Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019075331 |
Gegevens van de aanvrager: |
zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: |
iret development met als adres Lange Gasthuisstraat 35-37 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Sint-Jorispoort 29 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 3 sectie C nrs. 973B, 974B, 974D, 1012X, 1012B2 en 1012A2 |
Inrichtingsnummer: |
20181220-0068 (iret development nv - Werf elzenveld) |
Vergunningsplichten: |
Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten. |
Voorwerp van de aanvraag: |
exploitatie van een tijdelijke bemaling |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Het bestaande hotel Elzenveld met seminarieruimte wordt verbouwd in 4 fasen, waarvoor per fase een omgevingsvergunning wordt aangevraagd. Fase 1 werd vergund op 21 december 2018 (OMV_2018095957) en betreft de verbouwing van hotel en congrescentrum. De aanvraag voor fase 2 werd vergund op 19 april 2019 (OMV_2018134819) en betreft de renovatie van het poortgebouw Sint-Elisabeth en aanpalende gasthuizen. Voor de werfactiviteiten tijdens de uitvoering van fase 1 t.e.m. fase 4 die in totaal 3 jaar zullen duren, werd akte genomen op 18 januari 2019 (OMV_2018149760).
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag betreft de exploitatie van een bronbemaling in het kader van bouwkundige werken voor het project ‘Elzenveld’, gelegen Sint-Jorispoort 29 te 2000 Antwerpen.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gevraagd voor |
53.2.2°b)2° |
bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld. |
169.200,00 m³/jaar |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Onroerend Erfgoed |
10 juli 2019 |
5 augustus 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Vlaamse Milieumaatschappij, grondwaterbeheer |
10 juli 2019 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen |
10 juli 2019 |
26 juli 2019 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
10 juli 2019 |
24 juli 2019 |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen |
10 juli 2019 |
12 augustus 2019 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: artikel 1: zone voor wonen - (wo1), artikel 5: zone voor centrumfuncties - publieksgerichte gebouwen (ce5), artikel 6: zone voor centrumfuncties - stedelijke functies (ce6), artikel 7: zone voor groen - (gr) en artikel 8: zone voor publiek domein - (pu).
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Er werden recent 2 omgevingsvergunningen verleend op de site, nl. OMV_2018095957 en OMV_2018134819. De ondergrondse constructies aangeduid op Bijlage1_Elzenveld-Antwerpen-Inplantingsplan bemaling, stemmen overeen met de ondergrondse constructies aangeduid in deze recente omgevingsvergunningen. Het is echter niet duidelijk op voorliggende plannen of aan al de voorwaarden van de recente vergunningen wordt voldaan.
Als voorwaarde wordt dan ook gesteld dat de voorwaarden van OMV_2018095957 en OMV_2018134819 onverminderd van toepassing zijn. Voor stedenbouwkundige handelingen waarvoor nog geen omgevingsvergunning werd verleend, zal alsnog een vergunning moeten worden bekomen.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Voor de realisatie in den droge van 2 kelders met enerzijds funderingssokkels en anderzijds liftputten is een bronbemaling noodzakelijk. Het totale debiet wordt geschat op 169.200 m³/jaar en een maximale verlaging van het grondwaterpeil tot 7,5 m-mv waardoor een klasse 2 noodzakelijk is.
Er werd een bemalingsstudie aan de aanvraag toegevoegd. De bijlagen waar in de bemalingsstudie naar verwezen worden, werden echter niet toegevoegd. De afmeting van de bouwput bedraagt ongeveer 50 meter op 25 meter en het maaiveld bevindt zich op +7,29 mTAW. Globaal dient er een grondwaterverlaging bekomen te worden van -0,20 mTAW en voor de liftputten -1,20 mTAW. De bemalingswerken zullen uitgevoerd worden in 1 fase.
