Terug
Gepubliceerd op 09/09/2019

2019_CBS_06931 - Omgevingsvergunning - OMV_2019051871. Van Trierstraat 48 . District Antwerpen - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 06/09/2019 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Tom Meeuws, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Nabilla Ait Daoud, schepen; Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_06931 - Omgevingsvergunning - OMV_2019051871. Van Trierstraat 48 . District Antwerpen - Weigering 2019_CBS_06931 - Omgevingsvergunning - OMV_2019051871. Van Trierstraat 48 . District Antwerpen - Weigering

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019051871

Gegevens van de aanvrager:

BVBA MULTI PROPERTIES met als contactadres Hoveniersstraat 53 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Van Trierstraat 48 te 2018 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 10sectie K nr. 1781Z11

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een meergezinswoning met 3 appartementen, kantoor en recreatieve functie tot 6 appartementen

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          18/10/1946: vergunning (18#21874) pannendak veranderen in plat dak.

Vergunde en huidige toestand

-          pand van 4 bouwlagen onder mansardedak in gesloten bebouwing met een aanbouw van 1 bouwlaag onder plat dak en een volume van 2 bouwlagen onder plat dak achteraan op het perceel;

-          de voorbouw bestaat uit een gelijkvloerse kantoorruimte en 3 wooneenheden;

-          aan de linkerzijde is een overdekte inrij voorzien naar achterliggend atelier;

-          de achterbouw is volledig als atelier ingericht.

Gewenste toestand

-          meergezinswoning met 6 woonentiteiten:

  • 4 in de voorbouw;
  • 2 in de achterbouw. 

Inhoud van de aanvraag

-          verbouwen en opdelen van een meergezinswoning met 3 appartementen, kantoor en recreatieve functie naar 6 appartementen;

  • appartement 1 met één slaapkamer op het gelijkvloers in de voorbouw met netto vloeroppervlakte van 67,29 m² met buitenruimte;
  • appartement 2 met één slaapkamer in de achterbouw op het gelijkvloers van 59,53 m² met buitenruimte; 
  • appartement 3 met één slaapkamer in de achterbouw op de verdieping van 35,91 m² met terras; 
  • appartementen 4, 5 en 6 in de voorbouw zijn bestaand en ongewijzigd;

-          een deel van de achterbouw wordt gesloopt en ingericht als tuin en terras;

-          er wordt een fietsenstalling voorzien in de doorrit; 

-          platte daken worden ingericht als groendak. 

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

17 juli 2019

12 augustus 2019

Ongunstig

Fluvius System Operator

17 juli 2019

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

17 juli 2019

17 juli 2019

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

17 juli 2019

29 juli 2019

stadsontwikkeling/ mobiliteit

17 juli 2019

18 juli 2019

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 6 : In de binnenplaatsen en tuinen van het referentiebeeld is een meergezinswoning niet kenmerkend;
  • artikel 10: Het volume, van 2 bouwlagen én bestaande hoogte, in de binnenplaats en tuinen is storend met de omgeving door de bestaande plaatsing ervan ten opzichte van de aanpalende percelen en de bebouwing.

 

Sectorale wetgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag wenst een bestaand gebouw in het binnengebied dat vergund is als atelier om te vormen naar een woongebouw. Wonen in het binnengebied zoals voorgesteld is niet kenmerkend en is daardoor niet in overeenstemming met artikel 6 van de bouwcode. Bijgevolg is dit deel van de aanvraag niet functioneel inpasbaar in de omgeving.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De even zijde van de Van Trierstraat wordt gekenmerkt door woongebouwen met drie bouwlagen onder plat- of zadeldak. Achteraan zijn er achterbouwen en entresols te vinden over de gelijkvloerse en eerste verdieping die over de helft van de perceelbreedte zijn bebouwd. Daarachter bevinden zich in hoofdzaak tuinen.

De aanvraag wenst een deel van de gelijkvloerse aanbouw te slopen en zo afstand te creëren tussen voor- en achterbouw. Om de woning op de eerste verdieping in het binnengebied te bereiken wordt een wenteltrap geplaatst. Ondanks de ontpitting blijft er nog teveel bebouwde oppervlakte en een constructie aanwezig in een zone die in hoofdzaak bestemd is voor tuinen.

