Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019057077 |
Gegevens van de aanvrager: |
NV CORES DEVELOPMENT met als adres Mechelsesteenweg 176 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Dokter Kochlaan 45 te 2660 Hoboken (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 38sectie B nrs. 666K7, 666V7 en 688X |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
bouwen van 5 vrijstaande meergezinswoningen met 94 appartementen |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 28/08/2015: vergunning (20151202) voor het bouwen van 79 appartementen;
- 22/04/2016: vergunning (20153306) voor het bouwen van een appartementsgebouw met 15 appartementen en het uitbreiden van een ondergrondse parking;
- 12/05/2017: vergunning (2017247) voor aanpassing vergunning (20151202) van appartementen naar 46 assistentiewoningen met een ontspannings- en fitnessruimte.
Vergunde/vergund geachte toestand
- voorgaande vergunningen zijn allemaal vervallen.
Huidige toestand
- braakliggend terrein met begroeid met bomen en struiken.
Gewenste toestand
- 5 vrijstaande meergezinswoningen met 5 bouwlagen onder plat dak waarin 94 appartementen worden ondergebracht;
- de gemiddelde netto-vloeroppervlakte van alle appartementen bedraagt 74,5m²;
- ondergrondse parkeergarage met 98 parkeerplaatsen met toegang voor gemotoriseerd verkeer via blok A;
- omgevingsaanleg met bezoekersparking met 30 parkeerplaatsen in open lucht, fietsenstalling en afvalberging, toegangspaden en tuinelementen.
Inhoud van de aanvraag
- bouwen van 5 vrijstaande meergezinswoningen met 94 appartementen en een ondergrondse parkeergarage;
- aanleg van de omgeving.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Agentschap Wegen en Verkeer |
13 juni 2019 |
5 juli 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
AQUAFIN NV |
11 juni 2019 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
11 juni 2019 |
9 juli 2019 |
Ongunstig |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
8 augustus 2019 |
26 augustus 2019 |
Ongunstig |
Fluvius System Operator |
11 juni 2019 |
20 juni 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
FOD Binnenlandse Zaken - ASTRID veiligheidscommissie |
13 juni 2019 |
18 juni 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
lokale politie/ centrale preventie (LP/CP) |
11 juni 2019 |
27 juni 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
lokale politie/ verkeerspolitie (LP/VK/SE) |
11 juni 2019 |
26 juli 2019 |
Geen bezwaar |
OVAM - Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij |
11 juni 2019 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
POVC Antwerpen |
11 juni 2019 |
13 juni 2019 |
Geen advies |
PROXIMUS |
11 juni 2019 |
24 juni 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Vlaamse Milieumaatschappij |
13 juni 2019 |
19 juni 2019 |
Geen advies |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam |
11 juni 2019 |
11 juni 2019 |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen |
11 juni 2019 |
11 juni 2019 |
stadsbeheer/ stadsreiniging - sorteerstraatjes |
11 juni 2019 |
12 juni 2019 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
11 juni 2019 |
14 juni 2019 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie |
11 juni 2019 |
19 juni 2019 |
stadsontwikkeling/ ontwerp en uitvoering/ ontwerpers |
11 juni 2019 |
17 juni 2019 |
stadsontwikkeling/ ruimte (advies inzake SOK) |
11 juni 2019 |
18 juni 2019 |
stadsontwikkeling/ team stadsbouwmeester - welstandscommissie |
11 juni 2019 |
11 juni 2019 |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ dienst milieuvergunningen |
11 juni 2019 |
19 juni 2019 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend punt:
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening voetgangersverkeer.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen
Van de archeologienota werd akte genomen door het agentschap Onroerend Erfgoed op 8/2/2017. De nota toont gemotiveerd aan dat er geen verder archeologisch onderzoek moet plaatsvinden.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat de bouw van 94 appartementen verdeeld over 5 meergezinswoningen op een onbebouwd terrein in woongebied. De aanvraag is functioneel verenigbaar met de bestemming van het terrein.