De gegevens over de grondwaterstand zijn variabel. Zo wijst de meting van de aannemer in een bestaande peilbuis op een grondwaterstand in rust op peil +2,09 mTAW (5,2 m beneden het maaiveld). In het grondonderzoek is een meting opgenomen van de grondwaterstand in de peilbuizen op peil +1,83 à +1,29 m TAW (5,46 à 6 m-mv). Volgens gegevens beschikbaar op de Databank Ondergrond Vlaanderen bedraagt de grondwaterstand in rust ter plaatse +3,05 à +3,17 m TAW. In de bemalingsstudie wordt uitgegaan van een grondwaterpeil in rust op +3,17 m TAW voor de dimensionering van de bemaling en op peil +1,83 m TAW voor de zettingsberekeningen.
De grondwaterverlaging wordt gerealiseerd met 3 dieptebronnen met een lengte van 20 meter. Rond de kelder met de funderingssokkels zal een secanspalenwand geplaatst worden en de kelder met liftputten wordt omgeven door een groutwand.
In de bemalingsnota werd de invloedstraal oorspronkelijk berekend met de formule van Sichardt. Deze formule kan gebruikt worden voor de bepaling van het noodzakelijk op te pompen debiet. Voor de berekening van de invloedstraal dient er echter een tijdsafhankelijke berekening uitgevoerd te worden. Dit werd later door de exploitant aan de aanvraag toegevoegd en hieruit blijkt dat de invloedstraal ongeveer 250 meter zal bedragen (in tegenstelling tot de eerder opgegeven 92,7 meter).
Volgende debiets- en zettingsberekeningen werden aan de aanvraag toegevoegd:
Debietsberekening:
- bij de opstart een debiet van 106,95 m³/u. Dit debiet wordt echter nooit bereikt omdat de pompen slechts een capaciteit hebben van 18 m³/u bij 20 m opvoerhoogte;
- na +/-7dagen pompen zal het debiet afnemen tot 58,50 m³/u en de invloedstraal bedraagt dan ongeveer 60 m;
- na +/-14 dagen pompen zal het debiet verder afgenomen zijn tot 48,95 m³/u en de invloedstraal bedraagt dan ongeveer 84,90 m;
- na 120 dagen ( voorziene duur van de bemalingswerken ) is het debiet afgenomen naar 31,25 m³/u en bedraagt de invloedstraal 248,50 m.
Het totale bemalingsdebiet wordt geschat op 169.200 m³/jaar gedurende 4 maanden.
Zettingsberekening:
Uit de zettingsberekeningen met een invloedstraal van 250 m blijkt dat de absolute zettingen, aan de rand van de bouwput, 0,28 cm en 0,18 cm bedragen en de differentiële zettingen veel kleiner zijn dan de toegestane 1/700.
Verontreinigingen
Op de site werd een OBO uitgevoerd (OVAM dossiernummer 78186). Hieruit blijkt dat er verontreinigde grond aanwezig was maar dat er geen verontreiniging aanwezig is in het grondwater.
De exploitant heeft in eerste instantie geen rekening gehouden met mogelijke verontreinigingen binnen de invloedstraal van de bemaling (250 meter). Deze informatie werd nadien aangeleverd.
Binnen de invloedzone werden 23 OVAM dossiers teruggevonden. Van 4 dossiers werden de gegevens opgevraagd. Behalve voor arseen worden er geen overschrijdingen van de indelingscriteria verwacht.
Analyseresultaten van het grondwater werden niet aan de aanvraag toegevoegd. Om lozing van eventueel verontreinigd grondwater te vermijden dient de exploitant volgende acties te ondernemen:
- Kortstondige opstart van de bemaling met staalname na 30 min. Na staalname wordt de bemaling terug stilgelegd.
- De analyseresultaten dienen doorgestuurd te worden naar de dienst vergunningen en de dienst milieu-interventie waarna verdere beoordeling zal gebeuren.
