2019_CBS_07255 - Havenbedrijf Antwerpen - Pensioenlastconventie - Goedkeuring

Een onderdeel van de pensioenlast die in rekening wordt genomen voor de bepaling van de responsabiliseringsbijdrage zijn de 'pensioenaandelen' voor personen die een deel van hun loopbaan bij de betreffende werkgever hebben gewerkt, maar er niet op pensioen zijn gegaan. 

1. Huidige pensioenen (ingangsdatum vóór 31 december 2017)

Voor stad Antwerpen zijn de pensioenaandelen sinds 2012 sterk stijgend, met een stijgende responsabiliseringsbijdrage tot gevolg. De rapporten worden steeds in het jaar volgend op het referentiejaar opgemaakt. De meest recente gegevens voor de analyse betreffen dus referentiejaar 2017.

Op onze vraag bezorgde de Federale Pensioendienst de lijsten van deze pensioenaandelen met hun loopbaanhistoriek (periodes, graden en werkgever). Uit analyse is gebleken dat een aanzienlijk deel personen betreft die op pensioen gingen bij het Havenbedrijf. Het Havenbedrijf werd in 1997 opgericht vanuit de stad Antwerpen, waarbij ook bepaald werd dat de pensioenverplichtingen overgedragen werden. Deze herstructurering werd echter nog niet correct toegepast op de pensioenlast. Het is aangewezen dit op basis van de aangeleverde informatie recht te zetten om een correcte koppeling van de pensioenlasten per entiteit te verkrijgen.

Voor de toewijzing aan het Havenbedrijf werd hierbij volgende logica toegepast:   

 - Graad (functie): indien het een graad betreft die enkel bij het Havenbedrijf voorkomt (zie bijlage 'graden'), werd de overeenkomstige periode toegewezen aan het Havenbedrijf. Algemene functies, zoals klerk, werden niet toegewezen aan het Havenbedrijf omdat ze ook stedelijke diensten kunnen betreffen.

 - Loopbaanhistoriek: indien de graad geen uitsluitsel gaf, werden op basis van een koppeling met het digitaal personeelsarchief van de stad Antwerpen de afdelingen uit het verleden bepaald worden. Deze koppeling gebeurde op de rechtgever van het pensioen (dus voor overlevingspensioenen: de overleden persoon). Indien de afdeling onder de havenactiviteiten valt, wordt de overeenkomstige periode toegewezen aan het Havenbedrijf.

 Aanvullend: 

- Personen die niet in het digitaal personeelsarchief gevonden werden, en die niet op basis van de graad toegewezen worden aan het Havenbedrijf, blijven ten laste van de stad Antwerpen. Het gaat bijvoorbeeld om personen die reeds voor 1983 uit dienst gingen en daarom niet in het digitaal personeelsarchief zitten.  

 - Indien een periode in het rapport van de Federale Pensioendienst volledig vóór de periode van het digitaal personeelsarchief valt, en deze periode niet op basis van de graad toegewezen wordt aan het Havenbedrijf, blijft deze periode ten laste van de stad Antwerpen. 

Op deze manier wordt een jaarlijks stijgend aantal pensioendossiers gedeeltelijk of volledig toegewezen aan het Havenbedrijf (zie onderstaande tabel). Voor 2017 worden 398 pensioendossiers toegewezen aan het Havenbedrijf, voor een pensioenlast van 5.716.905,00 euro.  

In de pensioenlastconventie wordt bepaald dat het resultaat van bovenstaande analyse gebruikt wordt voor toewijzing van de pensioenaandelen. In bijlage van de pensioenlastconventie wordt daarom een lijst opgenomen van de pensioennummers met de betreffende periodes die aan het Havenbedrijf toegewezen worden. Na bilaterale goedkeuring van de pensioenlastconventie, zal de Federale Pensioendienst deze toewijzing toepassen op de pensioenaandelen, zodat toekomstige responsabiliseringsbijdragen (vanaf referentiejaar 2018) hier rekening mee houden.

In de pensioenlastconventie wordt tevens bepaald dat voor de responsabiliseringsbijdragen van referentiejaren 2012 tot en met 2017 het Havenbedrijf 11.500.210,00 euro zal overmaken aan de stad Antwerpen. 