Woninggrootte
Bij het ontwerpen van woningen zijn een evenwichtige ruimteverdeling en optimale afmetingen een must gezien deze een grote impact hebben op het wooncomfort. Om het ruimtecomfort van een woning te bewaken is het dus belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Dit is niet het geval in het voorliggend project, waardoor de woongelegenheden onvoldoende wooncomfort bieden:
- op een oppervlakte kleiner dan 60 m² wordt onvoldoende woonkwaliteit gerealiseerd voor een eenslaapkamerappartement. Deze oppervlakte (vanaf 35 m²) kan hoogstens een studio herbergen. De aanvraag telt 10 eenslaapkamerappartementen: 9 appartementen hebben oppervlakte kleiner dan 60m²;
- op een oppervlakte kleiner dan 80 m² wordt onvoldoende woonkwaliteit gerealiseerd voor een tweeslaapkamerappartement. Deze oppervlakte (vanaf 60 m²) kan hoogstens een eenslaapkamerappartement herbergen. De aanvraag telt 60 tweeslaapkamerappartementen: 59 appartementen hebben een oppervlakte kleiner dan 80m²;
- op een oppervlakte kleiner dan 110 m² wordt onvoldoende woonkwaliteit gerealiseerd voor een drieslaapkamerappartement. Deze oppervlakte (vanaf 80 m²) kan hoogstens een tweeslaapkamerappartement herbergen. De aanvraag telt 24 drieslaapkamerappartementen: alle appartementen hebben een oppervlakte kleiner dan 110m².
Om starters en beginnende gezinsuitbreidingen de mogelijkheid te geven om een woonaanbod in de stad te vinden is het belangrijk om voldoende wooneenheden met 2 slaapkamers te kunnen aanbieden. De minimale netto-vloeroppervlakte voor een tweeslaapkamerappartement bedraagt 80m². In een project wordt steeds een mix van grotere en kleinere wooneenheden nagestreefd, maar omwille van bovenstaande reden is een gemiddelde netto-vloeroppervlakte van 80m² bij projecten van 5 wooneenheden belangrijk. De gemiddelde netto-vloeroppervlakte van de wooneenheden binnen de aanvraag bedraagt 74,50m².
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het terrein waarop de aanvraag betrekking heeft situeert zich tussen de Sint-Bernardsesteenweg, de Rector Vermeylenlaan en de Dokter Robert Kochlaan. In het noorden grenst het terrein aan de parking van de Colruyt, in het oosten aan de achtertuinen van de gebouwen van de sociale woonwijk Stuivenberg, in het zuiden aan de P+R langs de Krijgsbaan en in het westen aan de achtertuinen van de woningen langs de Sint-Bernardsesteenweg.
In 2009 werd door de stad Antwerpen en Woonhaven Antwerpen besloten om een masterplan op te maken voor de wijk Stuivenberg om stedenbouwkundige voorwaarden te formuleren voor de projectdefinitie van een architectuurwedstrijd voor renovatie van de wijk. Op 3 juli 2009 keurde het college het masterplan Stuivenberg goed. Op 10 februari 2012 werd een stedenbouwkundige vergunning verleend voor de renovatie van het noordelijke deel van de wijk. In een volgende fase zal het zuidelijke deel aangepakt worden waarbij een wijziging aan het tracé van de Dokter Robert Kochlaan zal gebeuren zodat deze kan fungeren als ventweg aan de Krijgsbaan.
In het masterplan worden uitgespraken gedaan over terrein waarop de aanvraag betrekking heeft met betrekking tot de ontsluiting voor het gemotoriseerd verkeer: na de realisatie van de tracéwijziging van de Dokter Robert Kochlaan dient het terrein hier op aan te sluiten. Aangezien het tracé van de Dokter Robert Kochlaan nog niet gewijzigd is, wordt de geplande ontwikkeling ontsloten via de parkeerpocket van de P+R Schoonselhof langs de Krijgsbaan. Deze ontsluiting is dan ook voorwaardelijk en slechts tijdelijk.
