Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019081710 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Mohamed Bouchouari met als contactadres Sporthalplein 101 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Ligging van het project: |
Frans van Dunlaan 135 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 42sectie C nr. 237G11 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen en uitbreidien van een meergezinswoning met 2 appartementen |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 31/05/2019: PV met stakingsbevel (11002_2019_9619) afbraak en wederopbouw van achtergevel, binnenmuren-en vloeren.
vergund geachte toestand
- 2 bouwlagen onder een mansardedak;
- meergezinswoning met twee wooneenheden.
Huidige toestand
- 2 bouwlagen onder een mansardedak;
- eengezinswoning met 4 slaapkamers van circa 237m².
Gewenste toestand
- 3 bouwlagen onder een plat dak;
- meergezinswoning met een één-slaapkamerappartement op het gelijkvloers van circa 68m² en 1 duplex twee-slaapkamerappartement op de 1ste en 2de verdieping van circa 104m².
Inhoud van de aanvraag
- betreft het verbouwen en uitbreiden van een meergezinswoning met 2 appartementen;
- het verhogen van de 2de verdieping tot een volwaardige bouwlaag en het voorzien van een plat dak;
- het uitbreiden van het gelijkvloers;
- het vervangen van het buitenschrijnwerk aan de voor- en achtergevel;
- het zandstralen van de voorgevel;
- het vernieuwen van de achtergevel en afwerken met lichte (zandkleurige) gevelsteen;
- het uitvoeren van interne verbouwingen.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Agentschap Wegen en Verkeer |
17 juli 2019 |
13 augustus 2019 |
Gunstig |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
17 juli 2019 |
14 augustus 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator |
17 juli 2019 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam |
17 juli 2019 |
18 juli 2019 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
17 juli 2019 |
19 juli 2019 |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen/ geacht vergund |
17 juli 2019 |
20 augustus 2019 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De geacht vergunde functie van meergezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de straat.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het pand wordt zowel in de hoogte als de diepte uitgebreid. Er wordt een nieuw dak voorzien zodat deze verdieping een vrije hoogte heeft van 3,00 meter. Door het isoleren en afwerken van het dak ontstaat er een bouwhoogte van circa 11,00 meter.
Op het gelijkvloers wordt het pand uitgebreid tot 17,55 meter om achteraan een keuken en eetplaats te voorzien. Op de eerste en tweede verdieping zijn de wijzigingen aan de bouwdiepte beperkt.
De nieuwe bouwhoogte en bouwdiepte zijn kenmerkend in de omgeving. Bijgevolg wordt geoordeeld dat de draagkracht van het perceel, noch de omgeving wordt overschreden.
Visueel-vormelijke elementen
De voorgevel wordt opgeknapt door deze te zandstralen. Verder wordt er nieuw buitenschrijnwerk voorzien in zwart pvc. Het nieuwe dak wordt afgewerkt met zwarte ‘sidings’.
De achtergevel wordt voorzien met een lichte gevelsteen en zwart pvs schrijnwerk. Het beoogde materiaalgebruik, buiten de ‘sidings’ voor de voorgevel, is stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het dossier bevat onduidelijkheden over het voorzien van groendaken op de platte daken. Het inplantingsplan vermeld dat elk dak voorzien wordt van een groendak. De snede van de nieuwe toestand geeft deze informatie niet weer. Omwille van deze reden zal in voorwaarde opgenomen worden om alle platte daken te voorzien van een groendak conform artikel 38 van de bouwcode.
De gelijkvloerse verdieping wordt ingericht als een appartement met één slaapkamer. De slaapkamer wordt voorzien aan de straatzijde. Omwille van de bouwdiepte van 17,55 meter en een afscheiding tussen slaapkamer en living ontbreekt er voldoende licht in de kern van het appartement. Aan de tuinzijde wordt een groot raam voorzien wat voor voldoende lichtinval zorgt in de keuken en de eetplaats, dit licht komt echt niet tot in de leefruimte.
Licht en lucht wordt gezien als basiskwaliteiten voor elke ruimte waar mensen langer verblijven. Om de verblijfskwaliteit van deze wooneenheid te optimaliseren zal in voorwaarde opgelegd worden deze niet te voorzien als appartement, maar als studio waarbij er geen gesloten afsluiting is tussen de slaapkamer en de leefruimte. Hierdoor is er voldoende daglichttoetreding, gecombineerd met uitzicht en voldoende ventilatie mogelijk.
Het duplexappartement op de eerste en tweede verdieping wordt, ondanks de grondige verbouwing, niet voorzien van een buitenruimte. Deze buitenruimte kan echter wel gerealiseerd worden op het platte dak van de gelijkvloerse aanbouw. Volgens artikel 28 van de bouwcode dient een wooneenheid met twee slaapkamers te beschikken over een buitenruimte van minstens 6,00 m². In voorwaarde zal opgelegd worden om tegen de rechter perceelgrens een terras te voorzien met een breedte van 3,50 meter en een diepte van 1,70 meter. Zo ontstaat er een bruikbare kwalitatieve buitenruimte die bereikbaar is via de rechtervleugel van het dubbele raam in de eetplaats. Het overige gedeelte van het platte dak dient voorzien te zijn van een extensief groendak.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing gezien de aanvraag geen vermeerdering van het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande en vergunde of vergund geachte situatie inhoudt.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. een dak aan de straat af te werken met leivormige elementen in plaats van met ‘sidings’;
3. alle platte daken te voorzien van een groendak conform artikel 38 van de bouwcode;
4. het appartement op het gelijkvloers in te richten als een studio en geen gesloten afsluiting te voorzien tussen de slaapkamer en de leefruimte;
5. op het platte dak van de gelijkvloerse aanbouw een terras te voorzien van 3,50 meter breed en 1,70 meter diep. Dit terras moet voorzien worden tegen de rechter perceelgrens;
6. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
21 juni 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
17 juli 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
15 september 2019 |
Verslag GOA |
29 augustus 2019 |
naam GOA |
Wim Van Roosendael |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. een dak aan de straat af te werken met leivormige elementen in plaats van met ‘sidings’;
3. alle platte daken te voorzien van een groendak conform artikel 38 van de bouwcode;
4. het appartement op het gelijkvloers in te richten als een studio en geen gesloten afsluiting te voorzien tussen de slaapkamer en de leefruimte;
5. op het platte dak van de gelijkvloerse aanbouw een terras te voorzien van 3,50 meter breed en 1,70 meter diep. Dit terras moet voorzien worden tegen de rechter perceelgrens;
6. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.