2. Toekomstige pensioenen (ingangsdatum vanaf 1 januari 2018)

Voor de toekomstige pensioenen werd een analyse gedaan van de huidige statutairen van het Havenbedrijf en de uitdiensten sinds 1997. 

a. Huidige actieve statutairen van het Havenbedrijf

In 2018 werd door het Havenbedrijf een lijst bezorgd met 506 actieve statutairen. Aangezien er nog geen pensioeninformatie beschikbaar is vanuit de Federale Pensioendienst, werd deze lijst enkel vergelijken met het digitaal personeelsarchief van de stad Antwerpen. 49 medewerkers zijn niet terug te vinden in het digitaal personeelsarchief en hebben dus geen loopbaanhistoriek bij de stad Antwerpen. Daarnaast zijn er 29 medewerkers die bij de stad Antwerpen enkel als contractueel gewerkt hebben.

Voor de resterende 428 medewerkers werd een analyse gedaan op basis van de periodes, afdelingen en functies zoals in het digitaal personeelsarchief beschikbaar. Voor 407 van de 421 medewerkers wordt de volledige periode zoals gekend in het archief beschouwd als havenactiviteit. Van de totale prestaties van deze 428 medewerkers bij de stad Antwerpen wordt slechts 3,3% als niet-havenactiviteit gelabeld. 

b. Uitdiensten sinds 1997 voor wie nog geen pensioen geopend werd

In 2018 werd tevens door het Havenbedrijf een lijst bezorgd van 71 statutairen die uitdienst gingen bij het Havenbedrijf maar voor wie nog geen pensioen geopend werd. 20 personen vonden we niet terug in het personeelsarchief van de stad Antwerpen en hebben dus geen loopbaanhistoriek bij de stad Antwerpen. Voor 44 van de overige 51 medewerkers wordt de volledige periode zoals gekend in het archief beschouwd als havenactiviteit. Van de totale prestaties van deze 51 medewerkers bij de stad Antwerpen wordt 9,9% als niet-havenactiviteit gelabeld. 

Op basis van deze bevindingen wordt in de pensioenlastconventie bepaald dat voor toekomstige pensioneringen (ingangsdatum na 1 januari 2018) de pensioenlast toegewezen wordt aan de laatste werkgever (stad Antwerpen of Havenbedrijf).

Wet van 24 oktober 2011 tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones. Deze wet bevat onder meer de invoering van de responsabiliseringsbijdrage.

Mededeling 2012/03 (2 maart 2012) van RSZPPO - dienst Sociale zekerheid betreffende de impact van herstructureringen van lokale besturen op toerekening van de individuele pensioenlasten en responsabilisering. Bij de praktische regelingen staat dat voor lopende pensioenen een verdeling van de pensioenlasten kan gebeuren, mits bilaterale overeenkomst tussen het geherstructureerde lokaal bestuur en het lokaal bestuur dat de activiteiten heeft overgenomen. Als bijlage bij deze overeenkomst moet een nominatieve lijst worden toegevoegd van de lopende pensioenen met hun toewijzing.

De gemeenteraad keurde op 24 juni 1996 (jaarnummer 1211) de oprichting en statuten goed van het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen (Havenbedrijf in verder besluit). Het personeel en bijhorende pensioenverplichtingen werden overgedragen met ingangsdatum van 1 januari 1997.

Sinds 2012 worden lokale overheden en politiezones geresponsabiliseerd voor hun statutaire pensioenlast, conform de wet van 24 oktober 2011. Indien hun pensioenlast groter is dan de pensioenbijdragen op de actieve statutairen, betalen zij een bijkomende responsabiliseringsbijdrage. In de pensioenlast wordt ook rekening gehouden met de zogenaamde ‘pensioenaandelen’ voor personen die bij een ander bestuur op pensioen gingen, maar een deel van hun carrière bij het eigen bestuur werkten.

Op 1 juli 2019 keurde de raad van bestuur van het Havenbedrijf de pensioenlastconventie tussen het Havenbedrijf en de stad Antwerpen goed. 

In het budget van de stad Antwerpen werd voor de de responsabiliseringsbijdrage geen rekening gehouden met deze pensioenaandelen. Er is dus geen budgettaire aanpassing ten gevolge van dit besluit. 

Het totaal van de door de stad Antwerpen betaalde responsabiliseringsbijdragen voor referentiejaren 2012 tot en met 2017 die betrekking hebben op havenactiviteiten, bedraagt 11.500.210,00 euro. Het Havenbedrijf zal dit bedrag conform de pensioenlastconventie aan de stad Antwerpen overmaken.