De aanvraag werd voorgelegd aan de stedelijke dienst verantwoordelijk voor het ontwerp en de uitvoering van het openbaar domein. Zij sluiten zich aan bij het tijdelijk karakter van de ontsluiting van het project en vullen hun advies aan met volgende aandachtspunten:
“De tijdelijke ontsluiting dient vooraf met de dienst SW B&O en Vlaams Gewest bekeken te worden en er dient voor dit project vooraf een hydraulisch advies aangevraagd te worden bij de rioolbeheerder Stad Antwerpen.”
De verkeerspolitie geeft een bijkomende opmerking aangezien de tijdelijke ontsluiting van het terrein over het fietspad langs de Krijgsbaan zal lopen:
“De verkeersdrempel op de toerit naar het perceel dient over het fietspad te lopen in plaats van voor het fietspad. Men dient zich ervan te vergewissen dat de bijkomende intensiteiten niet tot extra verkeersproblemen of onveiligheden leiden bij het verlaten van de P&R Schoonselhof omwille van de complexe verkeerssituatie die er momenteel al is.”
Daarnaast wordt in het masterplan gesteld dat over het terrein waarop de aanvraag betrekking heef een zachte verbinding met een semi-publiek karakter moet voorzien worden tussen de Sint-Bernardsesteenweg en de tracéwijziging van de Dokter Robert Kochlaan. Deze verbinding wordt uitgewerkt in de aanvraag.
Tevens vermeldt het masterplan dat er voldoende aandacht moet gaan naar de aanwezigheid van het biologisch waardevol groen. De aanwezige gronden zijn echter historisch vervuild met zware metalen en minerale oliën. Het terrein moet daarom 1,5m meter afgegraven worden en de gronden worden afgevoerd naar een grondreinigingsbedrijf. Alle aanwezige spontane vegetatie dient daartoe verwijderd te worden maar zal nadien opnieuw aangelegd worden. De stedelijke dienst voor groen werd in kader van de aanvraag om advies gevraagd. Zij geven volgend advies:
“Het aantal nieuw ingetekende bomen is niet in verhouding met de ruimte die beschikbaar is. Er dienen meer bomen te worden voorzien, zeker wanneer men rekening houdt met het aantal bomen dat er geveld zullen worden. De bomen die aangeplant worden dienen minstens een stamomtrek van 18/20 te hebben.”
Mits de opmerkingen als voorwaarden worden opgelegd, kan gesteld worden dat de aanvraag verenigbaar is met de krachtlijnen uit het masterplan Stuivenberg.
Het project zelf bestaat uit 5 vrijstaande meergezinswoningen die een ensemble vormen. De bouwvolumes hebben telkens 5 bouwlagen en zijn hiermee in harmonie met de meergezinswoningen in de Stuivenbergwijk.
De 5 bouwvolumes worden ondergronds gekoppeld door een parkeergarage die bereikbaar is langs een gemeenschappelijke toegang in bouwvolume A. Bezoekers kunnen parkeren op een bovengrondse parking in de noordoostelijke hoek van het terrein.
De bouwvolumes zijn ingeplant in een groene omgevingsaanleg die aansluit bij de parkomgeving van de begraafplaats Schoonselhof aan de overzijde van de Krijgsbaan. Buiten de toegang tot de ondergrondse parkeergarage en de bezoekersparking die geconcentreerd liggen aan de ontsluiting naar de Krijgsbaan, is het terrein vrij van gemotoriseerd verkeer. Verschillende comfortabele betonpaden leiden naar de respectievelijke toegangen van de gebouwen, de afvalberging en de bezoekersparking. Op de parkingplaat worden kunstmatige heuvels aangelegd zodat ook bovenop de parking bomen kunnen geplant worden.
De inplanting van de bouwvolumes en de omgevingsaanleg is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
Visueel-vormelijke elementen
De bouwvolumes worden opgetrokken in een rood metselwerk met schrijnwerk in bronskleurig gemoffeld aluminium. De architecturale vormgeving en het materiaalgebruik zijn inpasbaar in de omgeving.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag werd ter advies voorgelegd aan:
- De brandweer, Fluvius, Agentschap Wegen en Verkeer, ASTRID Veiligheidscommissie. De adviezen worden integraal aan deze vergunning gevoegd.