MER-screening:
Aangezien de omgevingsvergunningsaanvraag betrekking heeft op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III bij het besluit van de Vlaamse Regering d.d. 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening (rubriek 10j) werd het aanvraagdossier tijdens het ontvankelijk- en volledigheidsonderzoek getoetst aan de criteria van bijlage II van het Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid. Hierbij werd geoordeeld dat het project niet MER-plichtig is. De nota werd aanvaard.
Onroerend erfgoed
De vergunningverlenende overheid is verplicht om overeenkomstig artikel 6.4.4,§3 van het Onroerend Erfgoed decreet een advies in te winnen bij het Agentschap Onroerend Erfgoed indien voor de handelingen aan of in beschermde goederen een omgevingsvergunning vereist is. Dus als de vergunningsaanvragen betrekking hebben op ingedeelde inrichtingen of activiteiten in of aan een beschermde archeologische site, een beschermd monument, een beschermd cultuurhistorisch landschap of een beschermd stads- of dorpsgezicht in de zin van het decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed.
Het Agentschap Onroerend Erfgoed geeft gunstig advies indien de handelingen voldoen aan volgende voorwaarden: de bemaling kan potentieel negatieve gevolgen hebben voor de bomen in de aangrenzende kruidtuin die eveneens beschermd is als landschap. In het voorliggende dossier wordt het bemalingswater geloosd in de riolering wat in deze droge periode zeer jammer is. Dit kan ondervangen worden door minstens 1 van beide bemalingen te voorzien van een retourbemaling. Dit zou bv kunnen in de achtertuin van nr 39 of in samenspraak met de groendienst van de stad Antwerpen in de kruidtuin zelf.
De exploitant stelt echter dat retourbemaling in de Botanische tuin technisch niet haalbaar is wegens een te kleine afstand tussen de onttrekkingsbronnen en mogelijke inplanting van de retourputten. De afstand dient minimaal 40 meter te zijn en deze ruimte is niet beschikbaar op de site. Bijkomend is het betreden van de Botanische tuin met boormachines praktisch niet haalbaar.
Er werd aan de exploitant gevraagd om de optie van retourbemaling naar de vijver van het stadspark te onderzoeken. Uit deze analyse blijkt dat er een theoretische mogelijkheid bestaat om dit te realiseren. Hierbij zou de leiding bovengronds moeten voorzien worden in de Henri Van Heurckstraat. Ter hoogte van Oudevaartplaats 30, kan deze via een mangat mogelijks ondergronds gebracht worden om via de Ruien ondergronds tot aan de Frankrijklei te geraken. De Frankrijklei kan mogelijks gekruist worden door een leiding aan te leggen in de aanwezige leiding met diameter van 1.200 mm. In de Louiza-Marialei dient de leiding opnieuw bovengronds te worden voorzien.
Deze theoretische oefening is verder getoetst aan de haalbaarheid. De benodigde diameter voor de afvoerleiding om het water over dergelijk grote afstand (ca. 600 m) te kunnen transporteren bedraagt minstens 160 mm. Dergelijke diameter vereist een starre leiding. De leidingelementen zijn 6 meter lang en dus niet flexibel. Het ondergronds brengen van dergelijke leiding via een mangat is niet mogelijk. De leiding ondergronds brengen blijkt dus een theoretische mogelijkheid die weinig haalbaar is. Tevens is het plaatsen van dergelijke leiding in een rioolbuis met diameter van 1.200 mm quasi onmogelijk. Hierdoor is het kruisen van de Frankrijklei niet mogelijk en kan het bemalingswater dus niet aangesloten worden op het stadspark.
Aangezien retourbemaling praktisch niet haalbaar is noch naar de Botanische tuin noch naar het stadspark, stelt de aannemer voor om de bemalingspompen uit te rusten met een automatische sturing. Deze zorgt ervoor dat het afpompen van het grondwater wordt stopgezet van zodra het gevraagde waterpeil bereikt is. Bij stijging van het grondwaterpeil zullen de bemalingspompen automatisch terug opstarten. Op deze manier zal het opgepompte volume aan water zoveel als mogelijk worden beperkt.