Hierdoor is de aanvraag strijdig met artikel 10 van de bouwcode.

Gezien het programma en het volume van de bouwschil aan de straatzijde minder problematisch is dan het voorstel in het binnengebied, worden deze afzonderlijk beoordeeld in deze vergunning. Dit heeft als gevolg dat wijzigingen, werken en handeling die betrekking hebben op de situatie achter de bouwlijn van de bebouwing in de schil volledig uitgesloten wordt in een eventuele vergunning.

 

Visueel-vormelijke elementen

De voorgestelde materialen zijn sober, hedendaags en niet storend voor de omgeving.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Op het platte dak van het gelijkvloerse volume in het binnengebied wordt een terras voorzien voor de woning op de eerste verdieping. Dit terras is bereikbaar via de wenteltrap en doet eveneens dienst als toegang naar de woning op de eerste verdieping. In den beginne zijn woningen in het binnengebied niet kenmerkend, niet wenselijk en storend voor de omgeving. Inkijk op achtergevels in de omgeving is onvermijdelijk met voorgesteld programma. De bijhorende faciliteiten brengen dan ook een te grote druk met zich mee waardoor de kwaliteit van het binnengebied enkel maar verslechterd. Het gebruik van het terras en de noodzakelijke circulatie veroorzaken inkijk naar de achtergevels in de omgeving. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is het voorgestelde programma in het achterhuis niet in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.
Om het ruimtecomfort van een woning te bewaken is het belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Dit is niet het geval in het voorliggend project, waardoor de woongelegenheden onvoldoende wooncomfort bieden. Op een oppervlakte kleiner dan 60 m² wordt onvoldoende woonkwaliteit gerealiseerd voor een een-slaapkamerappartement. Deze oppervlakte (vanaf 35 m²) kan hoogstens een studio herbergen.
Verwevenheid van functies is een essentieel kenmerk van een binnenstedelijk gebied. Maar een te grote mix van verschillende functies of een te grote concentratie van één bepaalde functie kan tevens voor conflicten en overlast zorgen. Voorbeelden van overlast hierbij zijn geluidsproductie, parkeerdruk, mobiliteitsgeneratie, laden en lossen, dag- of nachtactiviteiten. Ook is er een verschil tussen typologieën die niet via de functiebeperkingen kunnen opgevangen worden. De impact van een appartementsgebouw is bijvoorbeeld heel anders dan dat van een woning voor één gezin. De typologie en schaal kunnen overlast genereren door middel van concentraties.

Om een mix op vlak van stedenbouwkundige, maatschappelijke en woonkwaliteitseisen te garanderen is het noodzakelijk de juiste verhoudingen te zoeken tussen verschillende woningtypes enerzijds en de juiste oppervlakteverhoudingen tussen de functies binnen deze woningen anderzijds. Om de kwaliteit van een meergezinswoning te garanderen dient er een mix van verschillende slaapkamerappartementen te zijn.

4 studio’s en 2 één-slaapkamerappartementen vormen geen aanvaardbare mix.

Hieruit kunnen we concluderen dat door het vermeerderen van 3 wooneenheden naar 6 wooneenheden de densiteit op onaanvaardbare wijze stijgt. Dit verhoogt de druk op het perceel, het bouwblok en de wijk onaanvaardbaar waardoor de draagkracht van de site wordt overschreden.

Voor de bijkomende woningen worden er fietsstalplaatsen voorzien. De stedelijke mobiliteitsdienst adviseerde om ook voor de bestaande woningen een mogelijkheid voor het stallen van fietsen in te richten. Gezien het programma achteraan uitgesloten wordt, worden de fietsstalplaatsen toegevoegd aan het programma in de voorbouw, om te voorzien in de fietsbehoefte van de bestaande woningen.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 3 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de bijkomende woningen. Er komen 3 woningen bij dus de parkeerbehoefte bedraagt 3.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens art. 12, §3, 1° (Levendige plint) is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 3.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 3.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is. Dit is niet van toepassing in voorliggende aanvraag.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 3 plaatsen.

 

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van het ongunstig advies van brandweer.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

12 juni 2019

Volledig- en ontvankelijk

17 juli 2019

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

9 september 2019

Verslag GOA

20 augustus 2019

naam GOA

Wim Van Roosendael

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.