- Proximus. Zij geven voorwaardelijk gunstig advies:
“Het project ligt langsheen een bestaande weg met onvoldoende capaciteit aan telecominfrastructuur van Proximus. Er zijn bijkomende werken nodig. Deze kosten zijn ten laste van de aanvrager.
- de stedelijke dienst voor archeologie. Zij geven voorwaardelijk gunstig advies:
“Het projectgebied bevindt zich buiten een archeologisch vastgestelde zone. Het projectgebied is gelegen binnen een woon- en recreatiefgebied met een oppervlakte boven 3000 m² (ca. 10 839 m²) en ingreep in de bodem groter dan 1000 m² (enkel 1 bouwblok, ca. 1620 m²). Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor een archeologienota verplicht. De archeologienota werd ingediend door All-Archeo op 27/01/2017 en door het agentschap Onroerend Erfgoed bekrachtigd op 08/02/2017. Het bijhorende programma van maatregelen beveelt geen verder archeologisch onderzoek (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/archeologienotas/1889). Tijdens de graafwerken kunnen echter nog steeds archeologische restanten worden ontgraven. De bouwheer dient deze verplicht onder de toevalsvondstplicht te melden (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2015, artikel 5.1.4).”
- de stedelijke dienst verantwoordelijk voor milieuvergunningen. Zij geven volgend advies:
“Op het terrein werd in 2018 een bodemsaneringsproject met ref. 75622 conform verklaard. Ten gevolge van de opslag en handel van schroot vóór 1975 is een bodemverontreiniging ontstaan met minerale olie, PAK’s, zware metalen en PCB’s in het vaste deel van de aarde. Milieutechnisch is het project conform de Vlarem- indelingslijst vergunningplichtig/meldingsplichtig voor minstens de exploitatie van de stookplaats. De aandacht van de initiatiefnemer wordt er best op gevestigd dat bemalingswerken noodzakelijk voor de realisatie van bouwkundige werken ook vergunningsplichtig zijn krachtens de Vlarem indelingslijst (rubriek 53.2). Deze omgevingsvergunning moet worden bekomen alvorens de werf kan worden gestart. Indien het gaat om een bemaling van meer dan 30.000m³ op jaarbasis of een bemaling dieper dan 4m –mv moet de vergunningsaanvraag een bemalingsstudie of rapport bevatten opgemaakt door een erkend deskundige. Er zijn geen bezwaren om het project te vergunnen, wel dient nog de stookplaats milieutechnisch geregulariseerd worden.”
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 125 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging.
Voor de 5 woonblokken was er een vergunning, die niet uitgevoerd is en verlopen. Toen waren er 3 gewone woonblokken en 2 woonblokken met assistentiewoningen. De blokken worden voorzien op onbebouwd perceel. De aanvraag nu is voor 5 blokken met gewone woningen. Het is een mix van 1 – 2 – 3 slaapkamerappartementen. In totaal gaat het om 94 appartementen.
9 appartementen < 60m² met parkeernorm 1,1 dus 9 x 1,1 = 9.90 85 appartementen tussen 60m² en 90m² met parkeernorm 1,35 dus 85 x 1,35 = 114.75 In totaal 9.9 + 114.75 = 124.65 dus 125 parkeerplaatsen.
|
De plannen voorzien in 128 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
Er worden ondergronds 98 parkeerplaatsen aangelegd. Bijkomend ook nog 30 plaatsen bovengronds. De plaatsen zijn allemaal met correcte maten uitgevoerd.
|
Het advies van de stedelijke dienst mobiliteit bevat ook het volgende:
“Voor de wijk waarin deze blokken komen te liggen is er een masterplan opgemaakt waarbij de ontsluitingen van de wijk zijn bepaald. Omdat de nieuwe ontsluiting voor dit perceel nog niet mogelijk is via de verlegde Dokter Kochlaan, is er in 2015 bij de opmaak van de eerste plannen een tijdelijke ontsluiting via de P+R Schoonselhof toegestaan die weer zou verdwijnen wanneer de ontsluiting via de zijkant van het perceel wel mogelijk zou zijn. Dit blijft nog altijd een voorwaarde.
De tijdelijke ontsluiting kruist een belangrijke fietsroute. Dit fietspad behoudt steeds de voorrang op de uitrit van de blokken. Nu is er een drempel net voor het fietspad getekend. De drempel zou over het fietspad moeten lopen.
De ondergrondse parkeergarage is binnen te rijden via blok A. Positief is dat er weinig over het terrein gereden worden waardoor de site autovrij is. De inrit van de parking is smal en geschikt voor 1 auto tegelijk. Er dient te worden gewerkt met een licht boven en onderaan voor de veiligheid.”
“De fietsparkeerbehoefte is:
- 10 appartementen met 1 slaapkamer ? 10 x (1 + 1) = 20
- 60 appartementen met 2 slaapkamers ? 60 x (2 + 1) = 180
- 24 appartementen met 3 slaapkamers ? 24 x (3 + 1) = 96
In totaal een behoefte van 20 + 180 + 96 = 296 fietsenstallingen.
Het project voorziet in 314 fietsenstallingen. Ook de verdeling over de verschillende blokken is voldoende:
- Voor Blok A zijn er 57 stallingen nodig en 60 voorzien
- Voor Blok B zijn er 68 stallingen nodig en 68 voorzien
- Voor Blok C zijn er 58 stallingen nodig en 70 voorzien
- Voor Blok D zijn er 67 stallingen nodig en 71 voorzien
- Voor Blok E zijn er 44 stallingen nodig en 45 voorzien
In de verschillende blokken wordt er gewerkt met een dubbeldeksfietsenrek. Dit kan wanneer minstens de helft van de stallingen wel bestaan uit gewone enkellaagse stallingen, omdat er verschillende types fietsen zijn die niet passen in een dergelijk systeem. Dit is niet het geval voor blok C en E. Daar bestaat meer dan de helft uit dubbeldeksstallingen.
Bovendien omwille van de beperkte bewegingsruimte naast en boven je moet een dubbeldeksstalling een hart-op-hart tussenafstand van minstens 50 cm hebben voor een optimaal gebruik. Hier zijn ze ingetekend op 40 cm.
Om een stallingsruimte te bereiken moet er in alle blokken langs 2 deuren gepasseerd worden. Dit is niet gebruiksvriendelijk. Graag minstens 1 of beide deuren voorzien van een brandmagneet.
De toegang voor fietsers is erg beperkt. Er is een smalle toegang van 1 meter, inclusief de fietsgoot die toch op minimaal 25 cm uit de muur geplaatst moet worden. Dat wil zeggen dat ze niet in beide richtingen te gebruiken is. Voor een stallingscapaciteit van 300 fietsen is deze toegang te weinig. Ofwel wordt er nog een bijkomende fietstoegang voorzien ter hoogte van blok D of E, ofwel wordt de ingetekende fietstoegang verbreed en voorzien van twee goten zodat ze aan beide zijden te gebruiken is, ofwel worden enkele liften in de verschillende blokken vergroot waardoor ze voor fietsen bruikbaar zijn (minimum afmeting is daarvoor 1,20m op 2,10m), of elke andere manier waardoor de capaciteit voor fietsen vanuit de kelder vergroot.”
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, hoofdzakelijk omwille van ongunstig advies brandweer, onverenigbaarheid met de stedenbouwkundige voorschriften en de goede ruimtelijke ordening.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
3 mei 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
31 mei 2019 |
Start openbaar onderzoek |
19 juni 2019 |
Einde openbaar onderzoek |
18 juli 2019 |
Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag |
7 augustus 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
13 september 2019 |
Verslag GOA |
30 augustus 2019 |
naam GOA |
Katlijn Van der Veken |
Wijzigingslus
De aanvrager heeft een verzoek ingediend om zijn oorspronkelijke aanvraag te wijzigen.
Dit verzoek werd aanvaard, waardoor de wijzigingen mee beoordeeld worden.
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
19 juni 2019 |
18 juli 2019 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.