Voor lozing van meer dan 10 m³/uur in een gemengde riolering dient er toelating aan Aquafin gevraagd te worden. Dit saneringscontract werd niet aan de aanvraag toegevoegd. De exploitant moet vóór de start van de bemaling aan de afdeling vergunningen een bewijs bezorgen dat er een saneringscontract met Aquafin werd afgesloten.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt voorwaardelijk positief advies gegeven de vergunning te verlenen voor een periode van zes maanden.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Geadviseerd voor |
53.2.2°b)2° |
bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld. |
169.200,00 m³/jaar |
Gecoördineerde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gecoördineerd |
17.3.2.1.1.1°b) |
opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; |
0,85 ton |
17.3.4.1°b) |
opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 2 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied; |
2,00 ton |
17.3.6.1°b) |
opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 2 ton als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in gebied ander dan industriegebied; |
2,00 ton |
53.2.2°b)2° |
bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld. |
169.200,00 m³/jaar |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. |
vóór de start van de bemaling bezorgt de exploitant aan de afdeling vergunningen een bewijs dat er een saneringscontract met Aquafin werd afgesloten; |
2. |
vóór de eigenlijke start van de bemaling wordt deze kortstondig opgezet om na ongeveer 30 minuten een staal van het bemalingswater te nemen waarna de bemaling terug wordt stilgelegd. De analyseresultaten dienen doorgestuurd te worden naar de dienst vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en milieu interventie (mi@antwerpen.be ) waarna verdere beoordeling zal gebeuren; |
3. |
het lozingswater dient vervolgens volgens volgend plan gemonitord te worden: o wekelijks tot stabilisatie van de bemaling o na stabilisatie maandelijks De resultaten worden telkens na analyse bezorgd aan de afdeling vergunningen; |
4. |
de startdatum en datum van stopzetting van de bemaling worden doorgegeven aan de afdeling vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be ) met vermelding van OMV_2019075331; |
5. |
de bemalingspompen worden uitgerust met een automatische sturing. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
11 juni 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
10 juli 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
8 september 2019 |
Verslag GOA |
22 augustus 2019 |
naam GOA |
Bieke Geypens |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Bijzondere milieuvoorwaarden
1. | vóór de start van de bemaling bezorgt de exploitant aan de afdeling vergunningen een bewijs dat er een saneringscontract met Aquafin werd afgesloten; |
2. | vóór de eigenlijke start van de bemaling wordt deze kortstondig opgezet om na ongeveer 30 minuten een staal van het bemalingswater te nemen waarna de bemaling terug wordt stilgelegd. De analyseresultaten dienen doorgestuurd te worden naar de dienst vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en milieu interventie (mi@antwerpen.be ) waarna verdere beoordeling zal gebeuren; |
3. | het lozingswater dient vervolgens volgens volgend plan gemonitord te worden: o wekelijks tot stabilisatie van de bemaling o na stabilisatie maandelijks De resultaten worden telkens na analyse bezorgd aan de afdeling vergunningen; |
4. | de startdatum en datum van stopzetting van de bemaling worden doorgegeven aan de afdeling vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be ) met vermelding van OMV_2019075331; |
5. | de bemalingspompen worden uitgerust met een automatische sturing. |
De vergunning omvat thans volgende rubrieken:
Rubriek |
Omschrijving |
Gecoördineerd |
17.3.2.1.1.1°b) |
opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; |
0,85 ton |
17.3.4.1°b) |
opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 2 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied; |
2,00 ton |
17.3.6.1°b) |
opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 2 ton als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in gebied ander dan industriegebied; |
2,00 ton |
53.2.2°b)2° |
bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld. |
169.200,00 m³/jaar |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning ingaat op 6 september 2019 voor een periode van zes maanden.