De bedrijseenheid Bestuurszaken stelde een nieuw ontwerp van deontologische code voor mandatarissen op. Het Bureau voor Integriteit bracht hierover een advies uit in april 2019.
Een aantal van de voorgestelde wijzigingen bieden een antwoord op het eerder advies van het Bureau:
De andere voorgestelde wijzigingen zijn het resultaat van de vergelijking tussen de modelcode van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten en de stedelijke codes. Qua globale structuur werd de modelcode van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten gehanteerd. Daarom werden sommige paragrafen uit de stedelijke codes herschikt. Relevante passages uit de modelcode werden toegevoegd.
Volgende principes werden toegevoegd:
Voorafgaand aan de gemeenteraadszitting werd dit voorstel voor aangepaste code besproken op het voorafgaand fractieoverleg op 27 mei 2019. Daar werd een opmerking geformuleerd op het tweede deel van de onderlijnde zin uit de passage over buitenlandse werkbezoeken uit hoofdstuk VI. Onafhankelijkheid en sociaal netwerk:
“Mandatarissen kunnen individueel of als lid van een delegatie officiële buitenlandse werkbezoeken afleggen. Het werkbezoek wordt altijd eerst besproken en goedgekeurd in respectievelijk het college van burgemeester en schepenen/het vast bureau/het districtscollege of de gemeenteraad/de raad voor maatschappelijk welzijn/de districtsraad. Het bestuur draagt de kosten van zulke werkbezoeken en moest het bestuur daar anders over beslissen, mag daarbij de schijn van partijdigheid niet gewekt worden. Een uitnodiging voor een werkbezoek kan alleen geaccepteerd worden wanneer het bezoek aantoonbaar van belang is voor de stad/het OCMW/het district. De deelnemende leden brengen schriftelijk verslag uit van een dergelijk werkbezoek.”
Tijdens deze commissiezitting werd geopperd dat de schijn van partijdigheid nooit mag gewekt worden en dat dit principe al eerder in de tekst werd opgenomen. In voorafgaandelijke passages staat dat bij het aannemen van geschenken de schijn van partijdigheid moet worden weggenomen of moet worden voorkomen en bij het ingaan op uitnodigingen staat dat de mandataris redelijkerwijs geen schijn van corruptie of beïnvloeding mag worden verweten. Het Bureau voor Integriteit verklaarde zich ermee akkoord om het tweede deel van deze zin te schrappen.
Deze code geldt zowel voor de stad, het OCMW als voor de districten en wordt daarom zowel voor de gemeenteraad als voor de raad maatschappelijk welzijn ter goedkeuring voorgelegd.
De eerder goedgekeurde gedragscode voor OCMW mandatarissen van 24 januari 2013 gold voor de legislatuur 2013-2018 en dient dus niet te worden opgeheven.
Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017:
Artikel 39 - DLB: De gemeenteraad neemt een deontologische code aan.
Artikel 55 - DLB: Het college van burgemeester en schepenen heeft dezelfde deontologische code als die welke is aangenomen voor de gemeenteraad met toepassing van artikel 39. Het college van burgemeester en schepenen kan echter zelf een deontologische code aannemen die minstens de deontologische code zoals aangenomen door de gemeenteraad omvat.
Artikel 74 - DLB: verklaart artikel 39 van toepassing op raad voor maatschappelijk welzijn.
Artikel 83 - DLG: verklaart artikel 55 van toepassing op het vast bureau.
Artikel 112 - DLB: Het bijzonder comité voor de sociale dienst heeft dezelfde deontologische code als die welke is aangenomen voor de raad voor maatschappelijk welzijn. Het bijzonder comité voor de sociale dienst kan echter zelf een deontologische code aannemen die minstens de deontologische code, zoals aangenomen door de raad voor maatschappelijk welzijn, omvat.
Het Bureau voor Integriteit adviseerde in 2017 om de gedragscode voor uitvoerende mandatarissen en de gedragscode voor niet-uitvoerende mandatarissen aan te passen en meer bepaald het begrip ‘schijn van partijdigheid’ en de omschrijving ‘alles doen om deze schijn te voorkomen of weg te nemen’ nader te kaderen.
Na ontvangst van dit advies besliste het college om hiervoor een werkgroep op te richten met als opdracht een benchmark te verrichten bij binnen- en buitenlandse steden.
Daarnaast stelde de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten een nieuwe modelcode voor mandatarissen op. Dit is een algemene leidraad voor lokale mandatarissen om deontologisch zorgvuldig te kunnen handelen bij het uitoefenen van hun mandaat. Deze modelcode is eerder gestoeld op regels terwijl de stad Antwerpen vanuit waarden vertrekt.
De stedelijke werkgroep formuleerde het voorstel om:
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt eenparig het volgende besluit goed.
De raad voor maatschappelijke welzijn keurt de deontologische code voor mandatarissen van de stad, het OCMW en de districten van Antwerpen goed.