het vergunningsaspect hiervan wordt overgelaten aan de aan te stellen aannemer. Er wordt aangenomen dat het bemalingsdebiet binnen de marges van de meldingsplicht zal blijven.

 

Het dossier is niet MER-plichtig omdat het slechts gaat om 4 turbines die geen impact hebben op beschermde zones. Het project valt bijgevolg niet onder de rubriek 3i van bijlage II van het m.e.r.-besluit.

 

Hoewel de inspanningen om van fossiele brandstoffen om te schakelen naar milieuvriendelijke alternatieven is het beschermen van het wooncomfort van de bewoners van de omliggende woonwijken eveneens een bekommernis. Hierom wordt ongunstig advies gegeven voor windturbines 3 en 4 omdat de afstand tussen de woonwijken en de windturbines te klein is en aanleiding geeft tot visuele hinder en mogelijk tot geluidshinder.

 

De beoordeling van de twee windturbines op het grondgebied van de buurgemeente wordt overgelaten aan het gemeentebestuur van Hemiksem.

 

Advies van het college

Naast de inspanningen om van fossiele brandstoffen om te schakelen naar milieuvriendelijke alternatieven is het beschermen van het wooncomfort van de bewoners van de omliggende woonwijken eveneens een bekommernis. Hierom wordt ongunstig advies gegeven voor windturbine 3 omdat de afstand tussen de woonwijk en de windturbine te klein is en aanleiding geeft tot visuele hinder en geluidshinder. Wat het resultaat is van de geluidssituatie, zonder de bouw van windturbine 3 is niet berekend in de toegevoegde geluidsstudie en zal opnieuw moeten bekeken worden. Hierbij mag de discipline mens niet uit het oog verloren gaan en dient het verschil tussen het oorspronkelijke en toekomstige omgevingsgeluid ter hoogte van de nabije woningen zo klein mogelijk gehouden te worden in plaats van te vergelijken met de Vlaremvoorwaarden die vertrekken van een hoger oorspronkelijk omgevingsgeluid.

De beoordeling van de twee windturbines op het grondgebied van de buurgemeente wordt overgelaten aan het gemeentebestuur van Hemiksem.


Voorwaarde:

- Een nieuw akoestisch onderzoek dient te gebeuren zodat eventueel een nieuwe bridage voor WT4 kan voorgesteld worden die rekening houdt met een zo klein mogelijk verschil tussen het oorspronkelijk omgevingsgeluid en het toekomstig omgevingsgeluid.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

11 april 2019

Start openbaar onderzoek

19 april 2019

Einde openbaar onderzoek

18 mei 2019

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

31 mei 2019

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies voor WT4, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven onder volgende voorwaarde:.

- Een nieuw akoestisch onderzoek dient te gebeuren zodat eventueel een nieuwe bridage voor WT4 kan voorgesteld worden die rekening houdt met een zo klein mogelijk verschil tussen het oorspronkelijk omgevingsgeluid en het toekomstig omgevingsgeluid.

Artikel 2

Het college beslist een ongunstig advies voor WT3, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven.

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.

Artikel 4

Het college geeft opdracht aan:

Dienst Taak
SW/V Het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft.